Subject: | Neder-L, no. 0106.b en 0106.c (tijdschriftenoverzicht) |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sat, 30 Jun 2001 19:47:46 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Tiende-jaargang---------- Neder-L, no. 0106.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Med: 0106.15: 'Motie van Tolerantie en Attentie': oproep aan | | Nederlandse en Vlaamse overheden om autochtone | | taalvarieteiten meer te steunen en te accepteren | | (2) Med: 0106.16: Boon Genootschap presenteert nieuwe prijs: De | | Isengrimus; eerste prijsuitreiking op za 15 sept. | | 2001 in Aalst | | (3) Web: 0106.17: Internettentoonstelling KB Den Haag 'Medieval | | Illuminated Manuscripts' met 8000 afbeeldingen uit | | 328 middeleeuwse handschriften | | (4) Web: 0106.18: Neerlandistiek.nl: tekst lezing W.P. Gerritsen 'Le | | plaisir de se voir digitalise' | | (5) Web: 0106.19: Boekbeoordelingen, interdisciplinairs en | | signalementen van TNTL voortaan integraal op | | TNTL-website | | (6) Web: 0106.20: Boekenzoekdienst op web | | (7) Rub: 0106.21: Hora est! Samenvattingen proefschriften K. Korevaart | | (Leiden, 30 mei 2001) en M. Meuwese (Leiden, 13 juni | | 2001) | | (8) Ten: 0106.22: Tentoonstelling 'Van Magie tot Instructie' over de | | ontwikkeling van instructieve teksten t/m zo 15 juli | | 2001 te Utrecht | | (9) Lit: 0106.23: Zojuist verschenen: Jaarboek Gerrit Achterberg 1 | |(10) Sym: 0106.24: Conferentie 'The Neurological Basis of Language' van | | ma 9 - wo 11 juli 2001 te Groningen | |(11) Col: 0106.25: Column Willem Kuiper, no. 56: Een wesp in het hoofd?! | | | |-------------------------- Neder-L, no. 0106.c --------------------------* | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht | | ================================== | |(12) Tyd: 0106.26: De Boekenwereld, jrg. 16, no. 5, juni 2000 | |(13) Tyd: 0106.27: De Boekenwereld, jrg. 17, no. 1, oktober 2000 | |(14) Tyd: 0106.28: Nederlandse Taalkunde, jrg. 6, no. 2, juni 2001 | |(15) Tyd: 0106.29: Onze Taal, jrg. 70, no. 5, mei 2001 | |(16) Tyd: 0106.30: TNTL, jrg. 117, no. 2, 2001 | |(17) Tyd: 0106.31: Vonk, jrg. 30, no. 4, maart-april 2001 | |(18) Tyd: 0106.32: Vonk, jrg. 30, no. 5, mei-juni 2001 | |(19) Tyd: 0106.33: De Zeventiende Eeuw, jrg. 16, no. 2, november 2000 | |(20) Tyd: 0106.34: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | |(21) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- -------------30-juni-2001-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 29 Jun 2001 10:21:28 +0200
From: Siemon Reker <reker@let.rug.nl>
Subject: Med: 0106.15: 'Motie van Tolerantie en Attentie': oproep aan Nederlandse en Vlaamse overheden om autochtone taalvarieteiten meer te steunen en te accepteren
=========================================================
‘Motie van Tolerantie en Attentie’:
oproep aan Nederlandse en Vlaamse overheden om autochtone taalvarieteiten meer te steunen en te accepteren
=========================================================
‘Taal OF Tongval’ hadden het Meertens Instituut en de Nederlandse Taalunie hun symposium over taalwetenschap en streektaalbeleid van 12 juni 2001 genoemd: een knipoog naar het tijdschrift ‘Taal EN Tongval’ (dat mede vanuit het Meertens Instituut wordt uitgegeven) en met een signaal naar de positie van de Nederlandse Taalunie inzake erkenningskwesties in het kader van het Handvest voor regionale talen of talen van minderheden van de Raad van Europa. De Taalunie heeft bijvoorbeeld een negatief advies gegeven met betrekking tot de toekenning van eenzelfde positie aan het Zeeuws als het Nedersaksisch en het Limburgs bezitten.
Als vervanger van dr. Henk Bloemhoff heeft dr. Siemon Reker het woord gevoerd over “De erkenning van streektalen: het geval Nedersaksisch”. Hij heeft daar twee dingen benadrukt: de noodzaak tot resolute actie van de kant van de overheid ten gunste van in aanmerking komende talen, verplicht sinds het inwerkingtreden van het Handvest; tegelijk bepleitte hij harmonie in deze context waarin zo gauw “antiposities” betrokken worden, terwijl het Handvest in essentie toch een op harmonie en verdraagzaamheid gerichte internationale overeenkomst is.
Vorig jaar juni organiseerde het Meertens Instituut in samenwerking met andere organisaties een bijeenkomst waar een Multicultureel Manifest uit voortkwam (zie Neder-L 0006.02). In het verlengde daarvan en complementair daaraan stelde Siemon Reker een Motie van Tolerantie en Attentie voor. Het betreft de volgende tekst:
Motie van Tolerantie en Attentie
Uitgaande van de fundamentele gelijkwaardigheid van talen en dialecten; in aansluiting aan het Multiculturele Manifest 2000; onverminderd de werking van het Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en met een expliciete erkenning van de rol van het Standaardnederlands, (en in Fryslan van het Fries) roepen deelnemers aan het symposium Taal of Tongval (Amsterdam d.d. 12 juni 2001) – en andere ondertekenaars – alle overheden (zowel de landelijke, provinciale als gemeentelijke), alle betrokken instellingen en sprekers in het Nederlandse taalgebied op tot volledige maatschappelijke acceptatie van en uitdrukkelijker steun aan de van oudsher in dat gebied gesproken varieteiten dan thans het geval is. Dat heeft betrekking op alle facetten, zowel algemeen-maatschappelijk, onderwijskundig, cultureel als op het terrein van het wetenschappelijk onderzoek. Deze oproep richt zich in de eerste plaats tot de centrale overheden van Nederland en Belgie en heeft uitdrukkelijk betrekking op alle autochtone taalvarieteiten op het Nederlandse taalgebied, om het even welke status zij tot dusver wettelijk bezitten.
Instemming is betuigd door:
Prof. dr. J. Taeldeman – Gent
Prof. dr. G.J. de Haan – Groningen
Prof. dr. H.W.H. Niebaum – Groningen
Bestuur Stichting Nederlandse Dialecten
Een aantal deelnemers van het symposium heeft instemming betuigd. De motie staat open voor ondertekening, maar ook voor voorstellen tot tekstverbetering en andere aanpassing. De Stichting Nederlandse Dialecten (SND) heeft zich bereid verklaard de motie “te trekken”. Welk vervolg er precies aan gegeven wordt, is nog niet duidelijk. Dat geldt ook voor de bijeenkomst van Amsterdam als geheel. In zijn afsluitende woorden gaf dr. Bennis, directeur van het Meertens Instituut, aan dat er na dit symposium binnen niet al te lange tijd een vervolg moet komen dat de praktische kant meer belicht.
Commentaar en adhesie is welkom via de volgende adressen:
reker@let.rug.nl
Secretariaat SND:
Veronique.DeTier@rug.ac.be
H.van.de.Wijngaard@let.kun.nl
Reageerders krijgen in de loop van september/oktober nadere informatie over de stand van zaken.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 28 Jun 2001 15:43:50 +0200
From: Noud Cornelissen <coco@coco.nl>
Subject: Med: 0106.16: Boon Genootschap presenteert nieuwe prijs: De Isengrimus; eerste prijsuitreiking op za 15 sept. 2001 in Aalst
======================================================================
Louis Paul Boon Genootschap presenteert literaire prijs: De Isengrimus
======================================================================
Het Louis Paul Boon Genootschap presenteert op zaterdag 15 september 2001 een nieuwe literaire prijs: De Isengrimus. De tweejaarlijkse prijs wordt toegekend aan iemand die, op welke manier dan ook, een bijdrage levert/heeft geleverd om het gedachtegoed van de schrijver/kunstenaar Louis Paul Boon levend te houden.
De prijs is genoemd naar de wolf uit de middeleeuwse vertellingen die ook een prominente rol speelt in de boeken van Boon als De Kapellekensbaan en Wapenbroeders. Boon identificeerde zich met Isengrimus, de wolf die telkens weer het slachtoffer werd van zijn eigen goedgelovigheid. Zijn huis in Erembodegem noemde hij zo.
De prijs wordt op 15 september 2001 voor het eerst uitgereikt tijdens de jaarvergadering van het Louis Paul Boon Genootschap in Aalst (B).
Meer informatie bij:
Geert Goeman (Gentbrugge B, tel. +32 (0)9-231.95.91)
Noud Cornelissen (Utrecht NL, tel. +31 (0)30-233.35.92)
Meer informatie over het Louis Paul Boon Genootschap op
http://www.lpboon.net/
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 28 Jun 2001 23:44:40 +0200
From: Gea Schelhaas <Gea.Schelhaas@kb.nl> via piet.verkruijsse@hum.uva.nl
Subject: Web: 0106.17: Internettentoonstelling KB Den Haag 'Medieval Illuminated Manuscripts' met 8000 afbeeldingen uit 328 middeleeuwse handschriften
========================
De Middeleeuwen verbeeld
========================
De Koninklijke Bibliotheek te Den Haag heeft alle afbeeldingen uit haar rijke collectie middeleeuwse geillustreerde handschriften via internet toegankelijk gemaakt. Op de Engelstalige website Medieval Illuminated Manuscripts (http://www.kb.nl/manuscripts/) worden bijna 8.000 unieke afbeeldingen uit 328 middeleeuwse handschriften beschreven. De afbeeldingen zijn doorzoekbaar met behulp van Iconclass, een classificatiesysteem dat inmiddels wereldwijd wordt gebruikt om afbeeldingen te beschrijven en vindbaar te maken. De website is ontwikkeld met behulp van een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en een eigen bijdrage van de KB.
Van de vreemde wezens die Baudolino in de nieuwste roman van Eco ontmoet tot afbeeldingen van de geboorte van Christus, van middeleeuwse olifanten tot voorstellingen van het Pinksterfeest; de website biedt een gevarieerd aanbod van prachtige afbeeldingen. Het zoekscherm biedt de mogelijkheid door de afbeeldingen per handschrift te bladeren of direct naar afbeeldingen te zoeken via onderwerpen en thema’s. Zowel specialisten in middeleeuwse kunst als gewone liefhebbers van mooie plaatjes kunnen in de Medieval Illuminated Manuscripts vinden wat ze zoeken. De indexen maken het mogelijk op plaatsnamen, namen van kunstenaars, periode, iconografische thema’s, type en nog veel meer te zoeken. Alle miniaturen uit een bepaald productiecentrum kunnen op deze wijze worden geselecteerd, of afbeeldingen van dieren, historische gebeurtenissen en personen, of attributen. Gecombineerd zoeken is ook mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld alle voorstellingen met Maria’s in Delftse handschriften, vervaardigd tussen 1400 en 1500, opgevraagd worden. Per handschrift is het mogelijk door te klikken naar een bibliografie over het handschrift in kwestie.
In december wordt de website verder uitgebreid door toevoeging van de afbeeldingen uit de collectie middeleeuwse handschriften van het Museum Meermanno-Westreenianum in Den Haag.
De website kan worden bekeken via: http://www.kb.nl/manuscripts/
Inlichtingen: Afdeling Bijzondere Collecties (tel. +32 (0)70-314.03.22,
e-mail: BCMail.Mailbox@kb.nl)
Koninklijke Bibliotheek
Prins Willem-Alexanderhof 5
Postbus 90407
2509 LK Den Haag
http://www.kb.nl/
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 22 Jun 2001 09:55:43 +0200
From: Marc van Oostendorp <marc.van.oostendorp@meertens.knaw.nl>
Subject: Web: 0106.18: Neerlandistiek.nl: tekst lezing W.P. Gerritsen 'Le plaisir de se voir digitalise'
==============================================
Neerlandistiek.nl: Tekst lezing W.P. Gerritsen
‘Le plaisir de se voir digitalise’
==============================================
Bij de officiele opening van neerlandistiek.nl, het wetenschappelijke tijdschrift voor de neerlandistiek in elektronische vorm, hield prof. dr. W.P. Gerritsen een toespraak onder de titel ‘Le plaisir de se voir digitalise’. De tekst van deze toespraak is nu na te lezen op https://neerlandistiek.nl/01/00/index.html
Marc van Oostendorp
Meertens Instituut
Joan Muyskenweg 25
1096 CJ Amsterdam
http://www.meertens.knaw.nl/medewerkers/marc.van.oostendorp/
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 1 Jun 2001 09:59:12 +0200
From: Karina van Dalen-Oskam <dalen@inl.nl>
Subject: Web: 0106.19: Boekbeoordelingen, interdisciplinairs en signalementen van TNTL voortaan integraal op TNTL-website
==============================================
TNTL: Boekbeoordelingen, interdisciplinairs en signalementen voortaan integraal op de website
==============================================
De website van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (TNTL) heeft een belangrijke uitbreiding ondergaan. Met ingang van deel 117 (2001) zijn kort na verschijnen van elke nieuwe aflevering alle boekbeoordelingen, interdisciplinairs en signalementen integraal op de website van het tijdschrift
http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/tntl/
te raadplegen. Ook alle besprekingen uit deel 116 (2000) zijn inmiddels beschikbaar.
