Subject: | Neder-L, no. 0502.a |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sun, 13 Feb 2005 06:09:49 +0100 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Dertiende-jaargang------- Neder-L, no. 0502.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0502.01: Evenementenagenda: | | - Antwerpen (Berchem): Prijsuitreiking literaire | | wedstrijd 'Met Andere Zinnen', vr 18 februari 2005 | | - Brussel: Boekenveiling, za 19 februari 2005 | | - Den Haag: Tentoonstelling 'Marokko door Nederlandse | | ogen', za 26 februari - zo 22 mei 2005 | | - Nijmegen: Frans Kellendonk Lezing door Thomas | | Rosenboom, ma 14 februari 2005 | | - Nijmegen: Oratie prof. dr. J.L. Goedegebuure, do 17 | | februari 2005 | | - Nijmegen: Openbare colleges prof. J. Goedegebuure, | | do 24 februari, do 3 en do 10 maart 2005 | | - Nijmegen: Oratie prof. dr. J.A.L. Hoeken, vr 25 | | februari 2005 | | (2) Med: 0502.02: Overleden: Nel Benschop (1918-2005) | | (3) Med: 0502.03: Het Hoge Woord, met Vrouwkje Tuinman en Kader | | Abdolah, Utrecht, ma 21 februari 2005 | | (4) Med: 0502.04: Rencesvals Scriptieprijs voor Karelepiek; inzenden | | mogelijk tot 15 oktober 2005 | | (5) Web: 0502.05: Nieuws van de dbnl - 1 februari 2005 | | (6) Vra: 0502.06: Gezocht: opname Nederlandse speelfilm 'Het interview' | | (regie: Theo van Gogh) | | (7) Lit: 0502.07: Te verschijnen: Catalogus librorum bibliothecae [...] | | Nicolai Vernulaei. (Wildert, 2005) | | (8) Rec: 0502.08: Recensie door Tanja Holzhey van '"I have heard about | | you". Foreign women's writing crossing the Dutch | | border' (Hilversum, 2005) | | (9) Ten: 0502.09: Tentoonstelling 'De Ongekroonde Jaren. Een selectie | | van de best verzorgde boeken 1996-2002', Antwerpen, | | wo 4 mei - do 30 juni 2005 | |(10) Sym: 0502.10: Symposium 'De Perzische muze in de polder', Leiden, | | vr 27 mei 2005 | |(11) Sym: 0502.11: Congres Belle van Zuylen, VU Amsterdam, do 7 - za 9 | | april 2005 | |(12) Sym: 0502.12: Call for papers: ESTS-conferentie 'Histories of | | editions', Amsterdam, vr 16 - za 17 december 2005 | |(13) Sym: 0502.13: Congres 'Necrologie & biografie' bij opening | | Biografie Instituut, Groningen, wo 9 en do 10 maart | | 2005 | |(14) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- -------zo-13-februari-2005-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 februari 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050201.html
Subject: Rub: 0502.01: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
ANTWERPEN (Berchem), Zaal Rubens, Statiestraat 175, 2600 Berchem
Prijsuitreiking literaire wedstrijd ‘Met Andere Zinnen’, vrijdag 18 februari 2005.
- Het literaire concours ‘Met Andere Zinnen’ nadert de ontknoping. Er werd massaal geschreven en ingezonden, door jonge, oudere, en nog iets oudere jongeren; de organisatie stond versteld van de overweldigende respons. Op vrijdag 18 februari 2005 is het eindelijk zover: dan organiseert ‘Met Andere Zinnen’, nieuwe organisatie voor jonge schrijvers, een gratis literaire avond (start om 20 u.) waarop de prijzen van de wedstrijd worden uitgereikt. Deze huldiging vindt plaats in Zaal Rubens, op een steenworp van Berchem-Station, Antwerpen.
Op deze avond wordt niet alleen het eerste nummer van het tijdschrift ‘Met Andere Zinnen’ voorgesteld, maar gaan de winnaars meteen de confrontatie met het publiek aan. Verder mag je verzen en volzinnen verwachten van juryleden Bart F.M. Droog, Peter Holvoet-Hanssen, Serge van Duijnhoven en Annelieke van Mens! De heren van het Antwerpse Syndon zorgen voor een vette krijtstreep muziek. En natuurlijk gaat nadien het feest nog door.
Locatie prijsuitreiking: Zaal Rubens, Statiestraat 175, 2600 Berchem.
Info & gratis reserveringen: maz@metanderezinnen.com.
BRUSSEL, Henri Godts, Louizalaan 230/6, 1050 Brussel
Boekenveiling, zaterdag 19 februari 2005.
- Omvangrijke verzameling Nederlandstalige boeken van de 16e tot de 20e eeuw met mooie uitgaven van de werken van o.a. Lipsius, Vondel, Hooft, Streuvels, Couperus, geillustreerde oude bijbels, rederijkersliteratuur. Info en catalogus: http://www.godts.com/
DEN HAAG, Museum Meermanno, Prinsessegracht 30
Tentoonstelling ‘Marokko door Nederlandse ogen’, zaterdag 26 februari – zondag 22 mei 2005.
- Museum Meermanno organiseert dit voorjaar de tentoonstelling Marokko door Nederlandse ogen 1605-2005. De tentoonstelling gaat in op de relatie tussen Marokko en Nederland zoals deze is opgetekend en verbeeld door Nederlandse reizigers. Hun visies en ervaringen zien we weerspiegeld in een boeiend geheel van brieven, atlasbladen, prenten en tekeningen, en veel bijzondere boeken, waaronder geillustreerde reisverslagen. Nadere informatie: http://www.meermanno.nl/marokko.htm.
NIJMEGEN, Aula Radboud Universiteit, Comeniuslaan 2
Frans Kellendonk Lezing, maandag 14 februari 2005, 15.30 uur.
- Maandag 14 februari zal schrijver Thomas Rosenboom aan de Radboud Universiteit Nijmegen de Frans Kellendonk Lezing 2005 uitspreken. Aansluitend aan de lezing wordt de Frans Kellendonk-prijs 2005, onder auspicien van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, uitgereikt aan Piet Gerbrandy. In zijn lezing denkt Thomas Rosenboom terug aan het Nederland dat hem heeft gevormd. Hij beschrijft enige actuele verschijnselen van verschillende, zij het steeds dreigende aard, en komt uiteindelijk tot de conclusie dat Nederland niet meer hier is maar elders, en dadelijk over de grens begint. Flaptekst: ‘Wat een genoegen is het om in Belgie in een rij te staan, in Duitsland de trein te nemen, of om in Spanje of Frankrijk onderwijzer te zijn, vergeleken bij datzelfde in Nederland. Zijn de vele kleine verschillen tussen het huidige Nederland en deze en andere landen te herleiden tot een dieperliggend, groot verschil? Op zoek naar een antwoord en mogelijke gevolgen voor de literatuur stuit Thomas Rosenboom op nog een vraag: waar is de verlegenheid toch gebleven.’
NIJMEGEN, Aula Radboud Universiteit, Comeniuslaan 2
Oratie prof. dr. J.L. Goedegebuure, donderdag 17 februari 2005, 15.45 uur.
- Oratie van Jaap Goedegebuure, aangesteld als hoogleraar Monumentaal Literair Erfgoed, over ‘Geloof als kunstgreep; christendom in de spiegel van romantiek en (post)moderniteit’. In de Nederlandse literatuur van de afgelopen decennia heeft een aantal schrijvers zich markant uitgelaten over de verhouding tussen hun geloofsbeleving en hun artistieke opvattingen. Daarbij valt op dat religieuze ervaringen dikwijls worden beschreven in termen die stammen uit het gebied van de esthetica. Zo vergelijken Frans Kellendonk, Willem Jan Otten, Cees Nooteboom en anderen de eucharistie met een theaterstuk. Het betreft hier niet zomaar een willekeurige vorm van beeldspraak, maar een specifieke, esthetiserende visie op het geloof die zijn wortels heeft in de romantiek en naderhand nog terugkeert bij denkers als Kierkegaard en Nietzsche. Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, 1947) is hoogleraar in de theorie en geschiedenis van de literatuur aan de Universiteit van Tilburg. Hij promoveerde na zijn studies Nederlandse taal- en letterkunde (Leiden) en algemene literatuurwetenschap (Utrecht) in 1981 op een onderzoek naar de dichter Hendrik Marsman onder de titel ‘Op zoek naar een bezield verband; de literaire en maatschappelijke opvattingen van H. Marsman’. Goedegebuure schreef over Jeroen Brouwers, over Cees Nooteboom en over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw. Regelmatig publiceert hij artikelen over literatuur en aanpalende gebieden in Trouw. Daarnaast recenseert hij Nederlandse literatuur voor de Geassocieerde Persdiensten van de regionale dagbladen.
NIJMEGEN, Radboud Universiteit, Collegezalencomplex, zaal 5, Mercatorpad 2
Openbare colleges prof. dr. J.L. Goedegebuure, donderdag 24 februari, 3 en 10 maart 2005, 15.45-17.30 uur.
