Subject: | Neder-L, no. 0203.c (tijdschriftenoverzicht) |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sun, 31 Mar 2002 22:15:20 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Tiende-jaargang---------- Neder-L, no. 0203.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht | | ================================== | | (1) Tyd: 0203.44: De Boekenwereld, jrg. 18, no. 1, oktober 2001 | | (2) Tyd: 0203.45: De Boekenwereld, jrg. 18, no. 2, december 2001 | | (3) Tyd: 0203.46: Moer, jrg. 34, no. 1, 2002 | | (4) Tyd: 0203.47: Tabu, jrg. 31, no. 3-4, 2001 | | (5) Tyd: 0203.48: Vonk, jrg. 31, no. 3, januari-februari 2002 | | (6) Tyd: 0203.49: Vooys, jrg. 19, no. 3, oktober 2001 | | (7) Tyd: 0203.50: Vooys, jrg. 19, no. 4, januari 2002 | | (8) Tyd: 0203.51: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | | (9) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- ------------31-maart-2002-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.44=-=
DE BOEKENWERELD, jaargang 18, nummer 1, oktober 2001.
ISSN 0168-8391.
Door: Marja Smolenaars.
Boskoop, 21 maart 2002.
- J.F. Heijbroek.
Kunsthandel Scheen. Blz. 2-7.
(De Kunsthandel van Pieter Arie Scheen en het door hem samengestelde lexicon, Honderd jaren Nederlandsche schilder- en teekenkunst (1946).) - A.G. van der Steur.
Aspecten van Nederlandse portretprenten (2). De ge”etste portretten door Cornelis van den Berg. Blz. 8-11.
(Cornelis van den Berg (1699-1774) was een Haarlemse amateur-kunstenaar die vooral portrettekeningen maakte naar anderen.) - G. Verhoeven.
Antiquarische Adversaria (3). Afzetsel der koningklycke printe. Een lofdicht op Christina van Zweden. Blz. 12-16.
(Gedicht van Joost van den Vondel op het portret van Christina waarvan hij een beschrijving had gekregen van Michel le Blon.) - T. Gielen.
Heel veel ‘Stoute Kinderen’ in ‘e’en boek. Reiner Ruehle, ‘Boese Kinder’. Kommentierte Bibliographie von Struwwelpetriaden und Max- und-Moritziaden mit biographischen Daten zu Verfassern und Illustratoren. Blz. 18-28.
(Uitgebreide boekbespreking.) - Boekbesprekingen. Blz. 30-32.
Bespreking door J. van Waterschoot van: Gerard Groeneveld, Zwaard van de geest. Het bruine boek in Nederland 1921-1945. Nijmegen, uitg. Vantilt, 2001. ISBN 9075697511. - Verschenen boeken. Blz. 33-36.
- Catalogi. Blz. 37-38.
- Verschenen catalogi. Blz. 38-41.
- Veilingen. Blz. 45-47.
- Vraag & aanbod. Blz. 47.
- Berichten. Blz. 49-53.
- Agenda (Veilingen, Beurzen en Tentoonstellingen). Blz. 54-56.
- Over de auteurs. Blz. 56.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.45=-=
DE BOEKENWERELD, jaargang 18, nummer 2, december 2001.
ISSN 0168-8391.
Door: Marja Smolenaars.
Boskoop, 21 maart 2002.
- J.F. Heijbroek en N. Fraenkel-Schoorl.
In gesprek met Gre Drager. Prenthandel ‘De drie torentjes’ in de Gravenstraat te Amsterdam. Blz. 58-67.
(Een prenthandel die in na bijna 35 jaar ophoudt te bestaan.) - I. Leemans.
Een verloren zoon: uitgever, drollige poeet en pornograaf Pieter Elzevier. Blz. 70-82.
(Is Pieter Elzevier, de uitgever, ook de Pieter Elzevier die schunnige teksten schreef?) - R.J.A. te Rijdt.
