Subject: | Neder-L, no. 0211.b en 0211.c (tijdschriftenoverzicht) |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sat, 30 Nov 2002 23:54:47 +0100 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Elfde-jaargang----------- Neder-L, no. 0211.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0211.19: Evenementenagenda Beijers, di 10 en wo 11 december | | 2002 (Utrecht) | | (2) Vac: 0211.20: Vacature voor twee aio's bij het VIDI-project | | 'Derivations and Evaluations' (generatieve syntaxis) | | aan de Universiteit van Tilburg (deadline: wo 15 | | januari 2003) | | (3) Med: 0211.21: Med: 0211.21: Overleden: Gust Gils (1924-2002); Jan | | Wieger Steenbeek (1927-2002); Cornelis (Kees) | | Simhoffer (1934-2002); Margreet Reiss (1914-2002); | | Boudewijn Buech (1948-2002) | | (4) Med: 0211.22: KB Den Haag ontvangt belangrijk clandestien drukwerk | | (5) Med: 0211.23: Vereniging Het Bilderdijk-Museum: jaarvergadering en | | lezingen over Bilderdijk en Napoleon op za 14 | | december 2002 te Amsterdam | | (6) Med: 0211.24: Genomineerden literaire jongerenprijs De Inktaap | | bekend; prijsuitreiking op zo 16 maart 2003 | | (7) Med: 0211.25: Lezing Kerstin Wiedeman over George Sand en de Duitse | | vrouwenliteratuur in de negentiende eeuw op ma 16 | | december 2002 te Amsterdam | | (8) Lit: 0211.26: Te verschijnen: Chris de Zoeten. Ander water. Een | | herlezing van Gerard Reves De avonden. (Leiden, 2003) | | (9) Lit: 0211.27: Pas verschenen: Speciaal nummer Nederlandse | | Taalkunde, 7: 'Parsers voor het Nederlands' | |(10) Lit: 0211.28: Pas verschenen: Wenzel, Veronika. Relationelle | | Strategien in der Fremdsprache Pragmatische und | | interkulturelle Aspekte der niederlaendischen | | Lernersprache von Deutschen. (Muenster, 2002) | |(11) Lit: 0211.29: Morfologiedagen 2002 op do 12 en vr 13 december 2002 | | te Amsterdam | |(12) Rea: 0211.30: Respect voor de lezer. Reactie van Jac Aarts op: Marc | | van Oostendorp, De nederlandse spellingschaos | | (Neder-L 0211.02) | |(13) Ten: 0211.31: Tentoonstelling 'Boudewijn Buech (1948-2002), Werther | | in Leiden' tot za 4 januari 2003 te Leiden | |(14) Ten: 0211.32: Tentoonstelling 'Gedrukt in Amsterdam voor | | immigranten' t/m vr 31 januari 2003 te Amsterdam | |(15) Col: 0211.33: Linguistisch Miniatuurtje LXXXIX: Ubi bene, ibi | | grammatica | | | |-------------------------- Neder-L, no. 0211.c --------------------------| | | |Maandelijks tijdschriftenoverzicht | |================================== | |(16) Tyd: 0211.34: Onze Taal, jrg. 71, no. 10, oktober 2002 | |(17) Tyd: 0210.35: Onze Taal, jrg. 71, no. 11, november 2002 | |(18) Tyd: 0210.36: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | |(19) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- ---------30-november-2002-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Don 28-nov-02 18:28
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0211.19: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
UTRECHT, J.L. Beijers b.v., Achter Sint Pieter 140.
Boekenveiling, dinsdag 10 en woensdag 11 december 2002, telkens om 14.00 en 19.00 uur.
- Auctie van 1943 nommers op het gebied van Nederlandse en Vlaamse literatuur (o.a. Couperus, Verwey), een bijzondere collectie Dickens en bibliografie (dinsdagmiddag); geografie, atlassen en kaarten uit de collectie van prof. dr. ir. C. Koeman (dinsdagavond); kinder- en jeugdliteratuur (woensdagmiddag); antiquarische boeken (woensdagavond). Kijkdagen: vrijdag 6 en zaterdag 7 december van 10.00-17.00 uur; maandag 9 december van 10.00-13.00 uur. Inlichtingen: +31 (0)30-2310958, fax 2312061, e-mail: beijers@mail.com.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 27 Nov 2002 10:18:53 +0100
From: Hans Broekhuis <hans.broekhuis@uvt.nl>
Subject: Vac: 0211.20: Vacature voor twee aio's bij het VIDI-project 'Derivations and Evaluations' (generatieve syntaxis) aan de Universiteit van Tilburg (deadline: wo 15 januari 2003)
============================================
Vacant Position at the University of Tilburg
============================================
The Faculty of Arts at the University of Tilburg (The Netherlands) announces one or, provided that the budgetary conditions are met, two full-time positions for a PhD student. These positions are connected to the VIDI-project “Derivations and Evaluations” (vacancy number 810.02.17). Starting date of the positions is September 1, 2003.
The VIDI-project “Derivations and Evaluations” aims at showing that the two dominant frameworks in generative syntax, the Minimalist Program and Optimality Theory, which are generally seen as incompatible and competing approaches to language, can be fruitfully combined within one overall theory of grammar. We are looking for PhD students who, in collaboration with the other researchers, are willing to participate in this project. The domain of investigation is the clause, which has been divided into the left and right periphery and the middle field; the two PhD-students will investigate phenomena in respectively the left and the right periphery. See http://fdlwww.kub.nl/~broekhui/vacature/vacant%20position.htm for a more detailed description of the project/subprojects.
The PhD.-students will be affiliated to the Models of Grammar group at the University of Tilburg. As members of this group, the students will also be part of the Dutch Research School in Linguistic (LOT) and participate in the Summer and Winter schools organized by it. The students will also be trained in the Minimalist Program, Optimality Theory and the Derivation and Evaluation model by the leader of the research group. After four years, the PhD.-projects should result in a doctoral thesis.
Requirements:
- The ability and willingness to participate in a team is a prerequisite.
- A thorough training in generative syntax: knowledge of the minimalist program and/or Optimality Theory is a recommendation.
- Affinity with the empirical domains mentioned in the project description.
Salary:
The selected candidate will get a four year contract (full-time) as a PhD.-student. The salary will be EUR 1.586 at the start of the project and increases to EUR 2.151 in the fourth year.
Applications:
Applicants should include a curriculum vitae, a short description of the contribution (s)he thinks (s)he can make to the project, a sample of his/her linguistic work, and the names of three referents in their written application. The application has to be received by January 15, 2003, to:
Tilburg University, Arts Faculty
Drs. O. Zweekhorst, Faculty Director
Room U 40
P.O. Box 90153
5000 LE Tilburg
The Netherlands
Or by email: solliciterenFDL@uvt.nl
More detailed information on these PhD positions (and on the VIDI-project) can be obtained from Hans Broekhuis (hans.broekhuis@uvt.nl or 013 – 466 2971). See also http://fdlwww.kub.nl/~broekhui/vacature/vacant%20position.htm
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Don 28-nov-02 18:28
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Med: 0211.21: Overleden: Gust Gils (1924-2002); Jan Wieger Steenbeek (1927-2002); Cornelis (Kees) Simhoffer (1934-2002); Margreet Reiss (1914-2002); Boudewijn Buech (1948-2002)
=========
Overleden
=========
Op 11 november 2002 overleed de dichter en prozaschrijver Gust Gils (* 20 augustus 1924 te Antwerpen). Gils was redacteur van Gard Sivik en Podium en een zeer productief auteur van tientallen bundels gedichten en verhalen, waaronder de absurdistische bundels ‘Paraproza’ en de verzamelbundels ‘Afschuwelijke roze yogurtman: gedichten, 1969-1971’ (1972) en ‘Mijn plichtvergeten werk: retrospektieve keuze’ (1994). Gils ontving in 1960 de Dirk Martens-prijs en in 1966 de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs. Zie voor verdere bio- en bibliografische bijzonderheden ook: http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php3?id=gils003
Op 18 november 2002 overleed te Amersfoort de neerlandicus drs. Jan Wieger Steenbeek (* 30 mei 1927 te Dorkwerd). Steenbeek, jarenlang medewerker bij neerlandistiek aan de Universiteit Utrecht, publiceerde op het terrein van de renaissance-letterkunde (artikelen over o.a. Huygens, de twaalf Sonnetten van de Schoonheyt, Jan Luyken) en de literatuurdidactiek. Uit 1964 dateert zijn medewerking aan de bibliografie ‘Italiaanse boeken in het Nederlands vertaald (tot 1800)’ van J.Th.W. Clemens. Samen met Drop en Van Gestel publiceerde hij een kleine literatuurgeschiedenis ‘Raamwerk’ en de serie ‘Variaties op een thema: een Nederlandse literatuurmethode’ met in ieder deel de behandeling van een thema. Samen met Drop schreef hij deel 1 van ‘Indringend lezen’ over de close reading van poezie.