De teksten zijn raadpleegbaar in html-format en als pdf-file. In een pdf-file worden de bijdragen precies zo gepresenteerd als zij in het tijdschrift staan afgedrukt. Pdf-files kunnen bekeken worden met behulp van de Acrobat Reader, die u gratis van Internet kunt downloaden (een link vindt u op de TNTL-website).
Zoals vanouds kunt u ook de abstracts bij de artikelen bekijken. Ze zijn net als de besprekingen op te roepen vanuit de inhoudsopgave van een aflevering (lopende jaargang) of vanuit het inhoudsoverzicht van een heel deel (vorige jaargangen).
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 28 Jun 2001 00:50:37 +0200
From: Boekenzoekdienst <postmaster@tweedehands-boeken.nl>
Subject: Web: 0106.20: Boekenzoekdienst op web
================
Boekenzoekdienst
================
De zojuist geopende site www.boekenzoekdienst.nl heeft binnen enkele dagen maar liefst 300 gezochte titels opgeleverd!
Heeft u nog geen bezoek gebracht aan www.boekenzoekdienst.nl, doe dat dan nu en geef gratis maximaal 5 gezochte titels op.
Heeft u de site wel bezocht en evt. uw oproep geplaatst, bezoek hem dan nu nog eens, want het is natuurlijk de bedoeling dat de aanvragen gehonoreerd gaan worden. Heeft u thuis een gezocht boek in uw boekenkast staan, neem dan rechtstreeks contact met de aanvrager op.
Nog een klein verzoekje: als u een titel gevonden heeft, geef dat dan even per e-mail aan ons door, dan kunnen we dat boek uit het bestand halen en zo blijft de database actueel.
Met vriendelijke groeten,
Eric Kaizer
De Boekenzoekdienst
verkoop: http://www.tweedehands-boeken.nl/
zoeken: http://www.boekenzoekdienst.nl/
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 17 Jun 2001 23:45:42 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0106.21: Hora est! Samenvattingen proefschriften K. Korevaart (Leiden, 30 mei 2001) en M. Meuwese (Leiden, 13 juni 2001)
=========
Hora est!
=========
Op 30 mei 2001 promoveerde Korrie Korevaart aan de Universiteit Leiden.
Hier volgt een samenvatting van haar proefschrift.
Korrie Korevaart, Ziften en zemelknoopen. Literaire kritiek in de Nederlandse dag-, nieuws- en weekbladen 1814-1848. Hilversum 2001. (Handelsuitgave: ISBN 90-6550-638-1. Met ill., reg., 498 pp.; NLG 70,-.)
De boekenbijlage is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de krant, maar hoe stond de literaire dagbladkritiek er in de negentiende eeuw voor? Korrie Korevaart heeft onderzocht wie de recensenten waren, welke binnen- en buitenlandse boeken zij bespraken en tot welke literatuuropvatting hun waardeoordelen en argumenten als basis hadden.
Dit boek brengt een onderdeel van het literaire leven in beeld waarover tot nu toe weinig bekend was. Commerciele motieven en uitbreiding van de opinierende functie van de krant stimuleerden de komst van de dagbladkritiek. Kranten zoals De Avondbode, de Utrechtsche Courant, de Leeuwarder Courant en de Bredasche Courant besteedden veel energie aan de voorlichting van hun lezers. De recensenten richtten zich vooral op het regionale en het actuele en lieten zich in hun kritieken meer leiden door ethische normen dan door esthetische opvattingen. Niet de boeken van Nicolaas Beets, Geertruida Bosboom-Toussaint of Jacob van Lennep stonden in de schijnwerpers, maar die van C.P.E. Robide van der Aa en Adriaan van der Hoop jr.
Opvallend in deze recensies en artikelen is het groeiend nationalisme, dat de interesse in de vaderlandse literatuur en haar plaats ten opzichte van het buitenland aanmoedigde: het ging om de positiebepaling van de Nederlandse burger in een roerig Europa.
Naast een kwantitatieve en kwalitatieve analyse van het materiaal worden in Ziften en zemelknoopen enkele karakteristieke thema’s en motieven uit de dagbladkritiek nader besproken (de positie van de literatuur over de Belgische Opstand, de almanakken, de Franse literatuur, de typebeschrijvingen, schrijfsters etc.) en wordt ook ingegaan op de ideeen die de dagbladcritici koesterden over eigen en andermans kritische praktijk in krant en tijdschrift. In het boek zijn een aantal bijlagen opgenomen die het bronnenmateriaal (1553 recensies van 1149 titels en 723 artikelen over letterkundige onderwerpen, in 58 dag-, nieuws- en weekbladen uit de periode 1814-1848) ontsluiten via de titelbeschrijving van het besproken boek en via de onderwerpen van de artikelen; het register bevat persoonsnamen en titels van periodieken in brede zin (dag-, nieuws- en weekbladen, tijdschriften, almanakken en seriewerken).
Korrie Korevaart
Op 13 juni 2001 promoveerde Martine Meuwese aan de Universiteit Leiden. Hier volgt een samenvatting van haar dissertatie.
BEELDEND VERTELLEN. De verluchte handschriften van Jacob van Maerlants Rijmbijbel en Spiegel Historiael.
De geillustreerde Maerlant-handschriften markeren het begin van de illustratie van literaire Middelnederlandse teksten in zowel de zuidelijke als de noordelijke Nederlanden. Het onderzoekscorpus bestaat uit negen verluchte Rijmbijbel-handschriften en een geillustreerde codex van de Spiegel Historiael, die in de periode 1285-1405 vervaardigd werden.
De inleiding geeft een algemeen overzicht over de studie van tekst en beeld in laat-dertiende- en vroeg-veertiende-eeuwse literaire teksten, gevolgd door een beschouwing over de productieomstandigheden van dergelijke handschriften. Aan de drie manuscripten die van een uitgebreid illustratieprogramma werden voorzien, is telkens een apart hoofdstuk gewijd.
Het eerste hoofdstuk behandelt de oudste Rijmbijbel, het Brusselse handschrift dat vermoedelijk nog tijdens Maerlants leven in de zuidelijke Nederlanden vervaardigd werd. Deze Rijmbijbel bevat de uitgebreidste illustratiecyclus, die bovendien iconografisch opvallend origineel is en relatief vaak teruggaat op details uit Maerlants tekst.
In het tweede hoofdstuk over het door Michiel van der Borch in 1332 te Utrecht verluchte Meermanno-handschrift wordt het verluchtingsprogramma van de enige andere doorlopend geillustreerde Rijmbijbel bestudeerd. De overige zeven Rijmbijbel-handschriften bevatten slechts beperkte illustratie en zijn gezamenlijk chronologisch geordend ondergebracht in hoofdstuk drie.
Hoofdstuk vier is gewijd aan het rijk geillustreerde Haagse handschrift van de Spiegel Historiael dat aan het begin van de veertiende eeuw te Gent werd vervaardigd. Aan het slot van elk hoofdstuk wordt een tussenbalans opgemaakt en in het vijfde hoofdstuk wordt van de belangrijkste resultaten uit de voorgaande hoofdstukken een gezamenlijke thematische evaluatie gemaakt, die in een ruimere culturele context wordt geplaatst.
In de catalogus is een beknopte iconografische beschrijving opgenomen van alle miniaturen en gehistorieerde initialen uit het corpus, en is de heraldiek zoals die is afgebeeld in de miniaturen omschreven. De 170 afbeeldingen zijn ondergebracht op een cd-rom (die zowel geschikt is voor PC als MAC); ze bestrijken niet alleen de verschillende verluchte Maerlant-handschriften, maar ook iconografisch en stilistisch vergelijkingsmateriaal uit een breed scala van teksten in het Middelnederlands, Frans en Latijn. De afbeeldingen worden meestal in kleur gereproduceerd en zijn op twee niveau’s raadpleegbaar: op ansichtkaartformaat en als groot bestand dat de miniatuur in al zijn detail oproept, of het hele folium met de bewuste afbeelding toont.
Deze dissertatie is in eigen beheer uitgegeven, telt 353 pagina’s, en bevat een cd-rom met de 170 afbeeldingen waarnaar in de tekst verwezen wordt. Belangstellenden kunnen het boek bestellen door een mailtje (met daarin naam en adres) te sturen naar beeldendvertellen@xs4all.nl en NLG 85 (inclusief verzendkosten voor Nederland) over te maken op girorekening 4468832 op naam van Martine Meuwese te Amsterdam onder vermelding van “Beeldend Vertellen”.
Martine Meuwese martine@xs4all.nl
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 19 Jun 2001 05:22:19 -0700 (PDT)
From: mary morse <marijkevanmiddendorp@yahoo.com>
Subject: Ten: 0106.22: Tentoonstelling 'Van Magie tot Instructie' over de ontwikkeling van instructieve teksten t/m zo 15 juli 2001 te Utrecht
========================================
Tentoonstelling Van Magie tot Instructie
========================================
De tentoonstelling Van Magie tot Instructie laat rondom vijf themans een ontwikkeling zien van instructieve teksten: magie, geneeskunst, gynaecologie, kruidenleer en kookkunst. Hoe hebben die instructieve teksten zich door de eeuwen heen ontwikkeld? In welke denkwerelden zijn ze verankerd?
Aan de hand van spannende en boeiende objecten, waaronder een kruidentuin, een magisch liefdeskabinet en een middeleeuws gedekte tafel wordt de bezoeker meegenomen in een reis door de tijd.
Vanaf donderdag 28 juni tot en met zondag 15 juli is de tentoonstelling Van Magie tot Instructie te bezichtigen in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht aan het Domplein. De – kleinschalige – tentoonstelling is samengesteld door studenten Nederlands en staat in het kader van het lustrum van de Utrechtse Universiteit.
Met vriendelijke groet, namens de organisatie,
Marijke van Middendorp
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 15 Jun 2001 08:50:37 +0200
From: Fabian Stolk <Fabian.Stolk@let.uu.nl>
Subject: Lit: 0106.23: Zojuist verschenen: Jaarboek Gerrit Achterberg 1
============================
Jaarboek Gerrit Achterberg 1
============================
Het eerste Jaarboek Gerrit Achterberg is uit. Nadat bijna zes jaar geleden de laatste aflevering van de Achterbergkroniek verscheen, is er een nieuw periodiek waarin alle aandacht uitgaat naar het leven en werk van de dichter Gerrit Achterberg. Het Jaarboek is bedoeld als podium waarop kenners en liefhebbers hun gedachten over de poezie van Achterberg kunnen ontvouwen, en zal worden gekoppeld aan een jaarlijks te organiseren Achterberg-symposium (het eerstvolgende op 17 november 2001). Met beide initiatieven herstelt het Genootschap Gerrit Achterberg een oude traditie in ere en hoopt het de (hernieuwde) belangstelling voor Achterbergs poezie jaar op jaar te kunnen vasthouden en stimuleren.
In Jaarboek Gerrit Achterberg 1 zijn de lezingen opgenomen van het Achterberg-symposium 2000, dat in het teken stond van de vorig jaar verschenen historisch-kritische uitgave van Achterbergs Gedichten (bezorgd door Peter de Bruijn). Verschillende sprekers gingen in op de vraag hoe deze uitgave vruchtbaar kan worden gebruikt. Hoe schreef Achterberg zijn gedichten? Hoe kwam hij van de eerste inval tot de voltooide versie? Welke nieuwe benaderingswijzen verschaft de historisch-kritische uitgave?
Verder bevat het Jaarboek het verslag en juryrapport van de vijfjaarlijkse Gerrit Achterberg-prijs (die eveneens op het symposium werd uitgereikt), enkele andere bijdragen over Achterbergs poezie, een bespreking van de recente Achterberg-studie van Martien J.G. de Jong, alsmede een overzicht van de artikelen en boeken die de afgelopen vijf jaar zijn verschenen op het gebied van de ‘Achterbergistiek’.
Jaarboek Gerrit Achterberg is een uitgave van de Stichting Genootschap Gerrit Achterberg, aan wier donateurs het kosteloos wordt toegezonden. Donateurs kunnen zich opgeven door overschrijving van (ten minste) NLG 50,- op rekening-nummer 5274091 t.n.v. Stichting Genootschap Gerrit Achterberg te Den Dolder. Zij hebben dan tevens toegang tot het jaarlijkse Achterberg-symposium en ontvangen een drukwerkje van de Avalonpers ter gelegenheid van de jaarwisseling. Losse nummers kunnen worden besteld door overmaking van NLG 40,- (inclusief verzendkosten) op hetzelfde rekeningnummer.
