Subject: | Neder-L, no. 0107.c (tijdschriftenoverzicht) |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Tue, 31 Jul 2001 19:46:21 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Tiende-jaargang---------- Neder-L, no. 0107.c -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht | | ================================== | | (1) Tyd: 0107.17: De Boekenwereld, jrg. 17, no. 2, december 2000 | | (2) Tyd: 0107.18: Moer, jrg. 32, no. 5-6, 2000 | | (3) Tyd: 0107.19: Moer, jrg. 33, no. 1, 2001 | | (4) Tyd: 0107.20: Naamkunde, jrg. 31, no. 3-4, 1999 | | (5) Tyd: 0107.21: Naamkunde, jrg. 32, no. 1-2, 2000 | | (6) Tyd: 0107.22: Naamkunde, jrg. 32, no. 3-4, 2000 | | (7) Tyd: 0107.23: Ons Erfdeel, jrg. 44, no. 1, januari - februari 2001 | | (8) Tyd: 0107.24: Ons Erfdeel, jrg. 44, no. 2, maart - april 2001 | | (9) Tyd: 0107.25: Onze Taal, jrg. 70, no. 6, juni 2001 | |(10) Tyd: 0107.26: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | |(11) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- -------------31-juli-2001-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.17=-=
DE BOEKENWERELD, jaargang 17, nummer 2, december 2000.
ISSN 0168-8391.
Door: Marja Smolenaars.
Boskoop, 13 juli 2001.
- W. van den Berg.
De bibliothecaris doet een boekje open. Blz. 62-76.
(Verslag van de bibliothecaris van de Leidse universiteitsbibliotheek, Jacob Geel, van een reis langs Duitse bibliotheken.) - G. Verhoeven.
Antiquarische adversaria (2): Een nieuwe Oudtheyt. Blz. 78-80.
(Een roofdruk van het “Tractaet vande oudtheyt” van Hugo de Groot uit de drukkerij van Adriaen Rooman te Haarlem.) - Boekbesprekingen. Blz. 81-87.
(Besprekingen van Jeroen Salmans “Populair drukwerk in de Gouden Eeuw. de almanak als lectuur en handelswaar” en van Henri-Jean Martins “Mise en page et mise en texte du livre francais. La naissance du livre moderne”.) - Verschenen boeken. Blz. 88-91.
- Catalogi. Blz. 93.
- Verschenen catalogi. Blz. 93-96.
- Berichten. Blz. 97-99.
- Vraag & aanbod. Blz. 99.
- Agenda (Veilingen, Beurzen en Tentoonstellingen). Blz. 100-103.
- Over de auteurs. Blz. 108.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.18=-=
MOER, Tijdschrift voor het onderwijs in het Nederlands, jaargang 32, nummer 5/6, 2000.
ISSN 0166-3755.
Door: Herman Giesbers, Bedrijfscommunicatie Letteren, KUN.
Nijmegen, 30 juni 2001.
- Redactioneel.
Jan Peter Houtman.
Taaltoren van Babel. Blz. 293-294.
(Jan Peter Houtman wijdt een kritische bespreking aan de negatieve beeldvorming rond woorden als allochtoon, etnisch, en multicultureel en de verkrampte reacties die daaruit voortvloeien.) - Marianne Verhallen & Ruud Walst.
Beter taalonderwijs op de basisschool. Blz. 295-304.
(Over wat goed taalonderwijs in het basisonderwijs is, kun je het niet vaak genoeg hebben. De auteurs benadrukken dat taalonderwijs taalontwikkelend in plaats van voornamelijk toetsend moet zijn. Bovendien maken zij de rol van de leraar duidelijk.) - Dirkje Ebbers.
Inspiratie om te veranderen. Blz. 304-312.
(Dirkje Ebbers maakt zich sterk voor de kameleon in het onderwijs, voor een plaatsje naast rupsje Nooitgenoeg, ofwel voor verbetering van docentvaardigheden in het voortgezet (taal)onderwijs naast alle handleidingen.) - Richard Vollenbroek.
Met MILE naar de praktijk, maar welke praktijk? Gebruikerservaringen met MILE-Nederlands op de Pabo. Blz. 312-321.
(MILE-Nederlands is een complete multimediale leeromgeving taaldidactiek voor Pabostudenten. Hoe integreer je zo’n programma in de opleiding? Richard Vollenbroek beschrijft de praktijk op de pabo Edith Stein in Hengelo.) - Resi Damhuis, Piet Litjens & Hanneke Schripsema.
Aan de praat … Goede gesprekken in de basisschoolklas. Blz. 322-339.
(Op school is het aandeel van kinderen in gesprekken vaak beperkt tot antwoord geven. Hoe kun je activiteiten met echt actieve inbreng van kinderen realiseren? Welke leerkrachtvaardigheden zijn nodig? Het project mondelinge communicatie van het Expertisecentrum Nederlands ontwikkelt hiervoor materiaal.) - Jan Peter Houtman.
Multiculturele samenleving in impasse? Blz. 339-342.
(Een persoonlijk verslag van een conferentie over de multiculturele samenleving aan de KUB in Tilburg op 11 november 2000.) - Cursief.
Harry Paus.
Hebben wij een vak dan? Blz. 343 - Leesvoer. Blz. 347-349.
. Anouk Endert, Mediagedrag van vmbo-leerlingen. Onderzoek naar het gebruik van boeken, kranten, tijdschriften en internet. Stichting Lezen, Amsterdam, 2000.
. Yolanda Kaufmann, Voorlezen. Een onderzoek naar het voorleesgedrag thuis bij leerlingen van groep zeven en acht van vijf Amsterdamse basisscholen. Stichting Lezen, Amsterdam, 2000.
. Hannie Humme, Vijftig wereldboeken voor peuters en kleuters. Bulaaq, Amsterdam, 2000. - VON-info, blz. 353.
(Informatie over een nieuwe onderzoeksaanvraag van de VON. Het gaat om een onderzoek naar de inrichting van het schoolexamen Nederlands gedocumenteerd schrijven voor havo en vwo.)
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.19=-=
MOER, Tijdschrift voor het onderwijs in het Nederlands, jaargang 33, nummer 1, 2001.
ISSN 0166-3755.
Door: Herman Giesbers, Bedrijfscommunicatie Letteren, KUN.
