Subject: | Neder-L, no. 0401.a |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Thu, 15 Jan 2004 23:57:34 +0100 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Twaalfde-jaargang-------- Neder-L, no. 0401.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0401.01: Evenementenagenda: | | - Amsterdam: Lezing van Pieter Steinz over zijn | | recente 'Gids voor de wereldliteratuur', di 20 | | januari 2004 | | - Den Haag: Lezing Marjoleine Vos 'Ida Gerhardt en het| | landschap', voordracht Lotje van Lunteren, lezing | | Anton Korteweg over Ida Gerhardt in het Letterkundig| | museum, zo 18 januari 2004 | | - Groningen: Poeziemarathon 2004, do 29 en vr 30 | | januari 2004 | | - Leiden: Neologismendag, wo 18 februari 2004 | | - Tilburg: Congres en uitreiking E. du Perronprijs, | | wo 21 januari 2004 | | - Tilburg: Inaugurale rede prof. dr. A.A. Maes, vr 6 | | februari 2004 | | (2) Med: 0401.02: Overleden: Willij Kweksilber-Berg (1919-2004) | | (3) Rub: 0401.03: Hora est!: promotie C. Schriks op do 8 januari 2004 | | te Leiden; promotie A. Naess op ma 26 januari 2004 te | | Nijmegen | | (4) Med: 0401.04: Katwijks dialect ('Katteks') uit 1938 op cd | | (5) Med: 0401.05: Vlaamse Cultuurprijs voor Essay voor Geert Buelens; | | uitreiking op ma 1 maart 2004 | | (6) Web: 0401.06: Nieuws van de dbnl - 2 januari 2004 | | (7) Lit: 0401.07: Nieuw bij DRUKsel: essay van Jan Lauwereyns en | | dichtbundel van Marc Kregting; presentatie op do 28 | | januari 2004 te Gent | | (8) Sym: 0401.08: Studiedag 'De wereld in het klein: egodocumenten en | | microgeschiedenis' op do 5 februari 2004 te Rotterdam | | (9) Sym: 0401.09: Symposium 'Straatliederen in Het Geheugen van | | Nederland' op vr 23 januari 2003 in de KB te Den Haag | |(10) Ten: 0401.10: Tentoonstelling '"De alledaagse dingen die onze | | stemming bepalen". De collectie Nieuwe Kunst in de | | Universiteitsbibliotheek Leiden' van do 4 maart tot | | zo 4 april 2004 te Leiden | |(11) Rec: 0401.11: Recensie door Jeroen Jansen van: Symon Andriessoon. | | Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden. Antwerp, Heynrick | | Alssens, 1550. In facsimile. (Hilversum, 2003) | |(12) Col: 0401.12: Linguistisch Miniatuurtje XCVI: Over de uitslag kan | | niet worden gecorrespondeerd | |(13) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- --------do-15-januari-2003-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 12 Jan 2004 22:07:12 +0100
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040101.html
Subject: Rub: 0401.01: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, Boekhandel Scheltema, Koningsplein.
Lezing van Pieter Steinz ter gelegenheid van de verschijning van zijn boek ‘Lezen etcetera. Gids voor de wereldliteratuur’, dinsdagavond 20 januari 2004, 20.00 – 22.00 uur.
- Ter gelegenheid van de verschijning van ‘Lezen etcetera’, praat Pieter Steinz over de totstandkoming van zijn ‘gids voor de wereldliteratuur’. Speciaal voor de bezoekers van boekhandel Scheltema bespreekt hij daarna een Amsterdams meesterwerk uit de wereldliteratuur dat hem na aan het hart ligt, maar dat nog niet eerder een eigen literair schema heeft gekregen. De roman wordt door Steinz geintroduceerd en van commentaar voorzien; waarna in samenwerking met de aanwezige lezers het boek in een literair schema zal worden ingebed.
Kaarten a EUR 5,00 (incl. kopje koffie) verkrijgbaar bij de klantenservice op de 3e etage van onze winkel aan het Koningsplein te Amsterdam. Gereserveerde kaarten kunnen opgehaald worden tijdens openingsuren of op de avond zelf tussen 19.30 en 19.45 uur. De deuren gaan open vanaf 19.30 uur; na 20.00 uur geen toegang meer! Reserveren: +31 (0)20-523.14.11 of via de website http://www.scheltema.nl.
DEN HAAG, Letterkundig Museum, Prins Willem Alexanderhof 5.
Lezing Marjoleine Vos ‘Ida Gerhardt en het landschap’, voordracht Lotje van Lunteren, lezing Anton Korteweg over Ida Gerhardt in het Letterkundig museum, zondag 18 januari 2004, 14.00-17.00 uur.
- Het IGG (Ida Gerhardt Genootschap) organiseert op zondag 18 januari 2004 een lezing (door Marjoleine de Vos) en een voordracht (Lotje van Lunteren) over ‘Ida Gerhardt en het landschap’ in het Letterkundig Museum, Prins Willem Alexanderhof 5 (naast het Centraal Station) te Den Haag. Anton Korteweg (directeur van het museum) vertelt over het archief en de plaats van Ida Gerhardt daarin, waarna een rondgang door het museum. Marjoleine de Vos is dichteres, columniste en redactrice van het NRC Handelsblad. Lotje van Lunteren, actrice bij het Noord-Nederlands Toneel, speelt op dit moment in Pygmalion. Tijdstip: 14.00 – 17.00 uur. Kosten: EUR 12.50.
GRONINGEN, diverse locaties, donderdag 29 en vrijdag 30 januari 2004.
Poeziemarathon 2004.
- Tijdens de Gedichtendag op 29 januari vindt in de stad Groningen voor de vijfde keer de Poeziemarathon plaats, die dit jaar voor het eerst niet in 24 uur past. Op 29 januari is er van 0.00 – 24.00 uur continu iets met poezie te doen. Nieuw is dit jaar de Gedignag in Vera, een dag later. Opmerkelijke activiteiten zijn dit jaar de Bukowskinacht, de radionacht verzorgd door het poezietijdschrift Krakatau, de bekendmaking van de Held van de Gedichtendag, de presentatie van de bloemlezing ‘Kutgedichten’ en de slotmanifestatie in het Groninger Museum. Met o.a. Bach-Bukowski, Maria Barnas, Bas Belleman, Adriaan Bontebal, Tsead Bruinja, Bart Chabot, Maria van Daalen, Daniel Dee & de Mdklnkrs, De Dichters uit Epibreren, Dichtgroep de Minnaar, Hanny Diemer, Remco Ekkers, Andy Fierens (B), Sieger M. Geertsma, Erik Jan Harmens, Tjitske Jansen, Rutger Kopland, Rick de Leeuw, Stan Lafleur (D), Jane Leusink, Erik Lindner, Neeltje Maria Min, Jaap Mulder, Annie van den Oever, Diana Ozon, Henk Scholte, Albertina Soepboer, F. Starik, Barbara Stok, Meindert Talma, Vrouwkje Tuinman, Simon Vinkenoog; bekendmaking van De Held van Gedichtendag 2004 en presentatie van de bloemlezing ‘Kutgedichten’.