- Openbare colleges over ‘Religie en literatuur aan het einde van de 19e eeuw’. Informatie: D. Mainzer, alg. cultuurwetenschappen, +31(0)24-3615849, d.mainzer@let.ru.nl.
NIJMEGEN, Aula Radboud Universiteit, Comeniuslaan 2
Oratie prof. dr. J.A.L. Hoeken, vrijdag 25 februari 2005, 15.45 uur.
- Titel rede: ‘Overtuigende taal’. Sinds mensen hun toevlucht hebben genomen tot woorden in plaats van wapens om hun zin te krijgen, is er een levendige interesse ontstaan in de vraag wat bepaalt of die woorden ook daadwerkelijk overtuigend zijn. In deze oratie gaat Hans Hoeken (Weert, 1965) in op de vraag hoe de inhoud en de vorm van de boodschap invloed uitoefenen op het overtuigingsproces. Bij de inhoud bespreekt hij de rol van argumenten. Hij laat aan de hand van een reeks onderzoeken zien dat mensen in principe heel goed sterke van zwakke argumenten kunnen onderscheiden. In principe, want er is maar weinig voor nodig om dat kritische vermogen te ontregelen. Bij de vorm, laat hij aan de hand van tijdschriftadvertenties zien hoe moderne reclamemakers gebruik maken van (klassieke) retorische technieken om eenvoudige boodschappen op een meer ingewikkelde manier over het voetlicht te brengen. Hans Hoeken is sinds 1 maart 2004 hoogleraar bedrijfscommunicatie, verbonden aan het onderzoeksinstituut Center for Language Studies. De leerstoel is een versterking van dat deel van het facultaire onderzoek waar de nadruk ligt op de studie van communicatie-uitingen in een maatschappelijke context.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 februari 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050202.html
Subject: Med: 0502.02: Overleden: Nel Benschop (1918-2005)
=========
Overleden
=========
Op 31 januari 2005 overleed te Arnhem de dichteres Nelly Anna Benschop (*16 januari 1918 Den Haag). Nel Benschop was afkomstig uit een streng gereformeerd gezin en haar meer dan twintig dichtbundels bevatten dan ook religieuze poezie waaruit citaten regelmatig voorkomen in rouwadvertenties en waaruit gedichten – veelal getoonzet door Cees Boede – te horen zijn bij begrafenissen. Nel Benschop is met meer dan drie miljoen verkochte exemplaren van haar dichtbundels bij uitgeverij Kok te Kampen de meest gelezen Nederlandse dichter. Zie voor bio- en bibliografische gegevens de DBNL: http://www.dbnl.org/auteurs/vrouwen/auteur.php3?id=bens002 en http://www.geocities.com/Athens/Ithaca/2249/benschopnel.html.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 27 Jan 2005 17:04:39 +0100
From: Stichting Literaire Activiteiten Utrecht <slau@frodo.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050203.html
Subject: Med: 0502.03: Het Hoge Woord, met Vrouwkje Tuinman en Kader Abdolah, Utrecht, maandag 21 februari 2005
====================================
Het Hoge Woord
Maandag 21 februari 2005, 20.30 uur
Winkel van Sinkel, Oudegracht 158
Toegang gratis
====================================
In deze editie van Het Hoge Woord een debutant, Vrouwkje Tuinman, die haar plaats in de Utrechtse literaire scene al verworven heeft en een gelauwerd schrijver, Kader Abdolah, die nog niet eerder te gast was in het literaire cafe van de SLAU (http://www.slau.nl). De gesproken column wordt verzorgd door dichter Ruben van Gogh.
Kader Abdolah is het pseudoniem van Hossein Sadgadi Ghaemuraghami Frahani (1954, Iran), het is de naam van een vriend die door het regime in Iran is gedood. Abdolah schrijft niet alleen uit ‘veiligheid’ onder pseudoniem, maar ook om niet verward te worden met zijn beroemde betovergrootvader – die premier van Perzie was en een bekend dichter. In 1972 ging Abdolah natuurkunde studeren in Teheran en nam al snel deel aan het – linkse – studentenverzet tegen het dictatoriale regime van de sjah en later van Khomeiny. Hij schreef twee clandestiene boeken. Toen de situatie in 1985 te gevaarlijk werd, vertrok Abdolah uit Iran. Zijn broer is vermoord, zijn zus belandde in de gevangenis. In 1988 kwam hij naar Nederland.
In korte tijd maakte Abdolah zich de Nederlandse taal eigen en hij schrijft zijn verhalen en boeken dan ook in het Nederlands. Daarnaast vertaalt hij Nederlandse poezie en literatuur voor Iraanse ballingen. Zijn Nederlandse debuut ‘De adelaars’ werd bekroond met het Gouden Ezelsoor voor het bestverkochte debuut van 1993. In 1995 werd ‘De meisjes en de partizanen’ genomineerd voor de AKO-prijs. De verhalen werden in de pers overwegend lovend besproken. Helaas was niet iedereen blij met zijn openhartige verhalen en Abdolah werd diverse keren lastig gevallen, hoogstwaarschijnlijk door sympathisanten van het regime in Iran. In 1997 verscheen Abdolahs eerste roman ‘De reis van de lege flessen’, over een Iraanse vluchteling in Nederland. Hierover schrijft Janet Luis in NRC-Handelsblad: ‘Als er al van invloed gesproken kan worden dan neigt Abdolah eerder naar Nescio dan naar Mulisch. Maar vooralsnog lijkt hij met zijn compacte, hoekige, nadrukkelijke en bewonderenswaardig helder taalgebruik in de eerste plaats op zichzelf.’
In 2000 volgde ‘Spijkerschrift’, dat zich grotendeels afspeelt in het Perzie van zijn voorouders. ‘Kelile en Demne’ uit 2002 is een bewerking van een klassieker uit de Perzische literatuur. ‘Portretten, en een oude droom’ uit 2003 ontstond naar aanleiding van een tournee in Zuid-Afrika. Abdolahs columns in de Volkskrant zijn verzameld in de bundel ‘Mirza’, en in 1997 bekroond met de Mediaprijs. In 2001 verscheen het vervolg ‘Een tuin in de zee’.
Vrouwkje Tuinman (1974) heeft als standplaats Utrecht, en is al enige jaren een graag geziene gast op literaire podia. Ze schrijft columns, verhalen en gedichten en stelde diverse bloemlezingen samen. Samen met Ingmar Heytze publiceerde ze in 2000 ‘Verdomd interessant, maar gaat u verder. De taal van Wim T. Schippers’. In september 2004 debuteerde Tuinman officieel met de dichtbundel ‘Vitrine’. Jeroen de Valk schreef daarover in het Utrechts Nieuwsblad: ‘Tuinman kan heel intieme zaken overbrengen zonder klef en sentimenteel te worden, en had dan ook geen dag langer mogen wachten met dit debuut. ‘Vitrine’ is geen ontmaskering geworden van een vlot tiepje uit de Utrechtse literaire scene, maar – geheel overeenkomstig de titel – een uitstalkast van een serieus literair talent.’ In februari 2004 ontving Tuinman de Hollands Maandblad Poeziebeurs 2003/2004 en ze is genomineerd voor de Libra Prijs die in maart 2005 zal worden uitgereikt. Binnenkort verschijnt haar eerste roman ‘Twaalf’.
Ruben van Gogh (1967), alias De man van Taal, is optredend dichter, bloemlezer en presentator van onder andere Het Hoge Woord. Van Gogh creeert een eigenzinnig geluid in de Nederlandse poezie, op bijna achteloze wijze weet hij zijn gedichten van een metafysisch jasje te voorzien. Verstaanbaarheid gaat hand in hand met het ongrijpbare. Hij debuteerde in 1996 met de bundel ‘De Man van Taal’, in 1999 gevolgd door ‘De hemel in’, de hemel uit, in september 2002 verscheen zijn tot nu toe laatste bundel ‘Zoekmachines’. Op dit moment werkt Van Gogh aan een nieuwe bundel.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 28 januari 2005
From: Jacqueline de Ruiter <rencesvals@bookmark.demon.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050204.html
Subject: Med: 0502.04: Rencesvals Scriptieprijs voor Karelepiek; inzenden mogelijk tot 15 oktober 2005
==========================================
Scriptie over Karel de Grote is geld waard
==========================================
Met een doctoraalscriptie op het gebied van de Karelepiek kan een student EUR 500 winnen. De prijs wordt uitgeloofd door de Nederlandse afdeling van de Societe Rencesvals. Inzenden is mogelijk tot 15 oktober 2005; de winnaar wordt nog voor het eind van het jaar bekend gemaakt.