Nijmegen, 30 juni 2001.
- Redactioneel.
Harry Paus.
Rondjes om de kerk. Blz. 1-2.
(Harry Paus gaat in op de vraag hoe veranderingen zo in te voeren dat ze blijvend effect hebben. Hij meldt hoopvolle ervaringen met veranderingen waarbij alle betrokkenen daadwerkelijk en actief betrokken zijn.) - Jehannes Ytsma & Danny Beetsma.
Drietalig basisonderwijs in Fryslan. Blz. 3-10.
(Op enkele scholen in Friesland wordt drietalig basisonderwijs gegeven: Nederlands, Fries en Engels. De auteurs geven een boeiend verslag van dit unieke project. De resultaten worden vergeleken met voorbeelden uit het buitenland.) - Corina Brink.
REVIPRO en de tweede fase in het havo/vwo. Blz. 11-20.
(Het computerprogramma REVIPRO is een hulp voor het herschrijven en becommentarieren van teksten bij schrijfvaardigheid in de tweede fase van het havo/vwo en sluit aan bij het onlangs verschenen schoolboek Textuur. Corina Brink beschrijft de eerste ervaringen met dit programma in twee 4-havo-klassen van het A. Roland Holst College in Hilversum.) - Recensie, blz. 21-24.
<Door: Tom Baudoin & Connie Raymakers:> Piet Mooren, Het prentenboek als springplank. Cultuurspreiding en leesbevordering door prentenboeken. SUN Uitg., Nijmegen, 2000. - Leesvoer. Blz. 26-28.
. Folkert Kuiken & Ineke Vedder, Dictoglos. Samenwerkend leren in het tweede- en vreemde-taalonderwijs. Coutinho, Bussum, 2000.
. Jose Bakx & Ghislaine Giezenaar, Dixi! Cursus spreekvaardigheid voor hoogopgeleide anderstaligen. Coutinho, Bussum, 2000.
. Mieke Pronk-Boerma, Logopedie voor onderwijsgevenden. Bulaaq, Amsterdam, 2000.
. Theo Stielstra, De Volkskrant Internetgids 2.0. Sdu Uitgevers, Den Haag, 2000.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.20=-=
NAAMKUNDE, Mededelingen van het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie te Leuven en het Meertens Instituut te Amsterdam, jaargang 31 (1999), nummer 3-4.
ISSN 0167-5357.
Door: Tanneke Schoonheim, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden.
Leiden, 13 juli 2001.
- J. Van Loon.
Typologie van de middeleeuwse namen op -burg in de Nederlanden. Blz. 139-156. - F. Claes.
Voornamen en ervan gevormde familienamen in Diest tot 1400. Blz. 157-165. - P. Kempeneers.
Oude Tiense huisnamen. Blz. 167-215. - W. Beele.
De familienaam Tusschans. Blz. 217-218. - Boekbesprekingen:
. <Door: L. Van Durme, op blz. 219-221:> Luc Goeminne, Maurits Vandeputte en Fred Willemijns. Toponymie van Zulte. Oude en nieuwe plaatsnamen te Zulte.
. <Door: R. Rentenaar, op blz. 222-226:> R. Moeller. Nasalsuffixe in niedersaechsischen Siedlungsnamen und Flurnamen in Zeugnissen vor dem Jahre 1200. - R. Rentenaar.
Kroniek Nederland. Blz. 227-236.
(Met informatie over het afscheid van R.A. Ebeling van de Universiteit van Groningen en signalementen van Gert de Kruijff en Bert Blommers: Langs velden en wegen. Straat- en perceelsnamen van Beesd en Marienwaerdt, J.D. van der Tuin: Wateren en waternamen in Noordwest-Overijssel, Loes H. Maas, A.H.G. Schaars en L. Strijker-Klaij (red.): Boerderij- en veldnamen in Zelhem, D. Otten en E. Agterhuis: Kaartboek en namenboek van Hattem, D. Otten, m.m.v. F.J. Bakker: Oorsprong, betekenis en gebruik van veldnamen in de gemeente Elburg, A.O. Kouwenhoven: Straatnamen in Nederland. Een bibliografisch overzicht met inleiding en annotaties en de Lijst van Limburgse plaats- en gemeentenamen in het Limburgs.) - K.F. Gildemacher.
Kroniek Fryslan. Blz. 237-238.
(Met signalementen van Plaknammen / Plaatsnamen Fryslan, H.O. Veldman: Lannammen u’t Barradiels ferline en J.J. Jansen e.a.: De stad Workum, historische straatnamen.) - M. Devos en A. Marynissen.
Kroniek Vlaanderen. Blz. 239-243.
(Met signalementen van Meetjeslandse topon iemen tot 1600. Deel IV: Het Ambacht Zomergem, Band 3: Zomergem en Deel III: Het Gentse. Band 4: Merendree, P. Kempeneers: Thuis in Tienen en Robert Van Passen: Toponymie van Waarloos en een lijst van naamkundige verhandelingen uit 1997-1999 aan de K.U. Leuven en de R.U. Gent.)
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.21=-=
NAAMKUNDE, Mededelingen van het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie te Leuven en het Meertens Instituut te Amsterdam, jaargang 32 (2000), nummer 1-2. Lezingen voor Rob Rentenaar.
ISSN 0167-5357.
Door: Tanneke Schoonheim, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden.
Leiden, 20 juli 2001.
- T. Goeman.
Bij het afscheid van prof. dr. Robert Rentenaar van het Meertens Instituut. Blz. 1-5. - A. Marynissen.
Cartografie in de naamkunde. Blz. 7-35. - R. Ebeling.
Typologie van de familienamen in Nederland. Blz. 37-50. - U. Scheuermann.
Strukturen in der Mikrotoponymie (Flurnamen). Blz. 51-67. - M. Devos.
Veldnamen en agrarische geschiedenis. Blz. 69-87. - W. Van Langendonck.
Eigennamen en neurolinguistiek. Blz. 89-112. - K. Gildemacher.
Het Prinses Margrietkanaal. Over de invloed van een jonge waternaam op het oude waternamenlandschap. Of: Hoe eerst een kolonel en later een prinses oude namen verdrong. Blz. 113-123. - B. Jorgensen.
