Subject: | Neder-L, no. 0206b: Jubileumnummer |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Fri, 21 Jun 2002 02:36:46 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Elfde-jaargang----------- Neder-L, no. 0206.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | | | =============================== | | JUBILEUMNUMMER: 10 JAAR NEDER-L | | =============================== | | | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Red: 0206.17: Redactioneel | | (2) Rub: 0206.18: Evenementenagenda, met: | | - Viering tienjarig bestaan Neder-L Maastricht | | - Viering tienjarig bestaan Neder-L Nieuwkoop | | - Viering tienjarig bestaan Neder-L Nijmegen | | - Viering tienjarig bestaan Neder-L Woerden | | - Viering tienjarig bestaan Neder-L Zaandam | | (3) Rub: 0206.19: Hora est! Officiële felicitaties aan de oprichter | | van het tijdschrift Neder-L | | (4) Art: 0206.20: Neder-L: the making of | | (5) Rub: 0206.21: Recensies: oproep voor nieuwe rubriek | | (6) Col: 0206.22: NederNed 40: Ondertussen op het Internet | | (7) Red: 0206.23: Inleiding bij Column Kuiper no. 57 | | (8) Col: 0206.24: Column Willem Kuiper, no. 57: ende sette haer een | | lamsoore | | (9) Col: 0206.25: Linguistisch Miniatuurtje LXXXV: Ben wint | | (10) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- -------------21-juni-2002-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: Redactie Neder-L
Subject: Red: 0206.17: Redactioneel
============
Redactioneel
============
Vandaag bestaat Neder-L precies 10 jaar. Dat is geen gebeurtenis die onopgemerkt voorbij mag gaan. Daarom heeft de redactie dit speciale jubileumnummer uitgebracht.
In de afgelopen 10 jaar zijn alle ongeveer 300 afleveringen van Neder-L bijna geheel door de hoofdredacteur, Ben Salemans, samengesteld. Het jubileumnummer breekt met deze traditie: het is buiten medeweten van Ben door de overige redactieleden in elkaar gezet, bij wijze van jubileumgeschenk aan deze onvermoeibare en bevlogen neerlandicus. In dit nummer blikken we terug op tien jaar Neder-L, we hebben speciale afleveringen van de columns van de redactieleden, en we kijken ook een beetje vooruit naar de toekomst.
Ben zal zich het afgelopen jaar wel afgevraagd hebben waarom de redactie wat lauw reageerde op zijn suggesties om in het blad aandacht aan het tienjarig bestaan te vieren. Hopelijk is die quasi-ongeinteresseerdheid met dit nummer goedgemaakt.
Peter-Arno Coppen
Marc van Oostendorp
Willem Kuiper
Piet Verkruijsse
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0206.18: Evenementenagenda, met:
=================
Evenementenagenda
=================
MAASTRICHT, Salemans@baserv.uci.kun.nl
Tienjarig bestaan Neder-L, vrijdag 21 juni 2002, 2.36 uur.
- Ten huize van dr. B.P.M. Salemans wordt het tienjarig bestaan van Neder-L door de oprichter van dit succesvolle digitale tijdschrift op gepaste wijze gevierd.
NIEUWKOOP, piet.verkruijsse@hum.uva.nl
Tienjarig bestaan Neder-L, vrijdag 21 juni 2002, 2.36 uur.
- Ten huize van redacteur dr. P.J. Verkruijsse wordt het tienjarig bestaan van Neder-L op gepaste wijze gevierd.
NIJMEGEN, P.A.Coppen@let.kun.nl
Tienjarig bestaan Neder-L, vrijdag 21 juni 2002, 2.36 uur.
- Ten huize van redacteur dr. P.A. Coppen wordt het tienjarig bestaan van Neder-L op gepaste wijze gevierd.
WOERDEN, Marc.van.Oostendorp@Meertens.KNAW.nl
Tienjarig bestaan Neder-L, vrijdag 21 juni 2002, 2.36 uur.
- Ten huize van oud-redacteur dr. M. van Oostendorp wordt het tienjarig bestaan van Neder-L op gepaste wijze gevierd.
ZAANDAM, Willem.Kuiper@hum.uva.nl
Tienjarig bestaan Neder-L, vrijdag 21 juni 2002, 2.36 uur.
- Ten huize van redacteur dr. W. Kuiper wordt het tienjarig bestaan van Neder-L op gepaste wijze gevierd.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0205.19: Hora est! Officiële felicitaties aan de oprichter van het tijdschrift Neder-L
=========
Hora est!
=========
Vrijdag 21 mei 2002, 2.36 uur.
Het is hoog tijd om de oprichter van Neder-L nu een mailtje te sturen om hem te feliciteren met dit succes: Salemans@baserv.uci.kun.nl
Promotores: de redactieleden van Neder-L.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 18 May 2002 17:21:03 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Art: 0205.20: Neder-L: the making of
======================
NEDER-L: THE MAKING OF
======================
In de tien jaar van zijn bestaan heeft het elektronische tijdschrift voor de neerlandistiek Neder-L zich ontwikkeld tot een populair en veelgelezen medium. Maar hoeveel wórdt het eigenlijk gelezen? En welke bijdragen zijn het populairst? Een kleine kroniek aan de hand van de statistieken.
========
De Chaos
========
Het begon allemaal als een zondagsblaadje. Op zondagochtend 21 juni 1992 om 2.36 uur in de nacht stuurde Ben Salemans het eerste nummer van een nieuwe discussielijst de elektronische snelweg op. Dat was niet eens zo’n heel erg opzienbarende gebeurtenis. Discussielijsten waren in die tijd tamelijk in trek, en over de gekste onderwerpen werden ze ingesteld: over programmeertalen en tekstverwerkingsprogramma’s natuurlijk, maar ook over culturele onderwerpen als films, boeken of tuinieren. Er was zelfs een discussielijst SIGAAR.NL voor sigarenrokers, maar die lijkt zelfs in de archieven in rook opgegaan.
Echte naamgevingsconventies waren er niet, maar de meeste lijsten op het Nederlandse netwerk Surfnet hadden namen die eindigden op -L, als afkorting van -LIST. NEERLANDISTIEK-L was te lang (de namen waren wel beperkt tot 8 tekens), dus werd het NEDER-L, met een knipoog naar de L.
In die beginjaren heerste er een vrolijke chaos in al die discussielijsten. Je schreef in op een lijst, en alle berichten die je stuurde belandden onmiddellijk bij alle leden. Iemand die zich geroepen voelde om voor de vuist weg te reageren stuurde met een druk op de knop een antwoord weg en hup, weer een bericht naar alle abonnees. In een tijd waarin internet nog in de kinderschoenen stond en e-mail al heel wat was vond iedereen het nog aardig om eens een berichtje te krijgen.
Het bijzondere van Neder-L was echter dat het een gemodereerde lijst was. Dat was in de gangbare internetanarchie niet echt gebruikelijk. Alle berichten die naar Neder-L gestuurd werden, passeerden eerst de moderator (of: editor) Ben Salemans, die daarmee de vrijheid had om berichten te weigeren, aan te passen en vooral: op te sparen. Daardoor kregen de Neder-L-e-mails al snel het karakter van zogeheten “digests”, kleine verzamelingen van beknopte berichtjes. Van het begin af aan heeft Salemans deze digests gezien als nummers van een elektronisch tijdschrift. In juni 1993 diende hij bij de Koninklijke Bibliotheek het verzoek in tot toekenning van een zogeheten ISSN, waarmee Neder-L een officieel erkend publicatiekanaal zou zijn. Dit zou het ook voor wetenschappers aantrekkelijk moeten maken om bijdragen voor het tijdschrift te leveren. Twee maanden later werd dit verzoek ingewilligd. Vanaf die datum verscheen Neder-L als “seriële publicatie” onder ISSN 0929-6514, waarmee tevens archivering bij de KB gewaarborgd was.
===========
De Abonnees
===========
Neder-L bestaat overigens nog steeds als discussielijst. Het heeft inmiddels 1585 abonnees, en daarmee is het een van de meest populaire door Surfnet onderhouden discussielijsten. Het staat om precies te zijn op de 15e plaats, weliswaar ver achter de onbereikbare koplopers als HUM-MOLGEN (over Human Molecular Genetics) met 6391 abonnees en SURFSPOT (de nieuwsbrief van Surfnet zelf) met 5173 abonnees, maar gelukkig nog net vóór NIWI-OI (voor onderzoeksinformatie van het NIWI), dat maar 1564 lezers heeft.