Redactie: Peter de Bruijn, Pieter Jeroense, Edwin Lucas en Fabian Stolk
Redactie-adres: Museumlaan 2, 3581 HK Utrecht, e-mail
edwin.lucas@wxs.nl
ISBN 90-806304-1-1, 126 pagina’s, geillustreerd
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 18 Jun 2001 12:47:43 +0200
From: NBL Conference Committee <nbl@let.rug.nl>
Subject: Sym: 0106.24: Conferentie 'The Neurological Basis of Language' van ma 9 - wo 11 juli 2001 te Groningen
================================================
Conferentie ‘The Neurological Basis of Language’
================================================
*------------------------------------------------------------* | | | The Neurological Basis of Language: | | | | An Interdisciplinary Conference on | | Aphasiological, Computational, and Neuroimaging Approaches | | | | July 9-11, 2001 | | Groningen, The Netherlands | | | | WWW: http://www.let.rug.nl/nbl/ | | E-mail: nbl@let.rug.nl | | | *------------------------------------------------------------*
Final Announcement
This is the final announcement for The Neurological Basis of Language Conference (July, 9-11, 2001, Groningen, The Netherlands). The conference aims to present an overview of how synthesis of aphasiological, computational, and neuroimaging approaches has advanced our understanding of the neurological basis of language.
Who are the Organizers?
The conference is being organized by the PIONIER Research Group on The Neurological Basis of Language (Dept. of Linguistics, Faculty of Arts, School of Behavioral and Cognitive Neurosciences, University of Groningen) funded by the Dutch Organization for Scientific Research (NWO) together with our colleagues from the School of Behavioral and Cognitive Neurosciences.
We look forward to seeing you at our conference in the pleasant environment of an old University town in the Northeast of the Netherlands.
Program
For a detailed overview of our program, we refer to our website at http://www.let.rug.nl/nbl/.
Below is a listing of all presenting authors.
Day 1
- Sabine Weiss, Horst M. Muller, & Peter Rappelsberger – University of Vienna
- Mieko Ueno & Robert Kluender – University of California, San Diego
- Karsten Steinhauer – Georgetown University, Washington D.C.
- Peter Hagoort – University of Nijmegen/Max Planck Institute for Psycholinguistics
- Guillaume Thierry *, Danielle Ibarolla, Dominique Cardebat, & Jean-Francois Demonet – * Psychology Department, University of Wales, Bangor, UK. INSERM U455, Purpan Hospital, Toulouse, France.
- H.T. van Schie, M.L. Kellenbach, L.A. Stowe, & A.A. Wijers – BCN, University of Groningen
- Monique Lamers, Bernadette M. Schmitt,* & Thomas Munte – University of Magdeburg; * University of Maastricht
- Kara D. Federmeier & Marta Kutas – University of California, San Diego
- Jeffrey Hutsler – University of Michigan
Day 2
- Keynote Address: Angela Friederici – Max Planck Institute for Cognitive Neurosciences
- F.J. Liegeois, F. Vargha-Khadem, T. Baldeweg, D. Gadian, & A. Connelly – Developmental Cognitive Neuroscience Unit and Radiology and Physics Unit, Institute of Child Health, UCL, and Great Ormond Street Hospital for Children
- Roelien Bastiaanse – University of Groningen
- Stavroula Stavrakaki & Sofia Kouvava – Aristotle University of Thessaloniki
- Herman Kolk – University of Nijmegen
- Ardi Roelofs – Max Planck Institute for Psycholinguistics
- Gabriella Vigliocco & David P. Vinson – University College of London
- Dirk-Bart den Ouden – BCN, University of Groningen
- Keynote Address: Cathy Price – Wellcome Department of Cognitive Neurology, Institute of Neurology, London, UK
Day Three
- Keynote Address: Laurie A. Stowe – BCN, University of Groningen
- Peter Ford Dominey – Institut des Sciences Cognitives, Lyon
- Viorica Marian, Michael Spivey, & Joy Hirsch – Northwestern University (VM), Cornell University (MS), Columbia University (JH)
- Csaba Pleh, Agnes Lukacs, & Mihaly Racsmany – Institute for Psychology, HAS and University of Szeged
- Stella de Bode & Susan Curtiss – UCLA
- Marc F. Joanisse & Mark S. Seidenberg – University of Western Ontario & University of Southern California
- Pieter H. Been & Frans Zwarts – BCN, University of Groningen
- Keynote Address: David Plaut – Carnegie Mellon University, Pittsburgh, PA, USA
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 27 Jun 2001 00:14:11 +0200
From: Willem Kuiper <willem.kuiper@hum.uva.nl>
Subject: Col: 0106.25: Column Willem Kuiper, no. 56: Een wesp in het hoofd?!
=====================================================
Column Willem Kuiper, no. 56: Een wesp in het hoofd?!
=====================================================
Vlinders in de buik, wie kan daarover niet meepraten? Maar een wesp in het hoofd… Mijn eerste associatie was een passage in een even interessant als chaotisch boek – Lords of the Horizons, a history of the Ottoman Empire – waarin verhaald wordt hoe een sultan in de waan verkeert dat er voortdurend een vlieg op zijn neus zit. Uiteindelijk lukt het een Europeaan de sultan te hypnotiseren en zo de vlieg te vangen.
Maar bovengenoemde wesp in het hoofd had niets van doen met een neurose of psychose, hij stond centraal in een lied dat gezongen werd bij het Haagspel tijdens het Antwerps Landjuweel van 1561. De zangers waren leden van de Lierse rederijkerskamer De Ongeleerden met als blazoen de Jannettebloem (Koekoeksbloem). Het lied moet veel succes gehad hebben, want in 1583 wordt in Antwerpen een pamflet gedrukt met daarop tCaetspel der Franchoysen: Op de wijse van d’Ongeleerde van Lier, T’handtwerpen int Haech-spel ghesongen. De tekst van het Lierse lied luidt:
Weest al verblijt / tot vre u paert
Eel gheestkens int ghemeine
Want ons den tijt / vreucht openbaert
4 Deur tviolierken reene
Dat nu ontdoet
Wt jonsten vroet
Rhetorices banieren
8 Al waer hier bloot
De wesp int hoot
Si en mach hier niet logierenMeester Jan Goetbloet / geeft ons den raet
12 Waer deur de wesp moet wijcken
Goey woorden soet / die doen de daet
Soo men hier nu siet blijcken
Heyn Corsel ras
16 Opt selve pas
Is van sijn peerdt gheschreden
Al had hy bloot
De wesp int hoot
20 Hij is ghestelt te vredenPeer Dulcop sat / op den pratstoel
tQuam deur Liisq Vaeybecks morren
Ghiis Corthoot prat / heeft ghoet gevoel
24 Hoe dat die wespen snorren
Om balghen heet
Was hy bereet
Al deur Truy Spiitrichts kijven28 Maer al was bloot
De wesp int hoot
tSoet woordt constse verdrijvenGhy vroukens fier / wildy sijn fier
32 Al vander wespen steken
Schoudt quaet ghetier / dat raedick dy
En wilt vriendelijck spreken
Want een soet woort
36 Gramschap versmoort
U mans suldy verwinnen
Maer kijfdy bloot
De wesp int hoot
40 Suldy seer saen bekinnenAenhoort ghy mans / op dit termijn
Veel wijfs hebben oick wespen
Aen sulcken dans / ist qualijck sijn
44 Als sy haer mou ontghespen
Schoudy verdriet
En roerse niet
Maer laette in haer wesen
48 Ick seght u bloot
Sulck wesp int hoot
Is seer quaet om ghenesenLeeft sonder haet / in dit ghespan
52 Laet int hoot gheen wesp vernachten
Griet Suermuyl quaet / doet inden ban
Laet haer plattijnen wachten
Want soeckt ghy haer
56 De wesp volght naer
Wy hebbent wel bevonden
Dus vliedy bloot
De wesp int hoot
60 Sijt minlick tallen stondenPrince eerbaer / in danck ontfaet
Dit liedt van dOngheleerden
Die liefde claer / wou vroech en laet
64 Dat wy den hoop vermeerden
Dus over al
Schoudt quaet gheschal
En wilt vrelijck houeren
68 Crijght iemant bloot
De wesp int hoot
Laetse niet domineren1561
Liere
Een carnavalesk lied, met – zo te zien – in de openingsstrofe een verwijzing naar de Antwerpse rederijkerskamer De Violieren met hun zinspreuk Uut jonsten versaemt, en in de slotstrofe het eigen devies. In de tussenliggende strofen wordt maatschappelijk ongewenst gedrag geallegoriseerd en toegedicht aan personages met sprekende namen als Heyn Corsel (= heetgebakerd), Peer Dulcop (= zot hoofd), Liisq Vaeybeck (= vuilbek?), Ghijs Corthoot (= kort hoofd), Truy Spiitricht (= ?) en (Griet Suermuyl (= zuur muil). De boodschap is: luister naar wat Jan Goedbloed te zeggen heeft, leef zonder haat en nijd, geef geen grote bek, maak geen ruzie, maar laat die wesp uit je hoofd wegvliegen en leef in vrede!
Deze beeldspraak – de wesp in het hoofd hebben – was mij onbekend, daar heb ik het Jacob nooit over horen hebben. Dus als de wiedeweerga de CD-ROM Middelnederlands geraadpleegd, en wat vind ik sub voce wespe?
WESPE, znw. vr. Ohd. wafsa, wefsa; mhd. wefse, wespe; ouds. waspa; mnd. wespe, wispe; ags. waeps, waesp; ndl. wesp. 1) Wesp, horzel. Kil. wespe, vespa; Plantijn: een wespe, une mouche guespe, vespa; Teuth. wespe, eyne boese byne, vespa; der wespen neste, vesparium; wespe myt den langsten voiten, scarbo (= crabro, paardenvlieg), horzel (zie Hornete en vgl. Nat. Bl. VII, 484); Bern. Gloss. dauese vel wespe, oestrum; Haarl. Gl. wespes. horsele, oestrum; Gemma, 137a: oestrus, een wespe of hoornete; Voc. Cop. een wespe, vespa, oestrum. || Du salste mi ghesont maken van miinre siechten, want hi (Vespasianus) hadde die wespen in der nosen, die daer in ende wt vloghen, Hs. Welm. 135a. Die horneten ende wespen vervolghen ooc die bien, Bienb. 168a. Gedierten die gheen vogelen geheeten en worden, omdat si door corruptie ghegenereert worden, gelijc wespen, horselen, bien, vliegen en noch vele andere, Proza-Sp. 2d. Voor de door Kil. aan wespe toegekende beteekenis van oestrum, insania, furor zijn geen bewijsplaatsen opgeteekend. Vgl. Harreb. : Hij heeft wespen in den kop.
Hier viel mijn oog op een oude bekende, keizer Vespasianus. Nooit geweten dat zijn neus een wespennest was…
In Jacob van Merlants Scolastica is Vespasianus een generaal die het uiteindelijk schopt tot keizer van het Romeinse Rijk. Zijn zoon Titus verovert Jeruzalem en neemt de tafels met de wet en de zevenarmige kandelaar als buit mee naar Rome, waar ze worden rondgedragen tijdens de triomftocht en afgebeeld op zijn triomfboog.
Jacob had zijn informatie van niemand minder dan de joodse historiograaf Flavius Josephus (ca. 37-ca. 100), die eerst als verzetstrijder tegen de Romeinen vocht, maar na zijn overgave door Vespasianus geprotegeerd werd, omdat hij mogelijk over profetische gaven beschikte, maar in elk geval over praktische kennis van de geschiedenis en de mentaliteit van het joodse volk beschikte.
Los van de Josephische traditie is er een hagiografische traditie die is overgeleverd via de wereld van de Legenda Aurea. Zo lezen wij in het ‘Brusselse’ handschrift 15140, het oudste compleet bewaard gebleven handschrift dat in de laatste jaren van de 14e eeuw gedateerd wordt, in de legende van de apostel Jacob de Mindere:
Doe pilatus sach dat hi ihesum onsculdechleec uerdoemt hadde om dat hi tyberise ontsach so sant hi te hem enen bode die albanus hiet om hem tontsculdeghenne. Te dien tide so was uespasiaen here in galacien. Ende pilatus bode wert metten winde uerstooten in galachien. ende men brachtenne uore uespasiane. Want daer was een ghewoente so wie dat daer ghedoeghede dat sijn scip brac dat hi ewelec den prince dienen moeste Ende uespasiaen uraghede hem wie hi ware ende wanen dat hi quame ende werweert dat hi uoere. Ende hi seide hem. Ic [140vb] ben uan iherusalem ende uan daer wasic op minen wech te rome weert. Vespasiaen seide hem Du coms uter uroeder liede lande du best een meester du moets mi ghenesen. Want uespasiaen droech in sijn naeslocken eenrande maniere uan ulieghen uan sijnre kintsheit. ende daer bi hiet hi uespasiaen. Ende albanus andwoordde hem. Here ic en can negheen const uan meesterien ende daer bi en salic di niet moghen ghenesen. Vespasiaen seide. En gheneestu mi niet so selstu moeten steruen. Ende hi andwoorde hem. De ghene die de blinde siende maecte ende de duuele uerdreef. ende de doode uerwecte. hi weet dat ic niet uan meesterien en quam. Vespasiaen seide hem. Wie es dese daer du dese groote wercke af segs? Hi seide. Dat was ihesus uan nazareth. dien de ioden bi hatien doodden ende wiltu in hem gheloeuen so selstu ghenesen. Ende uespasiaen seide Ic gheloeue dat hi die de doode uerwecte mi oec ghenesen mach uan deser siecheit. Ende als hi dit gheseit hadde so uielen de ulieghen ute sinen naeslocken ende hi wert al ghesont.