New and renewed research into the place-name of modern urban society. Blz. 125-136 - D. Gerritzen.
Recente voornaamgeving (1996-1998). Blz. 139-149.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.22=-=
NAAMKUNDE, Mededelingen van het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie te Leuven en het Meertens Instituut te Amsterdam, jaargang 32 (2000), nummer 3-4.
ISSN 0167-5357.
Door: Tanneke Schoonheim, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden.
Leiden, 13 juli 2001.
- W. Van Osta.
Hoe vaal was de Veluwe. Blz. 155-180. - F. Bakker.
Eenheid in verscheidenheid. De Lies van Limburgse plaats- en gemeentenamen in ’t Limburgs. Blz. 181-199 - M.J.H.A. Schrijnemakers.
Vaals: wijngaard(en) tegen een helling. Blz. 201-214. - F. Claes.
De familienamen Soers en Soors. Blz. 215-217. - F. Debrabandere.
De familienaam Tusschans. Blz. 219-220. - Boekbesprekingen:
. <Door: W. Van Osta, op blz. 221-229:> J. Van Loon. De ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘stad’. Een bijdrage van de diachrone semantiek tot de sociaal-economische geschiedenis van Noord-West-Europa, inzonderheid van de Nederlanden.
. <Door: K.F. Gildemacher, op blz. 230-235:> W. Seibicke (in Verbindung mit der Gesellschaft Fuer Deutsche Sprache). Historisches Deutsches Vornamenbuch.
. <Door: K.F. Gildemacher, op blz. 236-242:> L. Van Durme. Galloromaniae Neerlandicae Submersae Fragmenta.
. <Door: L. Van Durme, op blz. 243-246:> L. Goeminne & T. Vanhee. Toponymie van Petegem aan-de-Leie. Oude en nieuwe plaatsnamen.
. <Door: A. Quak, op blz. 247-249:> E. Nyman. Nordiska ortnamn paa -und (Studier till en svensk ortnamnsatlas utgivna av Thorsten Andersson 16. Acta Academiae Regiae Gustavi Adolphi LXX.) - Leendert Brouwer.
Kroniek Nederland. Blz. 251-264.
(Met signalementen van Justus van Oel: Kunt u breukelen?, A. Huizinga: Huizinga’s complete lijst van namen, J.M. Spendel: Familienamen in Nederland. Van hier en elders, Doreen Gerritzen: Voornamen. Een praktische handleiding en de laatste druk van het Prisma Voornamenboek van J. van der Schaar, bewerkt door Doreen Gerritzen. Daarnaast informatie over het Meertens Instituut op internet, namen van studentenhuizen en toponymie in de regio.) - Ann Marynissen.
Kroniek Vlaanderen. Blz. 265-272.
(Met informatie over namen op het internet en een signalement van P. Kempeneers: Toponymie van Landen.)
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.23=-=
ONS ERFDEEL, jaargang 44, nummer 1, januari – februari 2001.
ISSN: 0030-2651.
Door: Jaap van Veen. (JaapJvanVeen@cs.com).
Uithoorn, 19 juli 2001.
- Reinier Salverda.
De lokroep van het Engels. Taalbeleid op z’n Nederlands. Blz. 3-11.
(Waar gaan we naar toe met het Nederlands? Welke positieve krachten en negatieve krachten zijn er te ontwaren? Wat is de invloed van b.v. de Taalunie, wat de invloed van de talloze bedrijven die het Engels als voertaal hebben? Wat wordt er gedaan om vooral de hoger opgeleiden van voldoende Nederlandse bagage te voorzien?) - Bart Vervaeck.
Het gemis als panorama: een blik op het werk van M. Februari. Blz. 13-20.
(Wie de boeken van M. Februari vluchtig bekijkt, krijgt de indruk dat de schrijfster niet continu aan een oeuvre werkt. Ze publiceert sporadisch en dan gaat het nog om werken die op het eerste gezicht sterk verschillen.) - Pieter Leroy.
Milieubesef als cultuurgoed. Blz. 21-30.
(Mensen die, als milieuactivist, als beleidsmaker of anderszins, sterk bij het milieu betrokken zijn, beschouwen milieubesef doorgaans vooral als een instrumentele grootheid. Als mensen maar voldoende besef hebben voor milieuproblemen en hun eigen bijdrage daaraan, zullen ze zich ook meer milieuverantwoord of milieuvriendelijk gedragen.) - Elke Brems.
Hoorde u mij niet? Drie gerijpte poeziedebuten. Blz. 31-45.
(Marjoliene de Vos, Rene Puthaar, Victor Schiferli: wie zijn zij en wat houdt hun werk in?) - Eric Bracke.
Dood en lijden in zuurzoete saus. Jan van Imschoot, schilder van bizarre fabels. Blz. 47-54.
(Waar kan een schilder beter geboren worden dan in de Gebroeders van Eyckstraat? Met de meesters van het Lam Gods heeft Jan van Imschoot alvast het mysterie in zijn schilderwerk en zijn voorkeur van transparante verflagen gemeen.) - Hans Ibelings.
Glorieuze Lompheid. Het “zware oeuvre” van Neutelings Riedijk Architecten. Blz. 55-62.
(Bonkig, nurks, nors en lomp zijn zeker geen kwalificaties die architecten vaak gebruiken, en zeker niet voor hun eigen werk. Voor Willem Jan Neutelings, die samen met Michiel Riedijk het bureau Neutelings Riedijk Architecten leidt, is in deze woorden echter de essentie van hun architectuur vervat.) - Huub Wijfjes.
Journalistiek in transitie. Blz. 63-69.
(De relatie van journalistiek en politieke openbaarheid is een vraagstuk dat de laatste anderhalve eeuw wel vaker de aandacht heeft getrokken. Vooral de zelfstandige rol van journalisten in het beinvloeden van het verloop van belangrijke gebeurtenissen is altijd deden voor hevig politiek debat geweest.) - Piet Gerbrandy.
De vleugels van de ziel. Nieuwe poezie van Luuk Gruwez. Blz. 71-77.
(De dichter Luuk Grewez is zich scherp bewust van de smakeloze onvolmaaktheid die ons omringt, waarvan wij, met ons gebrekkig en stinkend lichaam, zelfs deel uitmaken. Geen wonder dat hij soms verlangt naar een allen voor onze ziel toegankelijke droomplek.) - Paul Demets.