Dat abonnee-aantal is maar langzaam gegroeid, zoals uit de schaarse vermeldingen in de berichten is op te maken. Op 30 juni 1993 zijn er 176 abonnees. In december van dat jaar staat de teller op 250, en in maart 1994 is er melding van 290 abonnees. Na een onverklaarbare daling (of een vergissing van de moderator) in april 1994 tot 250 is het een hele tijd stil rond de abonnementenaantallen, tot 1996, het jaar dat ook de webversie van Neder-L gepubliceerd wordt. Dan zijn er in maart inmiddels 700 abonnees, en in oktober zelfs 850. In plaats van dat die aantallen vervolgens beginnen te dalen omdat lezers het blad liever vanaf de website raadplegen, lopen ze gestaag op. In juni 1997 wordt de duizendste abonnee verwelkomd, en de laatste jaren lijkt het aantal zich rond de 1600 gestabiliseerd te hebben.
Het blijft een beetje wonderlijk om je te realiseren dat alleen al de e-mailversie van Neder-L met 1585 abonnees waarschijnlijk het grootste vaktijdschrift op het gebied van de neerlandistiek is. En dan zijn al die lezers die deze versie toegestuurd kregen via de nieuwsgroepen soc.culture.netherlands en bit.lang.neder-l, waar Neder-L tot 1996 gratis werd verspreid, nog niet eens meegerekend. Laat staan de surfers die de e-mailarchieven van Surfnet raadplegen, waar alle oude nummers van Neder-L voor iedereen ter inzage liggen (http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html).
Veel abonnees blijken het e-mailnummer van Neder-L overigens te beschouwen als een herinnering om de website te raadplegen: ze gooien het nummer meteen weg en klikken de artikelen op de website aan. Maar er zijn ook nog steeds mensen die trouw ieder nummer naar de printer sturen en in een map verzamelen. Vooral door neerlandici extra muros en computerbezitters met trage internetverbindingen wordt het op sobere wijze opgemaakte e-mailnummer nog sterk gewaardeerd.
==========
De Surfers
==========
De website van Neder-L mocht zich niet meteen in een grote belangstelling verheugen. Vanaf juli 1997 houdt de redactie de serverstatistieken bij, die aangeven welke bestanden hoe vaak worden aangeklikt, en vanaf hoeveel verschillende adressen. Die statistieken zijn wel een beetje “vervuild”: zo worden de bezoekjes van de automatische “web crawlers” meegerekend, die ten behoeve van de diverse zoekmachines het web afgrazen. Maar aan de andere kant tellen de robots van zogeheten “mirror sites” en “proxy servers” maar één keer mee. Op dit soort sites worden lokale kopieën van de hele Neder-L site opgeslagen. Hoeveel lezers Neder-L op dat soort sites raadplegen, is niet meer te achterhalen. Toch geven de relatieve aantallen waarschijnlijk een redelijk beeld van de ontwikkeling van de populariteit van het blad.
In juli 1997 werd Neder-L 469 keer aangeklikt, vanaf 78 verschillende adressen. Achteraf gezien moet dat cijfer enigszins gecorrigeerd worden voor de jaarlijkse vakantiedip: in de maanden mei, juni en juli zijn de cijfers elk jaar een stukje lager dan in de omringende maanden. Die 78 adressen (dat zijn dus verschillende lezers) trekken heel snel aan. In augustus 350, in januari 1998 825, en in maart 1998 heeft Neder-L al meer weblezers (1885) dan e-mailabonnees. Dat aantal stijgt vervolgens een hele tijd met zo’n 100 a 200 per maand tot in 2000, als zich -weer in maart- een scherpe stijging voordoet tot 5867. De daarop volgende vakantiedip levert een dieptepunt van 3650 op in juli, maar daarna gaat het weer snel omhoog: in mei 2002, de laatste volle maand tot nu toe, werd Neder-L vanaf 12345 verschillende adressen gelezen (en dat aantal is niet verzonnen).
Natuurlijk vertoonde ook het aantal hits, zeg maar het aantal berichten dat gelezen werd, een stijgende lijn. In augustus 1997 werd 3009 keer een Neder-L-artikel opgevraagd. Een jaar later was dat aantal gestegen tot 10666. Ook dat aantal steeg gestaag. Met een flinke uitschieter in februari 1999 (als gevolg van een publicatie in de NRC wordt Neder-L dan 31835 keer geraadpleegd) tot 30385 in oktober 1999. De stijging van het aantal lezers in 2000 heeft uiteraard ook gevolgen voor het aantal gelezen berichten. In februari wordt een voorlopig hoogtepunt van 58461 bereikt. Het zal een jaar duren voordat dat aantal wordt overschreden. Mei 2001 levert een nieuwe uitschieter op (81542). De laatste twee maanden van de huidige jaargang (april en mei 2002) worden die records steeds gebroken. In mei 2002 werd 91870 keer een Neder-L-artikel opgevraagd.
=============
De Hitlijsten
=============
Welke artikelen zijn het meest populair onder de lezers? Vaste columnist Marc van Oostendorp heeft daar ooit een beschouwing aan gewijd (http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/bulletin/1998/09/980914.html). Een deel van het succes blijkt toe te schrijven aan toevallige bezoekjes die het resultaat zijn van een zoekactie in een zoekmachine. Wie in een zoekmachine het onderwerp “siliconenborsten” intikt, komt vrijwel zeker uit bij Marcs stukje, dat dit woord in de titel heeft staan. Toch zijn de meer serieuze artikelen verreweg het meest populair. Zo is de beginpagina van Neder-L, die per nummer wisselt, sinds 1997 het vaakst opgevraagd: zo’n 350000 keer. Op ruime afstand volgt het populairste Neder-L-artikel, “Wie is wie in het Bureau?”, dat 31673 keer is aangeklikt (exclusief de aanvulling voor deel 4, die op 9549 hits staat).
De top 100 wordt verder gedomineerd door de vaste rubrieken. De vacaturepagina (25452), het tijdschriftenoverzicht (20909), de archiefpagina met links naar alle ooit in Neder-L verschenen berichten (19053) en de evenementenpagina (17112) voeren de lijst aan, gevolgd door de overzichten van de individuele tijdschriften, met als koplopers Literatuur (14542), Ons Erfdeel (12758) en Onze Taal (12574).
Op plaats 23, met 5017 hits, staat het eerste puur neerlandistische artikel, het in juli 1998 verschenen artikel van Maarten Klein “Wist een mensch ooit iets…”, over Couperus’ “Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan”. Ook een artikel van Ben Salemans, “Keersemèsmès in Sintervaos”, doet het met een 54e plaats (2365 hits) opvallend goed.
Hoge posities zijn er voor een aantal recensies, waarbij de boekaankondiging van het woordenboek Latijn-Nederlands van Harm Pinkster (29e plaats met 3706 hits) de kroon spant. Verder valt op een aflevering uit de rubriek Hora Est over de promotie van Kees Smit op 14 juni 2000 in Nijmegen (32e plaats met 3618 hits). De populariteit van juist deze aflevering is raadselachtig. Misschien heeft het iets te maken met de uitgebreide samenvatting over het onderwerp van het proefschrift, de blijspeldichter Pieter Langendijk.
===========
De Redactie
===========
Neder-L is natuurlijk al die jaren het tijdschrift van Ben Salemans geweest. De rol van de overige redactieleden was er altijd meer een van morele steun en de vulling van de vaste rubrieken en columns, dan dat de redactie de samenstelling van de nummers merkbaar beïnvloedde. Echt inhoudelijke redactievergaderingen waarin strategische keuzes werden besproken, zijn er wel geweest, maar ze waren op de vingers van één hand te tellen. Zeker in de beginperiode van het tijdschrift was de belangrijkste kwaliteit van de redactieleden dat ze een vaste rubriek of column hadden toegezegd. Kopij, daar ging het om.