Op 20 november 2002 overleed te Maastricht de dichter, proza- en toneelschrijver Cornelis (Kees) Wilhelmus Simhoffer (* 8 april 1934 te ‘s-Gravenhage). Simhoffer was jarenlang leraar aan een opleiding voor kleuterleidsters in Maastricht. Als PEN-bestuurder voerde hij actie voor schrijvers die gevangen gezet waren of verbannen. Hij debuteerde met de verhalenbundel ‘Een been onder het zand’ (1967), publiceerde in de Bladen voor de Poezie de dichtbundel ‘Woorden van aarde’ (1965) en het jeugdtoneelstuk ‘De torenflat van Babel’ (1971). Hij kreeg de Vijverberg-prijs voor zijn roman ‘Een geile gifkikker’ (1973); daarna verschenen o.a. nog ‘De knijpkat’ (1971) en ‘De apotheek van Hippocrates’ (1992). In 2002 verscheen een door hemzelf samengestelde bloemlezing uit zijn werk onder de titel ‘De erfenis van Esther’. Zie voor verdere bio- en bibliografische bijzonderheden ook: http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php3?id=simh001
Op 21 november 2002 overleed de kinderboekenschrijfster Margreet Reiss (* 28 april 1914). Samen met Jan de Vries is zij de auteur van de Maartje-serie met titels als ‘Maartje de Wit’, ‘Maartje vraagt de aandacht’, ‘Maartje ziet spoken’, ‘Maartjes wilde haren’, ‘Mevrouw Maartje’, ‘Maartje met volle zeilen’, ‘Maartje en de praktijk’ en ‘Maartje en Maartje’. Margreet Reiss was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Op 23 november 2002 overleed te Amsterdam de germanist, neerlandicus, dichter, schrijver en radio- en tv-presentator drs. Boudewijn Maria Ignatius Buech (* 14 december 1948 te ‘s-Gravenhage). Buech debuteerde met de dichtbundel ‘Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs’ (1976). Zijn eerste roman is ‘De blauwe salon’ (1981), zijn eerste essaybundel ‘Eilanden’ (1981). Het grote publiek kent hem als auteur van ‘De kleine blonde dood’ (1985), als presentator bij de VARA van het boekenprogramma ‘Buech’ en het reisprogramma ‘De wereld van Boudewijn Buech’ en van zijn optreden de laatste paar jaar bij Barend en Van Dorp waar hij curieuze boeken en voorwerpen toonde uit zijn gigantische bibliomane collectie. Zijn bibliografie vermeldt nogal wat titels die het niet verder gebracht hebben dan voornemens; wel kunnen binnenkort nog de roman ‘Het geheim van Eberwein’, de dichtbundel ‘Rimbaud, Rimbaud’ en het boekenweekessay ‘Zingende botten’ verwacht worden. Zie voor verdere uitgebreide bio- en bibliografische informatie: http://www.boudewijnbuch.net/.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Don 28-nov-02 18:28
From: Gea Schelhaas <Gea.Schelhaas@kb.nl>
Subject: Med: 0211.22: KB Den Haag ontvangt belangrijk clandestien drukwerk
====================================================
KB Den Haag ontvangt belangrijk clandestien drukwerk
====================================================
De Koninklijke Bibliotheek heeft onlangs een bijzonder geschenk ontvangen. De heer AJ Eschauzier, verwoed verzamelaar van clandestien drukwerk uit de Tweede Wereldoorlog, schonk de KB de pas door hem verworven uitgave van De Chassidische Legenden, in 1942-1943 gedrukt door de befaamde Groningse kunstenaar en drukker Hendrik Nicolaas Werkman.
De Chassidische Legenden is de belangrijkste uitgave van ‘De Blauwe Schuit’, het uitgeverscollectief dat mede door Werkman werd opgericht tijdens de bezetting. De uitgave bestaat uit twee ‘suites’ van elke tien prenten en geldt als een van de mooiste grafische voortbrengselen van de twintigste eeuw. Onder uiterst moeilijke omstandigheden voltooide Werkman in december 1943 de tweede suite met gebruikmaking van diverse druktechnieken, waarbinnen de door hem tot technische perfectie gebrachte sjabloontechniek een dominante plaats inneemt. Hoewel elke prent in een oplage van 20 exemplaren werd vervaardigd, vertonen ze door het sterk handmatige karakter van het drukprocede toch telkens kleine en grotere verschillen. Zij vormen illustraties bij de door Martin Buber verzamelde volksvertellingen die de Oosteuropese joden in hun ellendige omstandigheden troost en religieuze inspiratie boden.
De Chassidische Legenden is het absolute hoogtepunt in het oeuvre van Werkman. Niet alleen door de zeldzaamheid, maar vooral door de suggestieve kracht van de prenten en het verhaal achter de totstandkoming in de dramatische oorlogstijd. Op verdenking van clandestiene activiteiten werd Werkman door de Duitsers opgepakt en zonder vorm van proces in april 1945 gefusilleerd.
Het was voor Eschauzier een bijzonder moment toen hij het enige exemplaar dat nog in particulier bezit was, kon verwerven. Het was eigendom van Ate Zuithoff, de laatste nog levende ‘schipper’ van de Blauwe Schuit. Vervolgens deed hij iets waar een verzamelaar maar zelden toe overgaat: in de overtuiging dat zo’n kunstwerk te mooi en te belangrijk is om een verborgen bestaan in een prive-verzameling te leiden, schonk hij het aan de Koninklijke Bibliotheek. Bovendien stelde hij de uitgever Egbert Forsten in de gelegenheid er een schitterende facsimile van te maken.
De KB is in het bezit van een rijke collectie clandestiene en illegale publicaties uit de Tweede Wereldoorlog. De boeken zijn vaak politiek geengageerd maar er zijn ook meer bellettristische werken. Gezien de beperkingen die de Duitsers oplegden werden de boeken merendeels in kleine oplage en onder moeilijke omstandigheden vervaardigd. Hendrik Nicolaas Werkman geldt als een van de belangrijkste kunstenaars/drukkers uit die periode. Tot op heden was er geen enkel exemplaar van de Chassidische Legenden in een Nederlandse bibliotheek te vinden. De KB is Eschauzier, oud-voorzitter van de Vereniging Vrienden van de Koninklijke Bibliotheek, voor dit in alle opzichten kostbare geschenk dan ook bijzonder dankbaar.
Gea Schelhaas
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 19 Nov 2002 21:19:31 +0000
From: Jan Noordegraaf <j.noordegraaf@let.vu.nl>
Subject: Med: 0211.23: Vereniging Het Bilderdijk-Museum: jaarvergadering en lezingen over Bilderdijk en Napoleon op za 14 december 2002 te Amsterdam
=====================================
Jaarvergadering Het Bilderdijk-Museum
=====================================
Vereniging Het Bilderdijk-Museum Secretariaat: Fokkerlaan 36, 1185 JC Amstelveen, tel. 020-6454368.
*---------------------------------------------------* | | | Invitatie voor de jaarlijkse ledenvergadering met | | | | 'Lezingen over Bilderdijk en Napoleon' | | | | zaterdag 14 december 2002 | | | *---------------------------------------------------*
Plaats: studiezaal van de Afdeling Handschriften en Oude Drukken op de eerste etage van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam.
Te bereiken met het openbaar vervoer: van Station Amsterdam-Centraal, Amsterdam-Amstel en Amsterdam-Zuid/WTC met sneltram 51 of tram 5 (halte VU), van Station Sloterdijk met metro 50 (halte Amsterdam-Zuid/WTC, op circa zeven minuten loopafstand van de VU).
Te bereiken met de auto: uit alle richtingen A10 (Ring Amsterdam), afslag Amstelveen (S-108).
Ook niet-leden zijn welkom.De zaal is om 9.45 uur open.
AGENDA
9.45 uur ontvangst
————————————
Lezingen over Bilderdijk en Napoleon
————————————
10.15 uur Drs. M. van Os: ‘Napoleon en de beeldvorming over zijn persoon’
Michiel van Os heeft zich als docent aan de Vrije Universiteit gedurende vele jaren met de Franse Revolutie bezig gehouden, en in dat kader had ook de persoon van Napoleon zijn aandacht.
10.45 uur Drs. A.M. Geerts: ‘Napoleon op spotprenten’
Ton Geerts is kunsthistoricus en auteur van de ‘Catalogus van kunstvoorwerpen in het bezit van het Bilderdijk-Museum’.
11.00 uur Vragen, waarna pauze met gelegenheid tot museumbezoek en aanschaf van Bilderdijk-studies, -tekstuitgaven en -bustes.
11.20 uur Drs. P. Gerbrandy: declamatie van Bilderdijks ‘Napoleon, Ode’
Piet Gerbrandy is classicus en vertaler van Quintilianus’ handboek tot de welsprekendheid: ‘De opleiding tot redenaar’.
11.30 uur Dr. H.J. van Dam: ‘De antieke, en vooral Neolatijnse, ode op de vorst’
Harm-Jan van Dam houdt zich als docent aan de Vrije Universiteit bezig met klassieke Latijnse en met Neolatijnse teksten: hij editeerde Grotius, en werkte aan Erasmus, Janus Secundus en Heinsius.
12.00 uur Dr. J.P. Gu’epin: ‘Bilderdijks enthousiasme in zijn Ode aan Napoleon en de kosmische vlucht van de dichter’
Jan Pieter Guepin, classicus, comparatist, werkte aan de Universiteit van Leiden en is onder veel meer bekend als auteur van literair-wetenschappelijke, alsook van meer literaire essays.
12.30 uur Vragen, waarna een korte pauze
12.50 uur Algemene Ledenvergadering
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 22 Nov 2002 09:21:24 +0100
From: Nannette Groenendal <ngroenendal@ntu.nl>
Subject: Med: 0211.24: Genomineerden literaire jongerenprijs De Inktaap bekend; uitreiking op zo 16 maart 2003
=======================================================
Genomineerden literaire jongerenprijs De Inktaap bekend
=======================================================
Afgelopen zaterdag zijn de genomineerden voor de literaire jongerenprijs de Inktaap bekend gemaakt. Het zijn:
- Siegfried – Harry Mulisch
- De mensheid zij geprezen – Lof der Zotheid Arnon Gruenberg
- Een soort Engeland – Robert Anker
- Memoires van een luipaard – Peter Verhelst
De nominaties werden bekendgemaakt tijdens de docentenbijeenkomst Het Schoolvak Nederlands die op 15 en 16 november plaatsvond in Gent. Zo’n 1000 scholieren uit Nederland en Vlaanderen zullen de komende tijd bepalen welk van de vier genomineerde boeken de Inktaap verdient. Tachtig scholen voor secundair onderwijs stellen daarvoor een jury samen van ongeveer 15 scholieren.
Het gaat hier om boeken die in 2001 zijn verschenen en hoog genoteerd zijn voor de AKO-prijs, de Libris-prijs en/of de Gouden Uil. De vier nominaties zijn tot stand gekomen door middel van een puntensysteem. Een vermelding op de longlist van een van de drie literaire prijzen levert 1 punt op, op de shortlist 2 punten. Voor het winnen van een van de drie literaire prijzen krijgt een boek 5 punten.
De jonge juryleden hebben tot maart de tijd om de boeken te lezen en te beoordelen. Ondertussen kunnen zij met medejuryleden uit Nederland en Vlaanderen over de boeken discussieren via een speciale website http://www.inktaap.nl of http://www.inktaap.be.
Op 16 maart is er een feestelijke slotdag waar de deelnemende scholieren de schrijvers van de genomineerde boeken kunnen ontmoeten. Daar wordt het winnende boek bekend gemaakt en de Inktaap 2003 uitgereikt aan de winnende auteur.