Eva Bal: koningin van wonderland. Blz. 79-87.
(Wie is zij en wat deed zij om het jeugdtheater in Vlaanderen tot grote bloei te brengen?) - Marjoleine de Vos.
Ik zag de liefde onder ogen. Over de poezie van Toon Tellegen. Blz. 89-96.
(Na enige tijd in de gedichten van Toon Tellegen te hebben gelezen, vraag ik mij altijd weer af – oh, heel veel vraag ik me dan af – maar ook: “Wat is een gedicht ook al weer?”) - Culturele kroniek Blz. 97-132.
Literatuur:
. <Door: Rudi van der Paardt:> Geheime kamers, van Jeroen Brouwers.
. <Door: Hugo Brems:> Het Proza, van Herman de Coninck.
. <Door: Bart Vervaeck:> De vitalist, van Gerrit Krol.
. <Door: Cyrille Offermans:> Mijn tweede huid, van Erwin Mortier.
. <Door: Ed Leeflang:> Jij als geen ander, van Ad Zuiderent.
. <Door: Marita Mathijsen:> De tegenwereld in stelling gebracht, Historisch-kritische uitgave van de gedichten van Gerrit Achterberg, van Constantijn Huygens Instituut.
. <Door: Dirk de Geest:> Als een oude Germaanse eik, van Hedwig Speliers.
. <Door: Reinier Salverda:> Oost-Indische inkt, 400 jaar Indie in de Nederlandse letteren, van Alfred Birney. Gekleurd Nederland. De onverdragelijke eenzijdigheid van de Westerse Cultuur, van Ivan Wolfers.
. <Door: Anne Marie Musschoot:> Het verschil. Een geschiedenis, van Monika van Paemel.
Beeldende Kunst:
. <Door: Lauran Toorians:> Schilderijen/Paintings, van Co Westerik.
. <Door: Dorine Cardyn-Oomen:> Notice sur la vie et les travaux de Nicaise De Keyser, van H. Hymans.
Theater:
. <Door: Fred Six:> Werk, van Josse de Pauw.
. <Door: Jos Nijhof:> Nieuw toneelrepertoire van Nederlandse bodem.
Muziek:
. <Door: Wim Chielens:> Ik doe wat ik doe, van Lennaert Nijgh.
. <Door: Hendrik Willaert:> Het MuziekInstrumentenMuseum open voor het publiek.
Film:
. <Door: Dana Linssen:> Goudkoorts en Gouden Kalveren een nieuw elan voor de Nederlandse film.
. <Door: Wim de Poorter:> Economische impact van de film in Vlaanderen. Aanbevelingen voor een nieuw beleid, van Chris Peeters, Tom Thijssens en Harry Webers. - Taal- en cultuurpolitiek Blz. 113-140.
. <Door: Filip Matthijs:> Het buitenland en wij (overzicht) Cornelis Vreeswijk Genootschap, Ausgewahlte Schriften zur niederlandischen und deutsche Sprach- und Literaturwissenschaft. Uit het pak van Sjaalman (Hongaars), reconstructies van schepen en gebouwen van de Oost- en Westindische Companieen.
. <Door: Luc Devoldere:> Romeinse Academies.
. <Door: Maarten Valken:> De Nederlandse (literaire) non-fictie in vertaling. - Publicaties. Blz. 141-150.
. <Door: Kurt de Boodt:> Brussel, kruispunt van culturen, van Mercatorfonds.
. <Door: Wim Blockmans:> Nederland. De vaderlandse geschiedenis van de prehistorie tot nu, van Han van der Horst.
. <Door: Gita Deneckere:> De man die de weg wees, leven en werk van Paul de Groot 1899-1986, van Jan Willem Stutje.
. <Door: Kristiaan Borret:> Erfgoedzorg in de 21e eeuw. Kritische beschouwingen, van Koning Boudewijnstichting. - Bibliografie van het Nederlandse boek in vertaling Blz. 151-153.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.24=-=
ONS ERFDEEL, jaargang 44, nummer 2, maart – april 2001.
ISSN: 0030-2651.
Door: Jaap van Veen. (JaapJvanVeen@cs.com).
Uithoorn, 20 juli 2001.
- Harry van Wijnen.
Hoe “magisch” is een modern koningschap? Blz. 163-171.
(Wim Kok was de eerste die er over begon. De Nederlandse regering, zo verklaarde hij in december 1999 in een vraaggesprek met het weekblad Elsevier, was met zichzelf in overleg over de wijze waarop het koningschap in de volgende eeuw “invulling” moest krijgen.) - Mark van den Wijngaert.
De toekomst van de monarchie – De monarchie van de toekomst. Blz. 173-178.
(Het instandhouden van de monarchie, hangt af van het antwoord op de vraag of de erfelijke monarchie “vrij onschuldig en democratisch is”, aldus W.H. Roobol.) - Paul Demets.
De grondtoon van het bevlogene. Gekras van Roland Jooris. Blz. 181-191.
(In ‘Gekras’, de titel van zijn bijzondere bundel, zoekt Roland Jooris de aanwezigheid op in het concrete, schurende, dwarse, het tastbare, kortom. Het gekras tegen het verdwijnen. Jooris verlegt daarmee nog eens het accent in zijn gedichten, als een sneeuwgrens die langzaam opschuift.) - Marita Mathijsen.
Vaarwel negentiende eeuw – welkom negentiende eeuw! Blz. 193-199.
(Het afscheid van de negentiende eeuw als de vorige eeuw is tevens een nieuw begin van onze verhouding daarmee. Want met het opgaan in een groter eeuwenverband, verandert de status van een eeuw.) - Joke Linders.
Op ’t randje van twee werelden. Over leven en werk van Joke van Leeuwen. Blz. 201-210.
(“De mooiste eigenschap die een schrijver kan hebben, is dat hij bij elk boek een mens of veel mensen tegelijk en zichzelf probeert te doorgronden” aldus Bart Boeyaert bij het uitreiken van de Theo Thijssenprijs 2000.) - Olaf Winkler.
Hoe volume ruimte wordt. Het Roger Raveelmuseum in Machelen-aan-de- Leie. Blz. 213-218.