De ontwerpen voor boekbanden van Louis Couperus’ werk in het Rijksprentenkabinet, Amsterdam: een addendum bij H.T.M. van Vliet, Versierde verhalen, De oorspronkelijke boekbanden van Louis Couperus’ werk (1884-1925). Blz. 84-99. - Reactie van een lezer. Blz. 100-101.
(R. Aardse: Aanvullende identificatie van ontwerpers van Couperusbanden op grond van hun monogrammen.) - Verschenen boeken. Blz. 104-107.
- Catalogi. Blz. 108.
- Verschenen catalogi. Blz. 109-110.
- Veilingen. Blz. 112-113.
- Vraag & aanbod. Blz. 114.
- Berichten. Blz. 114.
- Agenda (Veilingen, Beurzen en Tentoonstellingen). Blz. 115-117.
- Over de auteurs. Blz. 120.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.46=-=
MOER, TIJDSCHRIFT VOOR HET ONDERWIJS IN HET NEDERLANDS, jaargang 34, nummer 1, 2002.
ISSN 0166-3755.
Door: Herman Giesbers, Bedrijfscommunicatie Letteren, KUN.
Nijmegen, 11 maart 2002.
- Cedric Stalpers.
Het belang van plezier in lezen. De relatie tussen leesattitude, leesgedrag en bibliotheekgebruik. Blz. 2-13.
(Uit internationaal onderzoek blijkt steeds weer dat leesplezier een noodzakelijke voorwaarde is voor een goede leesgewoonte oftewel frequent lezen. Het is daarom opmerkelijk dat er in Nederland nauwelijks gegevens beschikbaar zijn over de mate waarin leesplezier het feitelijk leesgedrag bepaalt. Cedric Stalpers heeft om dit gemis te compenseren een schaal ontwikkeld die leesattitude meet. Dit instrument heeft tevens een voorspellende waarde voor leesgedrag en bibliotheekgebruik.) - Joop Dirksen.
Over kloven over-bruggen. Literatuuronderwijs tussen wetenschap en de werkelijkheid van alledag. Blz. 14-19.
(Zijn er nog steeds vele kloven en weinig vlonders tussen de literatuurwetenschap en het literatuuronderwijs van alledag, zoals Wam de Moor ruim 20 jaar geleden in Moer moest concluderen? Joop Dirksen geeft hierop een bemoedigend antwoord. De literatuurwetenschap is heden ten dage uit haar ivoren toren afgedaald, er is flink wat beweging in het literatuuronderwijs en er zijn inmiddels vele bruggen gebouwd. Nu nog de docent. Gaan we de brug over of blijven we staan?) - Hans Wegman.
Schrijven over schrijven. Het begon allemaal met Van der Karbargenbok. Blz. 20-25.
(Hoe leer je (aankomende) leraren de didactiek van het schrijfvaardigheidsonderwijs in de bovenbouw? Hans Wegman kreeg tijdens een conferentie een lumineus idee: laat ze zelf een verhaal schrijven! Alle verhalen beginnen met de komst van de mysterieuze Van der Karbargenbok op het Van den Boomcollege. Haar entree zorgt voor de nodige opwinding onder de docenten Nederlands. Hoe het verder afloopt? In zeven verschillende verhalen wordt dit gegeven tot een verrassend eind gebracht waarbij en passant het schrijfonderwijs zelf ook nog aan bod komt.) - Mieke Smits.
Reflecteren en construeren in een pabopraktijk. Ervaringen van een opleidingsdocent Nederlands. Blz. 26-34.
(Opleiders zouden vaker inzicht moeten geven in hun eigen onderwijspraktijk. Mieke Smits opent de discussie door eerlijk verslag uit te brengen van haar ervaringen met een experimentele aanpak op de pabo waarbij reflecteren en construeren centraal staan.) - Recensie, blz. 35-37.