Nadere informatie: http://www.poeziemarathon.nl.
LEIDEN, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, gebouw 1170, zaal 004, Witte Singel/Doelen, Matthias de Vrieshof 2-3
Neologismendag, woensdag 18 februari 2004
- De Vereniging voor Nederlandstalige Terminologie NL-TERM en het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) organiseren op woensdag 18 februari 2004 in Leiden een Neologismendag. Op deze dag zullen acht sprekers vanuit verschillende invalshoeken hun licht laten schijnen over de problematiek van de verzameling, vastlegging en beschrijving van neologismen. Het volledige programma, inschrijfformulieren en andere informatie is te vinden op de websites van NL-TERM en het INL: http://www.nlterm.org/ en http://www.inl.nl/.
TILBURG, Aula Universiteit van Tilburg, Warandelaan 2
Congres en uitreiking E. du Perronprijs, woensdag 21 januari 2004, 9.30 uur.
- Welke boeken zijn in het verleden schromelijk overschat en welke zijn aandacht en waardering tekort gekomen? Wie spreekt over de literaire canon heeft het meestal over boeken die door een grote groep mensen waardevol worden gevonden en de moeite waard zijn om aan de volgende generatie door te geven. In de loop der tijd is er al veel over de zin en onzin van een literaire canon gezegd en geschreven. Vooral de samenstelling van zo’n lijst met waardevolle boeken leidt keer op keer tot verhitte discussies. Inlichtingen: +31 (0)13-4662700; e-mail: pedel@uvt.nl.
TILBURG, Aula Universiteit van Tilburg, Warandelaan 2
Inaugurale rede prof. dr. A.A. Maes, vrijdag 6 februari 2004 om 16.15 uur precies.
- Op vrijdag 6 februari 2004 om 16.15 uur precies zal prof. dr. A.A. Maes, hoogleraar Bedrijfscommunicatie en Digitale Media, zijn ambt aanvaarden met het houden van de openbare rede, getiteld: ‘Over nieuwe taalwijzen’. Na afloop receptie in de Portrettenzaal. Routebeschrijving: http://www.uvt.nl/bereik.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 12 Jan 2004 22:07:12 +0100
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040102.html
Subject: Med: 0401.02: Overleden: Willij Kweksilber-Berg (1919-2004)
=========
Overleden
=========
Op 7 januari 2004 overleed Willij Kweksilber-Berg (* 14 juni 1919), weduwe van Han Wielek, pseudoniem van de filmcriticus en auteur Willy Kweksilber (1912-1988). Onder het pseudoniem Willy Wielek publiceerde zij de verhalenbundel ‘Zwarte de Pik van Botha’ (1995) en de roman ‘De lichten’ (1992). Uit het Duits vertaalde zij werk van o.a. Joseph Roth, Heinrich Boell, Theodor Fontane en Grete Weil, en uit het Engels werk van J.R.R. Tolkien, Muriel Spark, Nina Simone en Russell Banks. In het tijdschrift Opzij publiceerde zij een aantal artikelen over vooral vrouwelijke auteurs. Willy Wielek was literatuurrecensent voor Trouw.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 12 Jan 2004 22:07:12 +0100
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040103.html
Subject: Rub: 0401.03: Hora est!: promotie C. Schriks op do 8 januari 2004 te Leiden; promotie A. Naess op ma 26 januari 2004 te Nijmegen
=========
Hora est!
=========
Donderdag 8 januari 2004, Universiteit Leiden.
Chris Schriks: ‘Het kopijrecht, 16de tot de 19de eeuw’.
Promotores: prof. dr. P.G. Hoftijzer en prof. dr. A.A. Wijffels.
Maandag 26 januari 2004, 13.30 uur, KU Nijmegen, Aula, Comeniuslaan 2.
Mevrouw A. Naess: ‘Transitivity: from semantics to structure’.
Promotor: prof. dr. L.M.H. Stassen.
In de traditionele grammatica wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘overgankelijke’ of ’transitieve’ werkwoorden, die een lijdend voorwerp krijgen, en ‘onovergankelijke’ of ‘intransitieve’ werkwoorden, die niet met een lijdend voorwerp kunnen voorkomen. Er zijn echter werkwoorden die niet netjes in een van deze categorieen passen, zoals het Nederlandse ‘eten’, dat zowel met als zonder lijdend voorwerp kan worden gebruikt (‘Jan at een boterham’ tegenover ‘Jan zat te eten’). Mevrouw Naess onderzocht welke elementen van de betekenis van een werkwoord invloed kunnen hebben op de transitiviteit van dat werkwoord. Op basis van gegevens uit een groot aantal talen toont de promovenda aan dat er een cruciale factor is: er moet sprake zijn van een handeling waarin twee deelnemers op een duidelijk onderscheidbare manier betrokken zijn. De ene deelnemer veroorzaakt en controleert dan de handeling, maar wordt niet direct beinvloed door de effecten van de handeling, terwijl de andere deelnemer juist wel deze effecten ondergaat maar zelf geen controle heeft over de handeling. Wanneer deze betekenis-oppositie niet aanwezig is, bijvoorbeeld wanneer de controlerende deelnemer ook sommige van de effecten van de handeling ondergaat, wordt een werkwoord vaak niet meer als volledig transitief behandeld door de taal in kwestie.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 2004 10:32:37 +0100
From: L.C. de Vink <C_L_de_Vink@Library.LeidenUniv.NL>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040104.html
Subject: Med: 0401.04: Katwijks dialect ('Katteks') uit 1938 op cd
======================================================================
Katteks, om ’t te bewaere voor ’t naegeslacht
Oudste opname Katwijks dialect nu te horen in Katwijks Museum en op cd
======================================================================
Sinds kort staat er op de zolder van het Katwijks Museum een strandhokje. Dit strandhokje is geen gewoon strandhokje. Hierin kunnen bezoekers van het museum luisteren naar de oudste opname van het Katwijks dialect, in 1938 op de plaat ingesproken door C. Varkevisser. Op zaterdag 24 januari a.s. om 17.00 uur zal het strandhokje officieel in gebruik genomen worden door Ria Varkevisser en Leendert de Vink. Bovendien kan iedereen vanaf dat moment ook thuis genieten van het oude dialect: deze feestelijke gebeurtenis gaat vergezeld van de presentatie van de cd die er van de opname uit 1938 is gemaakt.
Katwijk aan Zee heeft een geheel eigen dialect, dat duidelijk verschilt van de dialecten in de omgeving. Van het dialect werden door C. Varkevisser (1901-1968), directeur van de Katwijkse visserijschool, in de jaren dertig van de vorige eeuw stenografisch gesprekken verzameld van oude vissers. Deze stenogrammen vormden de basis voor een dialectbeschrijving door G.S. Overdiep (1885-1944), hoogleraar taalkunde aan de universiteit van Groningen, met medewerking van Varkevisser: De volkstaal van Katwijk aan Zee (1940). Een bloemlezing uit de gesprekken is te vinden in het Woordenboek van de volkstaal van Katwijk aan Zee (1949).