(In een plaats als Machelen-aan-de-Leie kan een museum alles overhoop halen, wanneer het de dingen naar zich toe wil halen. Dat dit niet gebeurd is, is te danken aan Stefane Beel.) - Ed Leeflang.
“Er was eens een zee”. Een beknopte Hofman, schrijver, illustrator. Blz. 219-228.
(Als kind woont Wim Hofman in Vlissingen. Het zal grote gevolgen hebben voor wat hij later gaat schrijven en tekenen. De stad is in de oorlog zwaar gehavend. Puin, ingestorte huizen, verzakte bunkers en volgelopen kelders vormen het decor van een van zijn bekendste boeken.) - Jose Boyens.
De herinnering aan wat niet gebeurd is. De kunstenaar als trekvogel. Over Sigurdur Gudmundsson. Blz. 229-238.
(In 1971 bracht de uit IJsland afkomstige kunstenaar Sigurdur Gudmundsson iedere dag op de fiets een tekst naar de galerie in Amsterdam waar hij exposeerde. Dit deed hij op vijf van zijn scheppingsdagen.) - Leo Samama.
Nederlandse dirigenten – Dirigeren in Nederland. Blz. 239-246
(Wat is de relatie tussen dirigent en orkest, dirigent en publiek? Waarom hadden in de zestiger jaren weinig Nederlandse orkesten een Nederlandse dirigent?) - Steven de Belder.
Hard schreeuwen om het gevaar af te houden. Het theaterwerk van Alain Platel. Blz. 249-255.
(De langlopende geruchten zijn uiteindelijk “officieel” bevestigd. Alain Platel, Vlaanderens populairste choreograaf-regisseur en succesvol theatraal “exportproduct” heeft in 1999 zijn laatste werk gecreeerd.) - A.L. Sotemann.
Dichters die nog maar namen lijken. Marnix Gijsen. Blz. 257-265
(Vergane glorie… In het interbellum werd Marnix Gijzen beschouwd als een van de belangrijkste dichters van het toenmalige Vlaanderen. Zijn Loflitanie van Sint Franciscus van Assisi baarde in 1920 het nodige opzien bij haar verschijning….) - Culturele kroniek Blz. 267-302.
Literatuur:
. <Door: Dietlinde Willockx:> Zwart als kaviaar, van Menno Wigman.
. <Door: Joris Gerits:> Felix Timmermans, een biografie, van Gaston Durnez.
. <Door: Charles van Leeuwen:> Ik ben een vreemdeling. Ik sta apart, een biografie van Paul Rodenko, van Koen Hilberdink.
. <Door: Elke Brems:> Kornoeljebloed, van Hubert van Herreweghen.
. <Door: Kees van Domselaar:> De tweede helft, van Anna Enquist.
. <Door: Gwennie Debergh:> Broere, de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste en ik, van Bart Moeyaert.
. <Door: Annette Portegies:> A. Roland Holst, Biografie, van Jan van der Vegt.
. <Door: Yves T’Sjoen:> Infauste dienstprognose, van Rob Schouten.
. <Door: G.F.H. Raat:> Braak. Een kleine mooie revolutie tussen Cobra en Atonaal, van Hans Renders.
Vijf 5 tigers. Een bloemlezing uit het werk van Remco Campert, Jan Elburg, Gerrit Kouwenaar, Lucebert, Bert Schierbeek.
Bert in het beeld, van Karin Evers.
Beeldende Kunst:
. <Door: Frank van der Ploeg:> Het handschrift van een kunstenaar, De ambachtelijke conceptualiteit van Merijn Bolink.
. <Door: Katrien van Haute:> Antwerpen, een statistiek handboekje, over de jaren 1918-1928.
. <Door: Dieter de Clercq:> Homeward, Hedendaagse architectuur in Vlaanderen, van k. Borret, M. Delbeke, St. Jacobs, D. Lesage, K. Vandermarliere.
Het kunstmatig landschap, Hedendaagse architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur in Nederland.
Superdutch, De tweede modaliteit van de Nederlandse architectuur, van B. Lootsma.
Theater:
. <Door: Fred Six:> Hamle’t, Amlett of Hamlet?
Muziek:
. <Door: Jan Rubinstein:> Eduard van Beinum, Over zijn leven en werk, van Bart van Beinum.
Film:
. <Door: Erik Martens:> Film in Belgie, Een permanente revolte, van Jan Pieter Everaerts.
. <Door: Liesbet Nys:> Heeft de duivel de hand in het spel?, Het filmkritische werk van Jeanne de Bruyn. - Taal- en cultuurpolitiek Blz. 303-307.
. <Door: Luc Devoldere:> Nederlands in het Verenigd Koninkrijk.
. <Door: Riet Jeurissen:> Een transnationale Universiteit in Limburg. - Publicaties Blz. 309-318.
. <Door: Olf Praamstra:> Een Indische liefde, P.J. Veth, van Paul van der Velde.
. <Door: Bruno de Wever:> De Frontbeweging, de Vlaamse strijd aan de Ijzer, van D. Vanacker.
. <Door: Charles van Leeuwen:> De weg van Titus Brandsma, De weg van een martelaar, van Constant Dolle.
. <Door: Gaston Durnez:> De keerzijde van het leven, Anton van Duinkerken als literatuurcriticus bij “De Tijd”, van Marielle Polman.
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek, Biografie van Anton van Duinkerken, van Michel van der Plas.
. <Door: Patrick Stouthuysen:> Met gemengde gevoelens, Over eigengereidheid, identiteit en nationale cultuur, van Eric de Kuyper.
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.25=-=
ONZE TAAL, jaargang 70, nummer 6, juni 2001.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, Hogeschool Larenstein m.m.v. Jacques Bennis
Arnhem, juli 2001.
- Ewoud Sanders.
Hoest? Veel suc6! De razendsnelle opkomst van het Sms-lands. Blz. 132-134.
(Hoewel het samenstellen van een SMS-bericht erg omslachtig is, heeft dit medium een hoge vlucht genomen. Het is namelijk goedkoper dan telefoneren. De duur en de aard van een telefoongesprek heb je niet in de hand, die van een sms wel. Een sms is te kort om je te vergalopperen en lang genoeg om de essentie over te brengen. Doordat een bericht maar 160 tekens, inclusief spaties, kan bevatten, is een compleet stelsel van afkortingen, cijfers en tekens tot ontwikkeling gekomen. Taalkundigen noemen dit “reductie” (bv. “ff” voor “effen/even”). Rene Appel, bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal en deskundige op het gebied van straattaal, denkt dat de invloed van het sms-taaltje op op het taalgebruik van jongeren niet groot zal zijn. Wel zou het de schrijfvaardigheid negatief kunnen beinvloeden.) - Taaladviesdienst.