Iedere scriptie over de literatuur rond Karel de Grote en zijn vazallen komt voor bekroning in aanmerking. Het onderwerp kan een Frans chanson de geste zijn, maar ook een tekst in een andere Romaanse taal, het Middelnederlands, Duits, Engels of een van de Scandinavische talen. Ook een studie over het ‘Nachleben’ is welkom. De benaderingswijze kan strikt literair, literair-historisch, filologisch of interdisciplinair zijn. Wel geldt een formele beperking: de scriptie is voltooid tussen 1 oktober 2002 en 1 oktober 2005 en geschreven voor een Nederlandse universiteit.
De inzendingstermijn sluit op 15 oktober 2005. Een jury bestaande uit gerenommeerde vakgenoten beoordeelt de scripties op onderzoekskwaliteit en leesbaarheid. Nog in december van dit jaar wordt de winnaar bekendgemaakt.
Bekroning heeft drie gevolgen:
- De winnaar ontvangt een geldbedrag van EUR 500
- De winnaar krijgt een uitnodiging om een lezing te houden voor de Nederlandse afdeling van de Societe Rencesvals
- De winnaar wordt – als hij of zij dat wil – voorgedragen voor een beurs om deel te nemen aan het internationale congres van de Societe Rencesvals, in juli 2006 in de Verenigde Staten
Het reglement voor de scriptieprijs gaat hierbij en is tevens te vinden op de website van de afdeling, http://www.bookmark.demon.nl/rencesvals
Zegt het voort.
Informatie:
Secretariaat van de Societe Rencesvals – Nederlandse afdeling,
Jacqueline de Ruiter
Tel. 030-2734012
Internet: http://www.bookmark.demon.nl/rencesvals
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 1 Feb 2005 11:04:57 +0100
From: dbnl <nieuws@dbnl.org>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050205.html
Subject: Web: 0502.05: Nieuws van de dbnl - 1 februari 2005
========================================
Nieuws van de dbnl: teksten januari 2005
http://www.dbnl.org/
========================================
Oplevering teksten februari 2005 http://www.dbnl.org/nieuws/opl022005.htm
- [lopend project, 2004-….] Wim van Anrooij, Ingrid Biesheuvel, Karina van Dalen-Oskam en Jan Noordegraaf, Aanvullingen op Bio- en bibliografisch lexicon van de neerlandistiek: 23 nieuwe lemma’s
- H.C. ten Berge, De witte sjamaan
- Lambert van den Bosch, Konst kabinet van Marten Kretzer
- Maria Geertruid de Cambon-van der Werken, De kleine Grandisson, of de gehoorzaame zoon
- Simon Franke, Kantjil, het dwerghertje
- Historie van den man met de bonte-muts
- Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1883-1888
- Leonard Nolens, Liefdes verklaringen
- Het boek van Sidrac
- Arend Fokke Simonsz, De moderne Helicon
- Pieter van Woensel, Aanteekeningen, gehouden op eene reize door Turkeyen, Natolien, de Krim en Rusland in de jaren 1784-89
- Daan Zonderland, De blikken fluit
Nieuwe gedichten februari 2005 http://www.dbnl.org/gedichten/
- Co Woudsma, ‘Het straatje’
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 7 Feb 2005 12:14:06 +0100
From: Christine Kasper <christine.kasper@univie.ac.at>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050206.html
Subject: Vra: 0502.06: Gezocht: opname Nederlandse speelfilm 'Het interview' (regie: Theo van Gogh)
=========================================================
Gezocht: speelfilm ‘Het interview’ (regie: Theo van Gogh)
=========================================================
Op 17 januari is op ARTE de Nederlandse speelfilm ‘Het interview’ (regie: Theo van Gogh) uitgezonden, in de Nederlandse originele versie (en tenminste in het Duitse taalgebied) met Duitse ondertitels. Op 31 januari werd hij herhaald. Helaas heb ik hem beide keren niet kunnen opnemen, maar ik zou hem graag willen hebben om in de klas te laten zien. Heeft iemand van de vele abonnees die Neder-L. in het Duitse taalgebied heeft de film wel opgenomen en is die bereid de film voor mij te (laten) kopieren?
Alvast bedankt,
dr. Christine Kasper,
universiteit van Wenen, Oostenrijk
christine.kasper@univie.ac.at
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 7 februari 2005
From: Boris Rousseeuw <boris_rousseeuw@YAHOO.COM>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050207.html
Subject: Lit: 0502.07: Te verschijnen: Catalogus librorum bibliothecae […] Nicolai Vernulaei (Wildert, 2005)
==============
Te verschijnen
==============
Catalogus librorum bibliothecae […] Nicolai Vernulaei. Facsimile-uitgave met een inleiding door Pierre Delsaerdt. Wildert: De Carbolineum Pers 2005.
Tot voor kort was er geen enkel exemplaar meer bekend van de catalogus van de veiling der bibliotheek van de Leuvense hoogleraar Nicolaus Vernulaeus. Rond 1900 waren er nog twee exemplaren bekend, maar het ene ging verloren bij de brand van de Leuvense universiteitsbibliotheek in 1914, en het tweede raakte kwijt in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Bij een inventaris werd het er in 2003 echter teruggevonden.
Bij De Carbolineum Pers verschijnt nu een facsimile, als achtste deel van de reeks “Oude Vlaamse Drukken in Facsimile”. De 48 blz. catalogus worden ingeleid door prof. dr. Pierre Delsaert van de Universiteit Antwerpen. Samen 66 blz., genaaid in omslag en in schuifdoos, 75 genummerde exemplaren, 90 euro. Een afbeelding vindt u op mijn website http://members.lycos.nl/Carbolineum/vernulaeus.html waar u ook alle bestelgegevens aantreft.
Als negende deel in deze serie verschijnt in 2006 een tot voor kort onbekende incunabel van Dirk Martens uit 1474, een in 2004 door de Koninklijke Bibliotheek van Brussel aangekocht unicum.
Boris Rousseeuw
De Carbolineum Pers
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 11 februari 2005
From: Tanja Holzhey <T.Holzhey@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050208.html
Subject: Rec: 0502.08: Recensie door Tanja Holzhey van '"I have heard about you". Foreign women's writing crossing the Dutch border' (Hilversum, 2005)
========
Recensie
========
‘I have heard about you’. Foreign women’s writing crossing the Dutch border: from Sappho to Selma Lagerlof. Edited by S. van Dijk, P. Broomans, J.F. van der Meulen, W.R.D. van Oostrum; translated by Jo Nesbitt. Hilversum: Verloren, 2004. 344 pp.; ills.; EUR 30,00; ISBN: 90 6550 752 3.
“Aan juffrouw Georgette de Montenay.
Georgette, ach vergeef het mij,
dat ik zo stout vermetel zij,
dat ik in onze Duitse [Nederlandse] taal
van woord tot woord niet altemaal
’t Fransoos gevolgd heb, noch uw zin
recht uitgebeeld; maar smeet daarin
’t goeddunken van mijn klein verstand.
Toen ik uw boek kreeg in de hand,
’t heeft mij zo wonderwel behaagd,
temeer omdat het van een maagd
geschreven was. Dat docht [leek] mij groot.
Ik wenste zulken speelgenoot.
Maar kan ’t in ’t lichaam niet geschien,
Mijn geest zal lijkwel bij u vlien.”
Dit gedicht citeert Riet Schenkeveld-Van der Dussen in haar artikel ‘Georgette de Montenay and her Dutch admirer, Anna Roemers Visscher’ op p. 102 in de bundel ‘”I have heard about you”. Foreign women’s writing crossing the Dutch border’ uit 2004. In dit gedicht laat de Nederlandse dichteres Anna Roemers Visscher haar eerbetoon blijken aan haar Franse collega Georgette de Montenay en haar embleemboek ‘Emblesmes ou Devises Chrestiennes’ (Lyon 1571), waarvan Anna een Nederlandse vertaling heeft vervaardigd. In een gebruikelijk gebaar van onderdanigheid naar de als autoriteit erkende bronauteur, beklemtoont ze de inferioriteit van haar vertaling ten opzichte van het origineel. Haar vaardigheden schieten tekort bij die van Georgette. Dat het embleemboek door een vrouw was geschreven, blijkt de Nederlandse vertaalster het meest te hebben geimponeerd. Mogelijk omdat Anna zich als een van de weinige schrijfsters van haar tijd sterker kon identificeren met een dichter van dezelfde sekse dan met een mannelijke auteur.
Het gedicht is tekenend voor deze artikelenverzameling, waarin de receptie van buitenlandse vrouwelijke schrijvers door Nederlandse vrouwen centraal staat. Daarbij formuleert de hoofdredactrice Suzan van Dijk in de inleiding de volgende hoofdvragen: in hoeverre was er sprake van internationale netwerken van schrijvende vrouwen en welke invloed hadden buitenlandse schrijfsters op de Nederlandse cultuur, in het bijzonder de vrouwelijke auteurs. De dubbele insteek van dit boek – gendergericht en intercultureel georienteerd – verbindt twee onderzoeksdomeinen van de Nederlandse literatuurgeschiedenis, waar tot dusver relatief weinig aandacht naar uitging. Dat er ook enkele teksten worden behandeld die door mannen naar het Nederlands zijn overgebracht, doet zeker geen afbreuk aan de opzet van de bundel. Het is eerder een indicatie voor een zekere mannelijke aandacht voor de door vrouwelijke auteurs geschreven literatuur.