De Inktaap is een initiatief van de Nederlandse Taalunie, CANON Cultuurcel van het departement Onderwijs en de administratie Cultuur van het departement WVC van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en Stichting Lezen (Nederland). Het project wordt uitgevoerd door Stichting Bulkboek (Amsterdam) en vzw Villanella (Antwerpen).
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 14 Nov 2002 16:40:31 +0100
From: Suzan van Dijk <suzanvandijk@freeler.nl>
Subject: Med: 0211.25: Lezing Kerstin Wiedeman over George Sand en de Duitse vrouwenliteratuur in de negentiende eeuw op ma 16 december 2002 te Amsterdam
===========
George Sand
===========
De halfjaarlijkse bijeenkomst van de Cercle George Sand in het Maison Descartes vindt deze keer plaats in samenwerking met het Goethe Institut.
Op maandag 16 december 2002 om 20.00 uur wordt in het Maison Descartes (Amsterdam, ingang Prinsengracht 644 A) een lezing gehouden door Kerstin Wiedemann, auteur van ‘Zwischen Irritation und Faszination. George Sand und ihre Deutsche Leserschaft’, diss. Heidelberg/Parijs 2000. Titel van de lezing is: ‘George Sand et la litterature feminine en Allemagne au 19e siecle. (George Sand und die deutsche Frauenliteratur im 19. Jahrhundert.)’
Alle belangstellenden zijn welkom.
Voertaal: Frans (en Duits).
Toegangsprijs: EUR 3,50.
Inlichtingen:
Maison Descartes: +31 (0)20-531.95.00.
Suzan van Dijk (Cercle George Sand): suzanvandijk@freeler.nl.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 28 Nov 2002 10:02:16 +0100
From: B.P.M. Dongelmans <B.P.M.Dongelmans@let.leidenuniv.nl>
Subject: Lit: 0211.26: Te verschijnen: Chris de Zoeten. Ander water. Een herlezing van Gerard Reves De avonden. (Leiden, 2003)
=============================================
Te verschijnen: nieuwe analyse van De avonden
=============================================
Chris de Zoeten, Ander water. Een herlezing van Gerard Reves De avonden. Leiden: Stichting Neerlandistiek Leiden, 2003. SNL-reeks 10. 124 pp. Prijs: EUR 15,95. ISBN 90-807276-2-8.
Eind januari 2003 verschijnt deel 10 van de SNL-reeks van de Stichting Neerlandistiek Leiden, geschreven door Chris de Zoeten: ‘Ander water. Een herlezing van Gerard Reves De avonden’. Toen Gerard Reve de P.C. Hooftprijs 1968 ontving, merkte hij in zijn dankwoord op, dat de critici over zijn debuutroman eigenlijk nog steeds geen zinnig literair oordeel hadden gegeven. De vele publicaties die sindsdien aan ‘De avonden’ zijn gewijd, hebben daarin weinig verandering gebracht. De meeste onderzoekers hebben in het boek nauwelijks een zich ontwikkelend verhaal kunnen ontdekken, het positieve slot wordt niet verklaard, de dromen wachten nog op een volledige interpretatie en al met al is niet echt duidelijk geworden wat er in de roman gebeurt en wat daarvan de betekenis is. Chris de Zoeten laat in ‘Ander water’ zien dat we ‘De avonden’ beter kunnen begrijpen via een grondige analyse van de verteltechniek. De roman blijkt dan veel hechter gestructureerd te zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Er is een aanwijsbare voortgang in het verhaal, de personages hebben duidelijk te onderscheiden functies, de dromen worden in hun context redelijk toegankelijk, en bovenal wordt de psychologische ontwikkeling van Frits van Egters gedocumenteerd, zijn gang van verlamming naar beweging. Zo blijkt de status van ‘De avonden’ als een van de klassieke romans van onze moderne letterkunde nog steviger gefundeerd te zijn dan tot nu toe werd aangenomen.
Chris de Zoeten (1934) werkte als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs.
In de donkere dagen van december is dit boek een aanrader om te bestellen! De eerste 111 exemplaren van de oplage zijn genummerd; de nummers 20 tot en met 111 zijn verkrijgbaar voor EUR 19,- per ex. Exemplaren zijn te bestellen door overmaking van EUR 15,95 c.q. EUR 19,- op postgirorekening 3881447 t.n.v. Stichting Neerlandistiek Leiden, Postbus 9515, 2300 RA Leiden o.v.v. Reve. Uw bestelling wordt u dan – na verschijning – zonder verdere kosten toegestuurd. Zijn de genummerde exemplaren uitverkocht, dan ontvangt u automatisch een ongenummerd exemplaar. Het te veel betaalde wordt teruggestort. U kunt dit boek ook via uw boekhandel bestellen.
De reeks van de Stichting Neerlandistiek te Leiden is een serie publicaties op het terrein van de Nederlandse taal- en letterkunde, onder redactie van B.P.M. Dongelmans en K.J.J. Korevaart. Alle correspondentie betreffende de SNL-reeks, inclusief bestellingen en abonnementen, is te richten aan: B.P.M. Dongelmans, Opleiding Nederlandse taal- en cultuur, Universiteit Leiden, Postbus 9515, 2300 RA Leiden (of: b.p.m.dongelmans@let.LeidenUniv.nl; zie voor informatie over de totale reeks: http://www.LeidenUniv.nl/Dutch/Nieuws/SNL.html; voor informatie over deel 10: k.j.j.korevaart@kunsten.LeidenUniv.nl).
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 29 Nov 2002 13:18:44 +0100
From: Marijke Mooijaart <mooijaart@inl.nl>
Subject: Lit: 0211.27: Pas verschenen: Speciaal nummer Nederlandse Taalkunde, 7: 'Parsers voor het Nederlands'
==============
Pas verschenen
==============
Als speciaal nummer van Nederlandse Taalkunde is zojuist verschenen:
Parsers voor het Nederlands.
Het themanummer bevat vier artikelen over ontleedmachines voor het Nederlands, zoals die eerder tijdens een LOT-winterschool in 2001 zijn besproken door Peter-Arno Coppen, Ton van der Wouden, Gosse Bouma en Crit Cremers. Deze docenten en hun medeauteurs beschrijven achtereenvolgens de Nijmeegse parser Amazon, de syntactische annotatie voor het CGN, de Alpino-grammatica en de parser Delilah. In een algemene inleiding bespreken Peter-Arno Coppen en Crit Cremers de verhouding tussen taalkunde en technologie, de stand van zaken in het parseeronderzoek en perspectieven voor de toekomst.
Voor het bestellen van dit themanummer, en voor abonnementen op Nederlandse Taalkunde, kan men terecht bij e-mail info@vangorcum.nl of www.vangorcum.nl.
Gegevens: Nederlandse Taalkunde 7, themanummer ‘Parsers voor het Nederlands’ (2002), 4; ISSN 1384-5845.
Prijs los nummer EUR 11,50.
Marijke Mooijaart
redactiesecretaris Nederlandse Taalkunde
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 27 Nov 2002 11:55:22 +0100
From: Agenda Verlag <agenda-Verlag@t-online.de>
Subject: Lit: 0211.28: Pas verschenen: Wenzel, Veronika. Relationelle Strategien in der Fremdsprache Pragmatische und interkulturelle Aspekte der niederlaendischen Lernersprache von Deutschen. (Muenster, 2002)
==============
Pas verschenen
==============
Wenzel, Veronika. Relationelle Strategien in der Fremdsprache Pragmatische und interkulturelle Aspekte der niederlaendischen Lernersprache von Deutschen. 320 Seiten. ISBN: 3-89688-149-3, Kt. EUR 29,90. Agenda Verlag, Muenster, 2002; http://www.agenda.de
Auch wenn man sich in einer Fremdsprache recht gut verstaendigen kann, erscheint das Gesagte oft nicht ganz stimmig. Ungewollt drueckt man Dominanz aus und signalisiert zu wenig Kooperationsbereitschaft und Verbundenheit. Dabei ist die Sprecher-Hoerer-Beziehung entscheidend fuer das Gelingen von Gespraechen und Verhandlungen.
Veronika Wenzel analysiert in ihrer empirischen Studie die pragmatischen und interkulturellen Faehigkeiten von Deutschen, die spontane Gespraeche auf Niederlaendisch fuehren. Mit konversationsanalytischen Methoden deckt die Autorin relationelle Strategien der Lerner auf und vergleicht sie mit denen von Niederlaendern. Es wird deutlich, dass es neben lernertypischen Merkmalen auch kulturelle Unterschiede im argumentativen Stil gibt, die fuer stereotype Fremdbilder vom “lockeren Niederlaender” und “humorlosen Deutschen” sorgen.
Autor(en)/Herausgeber; Author(s)/Editor(s): Veronika Wenzel arbeitet im Institut fuer Niederlaendische Philologie an der Universitaet Muenster. Sie lehrt und forscht im Bereich der niederlaendischen Sprachwissenschaft und der Didaktik des Niederlaendischen.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 28 Nov 2002 12:26:20 +0100
From: Marc van Oostendorp <marc.van.oostendorp@meertens.knaw.nl>
Subject: Lit: 0211.29: Morfologiedagen 2002 op do 12 en vr 13 december 2002 te Amsterdam
====================
Morfologiedagen 2002
====================
De Morfologiedagen zijn traditioneel een ontmoetingsplaats voor alle Nederlandstalige morfologen. De Morfologiedagen 2002 worden georganiseerd door de onderzoeksgroep Variatielinguistiek van het Meertens Instituut. Zij vinden plaats op 12 en 13 december a.s. Graag nodigen we alle collega-morfologen uit het Nederlandse taalgebied uit om aan deze dagen deel te nemen.
Anders dan bij voorafgaande morfologiedagen, wijden we dit jaar ‘e’en dag aan een speciaal thema. De tweede dag is thematisch vrij. Een compleet programma, met abstracts, vindt u op http://www.meertens.nl/agenda/021212.html. Een en ander zal plaatsvinden op het Meertens Instituut. Deelname is gratis. Op donderdagavond zullen we bij voldoende belangstelling een genoeglijk diner in de stad organiseren; op donderdag- en vrijdagmiddag is er een borrel.