<Door: Herman Giesbers:> Dick Schram, Anne-Mariken Raukema & Jemeljan Hakemulder (red.), Lezen en leesbevordering in een multiculturele samenleving. Eburon, Delft, 2000. - Leesvoer, blz. 40-42:
. Eva Tol-Verkuyl, Fundamenten voor taalbeschouwing. Een synthese van opvattingen over het gebruik van taalkundige kennis in het taalonderwijs. Coutinho, Bussum, 2001.
. Puck Tazelaar, Siel van der Ree, e.a., Woordkompas Nederlands, voor NT2 en NVT, Katern 1: A t/m D. SSALTO, Voorburg, 2001.
. Wim Klooster, Grammatica van het hedendaags Nederlands. Een volledig overzicht. Sdu Uitgevers, Den Haag, 2001.
. Nathalie Beex, Rob Doeve & Eric Tiggeler, De magische mediamix. Email brieven faxen. Sdu Uitgevers, Den Haag, 2001.
. Momentopname 2000 (ervaringen met CKV). Cultuurnetwerk Nederland.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.47=-=
TABU, Bulletin voor Taalwetenschap, jaargang 31, nummer 3-4, 2001.
ISSN 0165-9200.
Door: Ton van der Wouden, UiL-OTS UU/ATW UL.
Oegstgeest, 10 maart 2002.
- Petra Hendriks en Jan-Wouter Zwart.
Initiele coordinatie en de identificatie van woordgroepen. Blz. 105-118.
(Steun voor de stelling van Neijt (1979) dat initiele coordinatie alleen woordgroepen (ze smelten en de kazen en de kaarsen) en geen hoofden van woordgroepen (*ze smelten de en kazen en kaarsen.) kan verbinden: initiele nevenschikkers zijn eigenlijk focuspartikels, en de knoop waaraan een focuspartikel is aangehecht moet altijd een woordgroep (XP) zijn.) - Jack Hoeksema.
X maar dan ook echt X! Emfatische reduplicerende nevenschikking. Blz. 119-140.
(“De X-maar-dan-ook-X-constructie is een retorisch middel om nadruk te leggen op X. De constructie wordt uitsluitend gebruikt voor waarden van X die zelf een emfatisch karakter dragen, in het bijzonder universele kwantoren (…) en bepalingen van hoge en absolute graad (…). Verder is er een duidelijke voorkeur voor pronominale kwantoren boven determinatoren, en voor lexicale waarden van X boven woordgroepen (…). Voor een verdere versterking van de nadruk kan het tweede voorkomen van X worden voorafgegaan door een uitdrukking van hoge graad”.) - Marc van Oostendorp.
Van koren tot koring. Nasaalvelarisering in het Afrikaans, het Nederlands en enkele andere talen. Blz. 141-152.
(“Een nasaal in de coda heeft de neiging te velariseren. We vinden hiervan reflexen in Nederlandse dialecten en we vinden reflexen in het Afrikaans.”) - Albert Oosterhof.
Tempus en genericiteit. Blz. 153-182.
(Een technisch artikel met veel Reichenbach (1947) en Giorgi en Piannesi (1997). Het perfectum in het Nederlands en het Duits blijkt interpretaties toe te laten die niet passen in de theorie van laatstgenoemden.) - Jack Hoeksema.
Nieuwe boeken. Blz. 183-185.
(Een korte bespreking van W. Daelemans et al.: Computational Linguistics in the Netherlands 2000. Selected papers from the eleventh CLIN meeting. Amterdam, Rodopi, 2001. “Al met al biedt deze bundel een aardig overzicht van wat er in de diverse takken van de computationele taalkunde verricht wordt in de lage landen.”)
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.48=-=
VONK, Tijdschrift van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands vzw, jaargang 31, nummer 3, januari-februari 2002.
ISSN 0770-2086.
Door: Rita Rymenans, vakgroep didactiek Nederlands, Universiteit Antwerpen (UIA).
Antwerpen, 5 maart 2002.
- Hilde Van Keer.
Een boek voor twee. Een onderzoek naar het verwerven van strategieen voor begrijpend lezen via peer tutoring ‘in de lagere school’. Blz. 4-16.