Andere woorden voor “disclaimer” / Ander woord voor “royalty watcher”. Blz. 138.
(97 Inzenders droegen 168 equivalenten aan voor de term “disclaimer”. Hoewel “vrijwaring” goed gekozen is, gaat toch de voorkeur uit naar “vrijwaringsclausule”. Gevraagd wordt naar alternatieven voor “royalty watcher”.) - Taaladviesdienst.
(Waarom heeft “geupdatet” wel een trema en “geuit” niet? Waarom betekent “schrikkelen” (overslaan) niet “toevoegen”? Is “voor wat betreft” goed Nederlands en hoe komen we eigenlijk aan het vraagteken? Op deze vijf vragen laat de Taaladviesdienst haar licht schijnen.) - Jan Erik Grezel.
Er gaat niets boven het Gronings. Interview met Siemon Reker, bijzonder hoogleraar Gronings. Blz. 140-143.
(Van de zeventigplussers kent nog zo’n 98 procent Gronings, van de Groningers onder de veertig nauwelijks 50 procent. Men denkt dat het Gronings een barriere is voor een maatschappelijke carriere. In die visie moet het dialect afgeleerd worden. Onzin, want kinderen blijken heel goed twee talen tegelijk te kunnen leren. Tegenover de gene van de Groningers over hun dialect staat de taaltrots van de Limburgers. Die gene heeft te maken met de maatschappelijke factor. Een taal heeft het moeilijk als die negatief stigmatiseert. Reker, die per 1 maart 2001 benoemd is als bijzonder hoogleraar Gronings aan de Rijksuniversiteit Groningen, is vooral geinteresseerd is de dynamiek van het dialect: hoe verandert het Gronings? En welke kant gaat het op en hoe snel? Hij is voornemens samen met de collega’s Fries en Nedersaksisch over de grenzen van het Gronings heen te kijken naar het hele gebied van Noord- en Oost-Nederland.) - Ingmar Heytze.
Raptus. Blz. 143.
(Sommige dichters vinden het niet voldoende om een gooi naar de onsterflijkheid te doen: ze willen ook uitleggen hoe je moet gooien. Voor hen is niets zo belangrijk als definieren wat goede poezie is en wat niet. We zouden ze “duidende dichters” kunnen noemen. De classicus Ilja Pfeijffer heeft zich als zo’n duidende dichter ontpopt. Een goed gedicht zou volgens hem de “inelkaargewikkeldheid” van de dingen moeten aantonen. Dat het daardoor onbegrijpelijk wordt, lijkt hij eerder nastrevenswaardig dan belemmerend te vinden. De dichters die hij hekelt zijn niet de gevestigde veertigplussers, maar juist de aanstormende angry young men. Hij vermoordt niet zijn vaderen maar zijn broeders. Geen wonder dat hij hardhandig van repliek gediend is. Het debat is te volgen op de site http://www.epibreren.com/pages/reacties.html) - Redactie Onze Taal.
Tamtam. Blz. 144.
Drie berichten:
. Lof voor Nederlands van Maxima.
(In Nederland hadden journalisten grote waardering voor haar beheersing van het Nederlands. Het viel Jan Stroop op dat zij zich niet bezondigde aan het Poldernederlands. Zij volgde overigens in Belgie een cursus Nederlands.)
. Werkgroep Nederlands als wetenschapstaal.
(Tien jaar geleden opperde de toenmalige minister van onderwijs, Jo Ritzen, dat Engels de voertaal zou moeten worden op de Nederlandse universiteiten. Voor de KNAW was dit reden om een werkgroep in het leven te roepen die zal onderzoeken of het Nederlands nog te redden valt als wetenschapstaal.)
. Belgische topambtenaren verplicht tweetalig.
(Eind maart besloot de ministerraad dat de hoogste ambtenaren voortaan Nederlands en Frans moeten beheersen. Voorheen maakte men in voorkomend geval gebruik van de “taaladjunct” die een hoge ambtenaar was toegewezen.) - Ewoud Sanders.
Telefoonbotje en weduwnaarspijn. Blz. 145.
(De plek aan je elleboog waar je je als kind zo vaak bezeerde, kent vele namen: tinteldoos, electriciteitsknobbel, telefoonbeentje, telefoonbotje, weduwnaarsbotje of jodenbeentje. Het gaat overigens niet om een botje, maar om de “nervus ulnaris” oftewel de elleboogzenuw. De typische pijn die je bij het stoten van je elleboog voelde, wordt “weduwnaarspijn” genoemd. Die pijn is hevig maar gaat vrij snel over, net zoals de smart die een man voelt wanneer hij weduwnaar wordt. Ondersteuning voor deze verklaring wordt gevonden in internationale spreekwoordenboeken. Zo zeggen de Noren: “Een elleboogstoot en een weduwnaarstraan doen smart zolang ze duren, maar zijn gauw gedaan”.) - Peter Burger.
Ooievaarskuitenvet en andere fopopdrachten. Blz. 145.
(Er zijn legio fopopdrachten (1 april) bekend: haal eens het plintentrappetje, een pot gestreepte verf, een pond ooievaarskuitenvet etc. De laatste inventarisatie dateert van 1958. Zijn er nog meer voorbeelden? Worden ze op 1 april nog gebruikt of is het een uitstervende vorm van folklore?) - Nicoline van der Sijs.
Het ontstaan van de etymologie. Blz. 146-147.