In 1938 werd door Overdiep en Varkevisser van fragmenten uit de Katwijkse gesprekken een plaatopname gemaakt. Het gaat hier om een glasplaat, ook wel lakplaat genoemd. Op de plaat is Varkevisser te horen, die voorleest uit zijn aantekeningen. De plaat is teruggevonden in 1999. Nu is er van deze plaat een cd gemaakt, met een transcriptie en vertaling door C.L. de Vink.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 07 Jan 2004 10:50:30 +0100
From: Godelieve Linders <godelieve@vantilt.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040105.html
Subject: Med: 0401.05: Vlaamse Cultuurprijs voor Essay voor Geert Buelens; uitreiking op ma 1 maart 2004 te Antwerpen
==================================================
Vlaamse Cultuurprijs voor Essay voor Geert Buelens
==================================================
De Vlaamse minister van Cultuur Paul Van Grembergen heeft de prestigieuze Vlaamse Cultuurprijs voor Essay (voorheen de Staatsprijs) toegekend aan Geert Buelens voor zijn studie ‘Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poezie’ (Vantilt/Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Nijmegen/Gent 2001, ISBN 90-75697-35-X; zie http://www.vantilt.nl). Van Grembergen deed dit op voordracht van de jury onder voorzitterschap van Rik Van Gorp. De prijs zal Buelens worden uitgereikt op 1 maart 2004 in de Bourla te Antwerpen.
‘Van Ostaijen tot heden’ is een vurig pleidooi voor poezie. Met Paul van Ostaijen als gids en maatstaf reconstrueert Buelens de ontwikkelingen van de Vlaamse poezie in de twintigste eeuw. Uit maar liefst 1302 pagina’s dichtbedrukte tekst blijkt dat ontelbare dichters verrassend genoeg op een of andere manier een standpunt hebben ingenomen voor of tegen ‘Zot Polleken’. Geen enkel poetisch oeuvre uit de Vlaamse twintigste-eeuwse literatuur blijft onbesproken. Buelens plaatst gedichten in een breder maatschappelijk en historisch kader. De jury apprecieert Buelens’ nauwgezette en trefzekere analyses die gepaard gaan met een opmerkelijke stijlvastheid en toegankelijkheid. ‘Van Ostaijen tot heden’ is nu al uitgegroeid tot een literair-historisch standaardwerk, door sommigen betiteld als ‘De Dikke Buelens’.
‘Van Ostaijen tot heden’ kon al bij verschijnen rekenen op grote waardering van de kritiek:
‘Een Fundgrube voor de geschiedenis van de poezie in Vlaanderen’ (Annie van den Oever in Vrij Nederland);
‘”Van Ostaijen tot heden” biedt iedere geinteresseerde een toegankelijke en zelfs vermakelijke leidraad voor de Vlaamse poeziegeschiedenis’ (Fleur Speet in NRC Handelsblad);
‘Dit buitengewoon spannende en ook nog eens zeer helder geschreven verhaal verdient het om van a tot z gelezen te worden’ (Marc Reugebrink in De Morgen);
‘In feite schreef Buelens met dit boek niets minder dan een geschiedenis van de Vlaamse poezie’ (Marc Reynebeau in Knack).
Geert Buelens (1971) doceert aan het Departement Letterkunde van de Universiteit Antwerpen. Hij schrijft over literatuur voor De Morgen en publiceert in talloze tijdschriften en kranten. Geert Buelens werd eerder onderscheiden met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs (voor zijn dichtbundel ‘Het is’), de Jan Hanlo Essayprijs Klein (voor een essay over de poetische aspiraties van politici) en, recentelijk, met de Prijs voor de Letterkunde van de Provincie Antwerpen (eveneens voor ‘Van Ostaijen tot heden’).
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 2 Jan 2004 11:09:12 +0100
From: dbnl <nieuws@dbnl.org>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040106.html
Subject: Web: 0401.06: Nieuws van de dbnl - 2 januari 2004
===============================================================
Nieuws van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
http://www.dbnl.org/
===============================================================
Oplevering teksten januari 2004
http://www.dbnl.org/nieuws/opl012004.htm
- Willem Bilderdijk, De kunst der poezy
- [lopend project, 2003-….] G.J. van Bork (red.), Aanvullingen op Schrijvers en dichters (dbnl biografieenproject I): auteurs beginnend met een ‘C’
- Carry van Bruggen, Eva
- Samuel Coster, Boere-klucht van Teeuwis de boer, en men juffer van Grevelinckhuysen
- Frederik van Eeden, Van de koele meren des doods
- P.C. Hooft, Achilles en Polyxena
- Pieter Langendijk, Het wederzyds huwelyksbedrog
- Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy
- Pieter Nieuwland, Orion
- Stijn Streuvels, ‘Het leven en de dood in den ast’
- Joost van den Vondel, De werken van Vondel. Tweede deel 1620-1627
- ‘k Wil rijmen wat ik bouw (samenstelling: Arie Jan Gelderblom)
Nieuwe gedichten januari 2004
http://www.dbnl.org/gedichten/
- Saskia de Jong, ‘Onderweg’
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 1 Jan 2004 22:01:28 +0100
From: Johan Velter <johan.velter@tiscali.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040107.html
Subject: Lit: 0401.07: Nieuw bij DRUKsel: essay van Jan Lauwereyns en dichtbundel van Marc Kregting; presentatie op do 28 januari 2004 te Gent
===================================================================
Nieuw bij DRUKsel: essay van Jan Lauwereyns en dichtbundel van Marc Kregting; presentatie op do 28 januari 2004 te Gent
===================================================================
1. Jan Lauwereyns. ‘Het bloembed van de werkelijkheid’. DRUKsel, 2004.
2003 was voor Jan Lauwereyns een goed jaar. Niet alleen verscheen zijn eerste roman maar hij kreeg ook de Hugues C. Pernathprijs voor de bundel ‘Buigzaamheden’ toegekend. Zijn roman ‘Monkey business’ heeft veel verwarring teweeggebracht. Sommige recensenten reduceerden het werk tot een modieuze kreet van afschuw om het dierenleed en vonden dat dit even goed in de vorm van een pamflet geschreven kon zijn. Sommigen zagen echter ook een link met het dichtwerk, niet alleen op inhoudelijk vlak maar ook wat het artistiek project betreft.
In het essay ‘Het bloembed van de werkelijkheid’ schrijft Jan Lauwereyns zijn standpunt neer over wat goede poezie is. Hij legt een relatie tussen ethiek en esthetica (het goede is het schone) maar hij blijft ver van alle propaganda. Want het traditionele begrippenpaar goedheid-schoonheid breidt hij uit met het hedendaagse begrip complexiteit. Het ethische (‘doe dit’) wordt in interessante poezie niet zomaar blootgelegd maar via verborgenheden, onderstromen kenbaar gemaakt. De dichter maakt een omweg. Jan Lauwereyns maakt zijn standpunt duidelijk door over anderen te spreken: Chris Abani, Dirk van Bastelaere, Jalal El-Hakmaoui, Che Qianzi en Paul Bogaert passeren de revue. Elk draagt een onderdeel bij aan het standpunt van Jan Lauwereyns. Uiteindelijk komt alles samen in de blik van de dichter: ‘Het vasthouden van de blik creeert tijd en ruimte waarin nieuwe inzichten geboren kunnen worden.’