De bundel ‘”I have heard about you”. Foreign women’s writing crossing the Dutch border’ vormt een vervolgstudie op de omvangrijke bloemlezing ‘Met en zonder lauwerkrans’ (1997, hoofdred. Riet Schenkeveld-Van der Dussen) over schrijvende vrouwen in vroegmodern Nederland. Anders dan bij de voorloper gaat het in deze bundel in eerste instantie echter niet louter om een gegevensverzameling, maar veel meer om een gedetailleerde analyse en interpretatie van een twintigtal casussen.
De bijdragen zijn opgesplitst in een inleidend gedeelte en twee chronologisch gerangschikte hoofddelen. Het eerste deel, getiteld: ‘Creating the First networks’, richt zich op de Middeleeuwen tot het midden van de zeventiende eeuw. Deel twee, ‘Finding international audiences’, begint omstreeks 1650 en leidt de lezer via de achttiende eeuw naar het eind van de negentiende. Behalve in temporeel perspectief biedt de bundel ook wat betreft de behandelde genres een grote verscheidenheid. Zo komen er geestelijke en wereldlijke poezie, toneelkunst, romans en literaire kritieken aan bod. De bundel kent twee soorten bijdragen, kortere casestudies en uitgebreidere artikelen met een sterker overzichtskarakter. Er is overigens niet gekozen voor een uniform uitgangspunt wat betreft de bestudering van de culturele overdracht. Zo vertrekken de artikelen vanuit respectievelijk de brontekst(en), de bronauteur(s), de vertaler(s) of de vertaling(en). Dat de bundel ondanks deze diversiteit een opvallend homogeen geheel vormt, is te danken aan de soortgelijke (sub)vragen die aan de artikelen ten grondslag liggen en de frequente onderlinge verwijzingen in de bijdragen. Als geheel levert het boek met andere woorden een zeer overtuigende kijk op de contacten van Nederlandse schrijfsters met buitenlandse vrouwelijke auteurs door de eeuwen heen. De afzonderlijke artikelen bieden overigens op zich ook zeer informatieve inzichten in de praktijk van de culturele overdracht in zekere periodes.
Evenals aan de rol van de vrouwelijke schrijvers is er aan de receptie van eigentijdse buitenlandse literatuur in de moderne Nederlandse literatuurgeschiedschrijving verhoudingsgewijs weinig aandacht besteed. Die belangstelling lijkt geringer te worden naarmate bron- en doeltekst dichter bij elkaar komen te staan. Literatuurvertalingen vallen dan ook bijna altijd buiten de boot. En naar de receptie van niet-vertaalde buitenlandse literatuur is nog minder onderzoek verricht. Zeer interessant is dan ook het artikel ‘French and English women writers in Dutch library (auction) catalogues, 1700-1800’ van Alicia C. Montoya waarin ze aan de hand van 254 bibliotheekcatalogi de verspreiding van Franse en Engelse vrouwelijke auteurs in het achttiende-eeuwse Nederland schetst. Deze proefneming geeft blijk van een verrassend grote hoeveelheid van door vrouwen geschreven boeken, namelijk bijna 600 titels van bijna 200 vrouwen!
Twee artikelen besteden aandacht aan de Nederlandse vertalingen van toneelstukken uit de late zeventiende en de achttiende eeuw. Dat zijn de atikelen ‘Dutch interest in 17th- and 18th-century French tragedies written by women’ van Pim van Oostrum en de casus ‘Republican overtones: Marie-Anne Barbier’s tragedies translated, 1728-1774′ eveneens van Alicia Montoya. Evenals in de Klassieke Oudheid gold de tragedie in de vroegmoderne tijd als het meest prestigieuze literaire genre. Vanaf het eind van de zeventiende eeuw gaat het hierbij steeds vaker om vertalingen, voornamelijk vanuit het Frans. De toen heersende vertaalopvattingen verschillen echter tamelijk sterk van de hedendaagse. Ingrepen in de tekst en herinterpretaties van het origineel waren zeker geen uitzonderingen, maar veel meer de norm. Van Oostrum probeert in haar artikel de aanleiding voor deze veranderingen te achterhalen. Ze komt tot de conclusie dat de adaptaties in de door haar onderzochte tragedievertalingen niet hoofdzakelijk voortkomen uit genderoverwegingen van de vertalers. Het artikel vormt een mooie inleiding op laat-zeventiende- en achttiende-eeuwse vertaalde toneelstukken en reproduceert de stand van kennis op dat gebied. Deze schets wordt geillustreerd door middel van vier korte beschrijvingen van vertaalde toneelstukken.
Montoya toont in een casus over twee van Barbiers vertaalde tragedies aan dat deze vertalingen aan de Nederlandse leefwereld zijn aangepast. De voorgenomen adaptaties laten de vertalingen als herbevestigingen van het literaire zelfbeeld functioneren. De expliciete verbanden die in de voorwoorden worden gelegd tussen de inhoud van de tragedies en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis, zorgen ervoor dat de toneelstukken heel dicht bij de ontvangende cultuur komen te staan. Montoya betoogt dan ook dat Barbiers tragedies ‘were read in Holland as part of an indigenous literary tradition’. Die these zou ook bij verder onderzoek naar historische literatuurvertalingen relevant en vruchtbaar kunnen zijn. De bundel levert met andere woorden niet alleen zeer nuttige informatie over weinig bestudeerde onderwerpen, maar is ook een verlokkende uitnodiging voor vervolgonderzoek zowel op het gebied van het genderonderzoek in historisch perspectief als op het gebied van de literatuurtransmissie. Kortom een uiterst leerrijke bundel die bovendien zeer aangenaam is om te lezen, of om te spreken met de woorden van Anna Roemers Visschers:
“Toen ik uw boek kreeg in de hand,
’t heeft mij zo wonderwel behaagd.”
Aangezien het boek beduidend meer perioden bestrijkt dan de in deze beschouwing behandelde late zeventiende en de achttiende eeuw, volgt hier de inhoudsopgave van de bundel:
Table of Contents
- Suzan van Dijk: ‘Foreword: Foreign women’s writing as read in the Netherlands. A task for historiographers’
- Marianne Peereboom: ‘Sappho: mother of all women poets’
- Part I Creating the first networks
. Sybren Scheepsma: ‘Mystical networks in the Middle Ages? On the first women writers in Dutch and their literary contacts’
. Janet van der Meulen: ‘”Sche sente the copie to her doughter”. Countess Jeanne de Valois and literature at the court of Hainault-Holland’
. Anne-Marie de Gendt: ‘”In future times more than during your lifetime”: The reception of Christine de Pizan in the Low Countries’
. Johan Oosterman: ‘Women’s albums: mirrors of international lyrical poetry’
. Riet Schenkeveld-van der Dussen: ‘Georgette de Montenay and her Dutch admirer, Anna Roemers Visscher’
. Mirjam de Baar: ‘”God has chosen you to be a crown of glory for all women!” The international network of learned women surrounding Anna Maria van Schurman’
. Mirjam de Baar: ‘Prophetess of God and prolific writer. Antoinette Bourignon and the reception of her writings’ - Part II Finding international audiences
. Pim van Oostrum: ‘Dutch interest in 17th- and 18th-century French tragedies written by women’
. Alicia C. Montoya: ‘Republican overtones: Marie-Anne Barbier’s tragedies translated, 1728-1774′
. Alicia C. Montoya: ‘French and English women writers in Dutch library (auction) catalogues, 1700-1800. Some methodological considerations and preliminary results’
. Finny Bottinga: ‘Eliza Haywood’s Female Spectator and its Dutch translation De Engelsche Spectatrice’
. Suzan van Dijk: ‘A Dutch cultural magazine judging foreign women writers: the Vaderlandsche Letteroefeningen 1761-1800’
. Petra Broomans: ‘Mary Wollstonecraft in Scandinavia; her letters in the Netherlands’
. Anna Hausdorf: ‘The reception of 19th-century German women novelists and the influence on their Dutch counterparts’
. Gabrielle Martel Cothereau & Suzan van Dijk: ‘George Sand and Dutch theatre censorship’
. Irene Visser: ‘American women writers in the Dutch literary world 1824-1900. The critic Conrad Busken Huet on Madame de Stael’s novels: Between antifeminism and androgyny’
. Petra Broomans: ‘”The splendid literature of the North”. Women translators and intermediaries of Scandinavian women writers around 1900’
. Lizet Duyventak & Diederik Grit: ‘Margaretha Meyboom: not only a translator’
Tanja Holzhey
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 9 februari 2005
From: Martijn Van Groningen <Martijn.VanGroningen@stad.Antwerpen.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050209.html
Subject: Ten: 0502.09: Tentoonstelling 'De Ongekroonde Jaren. Een selectie van de best verzorgde boeken 1996-2002', Antwerpen, wo 4 mei - do 30 juni 2005
==========================================
Best verzorgde boeken Vlaanderen 1996-2002
==========================================
In 2004 zijn voor het eerst in zeven jaar weer de Plantin-Moretusprijzen voor de best verzorgde boeken in Vlaanderen uitgereikt. De Vlaamse Uitgevers Vereniging en het Plantin Genootschap, twee organisaties die de bekommernis om het mooie boek delen, hebben samen de prijzen nieuw leven ingeblazen en ervoor gezorgd dat de aandacht opnieuw gevestigd wordt op het moois dat Vlaanderen in dit opzicht te bieden heeft.