Donderdag 12 december 2002;
thema: Morfologische microvatie van het Nederlands
Vanaf 9.30 Ontvangst
10.00-10.45 Jeroen van de Weijer & Boudewijn van den Berg: Verkleinwoorden in dialecten (bijvoorbeeld Deventers)
10.45-11.30 Paula Fikkert: Klassenstrijd in West-Germaanse dialecten
11.30-11.45 Koffie
11.45-12.30 Reinhild Vandekerckhove: Microvariatie in de preteritumvorming van zwakke werkwoorden
12.30-13.30 Lunch
13.30-14.15 Mirjam Ernestus: Variatie in de keuze van het verledentijdssuffix
14.15-15.00 Carlos Gussenhoven: Verkleinwoorden in dialecten (bijv. Sittards)
15.00-15.15 Thee
15.15-16.00 Ton Goeman: Morfologische Condities op n-behoud and n-deletie in dialecten van Nederland
16.00-16.45 Marc van Oostendorp: Uitzonderingen op final devoicing
Vanaf 16.45 Borrel (op de VU)
Vrijdag 13 december 2002
10.00-10.45 Corrien Blom: Partikels en prefixen als ‘change of state’-predikaten
10.45-11.30 Nadya Vinokurova: The suffix -n- in reflexives and passives in Sakha-Yakut
11.30-11.45 Koffie
11.45-12.30 Gert Meesters: Neoklassieke composita in het Nederlands
12.30-13.30 Lunch
13.30-14.15 Filip Devos: Nominalisering als een gradueel fenomeen
14.15-15.00 Grazyna Rowicka: Suffix-allomorphy in Upper Chehalis Salish
15.00-15.15 Thee
15.15-16.00 Jan Kooij: Onderbetalen, herbewapenen, oververhitten: prefixen en partikels in het Nederlandse werkwoord.
16.00-16.45 Borrel (op het Meertens Instituut)
Postadres: Marc van Oostendorp/Ton Goeman/Boudewijn van den Berg,
Meertens Instituut, Postbus 94264, 1090 GG Amsterdam
Fax: ++31 20 4628555
marc.van.oostendorp@meertens.knaw.nl; ++31 (0)20-462.85.28
ton.goeman@meertens.knaw.nl; ++31 (0)20-462.85.32
boudewijn.van.den.berg@meertens.knaw.nl; ++31 (0)20-462.85.44
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 15 Nov 2002 18:24:01 +0100
From: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl>
Subject: Rea: 0211.30: Respect voor de lezer. Reactie van Jac Aarts op: Marc van Oostendorp, De nederlandse spellingschaos (Neder-L 0211.02)
=============================================================
Respect voor de lezer
Reactie van Jac Aarts op: Marc van Oostendorp, De nederlandse spellingschaos (Neder-L 0211.02)
=============================================================
Is het verstandig om door middel van een ingezonden brief te reageren op een nogal provocerend geschreven column ? Nee, meestal niet. Columnisten is het er immers om te doen hun mening krachtig door te geven. Nuances komen in andere tekstsoorten beter tot hun recht. In dit geval echter wil ik toch reageren omdat Marc van Oostendorp iets doet waar mijn eigen leraar Nederlands mij (en de andere kindertjes) al dertig jaar geleden voor waarschuwde: hij verwart de begrippen ’taal’ en ‘spelling’. In het begin van zijn betoog gaat het nog over spelling, maar later spoort hij ons aan Mulisch en Hermans te lezen, niet omdat hun spelling zo goed is maar omdat hun taalhantering op hoog niveau staat: het zijn “goede en succesvolle schrijvers”. Lees dus minder Renkema en meer Hermans, zegt Marc.
Er staan nog meer kreten in zijn column. Ik zal ze hier even met uitroeptekens aangeven. Het hele instituut van de officiele spelling dient geen enkel doel ! Spellingregels moeten worden afgeschaft ! Spelling bestaat uit de willekeurige regeltjes van taalkundigen ! Lang leve het taalanarchisme !
“Effe dimmen”, zou een bekend politicus zeggen. Ik krijg de indruk dat Marc zijn hele betoog met een krachtige ruk uit zijn toetsenbord gesleurd heeft. Dat lucht op ! Het heeft een boeiend betoog opgeleverd, dat wel, maar de nuances zijn helaas vergeten.
Ik zal me in deze reactie beperken tot een aspect: het al kort aangeduide verschil tussen taal en spelling. Marc haalt die twee dingen door elkaar. Hij maakt daarmee een elementaire fout.
Om dat uit te leggen neem ik u even mee, terug in de tijd. Breda, midden jaren zestig. Ik was toen een knaapje van een jaar of vijftien. Provo’s en marxisten eisten de aandacht op maar het ging grotendeels aan me voorbij: ik was er net iets te jong voor. Wel maakten de lessen Nederlands grote indruk op mij. Ik herinner me nog als de dag van gisteren hoe de leraar Nederlands duidelijk aangaf eigenlijk tegen z’n zin op spelling te moeten letten. Tegen z’n zin ? Ja want, zei hij, spelling is niet meer dan een afspraak die we met z’n allen maken. Het heeft op zichzelf weinig (of zei hij: niets ?) met taal te maken. Vergelijk het maar met notenschrift en muziek: de muziek, daar gaat het om, dat notenschrift is alleen maar een manier van noteren. Niet meer, maar ook niet minder, en zo is het met taal ook. Je kunt uitstekend met taal bezig zijn op hoog niveau, zonder iets van spelling te weten. Je kunt ook muziek maken zonder het notenschrift te beheersen. Laten we toch in godsnaam die dingen eens uit elkaar houden ! Dat zei hij. Het zijn ware woorden. Spelling is een sociale afspraak, terwijl taal een fascinerend en zeer gecompliceerd menselijk vermogen is.
Nu, veertig jaar later, zien we dit misverstand weer. Niet alleen bij gewone taalgebruikers, maar dus ook bij professionele taalkundigen. Moeten we Hermans en Mulisch lezen ? Zeker, maar niet omdat hun spelling zo goed is.
En moeten ‘de’ spellingregels worden afgeschaft ? Is het hele Groene Boekje onzin ? Naar mijn mening niet. Ik wil graag toegeven dat er belangrijker zaken zijn dan de schrijfwijze van ‘ziele(n)rust’ maar zeg erbij dat dat maar een detailkwestie is. Laten we niet doen alsof de hele spelling van het Nederlands slecht geregeld is.
Ik vind dat er regels moeten zijn in het geschreven taalverkeer omdat die regels de communicatie bevorderen. Wie iets schrijft met het oog op publicatie, moet rekening houden met z’n lezer. Respect voor de lezer, dat is waar het om draait.
Zou het de communicatie bevorderen als elke taalgebruiker z’n eigen spellingregels zou maken ? Nee, dat lijkt me niet. Daarom is het goed dat er afspraken zijn op het gebied van de spelling van woorden, inclusief interpunctie. Ik denk dat er bij spellingvrijheid veel meer verschillen zullen ontstaan dan het inderdaad marginale ‘product’ of ‘produkt’. En wat werkwoordspelling betreft kan bijvoorbeeld een d of een t een duidelijk verschil uitmaken. Als je op een winkelruit ‘kapsalon verhuisd naar Kerkstraat 29 b’ ziet staan, is dat iets heel anders dan ‘kapsalon verhuist naar Kerkstraat 29 b’. Hetzelfde geldt voor vreemde woorden. Om maar een bekend voorbeeldje te geven: wordt de communicatie beter als de een ‘eau de cologne’ schrijft en de ander ‘odeklonje’ ? Het lijkt me niet. En leestekens ? Interpunctie kan een prachtig instrument zijn om in teksten je bedoeling duidelijk te maken. Soms is het zelfs het enige: we hoeven Marc niet het verschil uit te leggen tussen een beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzin.
Overigens ben ik zelf geen spellingmaniak. Ik ben ook geen schoolmeester die anderen beoordeelt op hun spelfouten. Wel weet ik op grond van een jarenlange ervaring als eindredacteur hoe teksten geschreven moeten worden, namelijk: met het oog op de lezer. Het kan mij eigenlijk niets schelen hoe we bovengenoemd reukwatertje schrijven, maar ik vind het wel belangrijk dat wij – de taalgebruikers – dat allen op dezelfde wijze doen.
Kort samengevat, Marc is dus geen taalanarchist maar een spellinganarchist. Dat mag, al is het niet mijn keuze en al had hij het wel wat genuanceerder mogen formuleren.
Jac Aarts
www.berrot.nl/aarts
Lees drie maal daags de Bomans Krant
en uw stress verdwijnt als sneeuw voor de zon
http://members.ams.chello.nl/j.aarts
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 26 Nov 2002 16:56:33 +0100
From: K. van Ommen <K_van_Ommen@Library.LeidenUniv.NL>
Subject: Ten: 0211.31: Tentoonstelling 'Boudewijn Buech (1948-2002), Werther in Leiden' tot za 4 januari 2003 te Leiden
===============================================================
Tentoonstelling ‘Boudewijn Buech (1948-2002), Werther in Leiden’
===============================================================
Als hommage aan de afgelopen zaterdag overleden auteur, bibliofiel en verzamelaar Boudewijn Buech (1948-2002) is in de Leidse universiteitsbibliotheek vanaf vandaag (26 november) tot en met 4 januari 2003 een kleine tentoonstelling (3 vitrines) ingericht rond het leven en werk van deze bevlogen verzamelaar en verteller. Tentoongesteld worden enkele zeldzame bibliofiele uitgaven en vroeg werk uit de ‘Mare-periode’. De band tussen Buech en de stad Leiden gaan ver terug. Hij was gedurende enkele jaren redacteur van het studentenblad Mare, was aangesloten bij de commune De Bange Duivel en was een graag geziene gast in de Bibliotheca Thysiana.
Op de URL http://bc.leidenuniv.nl/tentoonstelling/boudewijn_buch/ is over enkele dagen een presentatie van deze tentoonstelling te zien met een begeleidende tekst van Kasper van Ommen. De site is momenteel nog in aanbouw.
De tentoonstelling Boudewijn Buech (1948-2002), Werther in Leiden is gratis te bezichtigen tijdens de openingsuren van de Leidse Universiteitsbibliotheek: ma-vr 8.30-22.00 uur; za 9.30-17.00 uur; zo 13.00-17.00 uur.