Maar die rubrieken en columns werden wel regelmatig gelezen. De evenementenagenda en de promotierubriek Hora Est van Piet Verkruijsse werden boven al opgemerkt als toppers in de hitlijsten, maar ook de columns deden dapper mee. Als we de eerder genoemde aflevering van de rubriek NederNed van Marc van Oostendorp over siliconenborsten (plaats 42, 2831 hits) buiten beschouwing laten, evenals de linguïstische miniatuurtjes over Seks (plaats 65, 2117 hits) en de uitdrukking “kut op Dirk” (plaats 72, 2026 hits), dan vallen er 3 columns van Willem Kuiper op met top-100-posities: op nummer 44 (2800 hits) Willems column over zevenlingen, op 46 (2736 hits) die over de Leverzee, en op 47 een artikel getiteld “God wil het!” (2723 hits). Dat zijn de meestgelezen columns in Neder-L. Daarnaast staan er nog 2 andere columns van Kuiper in de top 100.
Toch blijkt Marc van Oostendorp de populairste columnist met maar liefst 9 top 100-plaatsen, en zo’n 25 columns bij de eerste 250. Daarmee laat hij de andere ver achter zich. De linguïstische miniatuurtjes van Peter-Arno Coppen bijvoorbeeld zijn veel minder populair. Alleen de twee genoemde (over seks en “kut op Dirk”) staan in de top 100, en maar 19 halen de eerste 250. De miniatuurtjes lijken wel een harde kern van liefhebbers te hebben. Ze clusteren een beetje rond plaats 120 met zo’n 1500 hits. De al eerder genoemde columns van Willem Kuiper vertonen een grillig patroon: maar 17 bij de eerste 250, maar wel 5 uitschieters bij de eerste 100, en de drie topposities van alle columns.
Wat zeggen deze cijfers nou eigenlijk? Het is duidelijk dat ze met enige reserve geïnterpreteerd moeten worden. Zoals gezegd is een deel van de hits voor een pagina aan toevallige langssurfers toe te schrijven. Bovendien zijn sommige artikelen al jaren oud: in de vele jaren dat ze in de archieven staan hebben ze veel meer hits kunnen verzamelen dan de andere. Anderzijds profiteren de later verschenen artikelen weer van het grotere aantal lezers. Nieuwe lezers zullen eerder geneigd zijn om de actuele artikelen te lezen dan om in de archieven te duiken. Maar van die archieven profiteren met name dan weer de vaste rubrieken en de columns: die linken direct door naar hun eigen archieven zodat de lezer die een recente column leest vaak sneller terechtkomt op een oudere aflevering. Ten slotte veroorzaakt een artikel op den duur een heus netwerk van links die de argeloze surfer als een draaikolk naar zich toe zuigen. Zo verwijzen er volgens opgave van de zoekmachine Google op dit moment 284 pagina’s naar de beginpagina van Neder-L.
=================
De Hoofdredacteur
=================
Toch mogen we uit al deze statistieken één conclusie veilig trekken: de droom van Ben Salemans uit die zondagnacht in juni 1992, een heus neerlandistisch tijdschrift op de elektronische snelweg, is volledig bewaarheid. In 10 jaar heeft Ben alle papieren nieuwsbrieven en mededelingenbladen op het gebied van de neerlandistiek geheel voorbijgestreefd. Dat is bepaald niet vanzelf gegaan. Wie de archieven van Neder-L bekijkt, en voor de aardigheid eens let op het tijdstip dat de nummers zijn verstuurd, zal merken dat ze over het algemeen in het holst van de nacht zijn gemaakt. Iedereen die ooit zelf een elektronische tekst persklaar heeft moeten maken, of de perfectionist Salemans van nabij heeft meegemaakt, zal zich een voorstelling kunnen maken van de nachtelijke frustraties die aan het succes van Neder-L ten grondslag moeten hebben gelegen. Schatrijk had hij ermee moeten worden.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0206.21: Recensies: oproep voor nieuwe rubriek
=========
Recensies
=========
Het recenseren van tien jaargangen Neder-L lijkt me een onzinnige bezigheid. Liever kijk ik bij dit tienjarig bestaan naar de toekomst. Op diverse redactievergaderingen is een vast agendapunt geweest het geven van meer structuur aan de recensierubriek. Een digitaal tijdschrift zou heel alert kunnen reageren op nieuwe publicaties. Daarvoor is echter een goed georganiseerd netwerk nodig van vaste recensenten en vooral van een paar mensen die – bijvoorbeeld in de vorm van een stage – de infrastructuur onderhouden. Wellicht is het een goed idee om het jarige Neder-L een goed gestructureerde recensierubriek cadeau te doen.
Ik denk daarbij aan een uitbreiding van de signalerings- en recensierubriek, zowel in de breedte als in de diepte. Wat betreft de breedte: signalering van publicaties (zowel niet-digitale als digitale) op het gehele terrein van de neerlandistiek van letterkunde, taalkunde en taalbeheersing tot verwante wetenschappen zoals boekgeschiedenis, Neolatijn, bibliografie en didactiek.
Wat betreft de diepte: er zouden drie rubrieken gevormd kunnen worden:
- een rubriek waarin naar verwachting belangrijke publicaties vooraangekondigd zouden kunnen worden: een soort voorbeschouwing met eventueel een voorpublicatie van een onderdeel;
- een rubriek waarin zoveel mogelijk publicaties op het gehele terrein snel, zakelijk en kort besproken worden, eventueel met een aantal kritiekpunten;
- een rubriek met uitgebreide recensies van de belangrijkste vakpublicaties waarin plaats is voor detailkritiek.
Een dergelijke opzet die het vooral zal moeten hebben van de snelheid waarmee op publicaties gereageerd wordt (zowel in het belang van vakgenoten als van uitgevers), kan alleen gerealiseerd worden als een netwerk van recensenten zich bereid verklaart om:
- de redactie te voeden met suggesties voor te signaleren en te bespreken publicaties;
- snel goed leesbare signalementen en besprekingen te leveren in ruil voor een exemplaar van het te bespreken boek;
- uitsluitend digitaal in Word uw kopij te leveren aan de redactie, die overigens beslist over plaatsing daarvan.
De organisatie van een dergelijk netwerk zou verzorgd kunnen worden door de redactie van Neder-L, bijgestaan door één of meer stagiair(e)s die tot taak hebben het aanvragen van recensie-exemplaren bij uitgevers, het uitzetten van de binnengekomen exemplaren bij de recensenten en het bewaken van het verdere traject totdat de recensie in Neder-L gepubliceerd is.
Ik benader u – trouwe abonnees – met de vraag of u bereid bent als stagiair(e) uw bijdrage te leveren of als recensent deel te nemen aan dit recensienetwerk voor een bepaald onderdeel. Als u suggesties hebt voor een andere opzet waarin u wel of beter zoudt kunnen functioneren, hoor ik die graag, evenals namen van collega’s of vakgenoten aan wie de redactie wellicht niet denkt.
Reacties graag aan piet.verkruijsse@hum.uva.nl.
P.J. Verkruijsse
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: Marc van Oostendorp <Marc.van.Oostendorp@Meertens.KNAW.nl>
Subject: Col: 0206.22: NederNed 40: Ondertussen op het Internet
===========================
Ondertussen op het Internet
===========================
Beste Ben,
“Iets meer dan een week geleden”, schreef ik in mijn eerste column voor Neder-L “opende NRC Handelsblad voor het eerst in zijn geschiedenis met een artikel over het Internet.”
Dat was in maart 1996. Zoals uit dit nummer blijkt, ben ik de enige columnist geweest die zelf stoutmoedig genoeg is geweest om zich aan jou op te dringen. Jij was toen al vier jaar bezig met Neder-L – dat toen nog geen website had, maar alleen via e-mail verstuurd werd – en ik kwam nog maar net kijken. Inmiddels leven we in een periode waarin het Internet alweer geen voorpaginanieuws meer is, maar tegelijk ook niet meer weg te denken is uit het leven van veel onderzoekers. Al is het maar vanwege e-mail. Ik ben inmiddels aan de veertigste aflevering van mijn column toegekomen. Een feit dat ik zo heugelijk vind dat ik binnen een half jaar drie verschillende nummers 40 gepubliceerd heb. (Eerdere nummers 40 waren: <http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/bulletin/2001/12/011213.html> en <http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/bulletin/2002/04/020433.html>.)