Als dank voor zijn genezing verwoest Vespasianus in het jaar 70 Jeruzalem, samen met zijn zoon Titus, en neemt de heilige wetstafels en de zevenarmige kandelaar mee naar Rome, welke gebeurtenis bekend staat als de Wraak van Jeruzalem.
In het ‘Amsterdamse’ handschrift, dat voor een deel een andere vertaling bevat dan het Brusselse handschrift, lezen wij echter:
$ Doe pylatus sach dat hi ihesum ontsculdelic verordelt hadde so had hi anxt voer tyberius des keysers toorne ende sende enen sinen vrient die albanus hiet om sijn onscout voerden keyser te doen. $ Inder seluer tijt bewaerde vespasianus galatyen van des keysers tyberius wegen Ende pylatus bo[228vb]de ouermits dat hem die wint contrarie was wort scipbroken ende most van node daer aen landen ende wert tot vespasianum gebrocht Ende daer was een gewoente so wie scipbrokich was die was mit liue ende mit goede dies heren van dien lande. Vespasianus vraechde hem wie hi waer of waen hi quame of waer hi woude. Hi seyde Ic bin van iherusalem ende come van daer ende wil te romen Vespasianus seyde Du coemste wt wiser lude lande du biste meyster van medicinen ende daer om moetstu mi genesen. Vespasiaen had een manier van wormen van sinen kintschen dagen in sijnre nuesen Die man seyde weder. here ic en versta mi op geen medicine ende daer om en can ic di niet gesont maken. Vespasianus seyde Gheneestu mi niet du selste daer om steruen Die man antwoerde hem weder die die blinde siende heeft gemaect ende die vyande verdreuen ende die doden verwect die wetet dat ic die conste van medicinen niet en can Doe vragede vespasianus wie is dat daer du also grote dingen of segste. Die man seyde weder Tis ihesus van nazarenen dien die ioden van nydicheyden gedoot hebben ende gelouestu in hem du soutste genesen Doe seyde vespasianus Ic geloue dattie gene die [229ra] die doden verwecket mi oec van deser siecte verlossen mach Ende die wile hi dit seyde vielen die worme wt sijnre nosen ende hi wert rechteuoert gesont
Zijn het nu wespen of wormen? In de Cyrurgie van meester Jan Yperman (gest. 1310) staat een zevental kapittels over de neus “ende oec dat den nese toe behoert ende van datter toe vallen mach alse van evelen ende der ghelike” Hier lezen wij over poliepen, puisten, zweren, wild vlees, neusbloedingen en: “$ Van stanke in den nese”. Geen woord echter over wormen of wespen. Wel verderop in het Boec van den oren, maar dan gaat het over wormen die het hoofd inkruipen…
In het Comburgse Handschrift, enkele bladen na de Reynaert lezen wij in het prozastuk getiteld Van Pylatus gheborte ende sine doot:
omme dat pylatus wel wiste dat die Ioden ihesum doodden bi nijde [214vb] so ontsach hi hem der gramschepen van tyberius den keyser omme dat hi hadde ghestort tonnoesele bloet daer omme dedi reeden vele scepen met groeten goede ende sendese den keyser bi eenen man die hiet adrofinus die hem was arde ghetrauwe ende hiet hem dat hi den keyser segghen soude dat hi hadde doot eenen wijkelare die welke hiet ihesus die hem maecte coninc ende seide ieghen den keyser dien hadde hi ghegheuen den volcke te crucene met rechten vonnesse adrofinus dede dat goet te scepe ende voer wech doe verstac hem die wint in galissien daer nu de kerstine aenroupen sente iacoppe daer so hilt vaspaciaen die heerscapye van tyberius den keyser doe so waest costume so wie so was versteken bi der zee in wat lande dat hi quam dat hi was eyghin den heere in wies lant hi versteken wart alse adrofinus quam voer vaspaciane doe ontsach hi hem van der doot ende seide heere ic kenne dat bi rechte ende bi wette dat al mijn goet es dijn ende ic bidde di dattu mi orlof gheues te vaerne wech onghescaet van minen liue doe so vraechde hem vaspaciaen wie dat hi ware ende wanen hi quame oft wat hi wilde doe so andwoerde adrofinus ic bem van iherusalem ende ic comme van danen ende ic wilde te roeme Ic ne ware hier niet comen ne ware ic niet versteken metten winde doe seide vaspaciaen du sijs comen van den lande der vroeder lieden want du coons die behendichede van medicinen du best mi sculdich te helpene vaspaciaen hadde in sinen nuese [215ra] eene maniere van wormen die hieten vespa die hadde hi ghedraghen van sinen kintschen daghen omme te openbaerne dwerc gods daer omme was hi gheheeten vaspaciaen doe seide adrofinus ic comme van vremden lande ende ic ne can gheene medicine no ersaterie daer omme mach ic di niet ghenesen een man was in iherusalem hadstune ghekent hi hadde di wel gheganst doe seide vaspacianus ganstu mi niet ic sal di dooden doe so andworde adrofinus die man die makede die blende siende ende die doue horende ende hi dede menegherande teekine want hi wel weet dat ic niet en can van medicinen hi moet mi teliuereren huut deser noot doe vraghede vaspacianus wie die man was daer hi so vele goets af zeide adrofinus seide het was ihesus nasarenus die so machtich was in ghewerke voer gode ende voer al tfolc die welke die Ioden cruusten om hare quade nijdicheden ende sine vonden gheene quade sake in hem doe seide vaspacianus ofte die man leefde waenstu dat hi mi ganssen soude doe seide adrofinus Ia hi ende wiltuus noch ghelouen ic wane hi di ganssen sal doe seide vaspacianus die ghene die verwecte de dode ic gheloeue dat hi mi mach ghenesen zij dat sake dat hi wille ende als hi dit hadde gheseit doe vielen hem de wormen huter nesen ende sijn nuese ontfinc te hant ganshede van vaerwen ende van vleessche doe so verblijdde hi met groeter feeste ende seide ic weet wel dat hi was die godzone die mi ganste Ic sal an den keyser orlof beiaghen so ic eerst mach ende volc ver[215rb]gaderen ende sal verslaen die verraders diene doodden ende destrueren alle die steden doe so gaf hi adrofine orlof te vaerne daer hi wilde
Jacob van Merlant – mijn favoriete vraagbaak – maakt het er niet duidelijker op. Aan het slot van het zevende boek van Der naturen bloeme behandelt hij de vespa:
1010 Vespa, als Plinius seghet,
Es een woerm die te wassene pleghet
Van doden paerden sonder waen
Ende es na die bie ghedaen
Van sceppenesse, van vaerwen niet,
1015 Want mense al gheleu siet.
Appelen eten si ende paren
Sijn strael dat mach sere daren.
Huerselen hetet in onse lant.
Den vlieghen sijn si viant.
1020 Vespa maket raten als bien,
Maer daer en mach gheen goet of ghescien
Op gezag van Gaius Plinius Secundus – geboren in 23 en naar men vermoedt als ramptoerist omgekomen bij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 – deelt Jacob ons mee dat het ‘wormen’ zijn die uit paardenkadavers komen. Eenmaal tot ‘vespa’ geworden lijken zij qua uiterlijk sterk op de bij, maar zijn anders van kleur. Is de bij een beetje geel, vespa zijn helemaal geel. Ze eten fruit en kunnen formidabel lelijk steken. Hier te lande noemen wij hen horzels. Ze gedragen zich vijandig tegenover ‘vliegen’ en maken net als de bijen raten, zij het dat die anders dan bijenraten – honing! – nutteloos zijn.
Ik ben zo vrij geweest dit even bij Plinius zelf te verifieren – Libri Naturalis Historiae, boek XI – maar vond daar geen gelijkende tekst. Verwart Jacob hier wespen met horzels?
HORSEL(E) (huersel, hursel, ursel), znw. m. Horzel, paardevlieg. Hd. dial. horsel. Het gewone woord is hornete. Naast horsel stond vroeger ook een vorm hornsel (Kil.), waaruit horsel ontstaan is. Vgl. hornete en hornse. Harl. Gloss. wespe s. horsele, oestrum. || Hurselen waren die derde plaghe, die de liede staken sere, Alex. IV, 615. Crabro .. es een woorm die te sijn pleghet in daerde .., ende huerselen wassen daer of mede, Nat. Bl. IV, 484 (varr. urselen, hurselen); ook 500. Vespa .. es een woorm, die te wassene pleghet van doden paerden, .. huerselen hetet in onse lant, 1010. Gedierten, die gheen vogelen geheeten en worden, omdat si door corruptie ghegenereert worden, gelijc wespen, horselen, bien, vliegen en noch vele andere, Proza-Sp. 2d. Hoort, hoe men rommelt: het dunken mi horselen, die daer swermen, Blisc. v. M. 833. = Zie De Bo 449 op hursel, heurzel.
Onopvallend maar veelbetekenend is dat Jacob in het hierboven aangehaalde vindplaats in Alexanders Geesten meedeelt dat hurselen de derde plaag vormden en dat ze de mensen zo lelijk staken. In de Vulgaat, Exodus 8, 24 is er sprake van niet stekende muscas:
fecitque Dominus ita et venit musca gravissima in domos Pharaonis et servorum eius et in omnem terram Aegypti corruptaque est terra ab huiuscemodi muscis.
Volgens de Vertaling van 1360:
Ende die Here deedt also, ende alte sware vlieghe quam in Pharaons huyse ende in sijnre knapen huyse ende in al dlant van Egipten, ende dlant waert stinckende van desen vlieghen.
Dat die vliegen staken, heeft Jacob niet uit de Vulgaat maar uit een glos in de Historia Scolastica van Petrus Comestor:
Cap. XVII. De sciniphibus.
Dixitque Dominus ad Moysen: Dic ad Aaron: Extende virgam. Et percute pulverem terrae, et sint sciniphes in omni terra Aegypti (Exod. VIII). Et factum est ita. Sunt autem sciniphes muscae adeo subtiles, ut visum nisi acute cernentis effugiant, et corpus cui incident acerbo terebrant stimulo.
Als ik mijn Mittellateinisches Glossar geloven mag, zijn sciniphes vliegende mieren, die volgens de Comester de huid kunnen binnendringen en daarbij een stekende pijn veroorzaken.
Maar als Jacob op 25 maart 1271 zijn vertaling/bewerking van de Historia Scolastica voltooit, wordt er niet meer gestoken:
Jc sal dor egypten land.
3835 Vlieghen doen comen te hand.
Sonder in tland van gessen allene.
Dat sal dar of wesen rene.
Aldus ghesciet al sonder lieghen.
Tland ward so versuard van vlieghen.
3840 Dat pharao sprac al te hand.
Gaet offert gode hier int land.
Volgens Encarta is een horzel geen paardevlieg. Paardevliegen steken, horzels niet. Het is ook geen paardehorzel. Runderhorzel komt dichterbij, die kunnen zo’n beest tot razernij drijven, maar de maden gedijen op levende dieren. Het meest in aanmerking komt nog:
Strontvliegen of Drekvliegen, de familie Scatophagidae van de Insecten. De volwassen vliegen jagen op andere insecten. De larven voeden zich deels met plantendelen, deels met rottende stoffen. Op uitwerpselen van mens en dier (vooral verse koemest) kan de strontvlieg (Scatophaga stercoriaria), 9 mm, geel tot rood behaard, massaal optreden. De volwassen dieren leven van andere insecten die door de uitwerpselen worden aangetrokken; de larven leven in en van de uitwerpselen, waardoor deze worden opgeruimd.
Kortom, met de historiografische Vespasianus was er neustechnisch vermoedelijk niets aan de hand. Flavius Josephus die hem persoonlijk kende, maakt nergens melding van. In de hagiografische traditie echter, die zich onder andere tot doel stelde de vaak nogal abstracte heilsgeschiedenis te concretiseren, heeft men – nomen est omen! – Vespasianus’ naam aangegrepen, niet alleen om hem een motief te verschaffen waarom hij samen met zijn zoon Titus Jeruzalem verwoestte en de diaspora in gang zette, maar ook om het Romeins gezag – dat door Pontius Pylatus medeplichtig was aan de juridische moord op Jezus van Nazareth – te rehabiliteren.
De hagiografische traditie heeft van Vespasianus een exemplarische lijder aan hoofdzeer gemaakt. Tevergeefs trachtten zijn artsen hem hiervan te verlossen, maar de klachten bleven: er kropen maden uit zijn neus die zich tot strontvliegen ontpopten. Deze vespa refereren niet alleen aan zijn naam, maar moeten tevens geduid worden als symbool van dood en verderf als gevolg van ongeloof en onwetendheid. In de wereld van de Legenda Aurea is er namelijk geen principieel verschil tussen medische wetenschap en afgoderij. Niet door op zijn artsen te vertrouwen, maar door in de Ware God te geloven werd Vespasianus verlost van zijn vespa.