Dat er zeven jaar lang geen Plantin-Moretusprijzen zijn uitgereikt, wil natuurlijk niet zeggen dat er al die tijd geen mooie boeken zijn verschenen. Het Plantin Genootschap stelt u daarom in de gelegenheid om zelf te beoordelen welke pareltjes er in die zeven jaren allicht een bekroning hadden verdiend. Dat kan op de tentoonstelling ‘De Ongekroonde Jaren’, die in de marge van abc2004 Antwerpen Wereldboekenstad zal plaatsvinden op een locatie die zich tijdens het boekenjaar typografisch markant heeft gemanifesteerd in het stadsbeeld: de kbc-toren (‘Boerentoren’) in het hartje van de Antwerpse binnenstad.
‘De Ongekroonde Jaren. Een selectie van de best verzorgde boeken 1996-2002’ zal plaatsvinden van 4 mei tot en met 30 juni 2005 in de Scaldiszaal van de KBC-toren en is op werkdagen toegankelijk van 9.00-17.00 uur.
De tentoonstelling zal in augustus 2005 te bezichtigen zijn in het stadhuis van Damme tijdens DammeBoekenZoeken als onderdeel van een drieluik samen met de Plantin-Moretusprijzen 2004 en de kinderboekenillustratietentoonstelling ‘In de Wolken’. De traditie van de Plantin-Moretusprijzen wordt in het najaar van 2005 voortgezet met de feestelijke toekenning van de bekroningen over 2004 en een aansluitende expositie in het Museum Plantin-Moretus, op de Antwerpse Boekenbeurs en op de Frankfurter Buchmesse. Aanvullende informatie en een deelnamereglement zijn op te vragen bij het secretariaat van de Vlaamse Uitgevers Vereniging (vragen naar Sofie Eeckelaers) of op het adres: Plantin Genootschap vzw, Hoger Instituut voor Grafische Kunsten, Martijn van Groningen, Vrijdagmarkt 22, B-2000 Antwerpen, +32 (0)3-2211468, fax (0)3-2211462, e-mail info@plantingenootschap.be, http://www.plantingenootschap.be.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 1 Feb 2005 11:46:43 +0100
From: Marco Goud <M.Goud@let.leidenuniv.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050210.html
Subject: Sym: 0502.10: Symposium 'De Perzische muze in de polder', Leiden, vr 27 mei 2005
==========================================
Symposium ‘De Perzische muze in de polder’
Leiden, 27 mei 2005
==========================================
De secties Moderne Nederlandse Letterkunde en Nieuw-Perzische Talen en Culturen van de Universiteit Leiden organiseren het symposium
‘De Perzische muze in de polder’
De receptie van Perzische poezie in de Nederlandse literatuur
Het symposium is gewijd aan een aantal aspecten van receptie van Perzische poezie in de Nederlandse literatuur van de twintigste eeuw. Algemene vragen die aan de orde zullen worden gesteld zijn onder meer: op welke wijze hebben Perzische dichters het werk van Nederlandse dichters geinspireerd, en welk beeld is er daardoor bij ons ontstaan van een van de belangrijke literaire tradities buiten Europa? Speciale aandacht zal worden besteed aan de Oosterse invloeden op de poezie van J.H. Leopold (1865-1925) en P.C. Boutens (1870-1943), maar ook het werk van andere dichters, zoals Pierre Kemp (1886-1967), zal vanuit dit perspectief worden belicht. Aan de kant van de Perzische literatuur moet allereerst de kwatrijnendichter en geleerde Omar Khayyam als inspiratiebron worden genoemd. Daarnaast zijn er andere bronnen waaruit de Nederlandse dichters hebben geput, zoals de bundels met Franse vertalingen van de Perzische arts Hoceyne-Azad die zowel door Leopold (o.a. voor de reeks ‘Soefisch’) als door Boutens (voor zijn Oud-Perzische kwatrijnen) zijn gebruikt.
Programma:
- 10.00 uur: Ontvangst met koffie
- 10.30 uur: Inleiding
- 10.40 uur: Prof. dr. J.T.P. de Bruijn (UL): Wie was “Hoceyne-Azad”?
- 11.10 uur: Dr. G.R. van den Berg (UL): De Perzische kwatrijnen van Jan Spierdijk
- 10.40 uur: Dr. M. Goud (UL): Wijn en wijsheid. Over P.C. Boutens’ Oud-Perzische kwatrijnen
- 12.10 uur: Discussie
- 12.30 uur: Lunch
- 14.00 uur: J. Biegstraaten (Voorzitter Nederlands Omar Khayyam Genootschap): Omaritis in de Polder?
- 14.30 uur: Prof. dr. J.D.F. van Halsema (VU): Bittere zekerheid: J.H. Leopold over Omar Khayyam
- 15.00 uur: Theepauze
- 15.30 uur: Prof. dr. W. Kusters (UM): “Gelukkige Orientalist, die dit alles vertstaat”. Pierre Kemp en zijn Perzische Suite voor Dr. E.F. Tijdens (1965)
- 16.00 uur: Discussie
- 16.30 uur: Borrel
Tijd: vrijdag 27 mei 2005, 10.00-17.00 uur
Plaats: ‘Grote Vergaderzaal’ van de Universiteitsbibliotheek (Witte Singel 27 Leiden)
Informatie: Dr. Marco Goud: m.goud@let.leidenuniv.nl, Dr. Asghar
Seyed-Gohrab: a.a.Seyed-Gohrab@let.leidenuniv.nl
Dit symposium is mede tot stand gekomen dankzij de financiele steun van het LUF en Pallas en de samenwerking met de Leidse Universiteitsbibliotheek.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 1 februari 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050211.html
Subject: Sym: 0502.11: Congres Belle van Zuylen, VU Amsterdam, do 7 - za 9 april 2005
========================
Congres Belle van Zuylen
========================
Belle van Zuylen / Isabelle de Charriere: Education & Creation Congres 7-9 april 2005
Op 27 december 2005 zal het 200 jaar geleden zijn dat Isabelle de Charriere in Zwitserland (Colombier, vlakbij Neuchatel) overleed. Zij was in 1740 in Utrecht geboren als Belle van Zuylen en werd een veelzijdig schrijfster, wier werk de laatste decennia steeds meer waardering vindt. Ter gelegenheid van de “bicentenaire” van haar dood organiseert het Genootschap Belle van Zuylen, in samenwerking met de Universiteit Utrecht, een internationaal congres. In dit congres komen twee essentiele aspecten van het werk van Belle van Zuylen aan de orde: “Education & Creation”.
Deelname aan het congres is mogelijk voor alle geinteresseerden. De lezingen worden alle gehouden door “Charrieristes”, specialisten van het werk van Belle van Zuylen. Voertalen zijn: Nederlands (uitgebreide samenvatting beschikbaar in het Engels of Frans, voor de buitenlandse deelnemers), Frans en Engels (uitgebreide samenvatting in het Nederlands of eventueel Engels).
Belle van Zuylen:
Belle van Zuylen schreef in het Frans, zowel haar prive-correspondentie als haar literaire werk. In de literatuurgeschiedenis van Frankrijk neemt ze zelfs een ereplaats in: “of all the women novelists of eighteenth-century France, Isabelle de Charriere is arguably the greatest” (S. Stephens).
Haar leven lang heeft Belle van Zuylen / Isabelle de Charriere zich, in theorie en praktijk, bezig gehouden met opvoedingskwesties. Die drang tot opvoeden gold haar fictionele personages, maar ook kennissen en familieleden met wie zij per brief contact onderhield. Haar interesse voor deze problematiek was dus direct gelieerd aan het schrijven. Maar haar creativiteit manifesteerde zich ook op andere terreinen – zoals bijvoorbeeld dat van de muziek – waar ze eveneens, met name ten opzichte van andere vrouwen, een rol speelde als “mentor” of voorbeeld.
Haar huidige bekendheid in Nederland is vooral te danken aan Simone en Pierre Dubois, drijvende krachten achter de uitgave van haar werk door Geert van Oorschot (1979-1984), in tien delen: correspondentie (dl. 1-6), toneel (7), romans (8 en 9), en “essais, vers, musique” (10). Zij zijn ook de auteurs van een biografie, diverse vertalingen en talrijke andere publicaties.