Inmiddels ben je tien jaar bezig, en is er behoorlijk wat veranderd. Bijvoorbeeld zijn allerlei onbevoegden zich gaan bemoeien met de spelling en het lidwoord van het woord ‘Internet’. (Ik heb je al jaren geleden beloofd deze zaak eens en voor altijd op te helderen in Neder-L.) Jij en ik en iedereen die er verstand van heeft schrijft al sinds jaar en dag ‘Internet’ en zes jaar geleden deed ook de NRC dat. ‘Internet’ is immers een eigennaam. Zo. Tot op een bepaald moment iemand bedacht dat ‘Internet’ net zoiets is als ’televisie’, of dat het geen soortnaam is, of Joost mag weten wat voor waandenkbeeld er in het brein van die onverlaat naar boven kwam borrelen. Zo kwam dat woord met een idiote kleine letter in de woordenboeken en nu is dat zogenaamd de ‘correcte’ spelling. Dat er geen enkel zinnig argument is om het zo te doen, terwijl het tegelijkertijd het woordbeeld verstoort voor iedereen die óók Engels leest, tja, er bestaat nog steeds geen loket waarbij je daarover kan klagen.
Ik weet trouwens ook nog goed dat ik de eerste keer de uitdrukking ‘op Internet’ (of ‘op internet’) las en me verbaasde over de domheid van het bedrijf dat niet wist dat alle echte Internet-gebruikers ‘op het Internet’ zeiden en schreven. Inmiddels is mijn kopij op dit punt al zo vaak ‘verbeterd’ dat ik zelf af en toe per ongeluk ook weleens spontaan het lidwoord vergeet.
Alleen in Neder-L kan ik de woorden nog altijd schrijven zoals ze echt horen te zijn: “op het Internet”. Elke keer vis je wel wat verschrijvingen uit mijn columns, voordat ze zelfs maar naar de rest van de redactie gaan, maar de dingen die juist zijn mogen van jou gelukkig blijven staan.
Wat is er verder veranderd? We hebben een paar dingen over het Internet geleerd. Bijvoorbeeld dat de ontwikkelingen er helemaal niet zo snel gaan. Ja, tussen het moment dat jij met Neder-L begon en ik met mijn column waren de ontwikkelingen even stormachtig. Eerst kwam het worldwide web op en daarna hadden we een tijdlang elke twee maanden een geheel nieuw browserprogramma met nog meer verbazingwekkende nieuwe mogelijkheden. Maar die technische storm hield snel na 1996 op: ik werk nu al ongeveer drie jaar met dezelfde versie van Internet Explorer zonder dat ik het gevoel heb dat ik iets mis.
Het is ook eigenlijk logisch dat de ontwikkelingen niet zo snel meer gaan. Er zijn nu zoveel mensen aangesloten op het netwerk, die krijg je nooit meer allemaal binnen korte tijd in beweging om een nieuw programma te installeren dat het mogelijk maakt om de nieuwste snufjes te bekijken. En als niemand die nieuwste snufjes kan bekijken, heeft het ook weinig zin ze nog aan je webpagina’s toe te voegen. En dus hebben de meeste mensen weinig reden om nieuwe programma’s binnen te halen. Het Internet is niet snel; het is traag.
De neerlandistiek is helemaal traag als het om dit soort ontwikkelingen gaat, maar dat konden we tien jaar geleden al weten. Toch is er al wel veel gebeurd, alles bij elkaar, in die tijd. Neder-L kreeg een website. Er zijn andere (gespecialiseerdere) elektronische tijdschriften gekomen, er wordt gewerkt aan digitale tekstenverzamelingen, grammatica’s, publieksvoorlichting en de verspreiding van vakinhoudelijke artikelen. Dat het meeste werk nog steeds gedaan wordt door een klein clubje mensen en dat de officiële instanties over het algemeen nog maar weinig tot stand hebben weten te brengen, dat nemen we maar even voor lief. Het is per slot van rekening feest. Het centrum van al die ontwikkelingen, de neerlandistiek op het Internet, is volgens mij altijd Neder-L gebleven. En de drijvende kracht achter Neder-L ben jij.
Gefeliciteerd!
Marc van Oostendorp, http://www.vanoostendorp.nl/
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: Willem Kuiper <willem.kuiper@hum.uva.nl>
Subject: Red: 0206.23: Inleiding bij Column Kuiper no. 57
Beste Ben,
Bijna tien jaar geleden werd ik thuis opgebeld door Harm van Beek, destijds (mede)verantwoordelijk voor het facultaire computergebeuren in het P.C. Hoofthuis. Dat was toen nog iets in de trant van zeven jongens en een nieuwe schuit. Automatisering en letteren verhielden zich tot elkaar als huwelijk en liefde ten tijde van Jacob van Merlant. Die nieuwe schuit was een UNIX computer/SARA terminal. Toen de vakgroep Alfa Informatica zijn intrek nam in het gloednieuwe P.C. Hoofthuis, bleek dat men bij de bouw van dit pand totaal geen rekening had gehouden met computerfaciliteiten! Met als gevolg dat die nieuwe machine al uit de garantie en de support was voordat hij het goed en wel deed…
Het ding werd door (te) weinigen gebruikt, en daar moest maar eens verandering in komen. Harms telefoontje was zo’n poging de doelgroep uit te breiden. Hij vertelde me dat hij mijn naam in een elektronisch tijdschrift was tegengekomen dat via Internet verspreid werd, en of ik misschien geïnteresseerd was? Nou en of! Er werd een afdruk gemaakt op een regeldrukker, en met de nodige moeite – ik was herstellende van twee hoornvliestransplantaties – las ik:
>-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=- >Date: Fri, 13 Nov 92 16:09:15 MET >Reply-To: Elektronische distributielijst voor de neerlandistiek > <NEDER-L@HEARN.BITNET> >Sender: Elektronische distributielijst voor de neerlandistiek > <NEDER-L@HEARN.BITNET> >From: Ben Salemans <U216013@HNYKUN11.BITNET> >Subject: Neder-L, no. 9211.b
> ********************* >*-------------------------- Neder-L, no. 9211.b --------------------------* >| Onderwerpen: | >| =========== | >| (1) Rea: 9211.04: Oudere Nederlandse teksten in electronische vorm | >| (n.a.v. onder meer 9211.02) | >| (2) Rea: 9211.05: Corpora met volledige modern-Nederlandse teksten | >| (n.a.v. 9211.01) | >| (3) Rea: 9211.06: Nederlandstalige teksten in elektronisch formaat | >| (n.a.v. van ondermeer 9211.02) | >| (4) Med: 9211.07: Niet-computergebonden Neder-L-bijdragen ook welkom | >| | >| Neder-L 'mail'-tips: | >| =================== | >| Oude Neder-L berichten opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| >| met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | >| (resultaat: logboek met Neder-L-berichten van juni '92 wordt gestuurd)| >| Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | >*-------------------------- --------------------------* > ********************* >-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=->05 Nov 92 10:00:03 MET >From: 'P. Wackers' <U216002@HNYKUN11.bitnet> >Subject: Rea: 9211.04: Oudere Nederlandse teksten in electronische vorm > (n.a.v. onder meer 9211.02)
> >N.a.v. de vragen over concordanties en over electronische versies van >oudere Nederlandse teksten een aantal opmerkingen. Vergeef me dat ik >niet alle details vermeld -- ik heb geen tijd om ze op te zoeken. > In Nijmegen is de hele Lancelotcompilatie zoals afgedrukt in de editie >Jonckbloet electronisch beschikbaar. Contact opnemen met Ben Salemans, >eventueel met mij (Paul Wackers, u216002@hnykun11.bitnet). > Het hele oeuvre van Hadewijch en Ruusbroec is op diskette beschikbaar. >Ik heb een deel, maar het best kun je contact opnemen met dr. G. de Baere, >Ruusbroecgenootschap, Prinsstr. 