(Leraren die hun leerlingen regelmatig kansen bieden om te verwoorden wat zij aan het leren zijn, hebben het bij het rechte eind. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent waarover Hilde Van Keer rapporteert. Twee schooljaren lang liep in een aantal Vlaamse basisscholen een experiment met als doel het begrijpend-leesonderwijs te vernieuwen en doeltreffender te maken. Rekening houdend met de tekortkomingen van het traditioneel leesonderwijs werden twee innovatieve pijlers ingebouwd die in combinatie met elkaar een rol spelen. Naast expliciete instructie in leesstrategieen blijkt ook het creeren van kansen tot interactie en samenwerking tussen leerlingen van belang te zijn bij begrijpend lezen. Daarom werd in het Gentse onderzoek de werkvorm ‘peer tutoring’ ingevoerd, een vorm van cooperatief of samenwerkend leren. Daarbij is sprake van een helpersrelatie: een leerling uit het vijfde leerjaar begeleidt een leerling uit het tweede leerjaar bij het verwerven of inoefenen van bepaalde leerinhouden. De eerste resultaten zijn veelbelovend: er is niet alleen een positief effect vastgesteld op de leesprestaties van de tweede- en vijfdeklassers, maar ook op het emotioneel en sociaal functioneren van de kinderen. Dat deze werkvorm ook ruimer toegepast kan worden, zowel wat de leeftijdsgroep als het vakgebied betreft, heeft buitenlands onderzoek al overtuigend aangetoond.) - Frank Verbeeck.
Implementatiedrempels voor zelfstandig leren. Blz. 18-29.
(Lange tijd was het leergesprek zijn stokpaardje. Tot hij besefte dat die werkvorm zijn leerlingen passief maakte. Via een universitair project dat de mogelijkheden voor zelfstandig leren onderzocht, kreeg hij de kans om het eens op een andere manier te proberen. Frank Verbeeck brengt op een heel persoonlijke manier het relaas van de implementatie van zelfstandig leren op zijn school en in zijn klas. Met zijn leerlingen van de derde graad aso schuift hij elke rapportperiode op naar een hogere graad van zelfstandigheid. Dat de werkomgeving en de klassituatie bepalen waar je start en hoe ver je kunt gaan, maakt hij duidelijk met een beschrijving van de verschillende implementatiedrempels. En die heeft hij stuk voor stuk aan den lijve ervaren: op het vlak van de infrastructuur en het studiemateriaal, bij de ouders en de collega’s, bij de leerlingen, maar niet in het minst bij zichzelf. Nu de meeste drempels overwonnen zijn en sommige collega’s belangstelling vertonen, begint hij stilaan aan uitbreiding en vakoverschrijding te denken.) - Helga Van Loo.
Rubriek ‘Spiekerskorner’. Opzij opzij opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats… voor muziek in de NT2-klas. Blz. 31-45.
(Helga Van Loo maakt zich sterk dat muziek een extra dimensie kan geven aan de NT2-les. Muziek biedt talloze mogelijkheden en kan ingezet worden bij verschillende vakonderdelen: grammatica, woordenschat, spreken, luisteren, cultuur en schrijven. En daarnaast zorgt muziek ook voor een vrolijke noot in de klas. De ideeen die ze in deze bijdrage voorstelt (compleet met liedjesteksten en al), zijn met succes uitgetest bij hooggeschoolde beginners en gevorderden. Maar ook voor andere doelgroepen zit er heel wat muziek in, daar is de VONK-redactie van overtuigd.) - Renilde Janssens.
Rubriek ‘Grof geschud’. Een grote vreemde wereld. Blz. 47. - Jan T’Sas.
Rubriek ‘Interkl@s’. Blz. 49-51. - Rita Rymenans & Veerle Geudens.
Rubriek ‘Ingeblikt’. Blz. 52-60.