Willem Kuiper.
Literatuuropgave:
- C.C. de Bruin (ed.), Het Oude Testament. Eerste stuk: Genesis – II Koningen. Leiden 1977.
- CD-ROM Middelnederlands. Den Haag enz. 1998.
- Het Comburgse handschrift. Hs. Stuttgart, Wurttembergische Landesbibliothek, Cod. poet. et phil. 2 22. Diplomatische editie bezorgd door Herman Brinkman en Janny Schenkel. 2 dln. Hilversum 1997.
- De Cyrurgy van meester Jan Yperman, ed. E.C. van Leersum. Leiden z.j.
- Encarta 99 encyclopedie. Winkler Prins editie.
- Jason Goodwin, Lords of the Horizons, a history of the Ottoman Empire. London 1998.
- A. Goovaerts, ‘Liederen en andere gedichten gemaakt ter gelegenheid van het landjuweel van Antwerpen, in 1561, met zes tekeningen van Frans Floris en twee muziekstukken, uitgegeven naar een handschrift der Koninklijke Bibliotheek te Brussel’, in: De Vlaamsche School. Tijdschrift voor kunsten, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid 1892, p. 110-132.
- Legenda Aurea (Brussel, KB, hs. 15140). Diplomatische editie bezorgd door Amand Berteloot, Geert Claassens en Willem Kuiper. Nog te verschijnen.
- Legenda Aurea, Zomerstuk (Amsterdam, UBA, hs. VI B 15). Geschreven te Utrecht in het jaar 1438 voor de Regulieren te Amersfoort In den Birk. Diplomatische editie bezorgd door de Werkgroep Legenda Aurea (SHL 14, 1992-1993) onder leiding van dr. Willem Kuiper, IvN UvA. Op het punt van verschijnen.
- Gaius Plinius Secundus (Plinius de Oudere), Libri Naturalis Historiae: http://www.ukans.edu/history/index/europe/ancient_ro me/E/Roman/Texts/Pliny_the_Elder/home.html (noot van de redactie: in de e-mailversie van dit artikel is de URL opgesplitst in twee delen; voor de goede orde: tussen de ‘o’ en ‘m’ van ‘ancient_rome’ hoort geen spatie te staan).
- Patrologia Latina Database.
-Einde-------------------- Neder-L, no. 0106.b --------------------------
-Begin-------------------- Neder-L, no. 0106.c --------------------------
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.26=-=
DE BOEKENWERELD, jaargang 16, nummer 5, juni 2000.
ISSN 0168-8391.
Door: Marja Smolenaars.
Boskoop, 31 mei 2001.
- P.J. Buijnsters & L. Buijnsters-Smet.
Moeder Hubbard en haar wonderhond in Holland. Blz. 202-212.
(Over de Nederlandse vertalingen van ‘The Comic Adventures of Old Mother Hubbard and her Dog’ van Sarah Catherine Martin en de vrijheden die de vertalers zich veroorloofden waarbij het komische origineel veelvuldig omgetoverd werd tot moralistisch sprookje. De oorspronkelijke Engelse editie dateert van 1805 en de – voor zover bekend – eerste Nederlandse vertaling kwam omstreeks 1825 uit bij J. Noman te Zaltbommel.) - R. van Vliet.
Elie Luzac in conflict met Georg Conrad Walther. Een Duits privilege voor de ‘Fables’ van la Fontaine. Blz. 214-226.
(Door omstandigheden moest Luzac het privilege op zijn octavo uitgave van de Fables met prenten gebaseerd op de ontwerpen van Oudry laten verlopen waardoor zijn Duitse concurrent kans zag met zijn, inferieure, uitgave de markt te veroveren.) - N. Maas.
De ‘Gedenkschriften’ van A.J. Onstee en het ‘Onstee-oproer’ van 1861. Blz. 228-237.
(Bijzonderheden over de excentrieke eigenaar van een bemiddelingsbureau die zijn klanten niet altijd zo onbaatzuchtig hielp als hij deed voorkomen in zijn advertenties. Onstee werd belachelijk gemaakt door het toneelgezelschap van Van Lier, maar maakte zelf de zaak er niet beter op door keer op keer te proberen de Beurs binnen te komen hoewel de toegang hem ontzegd was. Het resultaat van het populaire volksvermaak om Onstee daar van de trap gegooid te zien resulteerde in dusdanige ongeregeldheden dat de politie er aan te pas moest komen.) - F.W. Kuyper.
Europese Antiquarenbeurs. Blz. 238-240. - M. van Delft.
Uit de tijdschriften. Blz. 241-243. - Catalogi. Blz. 244-245.
- Verschenen catalogi. Blz. 245-249.
- Veilingen. Blz. 249-250.
- Berichten. Blz. 251-257.
- Agenda (Veilingen, Beurzen en Tentoonstellingen). Blz. 258-259.
- Inhoudsopgave zestiende jaargang. Blz. 260-261.
- Over de auteurs. Blz. 264.
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.27=-=
DE BOEKENWERELD, jaargang 17, nummer 1, oktober 2000.
ISSN 0168-8391.
Door: Marja Smolenaars.
Boskoop, 11 juni 2001.
- A.G. van der Steur.
Aspecten van Nederlandse portretprenten (1): Nederlandse portretprenten; een onderbelicht verzamelgebied. Blz. 2-11.
(Algemene inleiding met een overzicht van de gebruikte druktechnieken, soorten portretten, verzamelingen en literatuur over het onderwerp.) - E. Schilders.
Met behulp van een krommen spijker: Pater Bonaventura Kruitwagens tweede ‘Campbell’. Blz. 12-21.
(Een bijzondere vondst in het voormalige franciscanenklooster te Weert.) - G. Verhoeven.
Antiquarische adversaria (1): The prison of Weltevreden. Blz. 22-24.
(Over het geromantiseerde verhaal van de Amerikaanse avonturier Walter Murray Gibson die niet welkom was in Nederlands-Indie, gevangen werd gezet door de koloniale autoriteiten, maar ontsnapte en het zelfs tot minister-president van Hawaii wist te brengen.) - Boekbesprekingen. Blz. 25-31.
- Verschenen boeken. Blz. 32-37.
- Vraag & aanbod. Blz. 37.
- Catalogi. Blz. 39.
- Verschenen catalogi. Blz. 39-43.
- Veilingen. Blz. 44-51.
- Berichten. Blz. 53-56.
- Agenda (Veilingen, Beurzen en Tentoonstellingen). Blz. 57-59.
- Over de auteurs. Blz. 60.
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.28=-=
NEDERLANDSE TAALKUNDE, jaargang 6, nummer 2, juni 2001.
ISSN 1384-5845.
Door: Corrie de Haan, Opleiding Nederlands, UL.
Leiden, juni 2001.
- Wim Zonneveld.
De lidwoorden DE en EEN in de dertiende-eeuwse Lutgart. Blz. 89-111.
(Zonneveld laat aan de hand van de jambische tekst ‘Het leven van Sinte Lutgart’ zien dat rond 1270 de vormen DE en N reeds als lidwoord werden gebruikt.) - Maurice Vliegen.
Het facultatieve OM na illocutionaire werkwoorden. Blz. 112-132.
(In zinnen als ‘Je moet beloven (om) nu eens op tijd naar bed te gaan’ is het woord OM facultatief. Maurice Vliegen laat zien dat als de spreker verwacht dat de inhoud van de het infinitiefcomplement gerealiseerd wordt, hij OM zal gebruiken.) - Sjef Barbiers.
Adjectieven voor taalkundigen. Blz. 133-148.
(Barbiers bespreekt in dit artikel Adjectives and adjective Phrases. Modern Grammar of Dutch Occasional Papers 2 van Hans Broekhuis. Dit werk is een van de eerste resultaten van het NWO-project A Modern Grammar of Dutch dat onder leiding van Henk van Riemsdijk wordt uitgevoerd aan de Katholieke Universiteit Brabant. Het doel van dit project is alle kennis over de syntaxis van het Nederlands bijeen te brengen in een Engeltalige grammatica om deze kennis zodoende toegankelijk te maken voor professionele taalkundigen. Volgens Barbiers is Adjectives and adjective Phrases een flinke stap in de richting van het beoogde doel.) - Hans Broekhuis en Henk van Riemsdijk.
Naschrift bij het besprekingsartikel van Sjef Barbiers. Blz. 149-153.
(Broekhuis en Van Riemsdijk gaan nader in op doelstelling en inhoud van het project A Modern Grammar of Dutch.) - Forum:
- Henk Verkuyl. Taalkunde en taalbeheersing: hoe verder? Blz. 154-156.
(De verhouding tussen taalkunde en taalbeheersing ligt gevoelig. Verkuyl schetst hoe dat zo gekomen is en is van mening dat er alle reden is voor een herdefinitie van de relatie tussen beide disciplines.) - Boekbeoordelingen, blz. 157-164:
. <Door: Tom Koole:> A. Agnes Sneller en Agnes Verbiest. Wat woorden doen. Cursusboek Genderlinguistiek. Coutinho, Bussum, 2000.
. <Door: Frans Hinskens:> Ton Goeman. T-deletie in Nederlandse dialecten. Kwantitatieve analyse van structurele, ruimtelijke en temporele variatie. LOT, Amsterdam, 1999. - Signalementen, blz. 165-168:
. <Door: Jan Nijen Twilhaar:> Lisanne Klein Gunnewiek. Sequenzen und Konsequenzen. Zur Entwicklung niederlandischer Lerner im Deutschen als Fremdsprache. Rodopi, Amsterdam/Atlanta, 2000.
. <Door: Jan Nijen Twilhaar:> Ingmar Heytze en Vrouwkje Tuinman. Verdomd interessant, maar gaat u verder… De taal van Wim T. Schippers. Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen, 2000.
. <Door: Jan Nijen Twilhaar:> Voortgang. Jaarboek voor de neerlandistiek XVIII, 1999. Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam, 1999.
. <Door: Jan Nijen Twilhaar:> R. Belemans en J. Goossens. Woordenboek van de Brabantse dialecten. Deel III Inleiding en klankgeografie van de Brabantse dialecten. Van Gorcum, Assen, 2000.
. <Door: Jan Nijen Twilhaar:> M. Ooms en J. Goossens. Woordenboek van de Limburgse dialecten. I. Agrarische terminologie. Aflevering 13: landbouwvoertuigen. Van Gorcum, Assen, 1999.
. <Door: Jan Nijen Twilhaar:> G.H. Kocks (m.m.v. J.P. Vording, A. Beugels, dr. H. Bloemhof e.a.). Woordenboek van de Drentse dialecten. M-Z. Van Gorcum, Assen, 1997.
. <Door: Fred Weerman:> K.L. Poll-stichting voor Onderwijs, Kunst & Wetenschap. DierenTaal; over communicatie bij dieren. Sdu Uitgevers, Den Haag, 1999. - Uit de tijdschriften. Blz. 169-174.
(Deze rubriek geeft kort weer wat er in andere tijdschriften op het gebied van de taalkunde is verschenen.) - Ontvangen boeken. Blz. 175.
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.29=-=
ONZE TAAL, jaargang 70, nummer 5, mei 2001.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, Hogeschool Larenstein, m.m.v. Jacques Bennis
Arnhem, juni 2001.
- Renee van Bezooijen.
Regionale omroepen, adequate voorzieningen. Verschuift de klemtoon echt steeds vaker naar voren? Blz. 104-106.
(Er heerst een algemeen gevoelen dat bij de uitspraak van Nederlandse bijvoeglijke naamwoorden de laatste jaren steeds vaker de klemtoon naar voren verschuift. Uit een beperkt onderzoek naar dit verschijnsel in radio-opnames uit de jaren vijftig, zeventig en negentig blijkt dat die verschuiving wel klopt, maar dat die zich het vaakst voordeed in de zeventiger jaren. Het is dus niet een recent verschijnsel, zoal velen menen. Het onderzoeksmateriaal bevat 389 bijvoeglijke naamwoorden die onmiddellijk worden gevolgd door een zelfstandig naamwoord. Veertig daarvan behoren tot de categorie ‘deelbare’ (donkerblauw, grootscheeps, ongunstig), en daarvan is uit de literatuur bekend dat deze zeer vaak onderhevig zijn aan klemtoonverschuiving. Bij de ondeelbare ligt het anders. Hoe meer de spreker zich inspant om zijn toehoorders te overtuigen, des te vaker zal hij in ondeelbare bijvoeglijke naamwoorden de klemtoon naar voren halen. Omgekeerd, hoe formeler en neutraler de gesprekssituatie, des te vaker blijft de klemtoon op zijn eigen plaats.) - Redactie.
Loos alarm. Blz. 109.
(In deze nieuwe rubriek zullen voorbeelden gegeven worden van onzinnige en/of vermakelijke adviezen van de automatische spellingcontrole. Wie bijvoorbeeld “mobieltje” intikt, krijgt van de spellingchecker van Word het advies dit te vervangen door “fobietje”. En in de zin “Neerlandici waren vroeger allesdoeners” suggereert Word het laatste woord te vervangen door “flesopeners”… Lezers van Onze taal wordt verzocht voorbeelden aan te dragen.) - Redactie.