13, Antwerpen. > Willem Kuiper van de Vakgroep Nederlands van de UVA 'spaart' electronische >teksten. Hij heeft in ieder geval de Ferguut, Reynaerts historie en ik >dacht Karel ende Elegast, maar hij is er al lang mee bezig dus waarschijnlijk >heeft hij aanzienlijk meer. > Hans Voorbij van de Vakgroep Computer en letteren (of hoe dat dan ook >heet) van de RUU heeft ook pogingen gedaan Nederlandse teksten >bij elkaar te krijgen. Ik weet niet wat hij heeft. > In Groningen hebben ze in ieder geval Van den vos Reynaerde en de Moriaen >helemaal ingetikt. Waarschijnlijk hebben Kuiper en/of Voorbij die ook. >Anders Jacques Tersteeg benaderen (Vakgroep Nederlands RUG, Grote Kruisstr.... > Reynaerts historie is ook via mij te krijgen. We hebben hier ook alle >Middelnederlandse fragmenten met kruisvaartepiek en het eerste boek van >de Gentse Boethiusvertaling van 1485. Die zijn overigens niet vrij, want ze >horen bij dissertatie-onderzoek, maar gerichte vragen kunnen waarschijnlijk >wel beantwoord worden. (De kruisvaartfragmenten "komen vrij" vanaf >19 maart volgend jaar.). We hebben ook een afschrift van het Geraardsbergense >handschrift (Brussel KB 837--845), een collectie korte teksten van allerlei >aard. Dat moet overigens nog een keer gecollationeerd worden. > Ik denk dat Geert Dibbets van de vakgroep hier >een aantal 16e/17e eeuwse spraakkunsten en enkele rederijkerstoneelstukken >beschikbaar heeft (Abrahams Offerhande, Tspel vant Cooren). Indien >nodig wil ik daar wel navraag naar doen. > Ben Salemans pleit al jaren voor een tekstencentrum ten behoeve van de >Neerlandistiek. Als je dit zo bij elkaar ziet, lijkt het belang daarvan >evident. Misschien kan hij zelf kort vertellen hoe het daarmee staat. > >Groeten > >Paul Wackers Vakgroep Nederlands KUN >-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
Ja, een tekstencentrum, een digitale bibliotheek, waarin je de complete Middelnederlandse literatuur – fictie en nonfictie – zou kunnen bevragen, dat leek ook mij een conditio sine qua non voor de vakbeoefening. Ik had het aan den lijve ondervonden. Een eerdere poging om de correcties in het Ferguut-handschrift te doorgronden was niet alleen gestrand op de Ziekte van Pfeifer… Afgesproken met Harm op het PCH, gevolgd door een afspraak met Jeannet Bierling, die mij heeft leren e-mailen en ftp-en op die UNIX terminal. Diezelfde maand nog verscheen mijn eerste Neder-L bijdrage:
>-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
>Date: Tue, 24 Nov 92 14:16 MET
>From: KUIPER@ALF.LET.UVA.NL
>Subject: Rea: 9211.18: Oudere Nederlandse teksten in elektronische vorm
> (n.a.v. onder meer 9211.04)
>
>De vakgroep Alfa-Informatica maakte mij erop attent dat mijn naam op dit
>net circuleerde, gaf mij een afdruk van de Neder-L-boodschappen en vroeg
>me of ik misschien geinteresseerd was in een eigen e-mail adres. Welnu,
>bij deze: KUIPER@ALF.LET.UVA.NL. Ik heb een abonnement op Neder-L
>genomen.
>
>Heel graag zou ik - al was het maar een voorlopige - inventarisatie
>hebben van alle Middelnederlandse teksten, wereldlijk en geestelijk,
>fictioneel en non-fictioneel, die op de computer staan, het liefst in
>MSDOS-formaat, want dan kan ik er thuis mee aan de gang.
>
>Een volgende keer - ik zit hier voornamelijk om te kijken hoe het
>mail-systeem werkt - zal ik een opgave doen van de teksten die ik zelf
>in MSDOS (WordPerfect-5.1-)formaat bezit.
>
>Sommige teksten ben ik bereid met anderen te delen zonder enige
>voorwaarde, andere onder bepaalde voorwaarden, een enkele tekst
>vooralsnog niet. Wat mij betreft is die uitwisseling van teksten
>punt 2. Punt 1 is dat een ieder die teksten aanmaakt c.q. aangemaakt
>heeft, bekend maakt welke teksten hij bezit. Dit als fase 1 in de
>realisatie van DE MIDDELNEDERLANDSE LITERATUUR OP CD ROM. Het moet
>toch mogelijk zijn om binnen vijf jaar de belangrijkste Mnl. teksten
>in computerformaat te hebben.
>
>Ik ben o.a. benieuwd naar een reactie van Hans Voorbij, Vakgroep
>Computer en Letteren RUU.
>
>Willem Kuiper,
>IvN UvA,
>Spuistraat 134,
>1012 VB Amsterdam.
>-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
Hoe het met het tekstencentrum afgelopen is, weten we. Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden heeft in 1998 de CD-ROM Middelnederlands uitgebracht, met daarop het Middelnederlandsch Woordenboek, circa 300 versteksten en circa 100 prozateksten. Een kolossaal corpus dat ik bijna dagelijks raadpleeg en nog altijd vind ik nieuwe dingen, bijvoorbeeld dat Jan van Boendale de enige Middelnederlandse dichter is met de rijmstoplap ‘handelinge’. Een jaar later werd de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren opgericht, en wat daar gebeurt ziet er heel goed uit. Feit is en blijft dat jij, Ben, hierover ruim tien jaar geleden al nagedacht had en het belang ervan hebt ingezien. NWO was toen nog niet zo ver, getuige de afwijzing van je aanvraag een dergelijk centrum op te mogen zetten.
In jouw streven Neder-L uit te laten groeien besloot je elke maand een overzicht te bieden van wat er in de vaktijdschriften gepubliceerd werd. Daarvoor had je excerpisten nodig. Nu was ik in die tijd als redacteur verbonden aan Spektator, tijdschrift voor Neerlandistiek, en in de loop der jaren uitgegroeid van kopijvoorbereider tot de facto eindredacteur. Indien enigszins mogelijk ontving ik de kopij op diskette, ontdeed het bestand van 99 % van alle daarin verwerkte opmaakcodes – dit in verband met de Trabant onder de printers: de 9-naalds matrix – en goot dat in een Spektator lay-out. Op die manier kon de redactie veel beter zien hoeveel kopij er in een aflevering paste, en hoe een optimaal nummer samen te stellen. Het was voor mij dus een kleine moeite jou te bedienen.
Een jaar later wist je me ertoe te verleiden een column voor Neder-L te gaan schrijven. Had ik nog nooit gedaan. Heb er nooit spijt van gekregen. Als columnist raakte ik meer en meer betrokken bij het wel en wee van Neder-L, dus toen NWO – de subsidiegever van Spektator – ons meedeelde dat 1) de subsidie niet gegeven zou worden, dat 2) het concept van een algemeen tijdschrift voor neerlandici huns inziens door de markt volstrekt achterhaald was, toen besloot ik – denkend aan de wijze woorden van mijn judoleraar: beter een goeie groene dan een slechte blauwe – geen redactionele aanspraak te maken op het nieuwe letterkunde tijdschrift dat geboren zou worden uit de letterkunde-redacties van Spektator en De nieuwe taalgids, maar in plaats daarvan mijn diensten aan te bieden aan jouw elektronisch tijdschrift voor de Neerlandistiek. En toen dik een jaar later Dokumentaal, informatie- en communicatiebulletin voor Neerlandici ophield te bestaan, kon ik mijn collega Piet Verkruijsse ertoe bewegen zijn nieuwsgaring in Neder-L voort te zetten.
De afgelopen tijd heb je me regelmatig – zonder ooit te drammen – tevergeefs om een column gevraagd. Niet dat ik er geen zin meer in had, maar als je overdag voor je werk moet schrijven dan ga je niet ’s avonds voor je plezier schrijven: het huis van de schilder staat altijd in de grondverf… Maar ik kan het niet maken in deze jubileum Neder-L geen column te plaatsen. Voor alle duidelijkheid, het onderwerp staat in geen enkele relatie tot de feestelijke gebeurtenis. Integendeel zelfs!
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: Willem Kuiper <willem.kuiper@hum.uva.nl>
Subject: Col: 0206.24: Column Willem Kuiper, no. 57: ende sette haer een lamsoore
============================
Ende sette haer een lamsoore
============================
Nu het Repertorium van het Nederlandse lied tot 1600 in september van het afgelopen jaar officieel opgeleverd is, ben ik op het Meertens Instituut van het oude lied getransfereerd naar de sectie Volksverhalen. (Het liedalbum van Aefgen is dus even bijzaak, totdat de multimediale viewer die ik aan het ontwikkelen ben het doet.) Daar ga ik de Volksverhalenbank (http://www.meertens.nl/databanken/volksverhaal.html) vullen met historisch materiaal, te beginnen met:
$ EEN NYEUWE CLUCHTBOECK, tracteerende van alle staten ende handel der werelt, seer ghenuchlijck [om lesen] ende om een eerlijc gheselscap te verhueghen. Ghenoemen ende overgheset uut een HOOCHDUYTSCHE boeck geheten ‘SCIMP EN ERNST’. Ende oock uuten LATIJNE, te weten HENRICO BEBELIO ende anderen meer, waer in alle eerbaerheyt ende genuchlijcheyt gesocht is, also dat die hoorende oft lesende ooren daer in niet verarghert en sullen worden.