(Met signalementen van: Moer 2001/3; Levende Talen 2/4; Levende Talen Magazine 88/8 & 89/1; Leesidee Jeugdliteratuur 7/8-9; Klapper 9/3; Leesgoed 28/5-6; Hommagebundel Ben Reynders; Openbaar 31/5; Spiegel jg. 17/18 nr. 3/4; Ons Erfdeel 44/5; Tsjip/Letteren 11/4; Vakdossier 2001 Nederlands; Taal van het jaar ‘e’en; Ad Rem 15/5-6; Over taal 40/4-5; IVO 85; Onderwijszakboekje; Gids voor het basisonderwijs; VVL-Ideeen 33/3; Pedagogische bijdragen 140; Sprankel 12/3-4; Welwijs 12/4; Nachbarsprache Niederlaendisch 2001/1.)
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.49=-=
Vooys, Tijdschrift voor letteren, jaargang 19, nummer 3, oktober 2001.
ISSN 0921-3961.
Door: redactie Vooys, vooys@let.uu.nl
- Johan Kerstens.
Taalkunde en poezie: dichter en boer. Over het vermeende nut van taalkunde voor poezieanalyse. Blz. 132-148.
(De gedachte dat de taalkunde een bijdrage kan leveren aan een beter begrip van poezie lijkt wijdverbreid. Op middelbare scholen bijvoorbeeld worden leerlingen onderworpen aan grammaticalessen omdat de daar opgedane kennis hen zou kunnen helpen bij het analyseren van poezie. Johan Kerstens, taalkundige, toetst deze gedachte aan de praktijk. Aan de hand van poezie van Neeltje Maria Min en Gertrude Stein onderzoekt hij of de combinatie taalkunde en poezie een vloek dan wel een zegen is.) - Gert den Toom.
Hongerkunstenaar in taal. Over het werk van Jan Arends (1925-1974). Blz. 150-155.
(In 1971 publiceerde Jan Arends Keefman, een verhalenbundel over krankzinnigheid en psychiatrische inrichtingen. In de inleiding bij deze uitgave merkt ‘de redactie’ op dat door “de toenemende vervaging van de grenzen tussen normaal en abnormaal valt (…) te constateren dat de psychiatrische patient en de maatschappij steeds meer pogingen aanwenden om weer wat dichter bij elkaar te komen”. Vermenging van leven en werk is altijd de invalshoek geweest om naar het werk van Arends te kijken. Gert den Toom laat zien dat de hernieuwde belangstelling voor deze schrijver terecht is, maar plaatst kanttekeningen bij de constante aandacht voor Arends’ psychiatrische achtergrond. Een bewonderaar over werk, leven en dood van een ‘patient’.) - Gaston Franssen.
De laatste stelling? Over Redbad Fokkema’s poeziegeschiedenis en enkele kritieken. Blz. 156-164.
(Je kunt je afvragen of tegenwoordig d’e literatuurgeschiedenis nog wel kan worden geschreven. Redbad Fokkema’s poeziegeschiedenis, Aan de mond van al die rivieren, is er een van deze tijd: zijn aanpak van de geschiedenis van de Nederlandse poezie resulteerde in acht verschillende benaderingswijzen. De verschijning van Fokkema’s poeziegeschiedenis is niet onopgemerkt gebleven; ze lokte een lange stroom aan uiteenlopende reacties uit. Gaston Franssen zet de kritieken op een rij, en laat zien dat hierop het nodige valt af te dingen.) - Thomas Vaessens.
Column ‘Poezie en academie’. Blz. 165-167.
(Column over de benadering van poezie.) - Patrick Rooijackers.
Een land dat aan het dichten is geslagen en niet meer stoppen kan. Een causerie over 640 Nederlandse dichtbundels. Blz. 169-173.
(Hoe is het met de poezie gesteld in Nederlandstalig letterland? De doemdenkers voorspellen dat de dood van de poezie steeds dichterbij komt. Dat niets minder waar is, blijkt uit het onderzoek dat Patrick Rooijackers heeft gewijd aan een lijst van 640 dichtbundels. Een zoektocht naar structurering.) - Karin Vogelaar.