Informatie over de tentoonstelling: k_van_ommen@library.leidenuniv.nl
Kasper van Ommen
Universiteitsbibliotheek Leiden
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 13 Nov 2002 19:27:14 +0100
From: Petra Herweijer <petra.herweijer@uba.uva.nl>
Subject: Ten: 0211.32: Tentoonstelling 'Gedrukt in Amsterdam voor immigranten' t/m vr 31 januari 2003 te Amsterdam
=======================================================
Tentoonstelling ‘Gedrukt in Amsterdam voor immigranten’
=======================================================
In de Universiteitsbibliotheek Amsterdam is van 15 november 2002 tot en met 31 januari 2003 de tentoonstelling ‘Gedrukt in Amsterdam voor immigranten’ te zien. Wat werd er voor en door joden, hugenoten, Armeniers, Duitsers, Friezen, Chinezen, Surinamers, Turken en Ghanezen in Amsterdam gedrukt?
Deze vraag sluit aan bij het Lustrumcongres van de Universiteit van Amsterdam ter gelegenheid van haar 370-jarig bestaan over vier eeuwen migratie naar Amsterdam. Een bonte verscheidenheid aan gedrukt materiaal biedt een impressie van het migrantenbestaan in de hoofdstad.
Het drukwerk laat zien dat het karakter van de groepsvorming verandert naarmate men langer in Amsterdam verblijft: zijn de organisaties en clubs aanvankelijk een manier om te overleven in de nieuwe omgeving, na verloop van tijd richten migrantenorganisaties zich vooral op gezelligheid, sport of een hobby. De diversiteit van de afzonderlijke groepen, met vaak een fijnmazige organisatie, is heel groot. In het begin was er vooral mondelinge uitwisseling van informatie, totdat onregelmatige werktijden en geografische verspreiding andere vormen van communicatie vereisten. Zo bleek het prikbord in synagoge, kerk, buurthuis, kantine en moskee, een praktische, simpele en goedkope oplossing. Soms gingen migranten een stap verder en gaven ze hun eigen kranten, periodieken of verenigingsblaadjes in druk uit. In enkele gevallen groeiden deze activiteiten uit tot commerciele ondernemingen, bijvoorbeeld omdat in Amsterdam gedrukt kon worden wat in het moederland verboden was. De tentoonstelling toont aan dat het gedrukte woord tot op heden voor migranten een belangrijke rol speelt bij de inburgering in Amsterdam en de ontwikkeling van de culturele identiteit.
Gegevens over de tentoonstelling:
- Titel tentoonstelling: Gedrukt in Amsterdam voor immigranten
- Kader: Lustrumcongres Amsterdammer Worden over Migranten, hun organisaties en inburgering (1600 – 2000), 13 en 14 november 2002, ter gelegenheid van het 370 jarig-bestaan van de UvA.
- Samenstelling: Norbert van den Berg, oud-uitgever en oud-bibliothecaris van de UvA, Henko Dun, Emma Los, Adri Offenberg (Bibliotheca Rosenthaliana), Frank Suurenbroek en Ghaja Zeegers
- Vormgeving: SOL Studio Odette Koldewey
- Drukwerk: International Century b.v., (Chinatown) Amsterdam
- Periode: vrijdag 15 november 2002 tot en met 31 januari 2003 gesloten: tussen 24 december 2002 en 2 januari 2003
- Plaats: tentoonstellingszaal UB, Singel 425, Amsterdam, +31 (0)20-525.21.43
- Openingstijden: van 13.00 – 17.00 uur; toegang: gratis
- Handout onder redactie van Christi Klinkert en Frank Suurenbroek is beschikbaar.
- Officiele opening: tegelijk met die van het congres op woensdagavond 13 november om 20.00 uur in de aula van de UvA, Singel 411 met onder andere keynote-speech door prof. dr. Nancy Foner (New York State University) over ‘The NewYork experience’ en presentatie cd-rom: ‘Migrant, Kerk, Sjoel, Moskee’ van Imagine IC
- Nadere informatie: http://www.uba.uva.nl/actueel/tentoonstellingen.cfm en persagenda@bdu.uva.nl
Drs Petra E. Herweijer
Universiteitsbibliotheek
In- & Externe Communicatie
Singel 425
1012 WP AMSTERDAM
telefoon +31 (0)20-525.2054
fax +31 (0)20-525.2311
UBAweb http://www.uba.uva.nl
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 15 Nov 2002 14:45:52 +0100
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 0211.33: Linguistisch Miniatuurtje LXXXIX: Ubi bene, ibi grammatica
=================================
Linguistisch Miniatuurtje LXXXIX:
Ubi bene, ibi grammatica
=================================
Al menigmaal heb ik op deze plaats uitgeweid over het feit dat in reclametaal vaak een grammaticaal eigenaardigheidje zit dat de aandacht van de argeloze consument net iets langer vasthoudt dan gewone taal doet. Had ik geleefd in de eerste helft van de vorige eeuw, dan had ik daarover vast al een hele rubriek volgeschreven onder de snedige titel ‘O, die reclame!’, maar dat lijkt me in het huidige tijdsgewricht geen goed idee meer. Dat neemt niet weg dat een taalkundige beschouwing over een staaltje reclametaal best nog wel iets aardigs kan hebben.
Het dagblad De Gelderlander voert een reclamecampagne met de slogan ‘Waar ik leef, daar wil ik over lezen’. Wat is daar mis mee, zou je zeggen. De gedachte is immers duidelijk: je wil als consument lezen over de zaken die betrekking hebben op jouw directe leefomgeving. Dat staat er toch ook netjes? Toch wringt er iets in die zinsconstructie.
Bij nadere beschouwing zie je al snel dat de taalgebruiker als het ware op het verkeerde been wordt gezet. Na de bijzin ‘Waar ik leef’, en het bijwoord ‘daar ‘verwacht je dat de zin aanknoopt op de plaats waar ik leef: ‘Waar ik leef, daar gebeurt iets’. Maar nee: de constructie verheft de plaats opeens tot datgene waarover je wil lezen. De bijzin en het bijwoord lijken dus een verschillende grammaticale functie te hebben: plaatsbepaling tegenover object (voorzetselvoorwerp). Maar het bijwoord slaat wel terug op de bijzin. Vandaar de verwarring. Einde verhaal?
Hoewel van een aantrekkelijke eenvoud, lijkt me zo’n semantisch conflict te zeer een vorm van taalkunde van de kouwe grond. Als we het niet precies weten, zeggen we dat er een betekenisconflict ligt en daarmee is dan de kous af. Wat precies de aard van dat semantische conflict is, dat begrijpt toch niemand en daar wordt dan ook niet over doorgevraagd. Maar het is erg eenvoudig om aan te tonen dat het onzin is. Als ik ‘waar ik leef’ vervang door ‘de plaats waar ik leef’, wat semantisch gezien toch ongeveer dezelfde plaatsbepaling zou zijn, is er opeens niets meer aan de hand: ‘De plaats waar ik leef, daar wil ik over lezen.’ Prima zin. Hoe komt het dat er nu ineens geen “semantisch conflict” meer is?
Het antwoord moet zijn dat het grammaticale eigenaardigheidje niet semantisch is maar syntactisch. Het is de vorm van de constructie die wringt, niet de betekenis. Maar wat wringt er dan in die vorm?
De constructie is bekend: het betreft een links-dislocatie, in dit geval van de bijzin ‘waar ik leef’, met als steunpronomen ‘waar’, een deel van het voornaamwoordelijk bijwoord ‘waarover’. Interpretatie van de zin geschiedt door het links-gedisloceerde element terug te plaatsen in het voornaamwoordelijk bijwoord: ‘ik wil lezen over waar ik leef’. Of, in de variant met ‘de plaats’: ‘Ik wil lezen over de plaats waar ik leef.’ De eerste zin klinkt gemarkeerd, de tweede zin is OK. Blijkbaar accepteert de voorzetselgroep met ‘op’ alleen een zelfstandig naamwoordgroep en geen bijzin als complement. Vandaar het conflict. Zo beter?
Toch is dat nog niet het hele verhaal. Immers, zelfstandig naamwoordgroepen kun je normaliter altijd vervangen door betrekkelijke bijzinnen met ingesloten antecedent. Dus in plaats van ‘hij las over de gebeurtenissen’ de variant ‘hij las over wat er gebeurd was’. Hierin is ‘wat’ te lezen als ‘dat(gene) wat’. Hetzelfde kan met ‘wie’: ‘Hij las over de dader ‘naast ‘Hij las over wie dat gedaan had. ‘In de voorzetselgroep met ‘over ‘kan dus best een bijzin staan. De vraag is dus: als ‘wat ‘gelezen kan worden als ‘datgene wat’ en ‘wie ‘als ‘degene die’, waarom kan ‘waar ‘dan niet gelezen worden als ‘daar waar’?
Het antwoord is misschien verrassend: dat kan best. Je kunt ‘Waar ik leef, daar wil ik over lezen’ best lezen als ‘Daar waar ik leef wil ik over lezen’. Maar dat lost niets op. Immers, dan krijg je, na het ongedaan maken van de links-dislocatie: ‘Ik wil lezen over daar waar ik leef’. En dat is ongrammaticaal, omdat ‘daar’ geen zelfstandig naamwoord is. Het resultaat is dan ook radicaal fout. Niemand zal op het idee komen om zo’n zin te maken. Zijn we er zo dan uit?
Nog niet helemaal. Want als ‘Ik wil lezen over daar waar ik leef’ zo’n slechte zin is, waarom klinkt ‘Ik wil lezen over waar ik leef’ dan niet precies even slecht? En ook deze vraag kent een syntactisch antwoord: omdat je het woord ‘waar’ behalve als een betrekkelijk bijwoord met ingesloten antecedent ook als een ‘vragend’ bijwoord kunt lezen. Dat levert wel een rare betekenis op (ja dat wel!), in die zin dat je dan beweert dat je niet weet waar je leeft en op die vraag een antwoord wilt hebben door erover te lezen. Maar het is syntactisch de enige mogelijkheid.