$ Gheprint THANTWERPEN in die CAMMER STRATE /
in die GULDEN FONTEYNE bi my JAN WIJNRIJCX.
$ Met Gratie ende Priuilegie
Het boekje werd gedrukt in 1554, en is zoals de titelpagina vermeldt een vertaling/bewerking van de bundel Schimpf und Ernst van de Elzasser Franciscaan Johannes Pauli, gereedgekomen in 1519, en voor het eerst gedrukt in 1522 door Johannes Grieninger te Straatsburg. Jan Wijnrijcx gebruikte de verbeterde herdruk uit 1533 van diens zoon Bartholomeus Grieninger. Jan heeft zijn voorbeeld flink uitgedund door slechts 249 cluchten af te drukken van de bijna 900 die het origineel, bijlagen inclusief, telt. Wel handhaafde hij de thematische opzet van het origineel, zij het dat hij enkele gevoelige onderwerpen in hun geheel oversloeg. Het woord ‘clucht’ moet literair-historisch verstaan worden, want zoveel valt er niet te lachen. Ons c.q. mijn gevoel voor humor is in de loop der eeuwen nogal veranderd. Maar soms zit er eentje tussen die wél leuk is:
44 (1) Die .XLIIII. cluchte. [?]
Twee boecvercoopers van PARIJS reysde in ENGHELANT. Ende daer waren sy in een herberghe ghelogeert daer eenen geest regneerde. Ende so si tsavonts goet sier ghemaect hadden ende vrolijck gheweest waren, so werden si daer af gewaerschout. Waer ’t sake dat si den geest (GODEFROT-METTEN-LANGEN-TANDEN<1> genoemt) te nacht hoorde, dat si niet verveert wesen en soude, want hi maecten veel gheluyt ende was ghedienstich in huys, maer hi en misdede nymanden niet. Dese cooplieden dit hoorende, maecten goet sier ende waren vrolijck. Ende ginghen tsavonts by malcanderen te bedde. Doen si te bedde waren ende die keerse uut was, so stack d’eene sinen blooten eers ten bedde uut ende liet eenen overluyen scheet, seggende: ‘Dat is voor GOEDEFROT!’ Doen creech hy eenen slach op sinen blooten eers, gelijck oft met een platte hant geslagen hadde geweest. Daerdoor vervaert<2> sijnde, trocken si ’t hooft onder ende dorfden niet een woort kicken.
<1> Godevaert met de Grote Tand: zesde en meest geweldadige van de acht zonen van Melusine, zo genoemd omdat er een tand uit zijn mond groeide gelijkend op de slagtand van een wildzwijn. Volgens de editeurs van de editie een populair spook in Frankrijk.
<2> bang
De herkomst van deze clucht – gerubriceerd onder: Van den boosen geest – is duister. Het zou me niet verbazen als het een inside joke uit de boekenwereld was. Onder het kopje Van den toovernerssen vond ik de volgende over een koopmansvrouw die te graag weten wil wat haar man uitvoert als hij met collega’s op reis is:
76 Die .LXXVL cluchte. [S&E 150]
Veele cooplieden trocken metten anderen wech. Ende des coopmans vrouwe had eenen ouden wijve eenen gulden gegheven, dat si haer leeren soude dat haer man haer na ghinck. Ende sprack hoe dat si wel ghehoort hadde dat men dat wel doen coste. Dat oude wijf leerde haer die conste. Op eenen tijt badt si den man dat si hem<3> haer van sinen wijnbrauwen geven soude. Ende als si hem langhe daerom ghebeden hadde, seyde die man: ‘Ja, ick gae alle saterdach totten barbier, so wil ick eens dat haer houden ende u dat brengen.’ Ende het was die maniere dat men ter selver tijt langhe gehaerde tesschen droech, daer sneedt hi dat haer af. Ende dee ’t in een pampierken ende bracht’ zynder vrouwen. Die cooplieden reden wech. Ende als si des nachts aen die herberghe quamen, hinck hi dye tesse aen dye muer ende setten hem aen die tafele. Dye vrouwe maecten haer dingen vast<4> metten bare. Die tesse begost aen de muer te dansen. Die ander cooplieden seyden: ‘Siet, wat gaet uwer tesschen over.’ Over een wijle dede sy noch selsamer ende spranck van den weech.<5> Die coopman seyde: ‘Doet die duere op, si wilt messchien wederom thuiswaert.’ Die tessche wentelde haer alom, totdat si thuys voor de duere quam rommelde si daer aen. Ende als de vrouwe dat hoorde, liep si terstont aen die duere ende meynde dat haer man daer ware. Ende als si toe sach, so was ’t syn tesse. Doen sach si wel dat si bedroghen was. Ende als ’t dach was, reet die coopman wederom thuys ende sloech de arme vrouwe seer.
<3> (lees) dat hij haar
<4> deed uitvoerig haar kunsten
<5> muur
In dezelfde rubriek nog een arme vrouw:
79 Die .LXXIX. cluchte. [S&E 153]
Voortijts syn scholieren<6> om door die landen gheloopen die geheele netten<7> aen den hals hadden, groote lye<8> bedrieghers. Daer quam een in een huys daer een vrouwe was die haer oogen wee deden. Hi sprack tot haer: woude si hem eenen gulden gheven, so soude hy haer een briefken aen den hals hanghen dat haer geen ooge meer wee doen en soude, so langhe als si dat aen den hals droech. Si en soude ’s oock nyemanden laten sien. Die vrouwe was blijde ende gaf hem eenen gulden. Die scholier gaf haer dat briefken, inghenaeyt, ende hinck haer dat aen den hals. Die vrouwe droech ’t wel dry oft vier jaer aen den hals. Ende als si eens te bichten ginck, vraechde haer die priester oft si gheen wangheloove<9> en hadde. Si seyde dat haer een briefken gegheven was daerin si so heylighe namen aen den hals droech voor dat ooghenwee. Die priester en woude haer niet absolveren,<10> sy en liet hem dat briefken<11> lesen. Als hi dat las, so lachte hi. Doen vraechde die vrouwe waerom dat hi lachten. De priester las ’t dat sy ’t verstont. Doen wasser also in gheschreven: ‘Die hangdief<12> steeckt u dye ooghen uut ende dye duyvel schijt die gaten vol.’ De vrouwe en woude dat niet ghelooven dat also in ’t briefken gheschreven stont ende nam dat briefken ende liet anderen lesen. Doen schuerde sy dat briefken; doen begosten haer die oogen wederom wee te doen.
<6> rondzwervende studenten (vaganten), in de nederlandse literatuur bekend als ‘varende luyden’ of Aernoutsbroeders
<7> uitrusting van ‘varende luyden’
<8> luie (?)
<9> bijgeloof
<10> de zonden kwijtschelden
<11> als zij hem niet … liet
<12> beul
Maar waar ik het over hebben wilde, is deze over een zoon die niet deugt, die zijn moeder met een handgebaar beledigt:
205 Die .CCV. cluchte. [S&E 439]
Te MILANEN was een moeder (dwelcke cortelijcken gheschiet is) die hadde eenen sone die haer gansch ongehoorsaem was. Ende si strafte hem op een mael met woorden. Die soon ghaf synder moeder veel spijtige<13> woorden ende vloecte haer ende sette haer een lamsoore<14> (na ghewoonheyt der WALEN).<15> Die moeder seyde: ‘Nu bidde ic God van den hemel dat ghi die lamsoore aen die galge moet maken.’ Niet lange daerna wert dye sone op een dieverye ghevangen ende uutgevoert ter galghen. Ende yeghelijc liep uut ende woude sien hoe hi die lamsoor maken soude, oft des moeders vloeck oock gheschieden soude. Als hi nu ghehanghen werde, maecte hy dye lamsoor aen die galghe, ende stack sinen duyme tusschen dye twee vinghers.