Plaats en datum:
Het congres t.g.v. de 200e sterfdag van Belle van Zuylen wordt gehouden op: 7, 8 en 9 april 2005 in: Utrecht: Academiegebouw, Senaatszaal (donderdag 7 en vrijdag 8 april) en Zuylen: Ned. Herv. Kerk en Slot Zuylen (zaterdag 9 april – dan wordt tevens het “Jaar van het Kasteel” geopend).
Contactpersonen/organiserend comite:
Dr. Suzan van Dijk (voorzitter “Genootschap Belle de Zuylen”, Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuur, UU); dr. Madeleine van Strien-Chardonneau (Vakgroep Frans UL; bestuurslid “Genootschap Belle de Zuylen”); drs. Magda van Noordenburg (bestuurslid “Genootschap Belle de Zuylen”); dr. Yvette Went-Daoust (UL; oud-voorzitter “Genootschap Belle de Zuylen”); dr. Margriet Lacy-Bruijn (voormalig decaan Butler University, Indianapolis; bestuurslid “Genootschap Belle de Zuylen”); dr. Marie-Christine Kok Escalle (Opleiding Franse Taal en Cultuur UU; voorzitter SIHFLES); dr. Joris van Eijnatten (VU; bestuurslid Werkgroep Achttiende Eeuw); drs. Evelien Koolhaas-Grosfeld (bestuurslid Werkgroep Achttiende Eeuw).
Nadere informatie:
http://www.let.uu.nl/bellevanzuylen.
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 02 Feb 2005 16:10:42 +0100
From: Herman Brinkman <herman.brinkman@chi.knaw.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050212.html
Subject: Sym: 0502.12: Call for papers: ESTS-conferentie 'Histories of editions', Amsterdam, vr 16 - za 17 december 2005
=================================================================
16-17 december 2005
‘Histories of editions’. European Society for Textual Scholarship (ESTS) Conference 2005
Amsterdam, Vakbondsmuseum
=================================================================
The 2005 ESTS conference will focus on the ways in which specific texts have been edited throughout history. The aim of the conference is to chart tendencies that mark different periods in the history of scholarly editing by examining the evolution of editing older and classic texts such as the Divina Commedia, the Nibelungen sagas, the Canterbury Tales, Esopet, the Bible. Within certain periods, it might be necessary to distinguish different editorial traditions in different parts of Europe. Interested scholars are invited to write an abstract for papers that follow the editorial tradition of a text, either within a specific historical period or leading up to the present day, including new developments in electronic editing.
The conference will be organized in Amsterdam on Friday 16 and Saturday 17 December 2005 (following an ESF exploratory workshop on ‘Scholarly editing and nation building in Europe’, 14-15 December 2005).
The organizers of this conference are the European Society for Textual Scholarship (ESTS; http://www.cta.dmu.ac.uk/ests/), the Dutch Constantijn Huygens Institute (CHI), the University of Amsterdam, the University of Antwerp, in cooperation with the Huizinga Institute (Research Institute and Graduate School of Cultural History) and the Institute of Culture and History (University of Amsterdam).
Abstracts (300 words) for 20-minute papers can be sent to the chairman of the academic programme committee: herman.brinkman@chi.knaw.nl
Deadline for abstracts: March 1, 2005.
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 12 Feb 2005
From: via Ben Salemans <salemans@neder-l.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/02/050213.html
Subject: Sym: 0502.13: Congres 'Necrologie & biografie' bij opening Biografie Instituut, Groningen, wo 9 en do 10 maart 2005
================================================================
Congres ‘Necrologie & biografie’ bij opening Biografie Instituut
================================================================
Necrologie & Biografie
Openingscongres Biografie Instituut
Senaatszaal, Academiegebouw
Rijksuniversiteit Groningen
Broerstraat 5
9712 CP Groningen
Biografie Instituut
Rijksuniversiteit Groningen
9 en 10 maart 2005
De dood is het einde van het leven, maar niet noodzakelijk het einde van de biografie. Wat valt er te leren van de necrologie? Hoe is het genre ontstaan en wanneer maakt de biograaf er gebruik van? Het zijn vragen die weer andere vragen uitlokken: hoe journalistiek is het biografisch onderzoek en hoe literair blijkt de necrologie in de krant te zijn? Wat is de rol van de autobiografie in dit geheel? Wat heeft de overledene er zelf van gezegd? Biografen, journalisten, historici en literatuurwetenschappers proberen gezamenlijk een theoretisch fundament te leggen voor dit thema.
Programma woensdag 9 maart 2005
Dagvoorzitter: prof. dr. Klaas van Berkel (RUG)
10.30 Ontvangst met koffie
11.00-11.15 Opening congres
Ger de Haan (decaan Faculteit der Letteren RUG)
11.15-11.30 Introductie
Hans Renders (RUG)
11.30-12.00 Het einde van de autobiografie
Arianne Baggerman (EUR)
12.00-12.30 De biografie als loden last
Doeko Bosscher (RUG)
12.30-14.30 LUNCH
14.30-15.00 Politiek van levenswerk tot handwerk. De autobiografie als bron voor de bestudering van de politieke cultuur
Gerrit Voerman
(Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen)
15.00-15.30 Het ontstaan van de necrologie als journalistiek genre
Arina Makarova
(Universite Paris – Pantheon Sorbonne)
15.30-16.00 De biografie als zwerfvuil van de journalistiek
H.J.A. Hofland
Programma donderdag 10 maart 2005
Dagvoorzitter: dr. Koen Hilberdink (KNAW)
10.30 Ontvangst met koffie
11.00-11.30 Het literaire postume profiel
Jeroen Brouwers
11.30-12.00 De paradox van de sociaal-democratische biografie
Henk te Velde (RUG)
12.00-12.30 Nabokovs paradox. Tekst, werkelijkheid en de wanhoop van de interpreet.
Sophie Levie (RUN)
12.30-14.30 LUNCH
14.00-14.30 De suicidale drang: enkele beschouwingen over schrijvers/zelfmoordenaars
Jacques Beaudry
14.30-15.00 Een noemenswaardig lijk. Of. De nieuwswaardige dood
Marije Zomerdijk (RUG)
15.00-15.30 A celebration of life: de obituary in de Britse krant
Peter Brusse
15.30 Afsluitende discussie, geleid door Koen Hilberdink (KNAW)
Inhoud lezingen woensdag 9 maart 2005
- Arianne Baggerman. In de 19e eeuw won het genre autobiografie aan populariteit, mogelijk mede onder invloed van een andere beleving van sterfelijkheid. Deze ontwikkeling roept onder meer de vraag op naar de kans van de autobiograaf op een eigen biografie, of tenminste op opname in een biografisch woordenboek of necrologie. Arianne Baggerman zal nader ingaan op de manier waarop autobiografen hun werk beeindigen, en op het verschijnsel (nageslacht als) ‘ghostwriter’. Ook werpt zij licht op het fenomeen van de autobiograaf als moderne begrafenisondernemer: de autobiograaf laat zijn werk tegen betaling opnemen in een monument, met daarin de autobiografie in steen gegoten en met een bewaarplaats voor een tweede exemplaar met een garantie op geheimhouding tot 100 jaar na dato.
- Doeko Bosscher zal ingaan op het probleem van een ‘door iedereen gekende’ gebiografeerde. De biograaf die aanvankelijk meende vrij te zijn in het kiezen van thema’s en het vellen van oordelen, merkt gedurende het onderzoek dat hij niet alleen een confrontatie met zijn protagonist aangaat, maar ook met een buitenwereld die haar oordeel al klaar heeft. Dit maakt het werk tot een loden last. Objectief beschrijven en evalueren is al een moeilijke opgave, ook nog eens meelezers en meekijkers moeten dulden die het beter weten is bijna ondraaglijk. De meelezers en meekijkers leveren ook onderling strijd, want wie heeft de protagonist het beste gekend, wie was het meest bevriend, wie is het meest bevoegd tot een oordeel, wie lift het meest mee met diens roem? De biograaf wordt soms impliciet of expliciet gedwongen die strijd te helpen beslechten: een beklagenswaardige positie.
- Gerrit Voerman. Autobiografieen en memoires worden door veel historici gewantrouwd. De subjectiviteit zou hen als historische bron ongeschikt maken; het zelfgeschreven levensverhaal zou hooguit decoratieve waarde hebben. Maar deze persoonlijke, gekleurde en soms emotionele kijk kan de studie van de politieke cultuur juist verrijken. Op dit terrein staan vooral de informele, subjectieve en psychologische aspecten van politieke opvattingen en partijen centraal. Gerrit Voerman zal zich concentreren op de beleving van en de opvatting over politiek, zoals die in de autobiografie in de twintigste eeuw tot uitdrukking is gekomen. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de relatie tussen de auteur en zijn partij. Nu ideologieen een minder grote rol spelen en de media de politiek meer zijn gaan beheersen, is de politicus losser komen te staan van zijn partij. Het lijkt er tegenwoordig op dat de partijleider meer het beeld van zijn partij bepaalt dan andersom. De hedendaagse autobiografie draagt hiervan de sporen.