Het nieuwe imago van de poezie. De podiumdichtkunst sinds de jaren zestig. Blz. 174-179.
(“Ik ben Jon Bon Jovi niet”, verklaarde Ingmar Heytze in Vooys 19/1 in een stuk waarmee hij reageerde op Ilja Pfeijffers ‘De mythe van de verstaanbaarheid’, “welk soort poezie het best werkt op een podium interesseert me geen donder.” Maar de feiten liegen er niet om: de Nederlandse dichters zijn de afgelopen jaren steeds meer op het podium te bewonderen. De poezie is niet meer zaligmakend, de dichter van tegenwoordig moet zich ook druk maken om hoe hij eruit ziet op een podium. Karin Vogelaar schetst de ontwikkeling van de podiumdichtkunst sinds Poezie in Carr’e.) - Anna Rademakers.
Mijn leven is een beetje zoals dat van Don Quichot. Interview met Angele Manteau. Blz. 181-186.
(Ze leerde Nederlands bij de familie Greshoff, ze was de ontdekster van Louis Paul Boon en Hugo Claus debuteerde bij haar uitgeverij. Er is veel te vertellen over deze uitgeefster die al op haar 21-ste begon. Maar ook zelf spreekt ze een aardig woordje mee in het literaire wereldje. Een gesprek over de woelige jaren dertig, Vlamingen in Nederland en de literaire waarde van scheldproza. Ang’ele Manteau in vogelvlucht.) - Recensies. Blz. 187-192:
. <Door: Jos Joosten:> Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden: Zijn invloed op de Vlaamse poezie. Uitgeverij Vantilt (Nijmegen) 2001. 1302 blz. (Van het boek verscheen onlangs een tweede druk als goedkopere paperback) Prijs NLG. 125,00.
. <Door: Gerard de Vriend:> Mary Kooy, Tanja Janssen, Ken Watson (eds.) Fiction, Literature and Media. Amsterdam (AUP) 1999. 95 blz.; prijs NLG 52,50.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.50=-=
Vooys, Tijdschrift voor letteren, jaargang 19, nummer 4, januari 2002.
ISSN 0921-3961.
Door: redactie Vooys, vooys@let.uu.nl
- Myriam Schulze.
Van ‘science-fiction hack’ tot ’true artist’. De paradoxale receptie van Kurt Vonnegut. Blz. 196-207.
(“By the best-selling author of Hocus Pocus” staat te lezen op het omslag van de zoveelste druk van Kurt Vonneguts bekendste boek Slaughterhouse-Five. Het had echter niet veel gescheeld of deze auteur was in de vergetelheid geraakt. Zijn werk werd door de ‘serieuze’ literatuurkritiek niet als volwaardig beschouwd. Myriam Schulze toont aan de hand van ‘institutionele’ factoren als recensies de reputaties van uitgeverijen en oplagecijfers aan dat de receptie van Vonneguts werk vanaf het begin werd gekenmerkt door zowel erkenning als afkeuring in zowel populaire als elitaire cultuur. Een verkenning van het grillige pad naar literaire erkenning.) - Mariska Kleinhoonte van Os.
Geweld, seks en religie. Over Wolkers’ De wet op het kleinbedrijf en Rene Girard. Blz. 208-216.
(‘De wet op het kleinbedrijf’ van Jan Wolkers bleef lang onbegrepen, critici reageerden geschokt op het verhaal. Ze vonden dat de dood van een van de hoofdpersonages te onverwacht kwam. Dat zijn dood onafwendbaar is, en juist heel regelmatig wordt aangekondigd door allerlei subtiele elementen in de tekst toont Mariska Kleinhoonte van Os aan in haar bijdrage. Zij laat zien dat de theorieen van de Franse filosoof, theoloog en antropoloog Ren’e Girard kunnen leiden tot een beter begrip van het korte verhaal uit de verhalenbundel De hond met de blauwe tong.) - Edwin Fagel.