Het essay verschijnt bij DRUKsel op 126 exemplaren. Alle boeken zijn gesigneerd. De kostprijs is 13 euro. ‘Het bloembed van de werkelijkheid’ wordt voorgesteld op donderdag 28 januari om 21.00 uur in het Geuzenhuis (Gent) op de avant-premiere van de Gedichtendag 2004. Deze avond is een gezamenlijke organisatie van het Geuzenhuis, Boek.be, het Poeziecentrum en DRUKsel.
2. Marc Kregting. ‘Zie je dat rood. Gedragslijnen’. DRUKsel, 2004.
Eindelijk wordt van Marc Kregting weer een gedichtenbundel uitgegeven. De bundel ‘Zie je dat rood. Gedragslijnen’ bevat zestien gedichten en ze vormen samen het persoonlijke Hooglied van Kregting. Zijn romans en poezie ontregelden tot nu toe de taal. Als een jonge Willem Brakman hakte hij de logica van de taal aan stukken, bepaalde hij eigenzinnig hoe een zin er uit hoorde te zien, besliste hij over de volgorde van de werkelijkheid.
In deze nieuwe bundel gaat hij een stap verder en bevrucht hij met zijn barokke verbeelding de woorden zelf waardoor de leeservaring bijzonder bevreemdend werkt. Je leest woorden die herinneringen aan betekenissen oproepen maar niets wordt duidelijk beschreven. Dit zijn geen voorschriften of beschrijvingen meer, maar omgangen met de taal en de werkelijkheid. Er is vrijheid, vrijheid van denken en beleven. Kregting heeft in deze bundel zijn arsenaal van poetische hulpmiddelen bovengehaald: assonanties, stafrijmen, verdubbelingen, ritmewijzigingen. Maar ook de opbouw van de gedichten is bijzonder verrassend: het is alsof de hele bundel een lange ademhaling is: het binnenhalen van de lucht, het opzwellen van de borst, het uitademen. De structuur van de bundel is bovendien streng-architecturaal.
Deze cyclus gedichten verschijnt bij DRUKsel op 126 exemplaren. Alle bundels zijn gesigneerd. De kostprijs is 13 euro.
‘Zie je dat rood. Gedragslijnen’ wordt voorgesteld op donderdag 28 januari om 21.00 uur in het Geuzenhuis (Gent) op de avant-premiere van de Gedichtendag 2004. Deze avond is een gezamenlijke organisatie van het Geuzenhuis, Boek.be, het Poeziecentrum en Druksel. Dezelfde avond leest ook Leonard Nolens gedichten voor.
Meer informatie:
DRUKsel
Gentbruggestraat 106
9040 Gent
+32 (0)9.228.56.70 of 0473/50.99.18
johan.velter@druksel.be
http://www.druksel.be
DRUKsel 04: een beurs van boekenmakers, bibliofiele drukkers en kleine uitgevers vindt plaats tijdens het weekend van 17-18 april 2004, Leopoldskazerne, Gent (Belgie). Lezingen door Albert Bontridder en Martin Reints (van beiden verschijnt bij DRUKsel ook een nieuwe uitgave). Een tentoonstelling brengt hulde aan typograaf en vormgever Karel Beunis. Over hem houden Sjaak Hubregtse en Jan de Jong een causerie.
Voor de avant-premiere Gedichtendag 2004:
Poeziecentrum
janni.devriendt@poeziecentrum.be
+32 (0)477-75.08.22
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Jan 2004 13:31:00 +0100
From: Arianne Baggerman, via Verkruijsse <p.j.verkruijsse@planet.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040108.html
Subject: Sym: 0401.08: Studiedag 'De wereld in het klein: egodocumenten en microgeschiedenis' op do 5 februari 2004 te Rotterdam
========================================================
De wereld in het klein: egodocument en microgeschiedenis
donderdag 5 februari 2004
========================================================
Een studiedag over de praktijk van microgeschiedenis en het onderzoek naar egodocumenten in samenwerking met de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Egodocumenten en microgeschiedenis zijn zowel in het wetenschappelijk historisch bedrijf als in de literatuur en de journalistiek een steeds grotere rol gaan spelen. De aandacht is verplaatst van grote sociaal-economische theorieen, waarbij modernisering en klassenstrijd als kapstok dienden voor het geschiedverhaal, naar kleine persoonlijke verhalen. Deze kentering zette rond 1980 in en viel later samen met de onttakeling van de grote politieke ideologieen. Enkele historici richtten in hun werk de aandacht op de wereld van een persoon of een familie om vanuit die beleving een beter zicht te krijgen op het grotere verband. Carlo Ginzburg verwierf grote bekendheid met zijn studie over het wereldbeeld van een vijftiende-eeuwse molenaar. In Nederland maakte Geert Mak het kleine geschiedverhaal populair.
De Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen levert een
inhoudelijke bijdrage aan het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van egodocumenten – een belangrijke bron voor microgeschiedenis – in de vorm van het onderzoeksprogramma Controlling Time and Shaping the Self. Education, Introspection and Practices of Writing in the Netherlands. Om de opkomst, de verbreiding en de populariteit van microgeschiedenis in bredere zin aan de orde te stellen is besloten een studiedag aan dit thema te wijden. Daarbij is een samenwerking aangegaan met de Rotterdamse Kunststichting. Verschillende specialisten zullen aan de hand van hun eigen publikaties ingaan op hun werkwijze en de receptie van hun werk. De bijeenkomst wordt ’s avonds afgesloten met een discussie.
Toegang: gratis, in verband met het beperkt aantal plaatsen wel reserveren! Locatie: Zaal de Unie, Mauritsweg 34, Rotterdam.
Reserveren: tel +31 (0)10-433.35.34 of rks@rks.nl
Informatie: tel +31 (0)10-433.58.33 of http://www.rks.nl
Tijden: middagprogramma: 13.30 – 17.00. Avondprogramma: 20.00 – 22.30
Middagprogramma:
13.45 Welkom door gespreksleider Lodewijk Ouwens.
13.50 Korte introductie over microgeschiedenis door Arianne Baggerman, hoofd van het onderzoeksprogramma Controlling Time and Shaping the Self. Education, Introspection and Practices of Writing in the Netherlands. Samen met Rudolf Dekker auteur van de studie: De horizon van Otto van Eck, kind tussen twee werelden, te verschijnen in 2004.
14.00 Roelof van Gelder, auteur van: Napora’s omweg: het leven van een VOC-matroos (1731-1793), Amsterdam, Atlas, 2003.
14.30 Pieter Spierenburg, auteur van de binnenkort te verschijnen studie: Written in blood: Attraction in Enlightenment Amsterdam, Ohio State U.P., 2004.
15.00-15.30 Pauze.