<13> honende
<14> gebaar – waarbij de duim tussen de vingers wordt doorgestoken – dat als grove belediging gold
<15> Fransen
Wie kent niet het handgebaar waarbij de duim tussen de wijs- en middelvinger door gestoken wordt? In de Zaanstreek waar ik opgroeide, had het gebaar bij mijn weten geen naam en was het obsceen: het stond voor geslachtsverkeer. De moeder reageert furieus op het gebaar en vraagt God in de hemel om haar zoon datzelfde gebaar aan de galg te laten maken; waarmee zij impliciet een doodvonnis over haar zoon afsmeekt! God verhoort haar gebed, want kort daarop wordt de zoon op een heterdaadje betrapt en tot de galg veroordeeld, de gebruikelijke straf voor diefstal. En ja hoor, ze krijgt haar zin: haar zoon maakt als hij opgehangen wordt een lamsoor.
Een raar verhaal. Het is niet des moeders om haar zoon dood te wensen. En waar is ze nu exact zo boos om? De hoogste tijd om het Straatsburger origineel erbij te pakken:
Von Schimpff das 439.
Am Galgen macht er die Feig.Es war zu MEILAND ein Mu<+o>ter, ist kurzlich geschehen, die het ein Sun, der was ir gantz ungehorsam, und sie strafet in uff einmal mit Worten. De Sun gab seiner Mu<+o>ter freveliche Wort und flu<+o>cht ir und zögt ir die Feigen, nach Gewonheit der WAHLEN, da sie den Daumen durch zwen Finger stosen, das heisst ein Feig. Die Mu<+o>ter sprach: ‘Nun wöl Got von Himel. das du die Feig auch müsest an dem Galgen machen!’ Nit lang darnach ward der Sun umb ein Diebstal gefangen und ward ussgefürt an den Galgen. Und lieff jederman hinuss und wolten sehen, wie er an dem Galgen die Feig wolt machen, ob auch der Flu<+o>ch Mu<+o>ter für sich wolt gon. Da er nun gehenckt ward, da macht er die Feigen an dem Galgen und stiess den Daumen durch die zwen Finger. Das hat Brüder BERNHARDINUS DE BUSTIS gesehen, ee er ein Barfüser ward.
Folg Vatter und Mu<+o>ter, nit uneer sie!
De laatste twee zinnen heeft Jan Wijnrijcx onvertaald gelaten, blijkbaar vond hij de naam van de ooggetuige onbelangrijk, en de verwijzing naar het vierde van de tien geboden was kennelijk overbodig, omdat dit waar gebeurde verhaal gerangschikt was onder het kopje Van vader ende moeder. Zoveel is duidelijk dat uit het origineel begrepen kan worden dat de zoon zijn vader en moeder onteerd heeft. Maar waarmee, met zijn grote mond, zijn vervloeking, of met zijn handgebaar? En als het inderdaad het handgebaar is – alles wijst daarop – wat is dan de betekenis ervan? Hier aangeland deed ik een vreemde ontdekking. Het woord lamsoor in deze betekenis is onvindbaar. Het Middelnederlandsch Woordenboek bevat een artikel LAMSORE, maar vermeldt enkel en alleen de betekenis limoenkruid. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal gunt het geen eigen ingang, maar behandelt een aantal vindplaatsen onder LAM:
lamsoor, als scheldnaam (,Gy lams-oor, gy cael bescheet, gy praetjen sonder slot’, OGIER, Seven Hoofts. 118); lamsoor, lammetjesoor en derg., in sommige streken een naam voor de plantensoort Braven Hendrik, Chenopodium bonus Henricus; zie HEUKELS, Ned. Volksn. 63 (,De Al goede, van sommige Goeden Heyndrick oft Lammekens oore geheeten’, DODON. 1102 a; ,De Lamsoor in het wilt Van de schapen seer ghewilt, Eer de cleyne blouwe blomen Op een roock zijn voorghecomen’, HONDIUS, Moufe-schans 306; ,Dit Kruid … (wordt) ook … in ’t Neerduitsch Algoede, en wegens de figuur der Bladen, Lammerkens-Oor geheten’, HOUTTUYN, Nat. Hist. II, 7, 772); lamsooren, 1e. benaming voor Statice Limonium (Ned. Plantenn. 56; verg. HEUKELS, Ned. Volksn. 246); 2e. evenals ’t enkelv. lamsoor een naam voor de jonge bladen van de Zulte, Aster Tripolium (zie a. w. 32); 3e. een naam voor de Smalle weegbree, Plantago lanceolata, terwijl lamsoor ook wordt opgegeven voor de Groote weegbree, Plantago major (zie a. w. 186 volg.)
Wederom de plantaardige betekenis. Aan het scheldwoord lams-oor til ik niet zwaar, dat lijkt me eerder een onschuldige variant van ezelsoor dan een serieuze belediging.
Ondertussen zouden we bijna vergeten dat het woord vijg wél in de gezochte betekenis voorkomt:
VIJG (II) – VIJGE – , znw. vr. Uit it. fica, eig. een aanduiding in de volkst. voor het vrouwelijk schaamdeel (verg. reeds gr. sükon in die bet.), maar vooral gebruikt voor het oorspr. apotropeïsch gebaar (far la fica) dat dit symboliseert: het toonen van de gebalde hand met den duim tusschen wijsvinger en middelsten vinger, als teeken van verachting. Meest in de verb. de vijg geven, toonen of wijzen. Verg. evenzoo sp. hazer la higa, fr. faire la figue. Zie ook N.E.D. op Fig, 2de art., en vooral Handwtb. d. deutschen Aberglaubens op Feige. Niet meer in gebruik. || De vijghe setten oft gheuen. Ostendere medium digitum, ostendere vel porrigere verpum, ostendere medium vnguem, summo contemptu ac ludibrio afficere aliquem, KIL. [1588]. Ecco la fico (sic), ’t geen de Hoogduitschen uitdrukken, de vygen toonen, (is) met den duim tusschen de twee voorste vingeren te steken, een bittere hoon by de Italiaanen, TUINMAN 1, 53 [1726]. _ Die zyn kint in noot laet is wel een boos vader Wech wech Paus vaer, oorsaeck van alle mijn dwalen De vijghe voor v ende uwe Cardinalen, FRUYTIERS, Leg. v. Jan de W. 14 [1575]. Op sijnen bokelaer daer stont verwytelijck, Van dry vingheren een vyghe ghefigureert, HOUWAERT, Gen. Loop H viij r<+o> [<plm> 1590]. En wijst het al de vijgh Dat van het nestien wist en niet de vogels crijgh, MEULEWELS, Timon Misanthr. D 3 v<+o> [1636]. Datse de afbeelding des Paus de vyg getoont, of met de uitgesteeken tong aangeguigcht hadden, GALLITALO, Rabelais 172 [1682]. Deze hand (op zeker kanon afgebeeld) maakt … het teeken ‘de vijg’, een teeken of symbool afkomstig uit Griekenland en Rome en dat in de landen aan de Middellandsche Zee ook thans nog algemeen bekend is. Door dit teeken worden het manlijke en vrouwelijke geslachtsorgaan beide weer gegeven, KOHLBRUGGE in E. Volk 2, 7 [1930].
Opm. De door KILIAAN en zijn navolgers (MELLEMA [1618])) vermelde bet. ‘digitus medius’ van vijg is blijkbaar door hem uit deze uitdr. geabstraheerd; er is geen blijk dat het woord ooit op zichzelf in dien zin gebruikt is.
Wat bezielde de Antwerpenaar Jan Wijnrijcx om van die vijg een lamsoor te maken? Zou hij het woord niet gekend hebben? Kende hij het bewuste gebaar onder de benaming lamsoor? Of vond hij het te grof en bedacht hij een eufemisme? Maar hoe grof is c.q. was het gebaar? Is het wel een obsceniteit, en welke relatie is er met de digitus medius, de ‘fuck you!’ middelvinger? Een dagenlange zoektocht leverde het volgende op:
Het gebaar heeft drie betekenissen: 1) het is gevaar bezwerend (apotropeïsch), maar die betekenis komt hier niet van pas; 2) het is obsceen, maar het is zeer de vraag of die betekenis hier van toepassing is; 3) het is een gebaar waarmee men ultieme onverschilligheid demonstreert. Als ik Internet mag geloven, is deze laatste betekenis dominant. Het gebaar dat onze ‘motherfucker’ maakt, is qua intentie identiek met de uit de Verenigde Staten overgewaaide middelvinger. Wat zijn moeder hem te vertellen heeft, interesseert hem geen ruk. En als hij opgehangen wordt, hoont hij zijn beul(en) en toeschouwers door hen – waar anderen zich net als de Goede Moordenaar bekommeren om hun zieleheil – ondubbelzinnig te laten merken dat het hem helemaal niets doet.