(Dit is het eerste artikel van een rubriek, Etymologica geheten, die bedoeld is als een cursus etymologie voor leken. Etymologie als wetenschap dateert pas van het einde van de achttiende eeuw. Toen begon men in te zien dat er taalfamilies waren met een gemeenschappelijke oorsprong. Deze werd Indo-Germaans genoemd, tegenwoordig Indo-Europees. De talen die tot de Indo-Europese taalfamile behoren, hebben een groot aantal overeenkomsten in woordenschat, structuur en klanken. De gemeenschappelijke woorden worden “erfwoorden” genoemd, alledaagse woorden, zoals namen voor mensen, lichaamsdelen, familierelaties, weersverschijnselen, etc. Weliswaar kennen die erfwoorden in de onderscheiden talen verschillende klanken (Ned. oog, Du. Auge, Eng. eye), maar die verschillen zijn voor een groot deel regelmatig en onderworpen aan klankwetten. De moderne etymologie is gebaseerd op taalvergelijking, waarbij klankwetten als uitgangspunt gelden.) - Frank Jansen.
Sprekende kleding. Heeft de pratende jas de toekomst? Blz. 148-150.
(Het is zeer de vraag of slimme jassen met ingebouwde communicatie-apparatuur de toekomst hebben. Mannen willen ook wel eens een andere jas aan, en wat moeten ze dan met al die electronica? En vrouwen hebben hun spullen sowieso altijd in een handtasje. Bovendien is het onaannemelijk dat mensen op straat in hun kraag willen praten. Overigens is het communiceren d.m.v. kleding zo oud als de wereld. Een toga trekt men aan om gezag uit te stralen, een hoed zet men op om boven anderen uit te kunnen steken. Teksten op kleding zijn van recente datum (eerder liet de techniek belettering niet toe). Het gebruik van het mobieltje zal waarschijnlijk niet toenemen, maar dat van de sms wel: met name bij jongeren die graag korte persoonlijke berichten willen doorgeven via het schermpje op de sms. Het wordt door anderen meestal niet als storend ervaren.) - Redactie Onze Taal.
Loos alarm. Blz. 150.
(In reactie op de oproep in het meinummer zijn een flink aantal voorbeelden ingezonden van koddige suggesties die spellingcheckers geven voor goede Nederlandse woorden en namen die ze evenwel niet kennen: “waanidee” (Wanadoo), “groepsseks” (Groesbeeks) en Proefdier (prof. dr.).) - Klaas J. Eigenhuis.
Waar komt “fuut” vandaan? Blz. 151.
(Het is naar alle waarschijnlijkheid geen klanknabootsend woord, want een volwassen fuut zegt bepaald niet [fuut]. In het woordenboek van Kiliaan (1599) komt “fuut” niet voor, wel “Aers-voet”. De aarsvoet dankt zijn naam aan “den zeer agterlyken stand der Pooten”, zo schrijft Martinus Houttuyn bijna twee eeuwen later. In diens tweede boek over vogels (1763) duikt voor het eerst het woord “fuut” op: “Wy noemen hem Aarsvoet, Foet of Fuut”. Klaarblijkelijk liet men soms het eerste deel van de naam weg en de ontwikkeling van “foet” naar “fuut” is te vergelijken met die van “hoes” naar “huus”.) - Marcel Grauls.
Nog eens: tompoes en Napoleon. Blz. 152-153
(In Europa werden allerlei producten genoemd naar het kleine mannetje Tom Thumb/Tom Pouce dat in heel Europa optrad (zie het januarinummer van 2001, waar A.A. de Boer stelde dat de tompoes genoemd is naar Napoleon). In het voetspoor van het WNT concludeert Grauls dat het dus zeer goed denkbaar is dat een Amsterdamse banketbakker een taartje naar deze Tom Pouce noemde. Te meer, omdat Tom Thumb als een enorme zoetekauw bekend stond.) - P.C. Paardekooper.
Hoe zacht is “saft”? Blz. 153.
(Rembrandt zal i.p.v. “zacht” en “zachtjes” respectievelijk “saft” en “saggies” gezegd hebben, Wel was al een verschil in gebruikswaarde: hij zal Saskia om “safte kwasten” gestuurd hebben en tegen zijn deftige opdrachtgevers gezegd hebben dat zijn schilderijen met de “zachte kwast” waren gedaan. “Saft” is verdwenen, maar “saggies” nog niet. In het Zuid-Afrikaans komen “saft” en “zacht” (“sag”) nog naast elkaar voor. Het eerste heeft vaak een ongunstige betekenis, nl. een aanduiding van dronkenschap.) - Ton den Boon.
Gevleugelde namen. Blz. 154-155.
(Niet alleen woorden zijn betekenisdragers, ook namen kunnen incidenteel een algemene betekenis ontwikkelen. In teksten waarin een Nederlandstalige spreker een concrete voorstelling van een buitenplaats wil oproepen, kiest hij bijna vanzelf voor “Lutjebroek”. “Timboektoe” staat voor een willekeurige exotische uithoek van de wereld. Ook namen van bekende personen vervullen soms de functie van betekenisdragende woorden: de Caruso van de rock’n’roll, een Rambo in krijtstreep. Of titels van boeken: De jaren … revisited (naar de roman van Evelyn Waugh, “Brideshead revisited”).) - Marc van Oostendorp.
Niet bang voor meertaligheid. Parlementarier Judith Belinfante over taalpolitiek). Blz. 156-157.
(Als lid van de Tweede Kamer houdt Judith Belinfante zich o.a. bezig met de Nederlandse Taalunie. Ze is voorzitter van de betreffende Interparlementaire Commissie. De angst voor meertaligheid die naar voren komt in discussies over de multiculturele samenleving en over de uitbreiding van de Europese Unie, deelt zij niet. In haar familie, die van Spaans/Portugese afkomst is, werd tot in de negentiende eeuw Spaans, Portugees, Nederlands en Hebreeuws gesproken. En dat is niet schadelijk gebleken.
Toch is zij van mening dat binnen de Europese Unie het Nederlands moet worden verdedigd. Iedereen moet de Europese wetten en besluiten in zijn eigen taal kunnen lezen. Iedereen moet tot lid van het Europese Parlement kunnen worden verkozen en moet daar kunnen functioneren, ook al spreekt men geen woord over de grens. Als dat niet op de huidige manier kan, dan moeten andere middelen worden ingezet, bijvoorbeeld taaltechnologie of vertalingen vanuit een andere taal. Onder haar voorzitterschap heeft de Interparlementaire Commissie zich sterk gemaakt voor “sociaal taalbeleid”, dat gericht is op taal als middel om volwaardig in de maatschappij te kunnen functioneren. Erkenning van streektalen? Moeten we eens beter naar kijken. “Ik weet niet of erkenning per se nodig is.”.) - Redactie Onze Taal.