15.30 Pieter Stokvis, auteur van: Huishouden, huwelijk, gezin: huiselijk leven in de 20e eeuw, Rotterdam, Donker, 2002.
16.00 Ursula den Tex, auteur van: Anna baronesse Bentinck, 1902-1984: een vrouw van stand, Amsterdam, Balans, 2003.
16.30 Voorlopige balans door gespreksleider Lodewijk Ouwens.
Avondprogramma:
20.00 Willem Frijhoff, auteur van: Wegen van Evert Willemsz: een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf, 1607-1647, Nijmegen, SUN, 1995.
20.30 Philo Bregstein, auteur van: Terug naar Litouwen: sporen van een joodse familie, Amsterdam, Van Gennep, 1995. Binnenkort verschijnt zijn nieuwste roman: Het Sabbatjaar, Amsterdam, Aspekt, 2004.
21.00 Judith Koelemeijer, auteur van: Het zwijgen van Maria Zachea: een ware familiegeschiedenis, Zutphen, Plataan, 2001.
21.30-21.45 Pauze.
21.45 Discussie onder leiding van gespreksleider Lodewijk Ouwens.
22.30 Einde.
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 06 Jan 2004 14:28:27 +0100
From: Andrea Langendoen <Andrea.Langendoen@kb.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040109.html
Subject: Sym: 0401.09: Symposium 'Straatliederen in Het Geheugen van Nederland' op vr 23 januari 2003 in de KB te Den Haag
========================================================
Symposium ‘Straatliederen in het Geheugen van Nederland’
http://www.kb.nl/straatliederen
========================================================
Op 23 januari 2004 organiseert de Koninklijke Bibliotheek een symposium over de geschiedenis van het Nederlandse straatlied. Dit ter gelegenheid van de afronding van een digitaliseringsproject in het kader van Het Geheugen van Nederland, waarmee een omvangrijke collectie volks- en straatliederen toegankelijk wordt gemaakt.
Straatzangers brachten eeuwenlang een scala aan liederen ten gehore, van moord- en rampliederen tot vaderlandse klassiekers, en van sentimentele krakers tot bijtende spotliederen. Straatliederen werden niet alleen gezongen maar ook uitgegeven op gedrukte liedbladen en kleine brochures die de zangers op straat verkochten. In de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw werden legden de verzamelaars Douwe Wouters (1876-1955) en Julius Moormann (1889-1974) twee omvangrijke collecties van deze liedbladen aan. Deze collecties kwamen uiteindelijk terecht bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en het Meertens Instituut in Amsterdam.
In 2002 startte het door het ministerie van OCW gesubsidieerde samenwerkingsproject van de Koninklijke Bibliotheek en het Meertens Instituut om deze twee belangrijke collecties straatliederen te digitaliseren. Na twee jaar intensieve samenwerking zijn nu bijna 15.000 historische Nederlandse liedjes via Het Geheugen van Nederland (http://www.geheugenvannederland.nl) te bekijken. Bovendien zijn de 30 meest populaire melodieen via de website te beluisteren.
Sprekers op het congres zijn Ad Leerintveld (Koninklijke Bibliotheek), Louis Peter Grijp (Hoogleraar in de geschiedenis van het Nederlandse lied en verbonden aan het Meertens Instituut), Martine de Bruin (Meertens Instituut), Arie van de Berg (dichter/publicist), Jacques Kloeters (televisie- en radiomaker en kleinkunstkenner), en Paul Doorenbosch (Het Geheugen van Nederland). Aan het eind van de middag zal de website met de straatliederen worden gepresenteerd door Freek de Jonge. Deze presentatie zal ook ‘live’ via internet te volgen zijn via de website van het Geheugen van Nederland (http://www.geheugenvannederland.nl).
Freek de Jonge zal tevens het eerste exemplaar uitreiken van een de cd ‘De kist van Pierlala. Straatliederen uit het geheugen van Nederland’, geproduceerd door de KB i.s.m. Globe Records. Op ‘De kist van Pierlala’ worden 24 van deze liedjes nieuw leven ingeblazen door een keur aan hedendaagse artiesten, onder wie Maarten van Roozendaal, Mieke Stemerdink, Bob Fosko, Jiskefet, Freek de Jonge, Jeroen Zijlstra, Bennie Huisman, Marc Krone, Suze van Grootel en Nico van der Meel. Diverse liedjes van de cd zullen tijdens het symposium door de artiesten ten gehore worden gebracht.
Belangstellenden voor deelname aan het congres kunnen het volledige programma bekijken op de website: http://www.kb.nl/straatliederen. Daar vindt u ook het aanmeldingsformulier waarmee u zich voor het symposium kunt opgeven. Er is slechts een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Inschrijving geschiedt op volgorde van aanmelding. Deelnemers aan het symposium ontvangen voor 16 januari 2004 een schriftelijke bevestiging van hun inschrijving en het verzoek het inschrijfgeld a EUR 25,00 te voldoen. Bij het inschrijfgeld is inbegrepen de CD ‘De kist van Pierlala’, koffie & thee, lunch en een borrel.
Voor meer informatie over het straatliederenproject kunt u terecht bij:
Garrelt Verhoeven
+31 (0)70-3140292
garrelt.verhoeven@kb.nl
Koninklijke Bibliotheek
Prins Willem-Alexanderhof 5
2509 LK Den Haag
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 19 Dec 2003 15:12:28 +0100
From: Kasper van Ommen <K_van_Ommen@Library.LeidenUniv.NL>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040110.html
Subject: Ten: 0401.10: Tentoonstelling '"De alledaagse dingen die onze stemming bepalen". De collectie Nieuwe Kunst in de Universiteitsbibliotheek Leiden' van do 4 maart tot zo 4 april 2004 te Leiden
=================================================================
Tentoonstelling ‘De alledaagse dingen die onze stemming bepalen’.
De collectie Nieuwe Kunst in de Universiteitsbibliotheek Leiden
=================================================================
Van 4 maart tot en met 4 april 2004 zal in de Universiteitsbibliotheek Leiden, Witte Singel 27 te Leiden de tentoonstelling ‘”De alledaagse dingen die onze stemming bepalen”. De collectie Nieuwe Kunst in de Universiteitsbibliotheek Leiden’ te zien zijn.
Sinds enkele decennia is de Universiteitsbibliotheek Leiden in het bezit van een Collectie Nieuwe Kunst, die ook wel bekend staat als de Collectie ‘B’. De aanduiding ‘B’, staat voor Ernst Braches, de oud-conservator Westerse Gedrukte Werken van de universiteitsbibliotheek Leiden, die de naam gaf aan zijn eigen collectie boekbanden uit de periode van de Nieuwe Kunst. Braches promoveerde op 10 april 1973 aan de Universiteit van Amsterdam cum laude tot doctor in de letteren op het proefschrift ‘Het boek als Nieuwe Kunst, 1892-1903. Een studie in Art Nouveau’. De term Nieuwe Kunst werd in Nederland in 1960 als begrip geintroduceerd door de kunsthistoricus Louis Gans als een typisch Nederlandse variant van de internationale kunststroming Art Nouveau of Jugendstil.