Tamtam. Blz. 110.
Drie berichten:- Italiaanse dyslectici beter af dan Engelse. (Hoewel de biologische oorsprong (hersenstoring) van dyslexie bij alle nationaliteiten gelijk is, blijkt uit experimenten dat Franse dyslectici beter lezen dan Engelse en Italiaanse nog beter dan Franse. Dit komt doordat de Engelse en Franse spelling veel inconsequenter zijn dan de Italiaanse. Het Engels heeft 1120 manieren om veertig verschillende klanken weer te geven. Het Italiaans kent slecht 33 letters en lettercombinaties, die ongeveer evenzoveel klanken vertegenwoordigen.)
- Godsnaam in nieuwe bijbelvertaling is “HEER”.
- Studie Fries aan UvA blijft toch bestaan.
- Taaladviesdienst.
Vraag en antwoord. Blz. 111.
(Vier kwesties worden deze keer aangesneden: wanneer wel/niet een kleine letter aan het begin van een zin, is een vrouw van het Berbervolk “Berber” of “Berbers”, is het “Je moet door dat masker heen kijken” of “je moet door dat masker heenkijken”? En krijg je iets op je “bord” of op je “brood”?) - Jan Erik Grezel.
“Nederland heeft geen buitenlandse taalpolitiek”. (Interview met prof. dr. Jan W. de Vries, het gezicht van het Nederlands in de wereld). Blz. 112-114.
(De Vries’ naam zal altijd verbonden blijven met de studie Nederlands in het buitenland en met de opleiding “Dutch Studies” in Leiden. In 1969 kreeg hij de opdracht de afdeling Nederlands aan de Universitas Indonesia in Jakarta nieuw leven in te blazen. Na drie jaar werd hij voor de tropen afgekeurd. Vanaf ’72 was hij als taalkundige verbonden aan de Leidse universiteit. Via lexicale morfologie en sociolinguistiek verschoof zijn aandacht naar het Nederlands van buitenlanders, en met name naar de fonetische aspecten ervan: welke klankeigenschappen van het Nederlands maken onze taal voor buitenlanders moeilijk, niet alleen bij het spreken maar ook bij het verstaan? Toen hij in 1985 buitengewoon hoogleraar werd, is hij zich gaan bezighouden met de invloed die het Nederlands op het Indonesisch heeft gehad en omgekeerd. In dezelfde tijd is de afdeling Dutch Studies opgericht. Afgestudeerden gaan naar hun land terug en worden vaak docent of komen terecht in het bedrijfsleven of bij ambassades. De Vries betreurt het dat Nederland geen buitenlandse taalpolitiek heeft. Dat Dutch Studies bekendheid kreeg was voornamelijk zijn eigen inspanning. Hij wordt als hoogleraar voorlopig niet opgevolgd. Dat is schadelijk voor het gezicht van de afdeling.) - Riemer Reinsma.
Lange Mare. Blz. 115. Geschiedenis op straat.
(Waar in Leiden nu de Lange en Stille Mare zijn, stroomde vroeger een zijtak van de Oude Rijn, tussen Leiden en het (!) Haarlemmermeer. “Mare” hangt etymologisch samen met “meer”. In Zuid-Limburg heb je ook “maren”, maar die verwijzen naar vroegere ondiepe waterpoelen. In Noord-Groningen was een “maar” een geul die door het binnenstromende zeewater werd gevormd.) - Jan Don.
De afwas gaat in het sop. Het (on)voorspelbare geslacht van Nederlandse woorden. Blz. 116-118.
(Moedertaalsprekers kennen zo’n 60.000 woorden. Daarvan zijn er 40.000 zelfstandige naamwoorden. Is het een kwestie van leren en onthouden dat we van elk zelfstandig naamwoord weten of het een de- dan wel een het-woord is? Of is er een systematiek te ontdekken? Dat laatste is min of meer het geval. De spreker hanteert een beslisprocedure:- Is het zelfstandig naamwoord geleed?
Ja. Het rechterdeel bepaalt het geslacht (het computerspel, de spelcomputer).
Neen. Ga door naar 2. - Kan het zelfstandig naamwoord ook als werkwoord gebruikt worden?
Neen. Het woordgeslacht moet onthouden worden.
Ja. Ga door naar 3. - Wordt het werkwoord Wordt het werkwoord onregelmatig vervoegd?
Neen. Het woordgeslacht moet onthouden worden. (Lopen, de loop; zien, het zien.)
Ja. Het zelfstandig naamwoord heeft het lidwoord “de”. (Bouwen, de bouw.
Van de 40.000 zelfstandige naamwoorden zijn er 35.000 geleed, zodat ten aanzien van 5.000 met behulp van de beslisboom het woordgeslacht bepaald moet worden. Overigens zijn er ook nog andere indicatoren, zoals het achtervoegsel “heid”, dat “de” verlangt.)
- Is het zelfstandig naamwoord geleed?
- Ad Welschen.
@: “apenstaartje” of “at”? Blz. 119.
(In het Angelsaksisch handelsverkeer heeft het teken @ al heel lang de betekenis van “at the cost of”, vandaar dat het onderhavige teken ook vaak mondeling aangeduid wordt met “at” in plaats van het ondertussen wat oubollig geworden “apenstaartje”. Nu het in e-mail-adressen gebruikt wordt, kan @ ook weer gelezen worden als het gewone Engelse “at” (op, te, bij). Is er een Nederlands alternatief te bedenken? In een kader zijn benamingen voor @ in andere talen te vinden. - Bob Kroon e.a.
Taalergernissen. Blz. 120-121.
(Onder het motto “Genootschap, doe er wat aan!” geven 11 lezers lucht aan hun ergernissen op taalgebied:- zinnen als “Volgens mij is dat een mooie auto”. Het lijkt het erop dat de spreker afstand neemt van zijn eigen bewering;
- “eigenaresse” in plaats van “eigenares”. We zeggen toch ook niet “tovenaresse”;
- in kranten en op de radio wordt steeds meer “om” gebruikt waar dat fout is, zoals in “Hij is tegenstander om illegalen te detineren”. Charivarius zou zich in zijn graf omdraaien, want hij keurde “Wij verzoeken u om…” al af;
- de r wordt in de Randstad steeds vaker uitgesproken als een j (“hiej is uw biej”);
- gelijkhebberige zinnen als “Het kan niet zo zijn dat …”;
- overtreffende trappen die op zijn Engels worden gevormd zoals “het meest ingewikkeld”. Ook “het meest goede” is al gesignaleerd;
- het betrekkelijk voornaamwoord “die” in plaats van “dat”neemt hand over hand toe (weervrouw op de TV: “een regenfront die ons land zal bereiken”);
- vroeger had je naast “generaliseren” “veralgemenen”. Dat laatste werd “veralgemeniseren”. En nu kun je al “algemeniseerbaar” tegenkomen;
- er wordt de laatste tijd door de ondertitelaars wel erg letterlijk uit het Engels vertaald: “ingezworen worden” (to be sworn in) i.p.v. “beedigd”;
- het gewone Nederlandse woord “duidelijk” blijkt afgedaan te hebben. Daarvoor in de plaats kwam “helder” en nu is het “transparant”;
- “Aquaplaning” moet worden uitgesproken als [aakwaapleening] en niet zoals vaak gebeurt als [aakwaaplenning]. Er wordt immers niets “gepland”. Ook het Vlaamse “watergladheid” is een goed alternatief.)
- Ewoud Sanders.
Bommelskont. Blz. 122-123.
(Uit lezersreacties blijkt dat variaties van “Bommelskont” het vaakst worden genoemd als voorbeelden van fictieve plaatsnamen (Zie Onze Taal 0010). Het WNT neemt dit woord letterlijk, namelijk als de kont van de bommel (= duivel).) - Ingmar Heytze.
Raptus. Blz. 123.
(Geestvervoering (raptus) door poezie is een periodieke aandoening. Er zijn dagen dat je hevig aangedaan kunt raken door een willekeurig goed gedicht, en op andere dagen in het geheel niet. Met het schrijven ervan gaat het niet anders. Het zou interessant zijn aan oudere dichters te vragen hoe lang zij over hun beste werk hebben gedaan. Waarschijnlijk stonden die in een paar minuten op papier. Een goed gedicht maakt geen dramatische opkomst, maar staat onopgemerkt in de coulissen als een ernstig kind, tot het moment dat de dichter het opmerkt.) - Marc van Oostendorp.
Oogbewegingen en tekstbegrip. Het proefschrift van: Reinier Cozijn. Blz. 124.
(Een van de middelen waarover de psycholinguistiek beschikt is de oogbewegingsregistratietest. Reinier Cozijn gebruikte die test om een preciezer beeld te krijgen van de manier waarop mensen een oorzakelijk verband tussen zinnen leggen. Hij doet daarvan verslag in zijn dissertatie “Integration and Inference in Understanding Causal Sentences” (KUB). Wie leest springt met zijn oog door de tekst. Hij leest niet letter voor letter, maar laat zijn oog heel even op een bepaald punt rusten, bekijkt de letters eromheen en springt dan verder naar een volgend rustpunt. Gemiddeld maakt een lezer vier of vijf sprongen per seconde. Bij elke sprong ziet hij ongeveer drie letters links en acht rechts van het rustpunt. Als de tekst moeilijk is kan de lezer ook even terugspringen. Het bleek Cozijn dat lezers meer moeite hebben twee zinnen te lezen die in een causaal verband ten opzichte van elkaar staan zonder signalering (met behulp van het voegwoord “omdat”) dan wanneer die zinnen wel met “omdat” verbonden zijn.) - Raymond Noe.
Inzicht. Blz. 126-127.
(Deze rubriek licht u in over nieuwe boeken, congressen, lezingen e.d. in taalkundig Nederland. Deze keer korte besprekingen van zes boeken en een tijdschrift:)- Susanne Gerritsen, “Een goed gesprek. Over communicatieve vaardigheden”. (In dit boek wordt vanuit recente taalkundige inzichten beschreven wat er in een gesprek precies gebeurt, wat er zoal fout kan lopen en wat daaraan te doen is.)
- Henk Huizinga, “Retail marketing”. (800 termen en hun betekenis uit de wereld van de detailhandel.)
- Andrew Robinson, “Alfabet, hieroglief en pictogram. De geschiedenis van het schrift”.
- J.B. Berns en J. van Marle (red.), “Overzees Nederlands”. (Het Meertens Instituut hield in 1993 een symposium over “Nederlands in den vreemde”. Het boek bevat de tekst van vier lezingen.)
- Kees Groeneboer, “Van Radja Toek tot Goesti Dertik. Herman Neubronner van der Tuuk als veldlinguist in negentiende-eeuws Indonesie”. (In de reeks Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen.) De “excentrieke taalkundige” Van der Tuuk (1824-1894) bestudeerde het Bataks (midden-Sumatra) en later het Balinees en maakte die talen toegankelijk in een spraakkunst en een woordenboek.
- Veronique De Tier en Ann Marynissen (red.), “Het dialectenboek 6. Van de streek. De weerspiegeling van dialecten in familienamen.”
- Tijdschrift:
(De Vlaams-Nederlandse Stichting Ons Erfdeel geeft sinds 1957 vijf maal per jaar het tijd-schrift Ons Erfdeel uit. Het richt zich op de gemeenschappelijke Vlaams-Nederlandse cultuur, met het accent op hedendaagse onderwerpen, voornamelijk literatuur, maar ook taal, theater, beeldende kunst, muziek, film en architectuur; hoofdred. Jozef Deleu.)
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.30=-=
TNTL, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jaargang 117,
nummer 2, 2001.
ISSN 0040-7550.
Door: Karina van Dalen-Oskam.
Leiden, juni 2001.
GENDER EN LITERATUURGESCHIEDSCHRIJVING
Artikelen
- Krol, E.
De gelukkige man. Blz. 97-108. - Boven, E. van.
De viriele generatie van 1918. Blz. 109-132.
Overige artikelen
- Bree, C. van.
De morfologie van het Stadsfries (II). Blz. 133-150. - Kwakkel, E. en H. Mulder.
Quidam sermones. Mystiek proza van de Ferguut-kopiist (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, hs. 3067-73). Blz. 151-165. - Koning, P.
Julius Caesar Scaligers Epidorpides in de Emblemata van Johan de Brune. Een substantiele schakel tussen Neolatijnse en zeventiende-eeuwse Nederlandse literatuur. Blz. 166-187.
Interdisciplinair
(Onderstaande ‘interdisciplinaire’ artikelen zijn integraal via het web te lezen. Er is een pdf-bestand van gemaakt: http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/tntl/117/117-2/interdisciplinair.pdf)
- <Door: P. Wackers, blz. 188-193:> Nieuwenhuis, M. (vert.): Ysengrimus; Tussenbroek, G. van (inl. en vert.): De ontsnapping van een gevangene. Nederlandse prozavertaling van het middeleeuwse dierenepos ‘Ecbasis cuiusdam captivi per tropologiam’.