Een zoon als deze, die absoluut niet wil deugen, kom je niet tegen in de Middelnederlandse literatuur. Die is daar veel te pedagogisch voor. Een hele tijd slecht, zoals de uit het Frans vertaalde Robrecht de Duyvel en de mittelniederdeutsche De vorlorne Sone, maar uiteindelijk goed, is regel. Wél kwam ik hem tegen in Helmbrecht (ca. 1275), een bizarre mittelhochdeutschen roman van Wernher der Gärtner, met als hoofdpersoon een boerenzoon die gaat voor het kwaad. Willens en wetens gaat ook deze middeleeuwse Hell’s Angel zijn verdoemenis tegemoet.
Literatuuropgave:
- Een nyeuwe clucht boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling uitgegeven door Herman Pleij, Jan van Grinsven, Dick Schouten en Freddy van Thijn. Muiderberg 1983.
- Johannes Pauli, Schimpf und Ernst. Herausgegeben von Johannes Bolte. Die älteste Ausgabe von 1522. 2 delen. Berlin 1924.
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 21 Jun 2002 02:36:00 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 0206.25: Linguïstisch Miniatuurtje LXXXV: Ben wint
========
Ben wint
========
Dit wordt een ander miniatuurtje dan u gewend bent. Deze keer geen spitsvondige grammaticale redeneringen of vergezochte voorbeelden, maar een nadere reflectie op inhoud en toekomst van deze rubriek. Als we dan toch het hele jubileumnummer met bezinning vullen, dan kan dit er ook nog wel bij.
Wat de invloed van Ben Salemans is geweest op de hele neerlandistiek van rond de laatste millenniumwisseling moeten toekomstige geschiedschrijvers nog maar eens uitmaken (als het vak Geschiedenis van de Neerlandistiek dan nog bestaat). Ik zou graag na mijn pensioen dat proefschrift nog te lezen krijgen. Wat ik nu in elk geval al weet is dat zijn invloed op mijn eigen bezigheden bij nadere reflectie aanmerkelijk is geweest.
In juni 1993 was Ben zo vriendelijk om het idee van een maandelijkse column aan mij toe te schrijven. Hij deed het voorkomen alsof ik dit geheel op eigen initiatief had aangeboden, waarschijnlijk onder de gedachte dat dit scenario meer potentiële andere columnisten over de streep zou trekken. Immers, je ergens voor laten strikken is een minder aanlokkelijk perspectief dan claimen dat je iets kunt, ook al betekenen beide dat je elke maand een stukje zult leveren.
Ik kan me nog redelijk goed herinneren wat mij destijds voor ogen stond bij het schrijven van deze rubriek. En ik weet ook nog dat dat verschilde van wat Ben Salemans in gedachten had. Ik schreef in die tijd al een column in een nieuwsbrief voor de opleiding Taal, Spraak & Informatica, die bedoeld was om studenten te werven. Die column, “Ludolinguistiek” getiteld, had middelbare scholieren als doelgroep. Een rubriek voor Neder-L zou neerlandici tot doelgroep hebben, dacht ik, en dus een niveau hoger kunnen zijn. Alle neerlandici waren namelijk op basisniveau ingeleid in de generatieve grammatica, en kwamen dus overeen met de collega’s met wie ik in de lunch- en koffiepauzes over kleine linguïstische aardigheidjes kon discussiëren.
Dat leek mij wel leuk: een soort schriftelijke koffiepauze voor taalkundigen, waarin een kleine observatie van een paar verschillende kanten kon worden belicht, met een beetje discussie over en weer, gewoon voor de aardigheid. Popularisering van de taalkunde had ik hier nou niet direct mee op het oog.
Achteraf moet ik toegeven dat Ben indertijd het Neder-L-publiek wat beter kon inschatten dan ik. “Maak het nou niet te moeilijk”, zei hij steeds, “Hou het luchtig.” Maar ja, daar was ik dan weer net te eigenwijs voor. Hoezo zou geen neerlandicus een haakjesstructuur met sporen en lege plaatsen kunnen lezen?
Inmiddels heb ik mijn denkbeelden ten aanzien van de doelgroep wel wat bijgesteld, en wel in de richting van wat Ben destijds voor ogen stond. Niet alleen is het lezerspubliek van Neder-L aanmerkelijk gegroeid en daardoor verbreed, ik merk ook dat zelfs de doorgewinterde taalkundigen over het algemeen juist reageren op die stukjes die het meest gelezen worden. Zoals mijn beroemde seks-column, waarop ik veel reacties mocht ontvangen. Zelfs grammatici die op andere – linguïstisch veel interessantere – miniatuurtjes nooit reageerden, stuurden mij een mailtje waarin ze zeiden dat ze dit zo’n leuk stukje hadden gevonden. Waarmee het gelijk van Ben Salemans maar weer eens op overtuigende wijze was aangetoond.
Daar moet ik aan toevoegen dat popularisering van de taalkunde mij in de loop van de jaren ook wel wat is gaan lijken. Als ik in dat opzicht een ding geleerd heb, dan is het wel dat daar nog veel mooi werk te verrichten is. En dat dat werk door de meeste van mijn collega’s schromelijk verwaarloosd wordt. Ik heb meer dan vijftien jaar geleden de Leidse hoogleraar Wagenaar wel eens in een televisie-interview horen beweren dat je van je hele onderzoekstijd zo ongeveer 50% zou moeten besteden aan het populariseren van je onderzoeksresultaten. Dat klinkt overdreven, maar de gedachte die daarachter zit is: je kunt nog zo iets leuks te vertellen hebben, als je geen moeite doet om het te verkopen dan is het gedoemd in de vergetelheid weg te zinken.
Frank Jansen heeft in een optimistisch Neder-L-artikel uit 1998 wel eens een lans gebroken voor meer popularisering van de taalkunde. Je moet het zo kunnen vertellen dat je toehoorders aan het ontbijt de marmelade van hun toost laten vallen (de marmeladetest). Ja, kunst! Maar hoe doe je dat? Dat zou ik wel eens willen weten. Goed, seks, dat snap ik, maar dat werkt ook maar eventjes. Bovendien leidt het de aandacht af van waar het om gaat.
In die tijd ontstond ook Studio Taalwetenschap, dat zich richtte op het dichten van de kloof tussen taalkundigen en populaire media. Dat heeft allemaal wel wat opgeleverd, maar het is niet dat grote succes geworden dat ervan verwacht werd. Waar ligt dat aan? Aan de mensen die de taalwetenschappers blijven zien als de grote fatsoensrakkers die de hele dag niets beters te doen hebben dan allerlei vervelende regeltjes maken waar ze de argeloze taalgebruikers mee op de vingers kunnen tikken? Het is toch om radeloos van te worden.
Het gevolg is ondertussen wel dat universitaire opleidingen Taalwetenschap een kwijnend bestaan lijden, met minder dan 10 nieuwe studenten per jaar. En bij de talenopleidingen kiest maar een enkeling voor de taalwetenschappelijke richting, zodat het gehalte aan taalkundigen onder de nieuwe docenten almaar daalt, met alle gevolgen voor de studiekeuze van de schoolverlaters van dien. Schooldecanen verzekeren mij dat de naam “taalwetenschap” inmiddels zo besmet is, dat we onszelf beter “language sciences” kunnen noemen. Daar laten dan misschien meer leerlingen zich door misleiden.
Zo ver is het dus gekomen. Liegen en bedriegen om het vak aan de man te brengen. Meer seks in de titels, de lezers verleiden met sappige onderwerpen, en vooral geen moeilijke termen of boomdiagrammen. Goed, in dat geval geef ik mij gewonnen. Dan maar geen leuke koffiepauzeminiatuurtjes. Dan maar zwoegen op de popularisering zelf. Ben heeft gelijk. Volgende maand: minimalistisch(e) paren onder de boomstructuur.
Peter-Arno Coppen
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0206.b --------------------------*
Laat een reactie achter