Dat je de betrekkelijke lezing syntactisch niet kunt hebben en de vraaglezing wel, kun je mooi aantonen door beide lezingen te forceren. Zet in de bijzin de vraagpolaire uitdrukking ‘in vredesnaam’ en je krijgt: ‘Ik wil lezen over waar ik in vredesnaam leef’. Dat is de semantisch vreemde lezing, maar syntactisch niet ongrammaticaal. Zet je er echter iets als ‘nou eenmaal’ bij (waarmee de vraaglezing onmogelijk wordt), dan krijg je ‘Ik wil lezen over waar ik nou eenmaal leef’. En dat is semantisch wel OK, maar syntactisch onmogelijk. En dus slechter.
Wat is nu de reconstructie van het reclame-effect? Door de links-dislocatie van de bijzin ‘waar ik leef’, in combinatie met zijn semantische inhoud, wordt de betrekkelijke lezing met ingesloten antecedent geforceerd. Omdat je over het algemeen best weet waar je leeft, lees je de bijzin als ‘daar waar ik leef.’ De rest van de zin plaatst het links-gedisloceerde element echter in een syntactische omgeving waar -strikt syntactisch- de betrekkelijke lezing ongrammaticaal, en alleen de vraaglezing mogelijk is. Daardoor word je als taalgebruiker gedwongen tot backtracking naar de vraaglezing, die echter weer semantische onzin oplevert. Resultaat? Je kaatst een paar fracties van secondes heen en weer tussen de Skylla en Charibdis van de syntaxis en de semantiek, waarna je vlucht in de vaagheid. Maar dan is het al te laat en ben je even gevangen geweest door de reclame.
Een interessante vraag is nog: weten die reclamejongens dit allemaal? Welnee. Die doen dat natuurlijk op gevoel. Je kunt trouwens tegenwoordig Bachelor in de taalwetenschap zijn zonder dat je het verschil tussen betrekkelijk en vragend bijwoord tot in de finesses doorgrond hebt. Maar in een wereld waarin haast alles op emotie moet is het toch wel eens goed dat je als taalkundige af en toe iets geheel rationeel kunt verklaren.
Peter-Arno Coppen
-Einde-------------------- Neder-L, no. 0211.b --------------------------
-Begin-------------------- Neder-L, no. 0211.c --------------------------
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0210.34=-=
ONZE TAAL, jaargang 71, nummer 10, oktober 2002.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, m.m.v. Jacques Bennis.
Arnhem, november 2002.
- Jan Erik Grezel.
“U” of “jij”: wat moet je nou? Aanspreekvormen in Nederland en Vlaanderen. Blz. 254-267.
(De “u/jij”-wisseling is moeilijk in regels vast te leggen, maar in het algemeen staat tegenwoordig “u” voor afstand en respect, zakelijkheid en status, maar ook nog altijd voor beleefdheid en onderscheid. Daarentegen is “jij” en “je” in de regel informeel en drukt kameraadschappelijkheid en solidariteit uit. “U” en “jij” staan tegenover elkaar, waarbij “je” een veilig alternatief is als je geen “u” wilt zeggen maar “jij” niet aandurft. Het Vlaams kent die onzekerheid van huis uit niet: de onderwerpsvorm is in alle gevallen “gij/ge”, terwijl de voorwerpsvorm altijd “u” is. Onder invloed van het Nederlands echter ontstaat er in Vlaanderen nu ook verwarring.) - Redactie Onze Taal.
Wie A zegt. Win de nieuwe dichtbundel van Toon Tellegen. Blz. 271.
(De gedichten in Tellegens nieuwe bundel “Wie a zegt” gaan over spreekwoorden. De titel is steeds het eerste deel van een spreekwoord. De lezers van Onze Taal worden uitgenodigd een eigen spreekwoordengedicht te schrijven.) - Taaladviesdienst.
120 Andere woorden voor “breaking news” / Ander woord voor “windowtime”. Blz. 272.
(Als alternatief voor “breaking news” is gekozen voor “voorrangsnieuws”. Nu wordt gevraagd een Nederlands alternatief te bedenken voor “windowtime”-regeling. Daarmee wordt in Vlaanderen een wettelijke periode van zes maanden bedoeld die mediatheken en bibliotheken in acht moeten nemen alvorens nieuw uitgebrachte cd’s te mogen uitlenen.) - Taaladviesdienst.
Vraag en antwoord. Blz. 273.
(Vijf vragen worden behandeld: 1. Wat zijn “lurven”? 2. Wat is het verschil tussen “genezen” en “herstellen”? 3. Wat is het meervoud van “Grand prix”? 4. Waarom wordt “zeven” ook wel als “zeuven” uitgesproken? 5. Bestel je een “spatje” of een “spaatje”?) - Redactie Onze Taal.
Oproep: kindertaal. Blz. 274.
(Onze Taal bereidt een themanummer voor over kinderen en hun taalverwerving. De lezers wordt verzocht (leuke) voorbeelden in te sturen van de moeite die kinderen hebben met het leren van hun taal en hoe ze deze moeilijkheden overwinnen.) - Redactie Onze Taal.
Oproep: Mode-uitdrukkingen 2002. Blz. 274.
(De redactie vraagt modewoorden van het type “dat is niet te filmen”, dat inmiddels is verdwenen en ingeruild voor het modieuze “dat wil je niet weten”. De redactie wil jaarlijks vastleggen welke uitdrukkingen hun opmars zijn begonnen of definitief zijn doorgebroken.) - Redactie Onze Taal.
Oproep: Geluidsopname Onze Taal. Blz. 274.
(In 1935 liet het genootschap onder geinteresseerde leden een grammofoonplaat circuleren met daarop een proeve van de uitspraak van de heldere en doffe klinkers. Deze plaat ontbreekt nu in de bibliotheek van het genootschap teruggekeerd. Zijn er leden die toentertijd die plaat aangeschaft hebben?) - Ingmar Heytze.
Raptus. Foute woorden revisited. Blz. 275.
(In het aprilnummer riep Heytze lezers op foute woorden in gedichten op te sturen. Er werden ruim tweehonderd woorden aangebracht voor de vergeetkelder. Ongeveer negentig procent van de inzenders gaf aan zelf ook gedichten te schrijven. Dit artikel bevat de definitieve lijst van 200 foute woorden.) - Bartho Kriek.
“Kijk wie er spreekt”. Halve vertalingen in ondertitels. Blz. 276-278.
(Er komt heel wat kijken bij het maken van ondertitels. In de praktijk gaat het vaak mis, en wel doordat de opdrachtgevers beknibbelen op de kosten van de ondertitelaars. Zo ziet men steeds meer “halve” oftewel letterlijke vertalingen, bijvoorbeeld “kijk wie er spreekt” (look who’s talking) i.p.v. “moet jij nodig zeggen”of “ik weet wie het zegt”. Goede vertalers slaan de halve vertaling over en springen direct op de passende Nederlandse uitdrukking. Zeer ervaren vertalers leven zich geheel in en komen aldus spontaan op de bij de gegeven situatie passende Nederlandse uitdrukkingen. Omroepen zouden meer moeten investeren in ondertiteling.) - P.S. Bruins.
Malen voor de prins. Blz. 278.
(Als een molen draait zonder dat de stenen draaien, noemt men dat “malen voor de prins”. Deze term is ontleend aan de Tachtigjarige Oorlog. Om de Spaanse belegeraars de indruk te geven dat er graan genoeg was, lieten de Leidenaars, die de kant van de Prins van Oranje hadden gekozen, hun molens draaien met de maalspil uitgeschakeld.) - Nicoline van der Sijs.
Etymologica. De veranderlijke “d” en “t”. Blz. 280-281.
(De d en de t horen bij de minst standvastige klanken van het Nederlands. Ze verdwenen uit “moede”en “weder” maar doken juist op in woorden als “boererij” en “ink”. In dit artikel komen o.a. aan de orde: syncope, hypercorrectie, epenthese en paragogische t. Kennis van deze klanken is, zoals de neerlandicus Van Haeringen al in 1926 constateerde, voor de woordvorming een zeer belangrijk deel van de geschiedenis van het Nederlands.) - Marc van Oostendorp.
Eigen taal eerst? Veranderingen in het Onderwijs in Allochtone Levende Talen. Blz. 282-283.
(In het Strategisch akkoord staat dat het (nu demissionaire, JA) kabinet-Balkenende het Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) zal afschaffen. Dit onderwijs bestaat uit twee componenten: ondersteunend onderwijs voor de groepen 1 t/m 4 en formele lessen in het Turks of Marokkaans voor de groepen 5 t/m 8. Het ondersteunend onderwijs is bedoeld om kinderen die helemaal geen Nederlands kennen met vrucht het onderwijs te laten volgen. Naar verwachting zal dit niet worden afgeschaft. Het formele OALT daarentegen, dat overigens buiten schooltijd wordt gegeven, zal waarschijnlijk wel sneuvelen.) - Taaladviesdienst.
Taaltest. Blz. 283.
(Met ingang van dit nummer zal Onze Taal maandelijks een taaltest bevatten. Lezers kunnen aan de hand daarvan nagaan hoe het staat met hun kennis van de spelling, woordenschat, grammatica en dergelijke. De antwoorden staan in hetzelfde nummer afgedrukt.) - Joop van der Horst.
De “zorgdraag”-verandering. Het versmelten van zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. Blz. 284-286.
(Zonder twijfel is “zorg dragen voor” de oorspronkelijke combinatie van de losse elementen, waarbij “zorg” een zelfstandig naamwoord is en fungeert als lijdend voorwerp bij “dragen”. In een bijzin raakt “zorg” verwijderd van “dragen”: “(…) die er zorg voor droeg dat alles in gereedheid was”. Toch kan men ook tegenkomen “(…) die ervoor zorg droeg dat (…)”. In het tweede geval gaat de spreker onbewust uit van een – nog niet in Van Dale opgenomen – nieuw werkwoord “zorgdragen”. Er blijkt een duidelijke trend naar het vormen en dus ook aaneenschrijven van dergelijke nieuwe samenstellingen. Het gaat hierbij om tientallen, waarschijnlijk zelfs honderden gevallen.) - Frank Jansen.
Hom of kuit. Leesbaarheidsformules zijn nuttig. Blz. 287.
(De stelling waarop de lezers met “eens” of “oneens” kunnen reageren luidt: De automatische berekening van de leesbaarheid is een nuttige optie in tekstverwerkingsprogramma’s. Iets meer dan de helft van de 617 inzenders was het eens met de vorige stelling. deze luidde: het Zeeuws moet niet als streektaal in de zin van het Europees Handvest voor regionale Talen en Talen van Minderheden worden erkend.) - Jan Don.