- Arina Makarova. De necrologie leert ons hoe men ‘en publique kennis’ geeft van de dood van een persoon in relatie tot diens sociale status, zijn beroep, sekse en leeftijd. Daarnaast biedt de necrologie zicht op een evoluerend beeld van sociale waarden met betrekking tot het leven en de dood. Auteurs van necrologieen – journalisten of familieleden – geven blijk van een zekere zelfcensuur door middel van hun selectie van autobiografische feiten en besproken eigenschappen van de overleden persoon, maar ook in hun keuze voor de besproken overledene. In haar bijdrage geeft Arina Makarova een beeld van de ontwikkeling van de necrologie naar een literair genre in de dagbladjournalistiek aan het eind van de 19e eeuw, begin twintigste eeuw. Wat was bijvoorbeeld de invloed van de sociaal bepaalde waarden op de waardering voor de ‘genecrologeerde’?
- H.J.A. Hofland. De krant is altijd al een ‘Fundgrube geweest’ voor biografische informatie, en niet alleen serieuze. Maar sinds de media gedigitaliseerd zijn, zal elke onjuistheid of oneffenheid die ooit over iemand gepubliceerd is tot in de eeuwigheid op het net blijven zwerven. Hoe weten toekomstige journalisten (de biografen van een dag) waarheid en onwaarheid van elkaar te scheiden, en heeft de onwaarheid misschien toch een nuttige betekenis voor de biograaf?
Inhoud lezingen donderdag 10 maart 2005
- Jeroen Brouwers. Jeroen Brouwers schrijft zijn leven lang al literaire profielen, daarmee is hij heer en meester van het Nachleben van menig auteur. Brouwers ontwikkelde een genre russen de necrologie en de biografie, namelijk het schrijversportret heet op de actualiteit geschreven. Hij stelt zich steeds een variant op de, gangbare vraag die ook biografen van schrijversbiografieen graag beantwoord zien: zit de dood van de schrijver in zijn werk? Hoe literair ook, het postume profiel is het werk van de historicus en van de journalist. Bovendien, zoals Brouwers zelf zegt: ergens in mij schuilt een archivaris.
- Henk te Velde. De sociaal-democratie heeft als politieke stroming lange tijd vooral (te nadruk gelegd op collectieven. De stroming is echter vanaf het begin begeleid door een grote stroom historische beschouwingen waarin juist veel aandacht werd geschonken aan individuen. Veel van de vroege geschiedschrijving bestaat uit het verhaal val) de groei van de beweging vermengd met (auto)biografie. Geleidelijk aan is de geschiedschrijving geprofessionaliseerd en werd een scheiding aangebracht tussen biografie en partijgeschiedenis, maar de aandacht voor personen bleef bestaan. Men zou kunnen betogen dat biografieen tegenwoordig als geen ander genre toegang verlenen tot een collectief verleden zoals dat van de socialistische beweging. Bovendien zijn zij geschikt om juist de grenzen van gingen te verkennen, omdat uitgesproken personen, die zich goed lenen voor een biografie, vaak moeite hebben gehad zich in het gareel van een groep te voegen.
- Sophie Levie. In zijn fameuze ‘Lectures on Russian Literature’ schrijft Vladimir Nabokov: ‘I hate tampering with the precious lives of great writers and I hate Tom-peeping over the fence of those lives – I hate the vulgarity of ‘human interest’, I hate the rustle of skirts and, giggles in the corridors of time – and no biographer will ever catch a glimpse of my private life.’ Bij deze expliciete uitspraak zijn enkele kanttekeningen te plaatsen. Zo heeft Nabokov in zijn romans (bijvoorbeeld ‘Pale Fire’ uit 1962 en de autobiografie ‘Speak, Memory’ uit 1966) gebeurtenissen uit zijn leven keer op keer, in sterk bewerkte vorm, een plaats gegeven. Bovendien zijn er twee biografieen van hem verschenen waarin deze gebeurtenissen beschreven worden en is een poging gedaan de verwevenheid van feit en fictie in Nabokovs werk te ontrafelen. De ontstaansgeschiedenis van een van deze biografieen, het omstreden boek van Andrew Held (1967) wordt beschreven in Brian Boyds biografie van Nabokov (1990, 1991). Dit materiaal roept interessante vragen op. Hoe worden deze biografieen in de literatuurkritiek gewaardeerd? Hebben zij een sturende werking gehad op het Nabokovonderzoek? En wat algemener: welke eisen stelt de literatuurwetenschap aan de biografie?
- Jacques Beaudry onderzoekt in het werk van een twintigtal schrijvers hoe de drang om zelfmoord te plegen tot uiting komt. Hij gaat na hoe in hun werk een symboliek wordt vormgegeven die de obsessie voor zelfmoord en de voortdurende verleiding om zelfmoord te plegen ondersteunt.
- Marije Zomerdijk. Tegenwoordig lijkt het Bekende Nederlanderschap een vereiste om als lijk in de krantenkolommen te figureren. Maar is dat altijd al zo geweest? Wat was in de 19e eeuw bijvoorbeeld het ideale lijk? Het herdenkende aspect, ofwel de beschrijving van de levensloop en karaktereigenschappen, maakt van een necrologie interessant bronnenmateriaal. Door te bestuderen hoe de eigenschappen van het ideale lijk veranderen over de tijd, ontstaat een beeld van de veranderende normen en waarden binnen een maatschappij. Uit necrologieen die in de 19e eeuw in het katholieke dagblad De Tijd verschenen komen we te weten dat de ideale katholiek werklustig, vroom en nederig zich zijn hele leven belangeloos inzet voor de goede katholieke zaak. Maar hoe zag de ideale katholiek er in het interbellum, of in de jaren zestig uit? En hoe verschilde het katholieke lijk van dat van een liberaal?
- Peter Brusse. In de serieuze Britse kranten neemt de necrologie, de ‘obituary’, een bijzondere plaats in. De ‘obit’ hoort erbij, zoals het weerbericht en de ingezonden brief. Voor veel Britten is het lezen van de obit-pagina onderdeel van een vast dagelijks ritueel. Het is geen droeve pagina, integendeel: de ‘obit’ is a ‘celebration of life’, een oppepper aan het ontbijt. Niet alleen worden politici, kunstenaars en volkshelden herdacht, ook de eenvoudiger mens die kon zeggen: ‘ik heb een boeiend leven gehad’, komt aan bod. De ‘obit’ is een minibiografie en kent als een echte biografie vele genres. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het land van de biografie de ‘obituary’ tot volle bloei is gekomen. Is er niet de groeiende aandacht voor de biografie in Nederland misschien ook plaats voor en behoefte aan een eigen ‘obituary’-cultuur? Zo ja, dan zou dat weleens een nieuw bewijs kunnen zijn dat (te journalistiek zelf aan het veranderen is.
Nadere informatie over de sprekers
- Dr. Arianne Baggerman. Arianne Baggerman (1959) studeerde Maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2000 promoveerde zij op een onderzoek naar familiebelangen en uitgeverspolitiek in de Dordtse uitgeversfirma A. Blusse en zoon (1745-1830), aan de Universiteit Utrecht. Vanaf 1999 is zij werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar zij van 1999 tot 2001 als wetenschappelijk medewerkster verbonden was aan het NWO-project ‘Inventarisatie negentiende-eeuwse egodocumenten’. Vanaf 2001 is zij onderzoeksleider van het project ‘Controlling Time and Shaping the Self. Education, Introspection and Practice of Writing in the Netherlands 1750-1914’, waarbij de positie van het individu en individualisme wordt gemeten aan de hand van egodocumenten uit de periode 1750-1914. Arianne Baggerman publiceerde eerder ‘Een drukkend gewicht. Leven en werk van de zeventiende-eeuwse veelschrijver Simon de Vries’, (Amsterdam, 1993).
- Jacques Beaudry. Jacques Beaudry is schrijver/essayist en als literatuurwetenschapper werkzaam aan de Universiteit van Sherbrooke. In Amsterdam werkt hij momenteel als gastschrijver van het Fonds voor de Letteren aan de Nederlandse invloeden in het werk van de Quebecois romancier Hubert Aquin. Beaudry is de auteur van een essay over schrijver/zelfmoordenaar Cesare Pavese. Binnenkort verschijnt zijn werk over Hubert Aquin, die in 1967 ook de hand sloeg aan zichzelf Beaudry schreef in 2003 de bundel ‘L’oeil de l ‘eau notes sur douze ecrivains des Pays Bas’.