- <Door: J. Jansen, blz. 193-196:> Bots, H. en L. van Gemert (red.): Schelmen en prekers: genres en de transmissie van cultuur in vroegmodern Europa.
Boekbeoordelingen, Signalementen en Ontvangen boeken
(De Boekbeoordelingen, Signalementen en Ontvangen boeken zijn eveneens integraal via het web te lezen. Er zijn twee pdf-bestanden van gemaakt: http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/tntl/117/117-2/boekbeoordelingen.pdf en http://www.leidenuniv.nl/host/mnl/tntl/117/117-2/signalementen.pdf; de Ontvangen boeken staan aan het eind van signalementen.pdf)
Boekbeoordelingen
- <Door: W.J.J. Pijnenburg, blz. 197-199:> Weijnen, A.A.: Oude woordlagen in de zuidelijk-centrale dialecten.
- <Door: M. Kors, blz. 200-205:> Berg, M.K.A. van den: De Noordnederlandse historiebijbel. Een kritische editie met inleiding en aantekeningen van Hs. Ltk 231 uit de Leidse Universiteitsbibliotheek.
- <Door: E. Verbaan, blz. 206-208:> Weekhout, I.: Boekencensuur in de Noordelijke Nederlanden. De vrijheid van drukpers in de zeventiende eeuw.
- <Door: W. Husken, blz. 208-210:> Leuvensteijn, A. van, en J. Stuart (ed.): W.D. Hooft, Door-trapte Meelis en J. Noozeman, Lichte Klaartje
- <Door: N. Moser, blz. 210-212:> Heijden, Th.C.J. van der, en F.C. Boheemen: Met minnen versaemt. De Hollandse rederijkers vanaf de Middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Bronnen en bronnenstudies;
Boheemen, F.C., en Th.C.J. van der Heijden: Retoricaal memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. - <Door: H.T.M. van Vliet, blz. 213-215:> Schoor, R. van de (ed.): Tegen het leven is niet te strijden. Briefwisseling 1889-1910 Christien Vierhout & Maurits Wagenvoort; Haffmans, F.J. (ed. en toel.): Geest, koolzuur en zijk. Briefwisseling van Erich Wichman.
- <Door: H.T.M. van Vliet, blz. 215-217:> Stolk, F.R.W. (ed.): Jacques Perk, Gedichten. Met voorrede van Mr. C. Vosmaer en inleiding van Willem Kloos.
Signalementen
- <Door: M. Belien, blz. 218:> Besten, H. den, E. Elffers, J. Luif (red.): Samengevoegde woorden : voor Wim Klooster bij zijn afscheid als hoogleraar.
- <Door: K. van Dalen-Oskam, blz. 219:> Vries, J. de, en F. de Tollenaere: Etymologisch woordenboek. Onze woorden, hun oorsprong en ontwikkeling.
- <Door: F.R.W. Stolk, blz. 219-220:> Korthals Altes, L., Dick Schram (red.): Literatuurwetenschap tussen betrokkenheid en distantie.
- <Door: M. van Zessen, blz. 220:> Hutten, S. (ed.): De dove bitster; een rederijkersklucht.
- <Door: D. van der Poel, blz. 221:> Slings, H.: Toekomst voor de Middeleeuwen. Middelnederlandse literatuur in het voortgezet onderwijs.
- <Door: L. van Gemert, blz. 221-222:> Leemans, I. (ed.): De doorluchtige daden van Jan Stront.
- <Door: C. Dingemanse, blz. 222-223:> Dongelmans, B. e.a. (red.): Tot volle waschdom. Bijdragen aan de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur.
- <Door: M. Goud, blz. 223:> Vegt, J. van der: A. Roland Holst. Biografie.
Ontvangen boeken. Blz. 224.
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.31=-=
VONK, Tijdschrift van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands vzw, jaargang 30, nummer 4, maart-april 2001.
ISSN 0770-2086.
Door: Rita Rymenans, vakgroep didactiek Nederlands, Universiteit Antwerpen (UIA).
Antwerpen, 12 juni 2001.
- Katrien Durnez & Fransien Vandermeersch.
Actieve, activerende, leerkrachtige werkvormen. Blz. 3-21.
(Dat leraren nog te vaak frontaal lesgeven, is een veelgehoorde klacht. Twee VONKen geleden kon u al een warm pleidooi lezen voor meer variatie in werkvormen. Katrien Durnez & Fransien Vandermeersch pikken die draad weer op en openen met een reeks sterke argumenten voor een actieve, activerende en leerkrachtige aanpak. Maar zelfs de weerstanden, hindernissen en mogelijke valkuilen kunnen hun enthousiasme niet drukken. Bij wijze van illustratie voegen ze een uitgewerkte lessenreeks ’taalvaardigheid en taalbeschouwing’ voor de tweede graad secundair onderwijs toe rond het thema rechtbank. Daarin ondernemen ze een uiterst geslaagde poging om de vaak geciteerde leerstijlcirkel van David Kolb te vertalen naar de klaspraktijk.) - Jan Staes.
Theater als film, film als theater. Blz. 23-34.
(‘Theater en film voor 15-16-jarigen behandelen is in hoofdzaak laten ervaren, bewustmaken en is nog niet gericht op historische achtergrond of grondige analyse’, aldus Jan Staes. Deze visie werkt hij concreet uit in een lessenreeks voor leerlingen van de tweede graad secundair onderwijs. Gewapend met verschillende versies van de klassieker Romeo en Julia maakt hij de leerlingen vertrouwd met het medium theater. Als vertrekpunt laat hij ze zelf ervaren hoe een theatertekst opgebouwd is en welke vormelijke en talige verschillen er zijn tussen dit genre en een roman bijvoorbeeld. Aan de hand van videofragmenten brengt hij vervolgens een aantal theater- en filmcodes aan. Bij wijze van afronding voert hij enkele extreme voorbeelden ten tonele om stijlverschillen in de theatertaal aan te kaarten. Belangrijk bij dit alles is dat de leerlingen ook kennismaken met theater als spel.) - Bart van der Leeuw.
Schrijven over lezen: de digitale leeskring. Blz. 35-44.
(In Vlaanderen gaan meer en meer stemmen op om ICT in het secundair onderwijs zoveel mogelijk in de vakken te integreren. Denken we bijvoorbeeld aan het VVKSO-raamplan ICT voor de eerste graad. Dat de basisvaardigheden tekstverwerking, e-mail- en internetgebruik zinvol geintegreerd kunnen worden in de lessen Nederlands, toont deze bijdrage van Bart van der Leeuw prima aan. Hoewel de werkwijze van de digitale leeskring bij studenten van een lerarenopleiding basisonderwijs geintroduceerd is, is ze met enige mate van creativiteit ook toepasbaar bij andere doelgroepen. Na een korte introductie over de curriculumhervorming van het onderdeel Leesrepertoire gaat de auteur gedetailleerd in op de digitale leeskring en het toetsen ervan via een leesdossier. Op basis van de eerste praktijkervaringen reflecteert hij op de winstpunten van deze manier van werken voor de lees- en schrijfdidactiek.) - Jan T’Sas.
Sites voor het lager onderwijs. Blz. 46-48.
(Rubriek ‘Interkl@s’.) - Wouter Brandt & Rita Rymenans.
Blz. 50-54.
(Rubriek ‘Werkhuis’ met signalementen van publicaties over ‘leren leren’: Leren met projecten (zie boekbespreking); Levende Talen Tijdschrift 1/4 & 2/1; Levende Talen Magazine 87/8 t.e.m. 88/3; en twee websites.) - Boekbespreking (Rubriek ‘Werkhuis’). Blz. 50-51:
. <Door: Wouter Brandt:> Carl Medaer: Leren met projecten. Leuven/Apeldoorn: Garant, 2001. - Rita Rymenans & Veerle Geudens.
Rubriek ‘Ingeblikt’. Blz. 55-59.
(Rubriek ‘Ingeblikt’ met signalementen van: Belezenis; Natuurlijk hebben wij ook voor jullie boeken; Leesgoed 28/1; Klapper 8/3; Leesidee Jeugdliteratuur 7/1 & 7/2; Levende Talen Tijdschrift 1/4; Levende Talen Magazine 87/8 t.e.m. 88/2; Poezie in de nieuwe taal; Schokla 168; Sprankel 12/1; Ons Erfdeel 44/1.)
(18)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.32=-=
VONK, Tijdschrift van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands vzw, jaargang 30, nummer 5, mei-juni 2001.
ISSN 0770-2086.
Door: Rita Rymenans, vakgroep didactiek Nederlands, Universiteit Antwerpen (UIA).
Antwerpen, 12 juni 2001.
- Gerd Cornelissen.
Van schoolslag en watergewenning: een voorzichtige duik in het bad van zelfsturend-zelfstandig leren. Blz. 3-11.
(Dat zwemmen en zelfstandig leren meer met elkaar gemeen hebben dan men op het eerste gezicht zou vermoeden, blijkt uit de bijdrage van Gerd Cornelissen. Hierin knoopt ze weer aan bij haar artikel in het themanummer van VONK rond zelfsturend-zelfstandig leren (29/1, sept.-okt. 1999). Wat ze inmiddels uit ervaring geleerd heeft, is dat zelfstandig werken stapsgewijs ingevoerd moet worden. De leerlingen moeten zicht krijgen op regulatie- en verwerkingsstrategieen en die leren hanteren in kleine hoeveelheden. Pas als het referentiekader voldoende uitgebouwd is, kunnen ze hun eigen leerproces bewust in handen nemen en sturen. Na een korte introductie over het verwerven van leervaardigheden toont ze heel concreet de stapsgewijze opbouw van zelfstandig werken over zelfstandig leren naar zelfsturend-zelfstandig leren binnen het vak Nederlands in de derde graad aso. Een gefundeerd pleidooi voor geleidelijkheid dus.) - Piet Litjens & Hanneke Schripsema.
Verhalen vertellen. Blz. 13-24.
(Dat leerlingen in de basisschool weinig gelegenheid krijgen om actief deel te nemen aan gesprekken, is algemeen bekend. Nochtans is het op die manier dat ze leren luisteren en spreken. Het project Mondelinge communicatie van het Expertisecentrum Nederlands (KU Nijmegen) onderzoekt welk soort taalactiviteiten met een actieve inbreng van de kinderen in de klas realiseerbaar zijn. Voor de tweede kleuterklas tot en met het tweede leerjaar worden voorbeelden van dergelijke activiteiten ontwikkeld die gericht zijn op de verwerving van mondelinge taalvaardigheid. Ze vallen binnen het kader van interactief taalonderwijs, waarin betekenisvol, sociaal en strategisch leren centraal staat. In deze bijdrage lichten Piet Litjens & Hanneke Schripsema een van die activiteiten toe: verhalen vertellen. Ze geven de kernpunten ervan aan, beschrijven enkele praktijkvoorbeelden en staan even stil bij de rol van de leerkracht.) - Paul Mesdagh.
Twee lesvoorstellen voor avonturiers. Blz. 25-32.
(Paul Mesdagh presenteert twee inspirerende schrijfopdrachten voor de eerste graad secundair onderwijs: de leerlingen maken een poeziebundel en ze schrijven een soapverhaal. Rubriek ‘Spiekerskorner’.) - Jan T’Sas.
Rubriek ‘Interkl@s’. Blz. 34-37. - Renilde Janssens.
En de vriendin van mijn buurvrouw vertelde dat…! En echt gebeurd! Blz. 39-40.
(Renilde Janssens maakt dankbaar gebruik van de beruchte broodje aap-verhalen om de lees- en schrijfvaardigheden van gevorderde NT2-leerders in de basiseducatie te bevorderen. Rubriek ‘Spiekerskorner’.) - Boekbespreking (Rubriek ‘Ingeboekt’. Blz. 41-52):
. <Door: Jes Leysen & Ann De Schryver:> M. Verboog m.m.v. K. Thio: Leren spreken. Een didactische handleiding voor docenten NT2. Bussem: Coutinho, 1999.
. <Door: Jes Leysen & Ann De Schryver:> P. Kuiper-Jong & M. Beckers: Spreek vaardig! Praktische methode voor spreekvaardigheid in vreemde talen. Bussem: Coutinho, 1999.
. <Door: Jes Leysen & Ann De Schryver:> J. Bakx & G. Giezenaar: Di! Cursus spreekvaardigheid voor hoogopgeleide anderstaligen. Bussem: Coutinho, 2000. - Rita Rymenans & Veerle Geudens.
Rubriek ‘Ingeblikt’. Blz. 53-57.
(Rubriek ‘Ingeblikt’ met signalementen van: Werkblad voor Nederlandse Didactiek 29/3; Moer 2000/5-6; Levende Talen Magazine 88/3; Spiegel 17-18/1-2; CLIM-pakketten; Een wereld van verschil; Leesgoed 28/2; Leesidee Jeugdliteratuur 7/3; Tsjip/Letteren 11/1; Openbaar 31/1; ZL 0; Gids voor het basisonderwijs; Sprankel 2001/2.) - Jaarregister 30e jaargang (2000/2001). Blz. 58-64.