We hebben met de collectie Nieuwe Kunst in de UB Leiden te maken met een van de, zo niet de, belangrijkste collectie boeken, tijdschriften, documenten en efemeer drukwerk betreffende het boek in de periode van de ‘Nieuwe Kunst’ in Nederland. Toen de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde de collectie in 1972 verwierf, was de inzet om ‘in het bezit te komen van een groot aantal letterkundige uitgaven uit de periode van rond de eeuwwisseling, boeken die bovendien voor de kennis van culturele stromingen in Nederland onmisbaar zijn.’ De collectie bestaat uit enkele honderden Nieuwe-Kunstboeken uit de periode 1897-1903 (ook wel de ‘kerncollectie’ genoemd), een grote collectie boeken die niet tot de beschreven periode behoren maar die als werkmateriaal zijn gebruikt, een kleine handbibliotheek en een uitgebreide documentatie bestaande uit verschillende ordners met honderden foto’s, (literatuur)verwijzingen en aantekeningen betreffende objecten en kunstenaars.
Op de tentoonstelling worden boekbanden, tijdschriften en efemeer drukwerk getoond van o.a. Dijsselhof, Nieuwenhuis, Lion Cachet, Toorop en Derkinderen. Naast bekende Nieuwe-Kunstboeken zoals ‘Kunst en Maatschappij’ van Walter Crane, de ‘Gedichten’ van Perk en de ‘Gijsbreght van Aemstel’ zijn er vele zeldzame stukken uit de collectie te zien zoals een exemplaar van de ‘Meerbodekalender’ van Lion Cachet, een luxe exemplaar van ‘Gedachten en verbeeldingen’ van Jan Hofker met de band door Nieuwenhuis, verschillende andere luxe edities en nog zelden getoond efemeer drukwerk.
De tentoonstelling staat bovendien in het teken van het verschijnen van de in februari bij Uitgeverij De Buitenkant geplande herziene en uitgebreide editie van het proefschrift ‘Het boek als Nieuwe Kunst, 1892-1903. Een studie in Art Nouveau’.
De tentoonstelling is gratis te bezichtigen tijdens de openingsuren van de Leidse Universiteitsbibliotheek: ma-vr 8.30-22.00 uur; za 9.30-17.00 uur; zo 13.00-17.00 uur.
Van de tentoonstelling ‘”De alledaagse dingen die onze stemming bepalen”. De collectie Nieuwe Kunst in de Universiteitsbibliotheek Leiden’ verschijnt een gelijknamige, rijk geillustreerde catalogus in de reeks ‘Kleine publicaties van de Leidse Universiteitsbibliotheek’ (prijs EUR 10). De catalogus is te koop bij de receptie van de Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 27, 2311 BG Leiden, telefoon +31 (0)71-527.28.00 of te bestellen via e-mail: ommen@library.leidenuniv.nl.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 12 Jan 2004 22:07:12 +0100
From: Jeroen Jansen via P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040111.html
Subject: Rec: 0401.11: Recensie door Jeroen Jansen van: Symon Andriessoon. Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden. Antwerp, Heynrick Alssens, 1550. In facsimile. (Hilversum, 2003)
========
Recensie
========
Symon Andriessoon. Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden. Antwerp, Heynrick Alssens, 1550. In facsimile, transcription of the Dutch text and English translation. Edited by Mark A. Meadow and Anneke C.G. Fleurkens. With two introductory texts by S.A.C. Dudok van Heel and Herman Roodenburg. Hilversum, Verloren, 2003. 334 pp., gebonden, geillustreerd, ISBN 90-6550-720-5, EUR 25,00.
‘Dat is geen spek naar zijn bek’, luidt een bekend Nederlands gezegde. Weinigen zullen weten dat deze uitdrukking al in 1550 werd opgetekend, en wel in de ‘Duytsche adagia ofte spreeckwoorden’ van Symon Andriessoon. Ook al omdat deze bundel de enige verzameling van Nederlandstalige spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen is die in de zestiende eeuw werd gedrukt, mag een moderne teksteditie als een lang gekoesterde wens worden beschouwd. Het opnemen van een facsimile van de oude druk in deze uitgave mag hierbij als een waardevolle toevoeging worden beschouwd.
Andriessoons ‘Duytsche adagia ofte spreeckwoorden’, die in 1550 door de Antwerpse boekdrukker Henrick Alssens werden uitgegeven, bieden een prachtig inzicht in de Nederlandse taal, geschiedenis en cultuur uit het midden van de zestiende eeuw. De spreekwoorden zijn soms uitermate helder en thans nog in gebruik (‘willige paarden behoeven geen sporen’, ‘een hondsvot’, ‘de huik naar de wind hangen’, ‘niet een steek zien’ etc.). Meestal legt Andriessoon de betekenis van de spreuk uit: ”t Is een krakende wagen. Dat is een die veeltijds ziek is’). Een dienstig commentaar van Fleurkens geeft veelal opheldering waar het oude Nederlands lastig is, maar schiet soms tekort: ‘Den pharisee maken. Dat sijn die ghene die hem beveynst connen houden’ (p. 186): wat ‘beveynst’ betekent, blijft raadselachtig. De lezer vindt in de Engelse vertaling een interpretatie: ‘These are those who can pretend’.
In de inleidende besprekingen werden keuzes gemaakt en is er over de auteur, spreekwoordengeschiedenis en de lotgevallen van het gebruikte exemplaar voor ieder wat wils. Weinig aandacht wordt echter besteed aan de poeticale betekenis van spreekwoorden als een literair genre, aan de bijdrage die deze spreekwoorden en Andriessoons uitleg erbij leveren aan de Nederlandse taal. Ook vinden we nagenoeg niets over de waarde van deze zestiende-eeuwse bundel bij de vorming en het gebruik van Nederlandse spreekwoorden in latere eeuwen. Dat is toch jammer voor een boek van 334 bladzijden waarin de 730 spreekwoorden zelf en het commentaar hierbij niet veel meer dan 100 pagina’s uitmaken. De omvang van het geheel heeft veel te maken met de internationale pretenties van de uitgave, waardoor er naast een facsimile van de oude druk en de Nederlandse transcriptie ook een Engelse vertaling noodzakelijk was.
Onder de inleidende beschouwingen, uiteraard eveneens in het Engels, is een nuttige uiteenzetting over de auteur Symon Andriessoon, een Amsterdamse schoolmeester en notaris, door S.A.C. Dudok van Heel. Diens archiefonderzoek heeft deze Symon een gezicht gegeven, hoewel de zeven pagina’s genealogische details in appendix 2 voor veel lezers iets teveel van het goede zullen zijn. Tussen de inleidende beschouwingen is er ook een van amper vier pagina’s over ‘Historical proverb scholarship in Flanders and the Netherlands’ door Herman Roodenburg, waarvan mij de functie voor een teksteditie als deze een beetje ontgaat. Het inleidende hoofdstuk van Anneke Fleurkens, die ook de Nederlandse transcriptie voor haar rekening heeft genomen, beschrijft het gebruikte exemplaar van de bundel en behandelt tamelijk uitvoerig de provenance hiervan (achttiende, negentiende, twintigste eeuw). Het is in dat kader toch tamelijk bizar dat de huidige bezitter en verblijfplaats van het boekje ongenoemd blijven, zodat we eigenlijk niet weten om welk exemplaar het nu precies gaat. Het piece de resistance van de inleiding wordt gevormd door een hoofdstuk van Mark Meadow over zestiende-eeuwse spreekwoorden en hun verzamelingen, een bijdrage waarin de cultuurhistorische setting nog het meest wordt verhelderd. Dit hoofdstuk geeft belangwekkende informatie maar is in hoge mate gebaseerd op en deels identiek aan zijn artikel ‘Volkscultuur of humanistencultuur’ in het Volkskundig Bulletin 19 (1993), p. 208-240. Aangezien Meadow dit niet vermeldt, blijft de lezer met de prangende vraag achter waarom de gebruikte studies niet verder dan 1993 reiken terwijl het in juist dit hoofdstuk toch voor de hand had gelegen naar recentere literatuur te verwijzen en hier ook de vruchten van te plukken.