Tenslotte zijn onze gevoelens wel het meest onfeilbare in ons. Een reconstructie van de poeticale ontwikkeling van E. du Perron. Blz. 218-227.
(Van Du Perron kennen de meesten alleen Land van herkomst. En men weet dat hij een van de voormennen van Forum is geweest. Dat hij nog meer interessante verhalen heeft geschreven, waaronder werk dat te zien valt als een voorbereiding op zijn grote meesterwerk, weten weinigen. In onderstaand artikel laat Edwin Fagel zien dat in dit vroege werk een duidelijke ontwikkeling in de poetica van Du Perron te ontdekken is.) - Christie Hofmeester.
Column “Oeuvre” Blz. 228-229.
(Ervaringen van een schrijfster) - Rob Delvigne en Leo Ross.
Een nieuwe deskundige. Of de stand van het De Haan-onderzoek. Blz. 230-239.
(“Ik lees gedichten van Gutteling Perk. /Zij stierven. Als ik sterf, wie zal mij dan nog lezen? / Wat baat alles? Het lied is menselijk werk, / Thans of later: ’t zal eens vergeten wezen.” Dit kwatrijn schreef Jacob Israel de Haan vlak voor zijn dood in 1924. Het is het lot van vele dichters: te worden vergeten, en, erger nog, niet meer te worden gelezen. Rob Delvigne en Leo Ross, al jarenlang pleitbezorgers van het onderzoek naar De Haan, bespreken de kwaliteit van de recente studies naar de dichter/schrijver en laten zien dat er nog genoeg hiaten zijn in het De Haan-onderzoek.) - Jenoe Farkas.
Vernielen is een positieve daad. Een interview met Peter Verhelst. Blz. 241-245.
(Het lijkt alsof Peter Verhelst (1962) de poezie heeft afgezworen. Na zijn laatste dichtbundel Verhemelte uit 1996 schreef Verhelst bekroonde romans als Tongkat (1999) en De kleurenvanger (1996) en toneelteksten als het recente Aars (2000), maar hij publiceerde geen poezie meer. De Hongaarse neerlandicus Jenoe Farkas sprak met Verhelst, over monsters, Bananarama en knarsetanden, maar vooral over poezie.) - Elisabeth Leijnse.
De heren in hun hofje. Blz. 246-247.
(Reactie op het artikel van Delvigne en Ross over het De Haan-onderzoek, met een antwoord hierop van Delvigne en Ross.) - Recensies. Blz. 248-256.
. <Door: Christiaan Janssen:> Gerard Groeneveld: Zwaard van de geest. Het bruine boek in Nederland 1921-1945. Vantilt (Nijmegen) 2001. 429 blz.; prijs: EUR 27,18.
. <Door: Hans Anten:> Luc Herman en Bart Vervaeck: Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse. Brussel/Nijmegen (VUBRESS en Vantilt) 2001. 184 blz.; prijs: EUR 18,10.
. <Door: Martijn Vermast:> Andr’e Jolles (1874-1946): “Gebildeter Vagant” Brieven en documenten. Bijeengebracht, ingeleid en toegelicht door Walter Thys. Amsterdam/Leipzig (Amsterdam University Press/Leipziger Universitaetsverlag GmbH) 2000. 1173 blz.; prijs: EUR 56,72.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0203.51=-= *-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | de Boekenwereld: Marja Smolenaars <m.smolenaars@wanadoo.nl> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Gezelliana: Piet Couttenier <Piet.Couttenier@ufsia.ac.be> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corrie de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | de Poeziekrant: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Queeste: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Karina van Dalen-Oskam <dalen@inl.nl> | | Tijdschrift voor ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Redactie Vooys <vooys@let.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | | ZL: Geert Swaenepoel <geertswaenepoel@hotmail.com> | *-------------------------------------------------------------------------* (9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0203.c --------------------------*
Laat een reactie achter