Weesmoeder of …? Blz. 157.
(Er zijn wel woorden voor kinderen die een of beide ouders hebben verloren, maar voor een ouder van een overleden kind is geen woord. “Weesmoeder” en “weesvader” zijn al in gebruik (bestuur van weeshuis). Hetzelfde geldt voor kinderen die een broertje of zusje verloren hebben. Gevraagd wordt of er gewestelijke of plaatselijke benamingen zijn.) - Joy Burrough-Boenisch.
Kootjes? Blz. 158.
(In het Engels bestaat geen woord voor vinger- en teenkootje. Er bestaat wel een medisch woord: “phalanx”. Als men dat woord al kent, dan is het toch meestal alleen in de militaire betekenis. Men spreekt over “the top of one’s finger” of over “two-thirds”, als men twee kootjes bedoelt. De “tip of a finger” is overigen wat in het Nederlands “vingertop” heet.) - Ab Klaassens.
Lekker kort. Blz. 158.
(In het streven naar beknopte formuleringen worden rare fouten gemaakt, zoals “overgevoelige mensen voor smog” of “een vergelijkbaar inkomen met andere sectoren”. Ook aanduidingen als “woordvoerder Wilting van de Amsterdamse politie” of “voorzitter Van Nieuwenhoven van de Tweede Kamer” zijn onjuist.) - Felix van de Laar.
Ikik. Blz. 158-159.
(Veel Vlamingen zeggen “ikik” als ze “ik” bedoelen. Niet altijd, alleen als een zin met een ander woord begint: “Hij vroeg wat ikik ervan vond”. De eerste helft van “ikik” is overigens onbeklemtoond. Het verschijnsel heet “reduplicatie”, aldus de redactie in een nawoord waarin het werk van grammatici als Liliane Haegemann en Jan-Wouter Zwart genoemd wordt.) - Riemer Reinsma.
Klif. Blz. 159. Geschiedenis op straat.
(Bij de straatnaam “Klif” zou je denken aan een steile rots op de kust. Dat zou voor It Klif in het Friese Gaasterland en voor ’t Klif in Urk nog wel op kunnen gaan, maar niet voor de Klifstraat in Kerkrade of de Klifsbergweg in Vlodrop. Volgens het WNT is “klif” of “klift” een bodemverheffing, een hoogte of een steilte. Het is verwant met het Engelse “cliff” en met de Nederlandse vorm “klef”, zoals “De Klef” in Beers en Sint Anthonis, en de “Zwarte Klef” in Venray. Waarschijnlijk hoort Kleef in Duitsland in hetzelfde rijtje thuis.) - Guus Middag.
Koolpikravenzwart. Blz. 160-161. Woordenboek van de poezie.
(Een beschouwing over het woord “koolpikrave(n)zwart” dat voorkomt in de laatste regel van het sonnet “De tombe van Pierre Kemp” uit de sonnettenbundel “Tomben” van Jan Kuijper. In de eind 2000 verschenen nieuwe vertaling van Hoffmanns “Der Struwwelpeter” (Piet de Smeerpoets) door diezelfde Jan Kuijper lezen we: “Een koolpikravenzwarte neger,/ nog zwarter dan een schoorsteenveger,/ die liep onder zijn parasol:/ dan scheen de zon niet op zijn bol.” In het Duits blijkt “Kohlpechraben schwarz” gewoon in het woordenboek te staan, met als betekenis “tiefschwarz”.) - Raymond Noe.
Inzicht. Blz. 162-163.
(Korte bespreking van vijf boeken en een website, voorts nog een aankondiging:)
. Guy Janssens (red.), “Welk nieuw profiel voor de studie Nederlands?” (een bundel lezingen gehouden tijdens een colloquium dat werd georganiseerd door het Belgische Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek. Steeds meer afgestudeerden blijken aan de slag te gaan in communicatieve beroepen in plaats van het onderwijs);
. Milo O. Frank, “Effectief communiceren in 30 seconden of sneller”;
. Wim Zaal (red.). “Bar & boos. De slechtste gedichten in de Nederlandse taal” (gecanoniseerden als Vondel, Achterberg en Bilderdijk blijken ook weleens een slechte dag gehad te hebben);
. Nienke Bakker, “Guido Gezelle, opbouw en analyse van zijn bastaardwoordenboek” (zijn leven lang verzamelde Gezelle woorden en uitdrukkingen uit het West-Vlaams. Een deel daarvan waren Franse bastaardwoorden, die hij “schuimwoorden” noemde. Zijn pogingen om een schuimwoordenboek gepubliceerd te krijgen, mislukten);
. B.C. Damsteegt, “Nieuwe spiegel der zeevaart. Beknopte historische atlas van de Europese kusten met de oude Nederlandse Namen” (nieuwe versie van zijn dissertatie uit 1942, herzien door de auteur zelf…!);
. Het Meertensinstituut houdt op 12 juni 2001 een symposium over taalwetenschap en streektaalbeleid onder de titel “Taal of tongval”.
Website:
. “De geschiedenis van het Nederlands” is de naam van een drietalige (Nederlands, Duits en Engels) website van het Institut fur Nederlandistik van de universiteit van Wenen. Het is een schoolvoorbeeld van hoe een een vrij grote hoeveelheid informatie overzichtelijk gepresenteerd kan worden: http://www.ned.univie.ac.at/publicaties/taalgeschiedenis/nl/ )
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0107.26=-=
*-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | Amsterdamer Beitraege Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | de Achttiende Eeuw: Rudy Beernink <R.Beernink@slo.nl> | | de Boekenwereld: Marja Smolenaars < m.smolenaars@wolmail.nl> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Driemaandelijkse Bladen: Harrie Scholtmeijer | | <Harrie.Scholtmeijer@meertens.knaw.nl> | | Gezelliana: Piet Couttenier <Piet.Couttenier@ufsia.ac.be> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Lust & Gratie: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Millennium: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corrie de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | Queeste: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Karina van Dalen-Oskam <dalen@inl.nl> | | Tijdschrift voor ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Marloes van Beersum | | <m.p.vanbeersum@students.let.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | *-------------------------------------------------------------------------*(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 0107.c --------------------------*
Laat een reactie achter