“Spleetoog” en “rillebillen”. Blz. 288.
(In het algemeen bepaalt het rechterdeel van een samenstelling het woordgeslacht: HET oog, dus ook HET timmermansoog. “Oog” is de kern van de samenstelling. Maar zo simpel is het lang niet altijd. Het ligt anders bij “de spleetoog”, want die samenstelling verwijst naar een mens en niet naar een soort oog. Deze samenstelling heeft geen grammaticaal hoofd. Daarom is het ook de “puntoor”, de “roodborst” en de “zwarthemd”. Met “de knipoog” wordt evenmin verwezen naar een lichaamsdeel, maar naar een handeling: “knipogen”. Van dit soort zijn er veel voorbeelden, zoals “klappertanden” en “knikkebollen”. Het type “rolschaatsen” en “brandmerken” wordt gekenmerkt door een werkwoordsstam als linker- en een werkwoord als rechterdeel. “Draaikonten”, “kniesoren” en “waaghalzen” lijken weliswaar op het type “rolschaatsen”, maar hier gaat het niet om een soort konten, oren of halzen maar om mensen.Vandaar dat die woorden “de” krijgen. Juist deze details maken duidelijk “wat voor bijzonder subtuiel systeem onze grammatica eigenlijk is”.) - Riemer Reinsma.
Geschiedenis op straat. Loo. Blz. 289.
(Een “loo” was een bos dat op zandgrond stond. De straatnaam “Loo” komt dan ook vooral voor in het oosten en zuiden van het land, maar ook in de duinstreek. Het woord “loo” komt ook voor in de plaatsnamen zelf: Almelo, Baarlo, Heiloo en (in afgesleten vorm) in Bavel en Veghel.) - Guus Middag.
Woordenboek van de poezie. “Beleefd” en “bevlogen”. Blz. 290-291.
(In gedichten betekenen woorden niet wat ze lijken te betekenen. In dit artikel blijkt dat duidelijk het geval bij woorden als “beleefd”en “bevlogen”. Het eerste komt voor in Gezelle’s “Mij spreekt de blomme een tale, / mij is het kruid beleefd, / mij groet het altemale, / dat God geschapen heeft!”. Het woord “bevlogen” is ontleend aan de bundel “Onmogelijk geluk” van Jean Pierre Rawie.) - Marc van Oostendorp.
Het proefschrift van Joy Burrough: Nederlands wetenschappelijk Engels. Blz. 292.
(Steeds meer dissertaties worden in het Engels geschreven. Hoe goed zijn Nederlandse wetenschappers in het schrijven van dit soort Engels? Daarover gaat de dissertatie “Culture and conventions: writing and reading Dutch scientific English” van moedertaalspreekster Joy Burrough-Boenisch. Zij geeft drie kenmerkende cultuurverschillen tussen Nederlandse en Engelse wetenschappelijke schrijvers:- Nederlanders schrijven staccato, maken korte zinnen en gebruiken minder verbindingswoorden zoals “omdat” en “desalniettemin”.
- Ze structureren hun teksten sterker door een ander gebruik van alinea’s en door het vaak toepassen van witregels. Bovendien laten ze hun alinea’s niet inspringen. Engelsen storen zich aan het Nederlandse gebruik in de tekst aan te geven waar de volgende alinea’s over zullen gaan. Zij lezen die informatie liever in de inhoudsopgave.
- Nederlandse wetenschappers zijn vaak te stellig in het formuleren van hun bevindingen. Engelsen vinden dat hun Nederlandse collega’s boude uitspraken doen.)
- Redactie Onze Taal.
Tamtam. Taalberichten. Blz. 293.
Taalgen ontstond 200.000 jaar geleden.
Het FOXP2-gen speelt een belangrijke rol in het menselijk taalvermogen. Probleem is dat talloze diersoorten dat gen ook hebben. Nu is ontdekt dat twee van de 715 aminozuren waaruit FOXP2-gen is opgebouwd bij de mens anders zijn dan bij de apen. (NRC-Handelsblad, 15-8-2002.)
Verder wordt een tiental berichten in deze rubriek kort weergegeven. Deze hebben betrekking op colleges in het Engels, belangstelling voor talenstudies, babygebrabbel, cyrillisch schrift, ABN-sprekers, Achterhoeks Evangelie, Arabisch in Belgie, Bijbel in SMS-taal, Russische verpleegkundigen in Breda, merknamen, Ant-Friezenlied en de term ‘allochtoon’. Wie er meer over wil weten kan terecht bij de koppelingen naar de originele berichten die te vinden zijn op de webpagina van Onze Taal, en wel bij http://www.onzetaal.nl/tamtam. - Raymond No”e.
InZicht. Met informatie over nieuwe boeken, congressen en lezingen in taalkundig Nederland. Blz. 294-295.
(Korte bespreking van 6 boeken en een portaalsite
. Henk Heikens e.a., “Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands”. Met zo’n 3000 lemma’s, gebaseerd op gestandaardiseerde transcriptieregels. Dat ‘Jiddisje’ hierboven is dus geen druk- of typefout;
. Hans de Groot (eindredactie), “Klare taal”. Afgeslankte en op de dagelijkse schrijfpraktijk gerichte versie van het “Idioomwoordenboek” van Van Dale;
. Berna de Boer en Birgit Lijmbach, “De spijker op de kop. Nederlandse uitdrukkingen voor anderstaligen”. De betekenis en toepassing van ruim honderd veelgebruikte uitdrukkingen;
. Barbara Maria Zollner, “Groot toverwoordenboek”. Met de vertaling van 6.000 Engelse woorden en uitdrukkingen die in de oorspronkelijke Harry Potter-boeken voorkomen. En voorts met wetenswaardigheden over magie en toverij in 300 kaderteksten;
. Henri”ette Hou”et, “Kramers stijlgids”;
. Johan Kerstens en Arie Sturm, “Beknopte grammatica van het Nederlands”. Een doe-het-zelfcursus zinsontleden, met cd-rom.
. Via http://startpagina.nl (portaalsite) krijgt men toegang tot een namen-startpagina die op zijn beurt toegang geeft tot een aantal websites, waar men informatie kan vinden over de oorsprong, betekenis en geschiedenis van namen. We noemen er enkele:
Namen-startpagina: http://namen.pagina.nl
Meertens Instituut: http://www.meertens.knaw.nl
populaire voornamen: http://home.hetnet.nl/~niff
Afrikaanse naamgenerator: http://www.fadetoblack.com/namegenerator
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0210.35=-=
ONZE TAAL, jaargang 71, nummer 11, november 2002.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, m.m.v. Jacques Bennis.
Arnhem, november 2002.
- Ludo Permentier.
Een beetje schaven of toch nieuwe regels? De Nederlandse Taalunie maakt een nieuw Groen Boekje. Blz. 300-302.
(De Nederlandse Taalunie is bezig met een nieuwe versie van het Groene Boekje. Het is niet de bedoeling dat de spellingregels worden gewijzigd. Wel zal de woordenlijst worden geactualiseerd en verbeterd. In 2004 zal een eerste versie voor commentaar worden verspreid onder woordenboekuitgevers, taaldidactici en andere specialisten. Eind 2005 wordt de definitieve versie vastgesteld. Deze zal het stempel van “officiele spelling” krijgen. Overigens heeft de Vlaamse minister van Cultuur, Paul Van Grembergen, aangekondigd in het Comite van Ministers van de Nederlandse Taalunie een zekere bijstelling van de spellingregels aan de orde te stellen.) - Taaladviesdienst.
Vraag en antwoord. Blz. 307.
(Vijf kwesties worden behandeld: 1. “Meer informatie vindt u in bijgevoegde/bijgevoegd cv” 2. “Wij staan u graag te woord in/op onze stand op de beurs” 3. Bestaat het woord “facturatie” ? 4. Hoe komt het dat Lille in het Nederlands Rijsel heet? 5. Handelwijze/handelswijze.) - Frank Jansen en Jet Mok.
Wat doet de letter met de lezer? Het verband tussen lettertypen en de gevoelens die ze oproepen. Blz. 308-309.
(Psycholoog A. Sigman schreef in opdracht van een printprogrammatuurmaker een stuk met harde aanbevelingen voor het gebruiken van het juiste lettertype in diverse situaties. U vindt het op http://www.lexmark.com/canada/newsroom/data/Lexmark%20Font%20St udy-DrSigman.pdf. Zo zou je een liefdesbrief moeten schrijven in een lettersoort met ronde o’s en flinke staarten, want dergelijke lettervormen wekken de indruk dat de schrijver zachtaardig en emotioneel is. Studenten van de opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen in Utrecht ontwierpen een test voor 150 proefpersonen en vonden dat de ideeen van Sigman nog niet zo gek zijn. “Het loont waarschijnlijk de moeite om bij elk type boodschap het geschiktste lettertype uit te zoeken.”) - Redactie Onze taal.
Taalergernissen. “Genootschap, doe er iets aan!” Blz. 310-311
(Een selectie van zeventien brieven van lezers die zich ergerden aan allerlei nieuwe woorden of uitdrukkingen.) - Jan Erik Grezel.
“Taalkunde is een vak om verliefd op te worden”. Interview met prof. dr. Fred Weerman. Blz. 312-314.
(In juni aanvaardde Fred Weerman het ambt van hoogleraar in de Nederlandse Taalkunde aan de UvA met de oratie “Dynamiek in taal en de explosie van de neerlandistiek”. Dynamiek in taal slaat op het veranderingsproces waaraan elke taal onderhevig is. Door bestudering van taalverwerving kun je taalverandering beter begrijpen. Omgekeerd kan studie van taalverandering inzicht geven in hoe verwerving in het algemeen verloopt. Het fundamentele onderzoek kan op den duur gevolgen hebben voor het talenonderwijs: hoe moet je mensen ondersteunen bij taalverwerving, hoe pak je taalachterstand aan en hoe behandel je taalpathologie.