Na deze inleidende hoofdstukken volgen in ca. 300 pagina’s de Engelse vertaling, de Nederlandse transcriptie en de facsimile. Deze volgorde is voor Nederlandstalige lezers verwarrend en lijkt een miskenning voor de Nederlandse taal en de oorspronkelijke bron. In de commentaar bij de Engelse (geannoteerde) vertaling wordt als referentie terecht verwezen naar het handschrift ‘Adagia ofte spreeckwoorde’ van R. Gheurtz uit 1552 en naar Johannes Sartorius’ ‘Adagia’ (hoewel het dan weer minder duidelijk is waarom de uitgave 1670 en niet die uit 1561 is gebruikt).
Een positief element in deze editie zijn de index bij de Engelse vertaling en die bij de Nederlandse transcriptie. Al met al mag het publiceren van deze uiterst zeldzame en belangwekkende spreekwoordenverzameling in facsimile met gejuich worden begroet, ook al is de omlijsting misschien niet op alle punten even gelukkig (met name het taalkundige element wordt gemist). Wanneer men deze uitgave van achter naar voren leest (dus te beginnen met de facsimile en de Nederlandse transcriptie en met de inleidende hoofdstukken als toelichting) is men wellicht toch het beste af.
Jeroen Jansen
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 03 Jan 2004 13:12:12 +0100
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2004/01/040112.html
Subject: Col: 0401.12: Linguistisch Miniatuurtje XCVI: Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd
=================================================
Linguistisch Miniatuurtje XCVI:
Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd
=================================================
“Zeg, mag ik jou eens iets vragen?”
“Natuurlijk.”
“Jij bent toch een beetje thuis in de grammatica, nietwaar?”
“Ehh, ja.”
“Heb jij in december naar het dictee gekeken?”
“Ja.”
“Ik kom daar niet helemaal uit.”
“Waar gaat het over?”
“Nou, ik zit nog na te peinzen over zin 8.”
“Wat was zin 8 ook al weer?”
“Dat was die zin met ‘inmiddels word-met-dt je door een bijdehante havo-leerling toegesnauwd dat hij een zonovergoten pinksterdag verbeidt’.”
“O ja, wat was daar het probleem?”
“Nou, ik zie niet waarom je ‘word’ met ‘dt’zou moeten schrijven.”
“Maar dat is toch heel eenvoudig?”
“Leg eens uit dan.”
“Wel, het gaat om een constructie met het werkwoord ’toesnauwen’, niet?”
“Ja.”
“Dat is hier ‘iemand iets toesnauwen’.”
“OK.”
“Nou, daar is ‘iets’ het lijdend voorwerp, akkoord?”
“Ja.”
“Goed. In de lijdende vorm, ‘wordt toegesnauwd’, wordt het lijdend voorwerp het onderwerp, en dat komt in getal overeen met de persoonsvorm. Dat wordt dus ‘iets wordt iemand toegesnauwd.’ Mee eens?”
“Ja.”
“In de dicteezin neemt dat ‘iets’ de vorm aan van een bijzin: ‘dat hij een zonovergoten pinksterdag verbeidt’. Bijzinnen zijn derde persoon enkelvoud, dus de persoonsvorm ‘wordt’ is ook derde persoon enkelvoud. Dus ‘dt’. Snap je?”
“Jaja. Maar wat is die ‘iemand’ dan?”
“Dat is het meewerkend voorwerp.”
“Waarom is dat het meewerkend voorwerp?”
“Hoezo, waarom is dat het meewerkend voorwerp?”
“Daar moet je toch altijd ‘aan’, ‘voor’ of ‘bij’ bij kunnen zetten?”
“Niet altijd.”
“Wanneer niet dan?”
“Nou hier bijvoorbeeld.”
“Maar hoe kun je hier dan zien dat het meewerkend voorwerp is?”
“Het meewerkend voorwerp is diegene of datgene waar de handeling op gericht is. Hier gaat het om ‘iets snauwen’ dat gericht is op een persoon. Die persoon is die iemand.”
“Aha, het is dus een betekeniskwestie.”
“Ehh, ja.”
“Maar als je nou dat ‘iets’ weglaat?”
“Ja?”
“Dan krijg je ‘iemand toesnauwen’. Wat is ‘iemand’ dan?”
“Ehmm, dan is het lijdend voorwerp.”
“Waarom?”
“Dan krijg je bij de lijdende vorm bijvoorbeeld ‘ik word toegesnauwd’.”
“Wacht even, nou ben je me kwijt.”
“Hoezo?”
“In ‘iemand iets toesnauwen’ is ‘iemand’ meewerkend voorwerp vanwege een betekeniskwestie, en in ‘iemand toesnauwen’ is die betekeniskwestie ineens onbelangrijk geworden en noem je ‘iemand’ lijdend voorwerp omdat het in de lijdende vorm onderwerp wordt.”
“Ja dat is wel een beetje gek. Maar het lijkt me toch overduidelijk.”
“Hoe bedoel je?”
“In ‘iemand iets toesnauwen’ heb je twee voorwerpen. Er is geen twijfel over mogelijk dat ‘iets’ het lijdend voorwerp is. Dus moet ‘iemand’ meewerkend voorwerp zijn.”
“Nou ga je me weer iets te snel. Ik snap wel dat je het zo KUNT zien, maar ik zie niet in waarom dat zo MOET. Waarom kan ‘iemand’ niet lijdend voorwerp zijn en ‘iets’ een of ander andersoortig voorwerp?”
“Zoals?”
“Weet ik veel. Voorzetselvoorwerp, oorzakelijk voorwerp, ‘you tell me’.”
“Ja zo kan ik het ook. Dat moet je dan wel even nader beargumenteren.”
“Wacht even, maar het ging er toch om dat jij geen argumenten kon verzinnen waarom ‘iemand’ per se meewerkend voorwerp moest zijn?”
“Ik dacht dat ik dat wel gedaan had, anders.”
“Nee dat had je niet. Jij zei dat ‘iemand’ meewerkend voorwerp was omdat het de persoon was waar de handeling op gericht was. Toen ik daarop voorstelde om ‘iets’ weg te laten vond je ineens dat ‘iemand’ dan wel lijdend voorwerp kon zijn.”