- Prof. dr. Doeko Bosscher. Doeko Bosscher (Heiloo, 1949) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn studie werd hij aan dezelfde universiteit wetenschappelijk medewerker en hoofddocent. Hij promoveerde in 1980 op een onderzoek naar de ARP en de nagedachtenis van Colijn. Na zijn promotieonderzoek was Bosscher fulbright scholar in residence aan de Central Michigan University (USA) in de jaren 1983-1984, en nogmaals in 1994. In 1991 werd hij benoemd tot hoogleraar Eigentijdse Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij eveneens van 1994-1998 decaan van de Letterenfaculteit en van 1998-2002 rector magnificus was. Momenteel is hij werkzaam als hoogleraar Eigentijdse Geschiedenis aan de RUG, en publiceert hij onder meer over internationale betrekkingen, de Nederlandse politiek en de Amerikaanse geschiedenis.
- Jeroen Brouwers. Jeroen Brouwers (Batavia, 1940) bracht zijn eerste zeven levensjaren door in Nederlands-Indie en verhuisde toen naar Nederland. Na een baan als journalist bij onder meer De Gelderlander werd hij in 1964 redactiesecretaris en hoofdredacteur bij uitgeverij Manteau in Brussel, en startte hij in de jaren zestig tevens een literaire carriere. Brouwers oogstte vooral bekendheid met zijn Indieromans ‘Het verzonkene’ (1979), ‘Bezonken rood’ (1981) en ‘De zondvloed’ (1988), en meer recent, met de roman ‘Geheime kamers’, waarvoor hij in 2001 de Gouden Uil, de Multatuliprijs en de AKO-prijs ontving. Naast de ‘literaire’ Brouwers bestaat er echter ook de polemist Brouwers, en de auteur van literaire anekdoten (‘Zachtjes knetteren de letteren’, 1975). Ook schreef hij literaire postume profielen, die zijn opgenomen in ‘Het vliegenboek’ (1991) en ‘Vlaamse leeuwen’ (1994), en essays over zelfmoord in de Nederlandstalige literatuur, die zijn gebundeld in ‘De laatste deur’ (1983).
- Peter Brusse. Peter Brusse (Rotterdam, 1936) studeerde rechten aan de UVA, waar hij in 1962 afstudeerde. Aansluitend was hij twee jaar redacteur van de Haagse Post. Van 1964-1985 was hij Londens correspondent van de Volkskrant, en van 1977-1985 vervulde hij deze functie eveneens voor het NOS-journaal. Brusse werd in 1985 hoofdredacteur van het NOS-journaal, en bleef dat tot 1987. Van 1987-1995 was hij adjunct-hoofdredacteur van Elsevier. Peter Brusse levert bijdragen aan radio (OVT van de VPRO), televisie en kranten (de Volkskrant). Hij publiceerde onder meer: ‘Neem nou Londen’ (1968), ‘Engeland bestaat niet’ (1971) en ‘De uithoeken van Europa’ (1991). In maart 2005 verschijnt ‘Met vlindernet door swinging Londen’.
- H.J.A. Hofland. Henk Hofland (Rotterdam, 1927) studeerde aan de Universiteit Nyenrode. Na zijn militaire dienst werd hij in 1953 redacteur bij, het Algemeen Handelsblad, waarvan hij in de jaren zestig hoofdredacteur werd. In 1972 verscheen van zijn hand ‘Tegels lichten’ over de politieke cultuur en pers in de jaren zestig, een boek dat nog steeds al invloedrijk geldt. Henk Hofland is journalist, wetenschapper, essayist en romancier. Onder het pseudoniem S. Montag schrijft hij wekelijks een column voor het Zaterdags Bijvoegsel van NRC Handelsblad, waarin hij ook zijn eigen column op de opiniepagina heeft. Sinds enkele jaren schrijft hij zijn columns over buitenlandse politiek in De Groene Amsterdammer. Henk Hofland werd in 2000 door zijn collega’s uitgeroepen tot journalist van de Eeuw.
- Prof. dr. Sophie Levie. Sophie Levie (1951) studeerde Russisch, Italiaans en Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde daar in 1988 op een onderzoek naar het sterk internationaal georienteerde literair tijdschrift ‘Commerce 1924-1932, une revue moderniste internationale’ (Rome 1989). Zij werkte van 1988 tot 2001 aan de Universiteit Utrecht als hoofddocent Cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw, nadruk letterkunde, en richtte zich in haar onderwijs en onderzoek op canonvorming, tijdschriftonderzoek en internationale literatuur-geschiedschrijving. Vanaf september 2001 is zij als hoogleraar Algemene Literatuurwetenschap en Algemene Cultuurwetenschappen verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde hield zij in november 2003 een lezing over biografisme en literatuurwetenschap. In haar bijdrage aan het symposium ter gelegenheid van de opening van het Biografie Instituut worden enkele thema’s uit deze lezing verder uitgewerkt, waarbij ditmaal werk en leven van Vladimir Nabokov als casus dient.
- Arina Makarova. Arina Makarova is promovenda aan de Universite Paris 1 Pantheon Sorbonne, waar ze haar dissertatie ‘Mourir dans les Pages du journal: les faire-part et les necrologies dans la presse francaise, XIX-XX siecles’ schrijft onder begeleiding van Dominique Kalifa. Ze is lid van het ‘Centre de recherches en histoire du XIXe siecle’, en lid van de onderzoeksgroep van het project ‘”La Civilisation du journal”: Histoire culturelle et litteraire de la presse francaise au XIX siecle (1800-1914)’. Arina Makarova publiceerde in 2003 ‘Dits er non-dits des necrologies de la presse’ in ‘Le Temps des Medias’, no. 1.
- Prof. dr. Henk te Velde. Henk te Velde (1959) is hoogleraar Politieke Cultuur in de Moderne Tijd bij de afdeling Geschiedenis van de RUG. In 1992 promoveerde hij ‘op Gemeenschapszin en plichtsbesef Liberalisme en nationalisme in Nederland 1870-1918’. Van 1995 tot 2000 coordineerde hij het onderzoeksprogramma van NWO ‘De natiestaat. Politiek in Nederland sinds 1815’, waaruit inmiddels een reeks boeken is voortgekomen. Sinds 2000 leidt hij een door NWO gefinancierde onderzoeksgroep op het terrein van zijn leeropdracht en hij verbleef in dat kader enige tijd als gastonderzoeker in Oxford en Berlijn en als gasthoogleraar in Parijs. In 2002 publiceerde hij ‘Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot Den Uyl’ (Wereldbibliotheek).
- Dr. Gerrit Voerman. Gerrit Voerman (1957) is hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen. Van 1977 tot 1985 studeerde hij geschiedenis aan deze universiteit. In 2001 promoveerde hij op ‘De meridiaan van Moskou. De CPN en de communistische internationale (1919-1930)’. Hij publiceert veelvuldig over politieke partijen. Recente publicaties zijn onder meer: ‘Verloren illusie, geslaagde fusie? GroenLinks in historisch en politicologisch perspectief’ (1999) en ‘Om de stembus. Verkiezingsaffiches 1918-1998’ (2002). Momenteel doet Voerman onderzoek naar de wijze waarop politieke partijen in hun relatie met kiezers en leden gebruik maken van nieuwe informatie- en communicatietechnologie. Verder bereidt hij een geschiedenis van de Socialistische Partij voor, die naar verwachting in 2006 zal verschijnen.
- Drs. Marije Zomerdijk Marije. Zomerdijk (1979) studeerde biologie en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel volgt ze de masteropleiding Journalistiek aan dezelfde universiteit. Ze deed onderzoek naar PS, het zaterdagse bijvoegsel van Het Parool in de jaren vijftig. Haar afstudeeronderzoek richt zich op de necrologie in de Nederlandse krant. Naast haar studie werkt ze als redacteur voor een website met nieuws over onderwijs en informatietechnologie. Haar favoriete bezigheid is het schrijven van korte verhalen; werk van haar hand verscheen in diverse verzamelbundels en in het literair tijdschrift Passionate.
Locatie, reserveringen
- Het Academiegebouw ligt op 10 minuten loopafstand van het Centraal Station. Lunchmogelijkheden: binnen een straal van enkele honderden meters rond het Academiegebouw, in het restaurant van het Academiegebouw, of in de kantine van de Letterenfaculteit.
- Vrije toegang
- Reserveren telefonisch en schriftelijk, of per e-mail, bij het Biografie Instituut, t.a.v. Carien Gibcus, Faculteit der Letteren, Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, 9711 EK Groningen, Postbus 716, 9700 AS Groningen, tel. +31 (0)50-363.5816. E-mail: Biografie.Instituut@let.rug.nl; internet: http://www.rug.nl/let/BiografieInstituut
- Organisatie: Biografie Instituut i.s.m., Fonds voor de Letteren
- Athena’s Boekhandel organiseert een avondprogramma n.a.v. het CPNB-dagthema ‘De biografie’ van de boekenweek: donderdag 10 maart, aanvang 20.30 uur, Oude Kijk in ’t Jatstraat 42. M.m.v. Han Borg, Hans Renders en Kees Snoeck. Met dank aan Stichting Democratie en Media
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@uva.nl, naar P.J.Verkruijsse@uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0502.a --------------------------*
Laat een reactie achter