(19)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.33=-=
DE ZEVENTIENDE EEUW. Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief, jaargang 16, nummer 2, november 2000.
ISSN 0921-142X. Uitgeverij Verloren, Larenseweg 123, 1221 CL Hilversum.
Door: Ton Harmsen, Opleiding Nederlands, Universiteit Leiden.
Leiden, 17-6-2001.
- Bert Timmermans.
Barokke vroomheid en familiaal prestige. Beeldvorming, mecenaat en het commemoratieve monument in het zeventiende-eeuwse Antwerpen. Blz. 89-99.
(Om te laten zien dat zij belangrijke burgers waren en vanuit hun barokke vroomheid gaven de Antwerpse wethouders handenvol geld uit aan zielenmissen en grafmonumenten, soms zelfs tot ergernis van de geestelijke autoriteiten, maar sculpteursateliers en kerken voeren er wel bij. Auteurs als L. Beyerlink, C. de Bie, J. Le Roy, F. Sweertius en J. Van der Sanden hebben dit in hun geschriften vastgelegd.) - Benjamin J. Kaplan.
A clash of values: the survival of Utrecht’s confraternities after the Reformation and the debate over their dissolution. Blz. 100-117.
(De geestelijke broederschappen die overal elders in de Republiek spoedig na de reformatie werden opgeheven en geconfiskeerd wisten in Utrecht wonderbaarlijk lang te overleven. Het argument voor hun voortbestaan was, dat zij rust, vrede en welvaart brachten. Adolf de Wael, heer van Moersbergen verzette zich in de jaren tien van de zeventiende eeuw met succes tegen bedreiging van deze broederschappen, maar kort daarna werd hun geld ingenomen met als argument dat het nodig was voor de stichting van een tuchthuis.) - Wim Klever.
Spinozisme in het geding tussen Hulsius, Braunius en Bernoullius. Een Gronings debat anno 1702. Blz. 118-135.
(Twee geleerde Duitsers, G. Stolle en F. Hallmann, bezochten in 1703 de Republiek voor een inventaris van spinozisten. In Groningen stuitten zij op een debat tussen Bernoulli en Hulsius, die in verband met de vraag in welke vorm het menselijk lichaam – dat volgens Bernoulli’s Disputatio medico-phisica de nutritione geregeld vernieuwd werd – zou verrijzen. Deze discussie ging ook over het verband tussen lichaam en ziel, zodat de wederzijdse beschuldiging van spinozisme voor de hand lag.) - Jeroen Jansen.
Een Latijnse vertaling van P.C. Hoofts Nederlandsche Historien? Huydecoper en de la Rue over Abrahamus Bocstadius. Blz. 136-155.
(Briefwisseling tussen Balthazar Huydecoper, Jacob Elias en Pieter de la Rue over een citaat van Olaus Borrichius, dat ingevoegd is in de editie van de brieven van Hooft (1738); in dit citaat wordt onder de Nederlandse dichters ten onrechte Abraham Bochstadius (ca. 1603 – na 1653) genoemd, die overigens zijn sporen wel verdiend heeft door een Latijnse vertaling te maken van werk van Heinsius en Bogermannus en van het eerste boek van de Nederlandsche Histoorien, een vertaling waarvan echter maar een pagina is overgeleverd.) - Signalementen:
. <Door: J.W.H. Konst, op p. 156:> W.D. Hooft & J. Noozeman. Door-trapte Meelis en Lichte Klaartje. Uitgeg. door A. van Leuvensteijn en J. Stuart. Stichting Neerlandistiek VU / Nodus, Amsterdam / Munster, 1999. (Uitgaven Stichting Neerlandistiek VU, 28). 169 pp. ISBN 90-72365-58-5 en 3-89323-433-0.
. <Door: W. Abrahamse, op p. 156-157:> Els Stronks. Stichten of schitteren? De poezie van zeventiende-eeuwse gereformeerde predikanten. Den Hertog, Houten, 1996. 347 p. ISBN 90-331-1150-2.
. <Door: M.P.A. de Baar, op p. 157-158:> J. Pollmann. Religious choice in the Dutch Republic. The reformation of Arnoldus Buchelius (1565-1641). Manchester University Press, 1999. (Studies in early modern European history). [Bew. van proefschrift Amsterdam 1998: Another road to God. The religious development of Arnoldus Buchelius (1565-1641).] XII, 288 p. ISBN 0-7190-5680-2.
. <Door: J.J.V.M. de Vet, op p. 158-159:> Erycius Puteanus (Honorius van den Born) Sedigh leven, daghelycks broodt (1639) Ingeleid, uitgegeven en toegelicht door Hugo Dehennin. Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent, 1999. (Literaire tekstedities en bibliografieen, no. 1) 278 p. ISBN 90-72474-25-2.
. <Door: P.C. van der Eerden, op p. 159:> Johannes Smetius. Nijmegen, stad der Bataven. SUN & Museum Het Valkhof, Nijmegen, 1999. Dl. I: Inleiding door Sandra Langereis. Dl. II: Vertaling door A.A.R. Bastiaensen, S. Langereis en L.G.J.M. Nellissen. Vert. van: Oppidum Batavorum, seu Noviomagum. Amstelodami, ex typographeio Johannis Blaeu, 1644. 141, 256 p. ISBN 90-6168-660-1.
. <Door: M.-Th. Leuker, op p. 160:> H. Bots & L. van Gemert (red.) Schelmen en prekers Genres en de transmissie van cultuur in vroegmodern Europa. Vantilt, Nijmegen, 1999. 236 p. ISBN 90-75697-27-9.
. <Door: J. Bloemendal, op p. 160-161:> C.S.M. Rademaker. Leven en werk van Gerardus Joannes Vossius (1577-1649). Verloren, Hilversum, 1999. 384 p. ISBN 90-6550-058-8.
. <Door: G.P. van de Ven, op p. 161:> C.G.D. de Wilt, G.J. Klapwijk, J.D. van Tul & A.D. Ruseler. Delflands kaarten belicht. Hoogheemraadschap van Delfland & Verloren, [Delft], Hilversum, 2000. 179 p. ISBN 90-6550-094-4.
. <Door: P.J. Schuffel, op p. 161-162:> W. Frijhoff & M. Spies, m.m.v. W. van Bunge & N. Veldhorst. 1650. Bedwongen eendracht. Sdu Uitgevers, Den Haag, 1999. 704 pp. ISBN 90-12-08721-3.
. <Door: M. van der Meij, op p. 162:> J.R.J. van Asperen de Boer & L.M. Helmus. The paintings of Pieter Jansz. Saenredam (1597-1665). Conservation and technique. Centraal Museum, Utrecht, 2000. 128 p. ISBN 90-73285-68-2.
. <Door: A.J. Harper, op p. 162-163:> J. Kreihing. Emblemata ethico-politica (Antwerp, 1661). With an introduction by G. Richard Dimler S.J. Brepols, Turnhout, 1999. 227 p. (Imago figurata. Editions, vol. 2). ISBN 2-503-50775-1.
. <Door: H. Luijten, op p. 163:> Hieronymus Ammon. Imitatio Crameriana (Nuremberg 1649). With an introduction by Sabine Modersheim. Brepols, Turnhout, 1999. 227 p. (Imago figurata. Editions, vol. 3). ISBN 2-503-50780-8.
. <Door: H. Meeus, op p. 163-164:> J. Manning, K. Porteman & M. van Vaeck (eds.) The emblem tradition and the Low Countries. Selected papers of the Leuven International emblem conference, 18-23 August, 1996. Brepols, Turnhout, 1999. X, 425 p. (Imago figurata. Studies, vol. 1b). ISBN 2-503-50946-0.
. <Door: E. Horlings, op p. 164-165:> L. van der Ent & W. Fritschy. Gewestelijke financien ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Deel 1: Overijssel (1604-1795). Rijks Geschiedkundige Publicatien (Kleine Serie nr. 86), Den Haag, 1996. 368 p. ISBN 90-5216-088-0. Deel 2: Drenthe (1602-1795). Rijks Geschiedkundige Publicatien (Kleine Serie nr. 91), Den Haag, 1998. 309 p. ISBN 90-5216-105-4.
. <Door: J. Jansen, op p. 165:> Th. Neukirchen. Inscriptio. Rhetorik und Poetik der scharfsinningen Inschrift im Zeitalter des Barock. Max Niemeyer Verlag, Tubingen, 1999. VI, 298 p. (Studien zur deutschen Literatur, ISSN 0081-7236; Bd. 152) ISBN 3-484-18152-4.
. <Door: K. van der Stighelen, op p. 166-167:> S. Koslow. Frans Snijders. Stilleven- en dierenschilder 1579-1657. Vertaald uit het Engels door H. Devisscher. Amsterdam University Press, Amsterdam, 1999. ISBN 90-6153-344-9.
. <Door: H. Vlieghe, op p. 167:> J. Briels. Vlaamse schilders en de dageraad van Hollands Gouden Eeuw, 1585-1630. Met biografieen als bijlage. Mercatorfonds, Antwerpen, 1997. 429 p. ISBN 90-6153-399-6.
. <Door: J. van Eijnatten, op p. 167-168:> J.J. Schillings. Het tolerantiedebat in de Franstalige geleerdentijdschriften uitgegeven in de Republiek der Verenigde Provincien in de periode 1684-1753. APA-Holland, Maarssen, 1997. xxii + 352 p. ISBN 90-302-1037-0.
. <Door: A.C.G. Fleurkens, op p. 168-169:> Marijke Spies. Rhetoric, rhetoricians and poets. Studies in Renaissance poetry and poetics. Eds. H. Duits & T. van Strien. Amsterdam University Press, Amsterdam, 1999. 169 p. ISBN 90-5356-400-4.
. <Door: B. Schmidt, op p. 169:> Vibeke Roeper & Diederick Wildeman, eds. Om de wereld. De eerste Nederlandse omzeiling van de wereld onder leiding van Olivier van Noort, 1598-1601. Beschryvinghe vande Voyagie om den geheelen Werelt Cloot, ghedaen door Olivier van Noort van Utrecht. SUN, Nijmegen, 1999. 198 p. ISBN 90-6168-683-0.
. <Door: A. van der Lem, op p. 169-170:> Anthonis Duyck. De slag bij Nieuwpoort. Journaal van de tocht naar Vlaanderen in 1600. Vertaald door Vibeke Roeper, met inl. en annotatie door Wilfried Uitterhoeve. SUN, Nijmegen, 2000. 103 p. ISBN 90-6168-965-1.
. <Door: A. van der Lem, op p. 170:> Leen Dorsman. 1600: Slag bij Nieuwpoort. Verloren, Hilversum, 2000. 88 p. (Verloren verleden; dl. 10). ISBN 90-6550-451-6.
. <Door: M.C. ’t Hart, op p. 170-171:> W.A. van Ham. Macht en gezag in het Markiezaat. Een politiek-institutionele studie over stad en land van Bergen op Zoom (1477-1583). Verloren, Hilversum, 2000. 479 p. Ook verschenen als proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen, 2000. ISBN 90-6550-081-2.
. <Door: B. Van den Bossche, op p. 171:> Frans van Dooren. Geschiedenis van de klassieke Italiaanse literatuur. Athenaeum – Polak & Van Gennep, / Querido, Amsterdam, 1999. 420 p. ISBN 90-253-0868-6.
. <Door: P. Begheyn, op p. 172:> N. Golvers (ed.) The Christian Mission in China in the Verbiest era. Some aspects of the missionary approach. Louvain Chinese studies. Ferdinand Verbiest Foundation, Leuven, 1999. 114 p. ISBN 90-6168-996-X.
. <Door: J. Bloemendal, op p. 172:> J.P. Guepin (ed.) De rozen welken snel… of straks krijg je stoppels. Liefdespoezie voor knapen en meisjes. Van Gennep, Amsterdam, 2000. 158 p. ISBN 90-5515-247-1.
. <Door: J. Jansen, op p. 172-173:> Marc van Vaeck & Johan Verberckmoes. Trap op trap af. Zeventiende-eeuwse presentaties van feest en vermaak in en rond het kasteel. Peeters, Leuven, 1998. Uitg. i.s.m. Stichting Vlaams Erfgoed, n.a.v. de gelijknamige tentoonstelling in het Kasteel van Horst in Holsbeek (12-23 september 1998). 126 p. ISBN 90-429-0695-2.
(20)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0106.34=-=
*-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | Amsterdamer Beitraege Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | de Achttiende Eeuw: Rudy Beernink <R.Beernink@slo.nl> | | de Boekenwereld: Marja Smolenaars < m.smolenaars@wolmail.nl> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Driemaandelijkse Bladen: Harrie Scholtmeijer | | <Harrie.Scholtmeijer@meertens.knaw.nl> | | Gezelliana: Piet Couttenier <Piet.Couttenier@ufsia.ac.be> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Lust & Gratie: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Millennium: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corrie de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | Queeste: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Karina van Dalen-Oskam <dalen@inl.nl> | | Tijdschrift voor ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Marloes van Beersum | | <m.p.vanbeersum@students.let.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | *-------------------------------------------------------------------------*(21)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 0106.c --------------------------*
Laat een reactie achter