“Ja maar dan is er dus sprake van twee werkwoorden ’toesnauwen’.”
“Huh?”
“In ‘iemand iets toesnauwen’ gaat het erom, dat je iets met een snauw in de richting van iemand uitspreekt. Bij ‘iemand toesnauwen’ is die iemand juist een persoon die het snauwen ondergaat. Dus lijdend voorwerp.”
“…”
“Snap je?”
“Vind je dat zelf nou ook niet een beetje geforceerd?”
“Nee, waarom?”
“Is het niet eigenlijk hetzelfde verhaal als met ‘men wordt verzocht niet te roken’?”
“Hoezo?”
“Het is ‘iemand iets verzoeken’, met twee voorwerpen dus, ‘iets’ en ‘iemand’, en in de lijdende vorm kun je kiezen wat het onderwerp wordt.”
“Ja maar, dat is een taalverandering die zich aan het voltrekken is.”
“O is dat zo?”
“Dat is de gangbare opvatting onder taalkundigen.”
“Maar ik las laatst dat dat al meer dan honderd jaar de gangbare opvatting is, dat die taalverandering zich aan het voltrekken is. Dat gaat dan wel erg langzaam, vind je niet? Hoeveel generaties zijn er wel niet nodig voor zo’n verandering?”
“Het lijkt me overigens ook niet echt hetzelfde.”
“Leg eens uit.”
“Nou, bij ‘iemand iets verzoeken’ kun je argumenteren dat ‘iets’ oorzakelijk voorwerp is omdat het gaat om een ‘verzoek tot iets’. Daar zit dus een verborgen voorzetsel.”
“Ja, maar in die constructie heb je ook een argument om ‘iemand’ juist wel meewerpend voorwerp te noemen.”
“O?”
“Ja, want het is niet alleen een ‘verzoek tot iets’ maar ook een ‘verzoek aan iemand’. Daar heb je dus je ‘aan’.”
“Wat wil je hiermee zeggen?”
“Bij ‘iemand iets verzoeken’ kun je redelijke argumenten aandragen dat ‘iemand’ meewerkend voorwerp is, en toch vinden taalkundigen het acceptabel om dat als onderwerp in de lijdende vorm te krijgen. Bij ‘iemand iets toesnauwen’ kun je niet eens een fatsoenlijk argument bedenken om ‘iemand’ meewerkend voorwerp te noemen, terwijl dat de enige reden zou kunnen zijn om het in de lijdende vorm ‘niet’ als onderwerp te accepteren. En dat zou dan nog niet eens een geldige reden zijn.”
“Jaja.”
“Iets anders. Jij bent geloof ik een generativist, niet?”
“Een wat?”
“Een aanhanger van de moderne grammatica, die aanneemt dat zinnen zijn afgeleid uit abstractere structuren.”
“Ja OK.”
“Wat vind je dan van het werkwoord ‘iemand toejuichen’?”
“Wat is daarmee?”
“Is daar niet een soort lijdend voorwerp ‘juich’ geincorporeerd in het werkwoord, en het oorspronkelijke meewerkend voorwerp nu lijdend voorwerp geworden? Iets als ‘naar iemand een juichkreet uiten’?”
“Ehh, ja zou kunnen. Maar wat zou dat?”
“Is dat niet bij ’toesnauwen’ hetzelfde?”
“Mmm, zou kunnen, maar het is toch anders.”
“Hoe dan?”
“Bij ‘iemand toejuichen’ heb je niet ‘iemand iets toejuichen’, en dat heb je bij ‘iemand iets toesnauwen’ nou net wel.”
“O ja?”
“Dacht ik wel ja.”
“Maar wat is er mis met ‘De atleten werden toegejuicht dat ze de besten waren’?”
“Ehh, ja kweenie. Klein sterretje? Vraagteken?”
“Maar daar heb je dan toch ook een extra bijzin? Wat is dat dan?”
“Ja, dat moet dan een of ander oorzakelijk voorwerp zijn, whatever.”
“Oorzakelijk voorwerp?”
“Ja, een soort instrumentalis of zo. ‘Iemand toejuichen met iets’.”
“Aha.”
“Wat, aha?”
“Als je iemand kunt ’toejuichen met iets’, dan kun je hem toch ook ’toesnauwen met iets’?”
“Ja?”
“En dan kun je toch ook ‘worden toegesnauwd met iets’?”
“Ja.”
“En dan kun je toch ook ‘worden toegesnauwd dat je moet uitkijken’?”
“Als je het zo bekijkt wel ja.”
“Weet je wat ik denk?”
“Nee?”
“Ik denk dat jullie taalkundigen elkaar maar wat zitten nakletsen met die halve analyses.”
“Nou…”
“Man, het slaat toch helemaal nergens op?”
“Ja hoor es, nou ga je me toch een brug te ver. Ga nou nog eens terug naar die oorspronkelijke zin: ‘inmiddels word-met-dt je door een bijdehante havo-leerling toegesnauwd dat hij een zonovergoten pinksterdag verbeidt.’ Jij zou daar toch ook dat ‘je’ liever met ‘jou’ dan met ‘jij’ parafraseren?”
“Misschien wel.”
“Nou dan!”
“Maar dan zeg ik nog eens: ik snap wel dat dat een ‘mogelijke’ lezing is, ik zie niet in waarom dat ‘noodzakelijk’ is. Wat vind jij bijvoorbeeld van de variant: ‘inmiddels wordt men door een bijdehante havo-leerling toegesnauwd dat hij een zonovergoten pinksterdag verbeidt’?”
“Vind ik niet geweldig.”
“Niet geweldig?”
“Nee. Er wringt iets.”
“Weet je wat ik denk?”
“Nou?”
“Het enige wat er wringt is jouw grammaticale analyse. Ik vind bijvoorbeeld de parafrase met ‘jou’ ook helemaal niet zo geweldig. Misschien beter dan met ‘jij’, maar daar wringt volgens mij ook wel iets: ‘inmiddels wordt jou door een bijdehante havo-leerling toegesnauwd dat hij een zonovergoten pinksterdag verbeidt’.”
“Tja, tja. Ik moet toegeven dat daar wel wat in zit. Er is geen taalkundige reden om die zin met ‘men’ uit te sluiten. Maar dat betekent dat in de oorspronkelijke zin de spelling ‘word ‘niet fout gerekend had mogen worden.”
“Zie je? En daar kom ik dus niet uit.”
“Hoezo?”
“Met betrekking tot de zinnen van het type ‘men wordt verzocht niet te roken ‘roepen taalkundigen al meer dan honderd jaar dat er geen bezwaar tegen bestaat. Nou komt er eens een keer zo’n geval in het dictee voor, een gouden kans om dat pleit voor eens en voor altijd te beslechten, en wat gebeurt er? Prompt scharen de taalkundigen in de jury zich weer aan de zijde van de doctrinaire bedillers die die variant met een stalen gezicht afkeuren. Daar kan ik nou echt met mijn verstand niet bij.”
“…”
Peter-Arno Coppen
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@uva.nl, naar P.J.Verkruijsse@planet.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0401.a --------------------------*
Laat een reactie achter