Met explosie van de neerlandistiek doelt Weerman op de opvatting van zijn Leidse collega Wim Gerritsen, die stelt dat de neerlandistiek uiteengespat is in allerlei brokstukken die weinig meer met elkaar te maken hebben. Weerman verzet zich tegen deze opvatting. Misschien was die samenhang er wel nooit. Het is juist heel goed dat er verbindingen zijn tussen neerlandistiek en andere takken van wetenschap. Studenten moeten leren zappen van het ene kennisgebied naar het andere. Een thema als meertaligheid kun je belichten uit verschillende gezichtspunten: cultureel, historisch, economisch, taalkundig, etc.
Taalkunde heeft het odium erg wetenschappelijk te zijn. Vandaar misschien de afnemende belangstelling voor dat vak. Maar wie niets voelt voor wetenschap heeft op de universiteit niets te zoeken. Het beste zou zijn als taalkunde een serieuze plek in het onderwijs zou krijgen.) - Ingmar Heytze
Raptus. Potter-Latijn. Blz. 315.
(Voor Harry Potter-fans is recentelijk verschenen het “Groot toverboek Engels-Nederlands”. Negen van de tien daarin opgenomen woorden zijn heel gewone Engelse woorden die je ook in een gewoon woordenboek kunt vinden. Leuk zijn de Latijnse spreuken, zoals “draco dormiens numquam titilandus”.) - Marc van Oostendorp.
Hoe spreekt een vrouw uit Kirkuk? Bureau Taalanalyse achterhaalt de herkomst van asielzoekers. Blz. 316-317.
(Het Bureau Taalanalyse in Den Haag wordt ingeschakeld als er twijfel bestaat of een asielzoeker wel komt uit het land waar hij zegt vandaan te komen. De procedure begint met een gesprek van een uur dat op de band wordt opgenomen. De asielzoeker of illegale crimineel wordt gevraagd naar dingen die iedereen uit het betreffende land zou moeten weten. De band wordt naar het Bureau Taalanalyse gestuurd die deze doorstuurt naar een van de analisten. Soms kan de herkomst van iemand tot op het dorp nauwkeurig worden vastgesteld.) - Peter-Arno Coppen.
Keert “zich” niet weer? De verdwijning en opmars van het wederkerend voornaamwoord. Blz. 318-319.
(Bijna alles wat je een ander kunt aandoen, kun je ook jezelf aandoen. Je kunt iemand anders of jezelf bewonderen. Echter, iemand kan wel zichzelf maar niet iemand anders vergissen. In de zin “hij vergist zich” fungeert “zich” als dummy, als een lijdend voorwerp dat voor de vorm meedoet. Want in het Nederlands hebben de meeste werkwoorden precies een (lijdend of meewerkend) voorwerp. Wanneer het werkwoord twee voorwerpen heeft, waarvan een een dummy, dan wordt het aantrekkelijk die laatste weg te laten: “Wij herinneren [ons] hem als een inspirerend man”.
Bij werkwoorden die een ervaring uitdrukken, zoals “storen”, “ergeren” en “amuseren” ontbreekt het onderwerp. Het zijn werkwoorden met twee voorwerpen: een meewerkend (de ervaarder) en een voorzetselvoorwerp (de oorzaak). Een van die twee voorwerpen kan voor de vorm de onderwerpsfunctie vervullen. Dit heet de ergatief-functie.Het zijn deze gevallen van “zich”als ergatiefspoor die gemakkelijk kunnen verdwijnen, bv. “dit verschijnsel breidt uit”.) - Ton van den Boon.
Verse woorden. Wat je van ver haalt… Blz. 320-321.
(Als gevolg van vele internationale contacten maken wij kennis met vele buitenlandse vruchten en gerechten. Kans om in het woordenboek te komen maken die namen van gerechten die achter het Hollandse fornuis vernederlandst worden.) - Hans Heestermans.
Vergeten woorden. Kortswijl. Blz. 321.
(P.C. Hooft gebruikte het woord “kortswijl” in de betekenis van tijdverdrijf. Na de negentiende eeuw is “kortswijl” verdwenen. Het antoniem “langwijl” bestaat echter niet. Dat woord komen we wel in het Duits tegen, “Langeweile”, betekenis: “verveling”.) - Nicoline van der Sijs.
Etymologica. Verkeerde woordgrenzen. Blz. 322-323.
(Mensen die niet kunnen lezen hebben soms moeite de woordgrenzen te bepalen. Dat geldt voor nu maar evenzeer voor de Middeleeuwen. Men hoorde “een nadder” maar interpreteerde “een adder”. Dit verschijnsel heet metanalyse. Zo is “aak”ontstaan uit “naak”. Deze twee woorden zijn erfwoorden. Maar het verschijnsel doet zich ook voor bij leenwoorden: “okkernoot” uit “nokkernoot”. Evenzo werd het lidwoord “de” soms aan de verkeerde kant van de woordgrens gelegd: “de spijt” uit “despijt”. De nieuwe vorm verdringt de oude vrijwel altijd. Metanalyse leidt daarom vaak tot vormverandering van bestaande woorden; kennis van metanalyse kan de etymoloog dus helpen die vormverandering te herkennen.) - Sjaak van der Velden.
“Staken” in het Nederlands. Blz. 324.
(“Staken” is afgeleid van “staak” (paal). Het afzetten van een stuk grond met palen heette “staken”. In de zestiende eeuw kwam dit werkwoord al voor in de betekenis ‘ergens mee ophouden’, maar pas vanaf het eind van de negentiende eeuw is het onovergankelijk. Overigens werd staken tot ver in de negentiende eeuw als iets uitheems aangeduid. Men bediende zich zelfs van het Engelse “strike” of het Franse “greve”.) - Frank Jansen.
Hom of kuit. Geen subsidie voor leesbevordering. Blz. 325.
(De nieuwe stelling luidt: “De subsidiering van leesbevordering moet worden stopgezet”.
Mensen handelen “zweckrational”, dus men leest als men daaraan behoefte heeft. Leesbevordering helpt derhalve niet. En wat de vorige stelling betreft: een kleine minderheid van 51,6 procent zag het nut in van leesbaarheidsformules van bv. Word.) - Redactie Onze Taal.
Tamtam. Taalberichten. Blz. 326.
(Campagne voor analfabete autochtonen gestart. Volgens een internationaal onderzoek zijn ruim een miljoen geboren en getogen Nederlanders in meerdere of mindere mate functioneel ongeletterd. Daarnaast zijn er nog eens 250.000 mensen die nauwelijks of helemaal niet kunnen lezen en schrijven. De gemeenten en regionale opleidingscentra zullen de cursussen organiseren.
Verder wordt een tiental berichten in deze rubriek kort weergegeven. Deze hebben betrekking op het kinderboekenweekgeschenk, de Hendrik van Veldeke-pries (dit jaar uitgereikt aan de 92-jarige dialectoloog A.A. Weijnen), geen Engels op Schiphol, een dag geen Engels in een Duitse krant, nieuwe Jezus-film in dode talen (Aramees en Latijn), duidelijke taal in Troonrede, zwijgende mannen, blafvertaler, Nederlands leren in Boekarest en in Duitsland. De koppelingen naar de originele berichten vindt u op http://www.onzetaal.nl/tamtam) - Marc van Oostendorp.
Het proefschrift van Marina Kessels: Taal in negentiende-eeuws Maastricht. Blz. 328.
(Gedurende de hele negentiende eeuw was Maastricht drietalig: Frans, Nederlands en Mestreechs. Aan het begin van die eeuw waren de Fransen er de baas, aan het einde voelden de Maastrichtenaren zich Nederlands. Voor de meer informele contacten blijft het dialect van groot belang. De Limburgse cultuurwetenschapster Marina Kessels werkt dit alles in haar proefschrift “Maastricht. Maestricht. Mestreech. De taalverhoudingen tussen Nederlands, Frans en Maastrichts in de negentiende eeuw” gedetailleerd uit.) - Riemer Reinsma.
Geschiedenis op straat. Warmoesstraat. Blz. 329.
(De naam “Warmoesstraat” kan wijzen op een deel van de stad waar vroeger groenten verbouwd werden of waar die werden verhandeld. Het woord “warmoes” staat voor gekookte en warm opgediende groente.) - Raymond No”e.
InZicht. Met informatie over nieuwe boeken, congressen en lezingen in taalkundig Nederland. Blz. 330-331.
(Korte bespreking van negen boeken en een instituut.
. Pyter Wagenaar, “Nederengels. De invloed van het Engels op het Nederlands”;
. Rynt Sybesma, “Syntaxis. Een generatieve inleiding”; “Scrabblewoordenlijst” (Van Dale);
. Louise Cornelis, “Adviseren met perspectief. Rapporten en presentaties maken”;
. Marina Kessels-van der Heijde, “Maastricht, Maestricht, Mestreech” (zie de bespreking hierboven);
. Sarah Carr-Gomm, “De verborgen taal van de kunst. Symboliek en beeldtaal in de schilderkunst verklaard” (verklaart verborgen boodschappen aan de hand van 75 in groot formaat afgedrukte schilderijen uit de laatste zeven eeuwen);
. ANV, “Ik leer Nederlands omdat…” (de dertig beste, leukste en origineelste opstellen van buitenlandse studenten die Nederlands studeren);
. Henk Pander Maat, “Tekstanalyse. Wat teksten tot teksten maakt” (ingrijpend herziene en uitgebreide editie van de uitgave van 1994);
. Johan De Schryver en Anneke Neijt, “Handboek spelling” (vierde en grondig herziene druk);
. En tenslotte een vrij uitvoerig portret van de Fryske Akademy in Leeuwarden (Ljouwert), “Centrum voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs met betrekking tot Fryslan en zijn bevolking, zijn taal en cultuur in de meest brede zin”). Website: http://www.fa.knaw.nl.
(18)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0210.36=-= *-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | de Boekenwereld: Marja Smolenaars <m.smolenaars@wanadoo.nl> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Gezelliana: Piet Couttenier <Piet.Couttenier@ufsia.ac.be> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corrie de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | de Poeziekrant: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Queeste: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Karina van Dalen-Oskam | | <Karina.van.Dalen@niwi.knaw.nl> | | Tijdschrift voor ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Redactie Vooys <vooys@let.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | | ZL: Geert Swaenepoel <geertswaenepoel@hotmail.com> | | Zwart Water Helene Gelens <zwartwater@planet.nl> | *-------------------------------------------------------------------------* (19)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0211.c --------------------------*
Laat een reactie achter