Subject: | Neder-L, no. 0507.b |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sun, 31 Jul 2005 23:55:25 +0200 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Veertiende-jaargang------ Neder-L, no. 0507.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0507.23: Evenementenagenda, met: | | - Amsterdam: Lezing Rob Molin over Adriaan Morrien, | | zo 30 oktober 2005 | | - Bredevoort: Paperassen- en Papiermarkt, za 13 | | augustus 2005 | | - Rotterdam: Tentoonstelling 'Op hoop van zegen: | | Heijermans, De Hartog en Slauerhoff', t/m zo 2 | | oktober 2005 | | - Veenendaal: Boeken- en kunstmarkt, za 17 sept. 2005 | | (2) Med: 0507.24: Overleden: Marten Toonder (1912-2005) | | (3) Med: 0507.25: Uitreiking Taalunie Toneelschrijfprijs tijdens Vlaams | | Theaterfestival op do 1 september 2005 te Brussel | | (4) Rec: 0507.26: Recensie 'Klein, kleiner, kleinst' door Gerard Raat | | van: Hans Werkman. De haven uitgraven. De wereld van | | J.K. van Eerbeek, schrijver (Meindert Boss | | 1898-1937). (Hilversum, 2004) | | (5) Rec: 0507.27: Recensie door P.J. Verkruijsse van: Stad van letters. | | (Gent, 2004-2005) | | (6) Sym: 0507.28: Lezingen Nederlandse sectie op Wereldcongres van de | | Internationale Vereniging voor Germanistiek, Parijs | | (Sorbonne), di 30 augustus - do 1 september 2005 | | (verbeterde, definitieve, aankondiging) | | (7) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- -----------zo-31-juli-2005-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 30 juli 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/07/050723.html
Subject: Rub: 0507.23: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, De Burcht, Henri Polaklaan 9
Lezing Rob Molin over Adriaan Morrien, zondag 30 oktober 2005, 14.00 uur.
- Publicist en biograaf Rob Molin spreekt over schrijver Adriaan Morrien en de belangrijke rol die de Plantagebuurt in zijn werk speelt: Adriaan Morrien in de schoot van de Plantage. De biografie van Morrien verschijnt in september of oktober 2005 in de reeks Open Domein onder de titel ‘Een lieve rebel’. Adriaan Morrien (1912-2002) debuteerde als dichter met ‘Hartslag’ (1939) waarin al de belangrijkste thema’s uit zijn werk aan de orde komen: erotiek, de vrouw en de dood. Na de oorlog schreef hij vooral literaire beschouwingen, recensies en vertalingen en werkte hij als redacteur van enkele literaire bladen en als adviseur van o.a. De Bezige Bij: zo geldt hij als de ‘ontdekker’ van schrijvers als Mulisch, Reve, Hanlo, Lodeizen en W.F. Hermans, met wie hij na een jarenlange vriendschap gebrouilleerd raakte. Tussen de bedrijven door slaagde hij erin een klein maar bijzonder literair oeuvre op te bouwen. Vooral in zijn latere jaren wist hij de aandacht op zich te vestigen, met boeken als ‘Plantage Muidergracht’ (1988) en ‘Ik heb nu weer de tijd’ (1996), twee delen in de reeks Prive-domein, vol prachtig verwoorde en fijnzinnige observaties over de dingen die hem na stonden en waarin ook de buurt waarin hij woonde en waarmee hij zich verbonden voelde een prominente plaats heeft. Entree EUR 5,00. Reserveren gewenst. Nadere inlichtingen: +31 (0)20-6241166.
BREDEVOORT Boekenstad
Paperassen- en Papiermarkt, zaterdag 13 augustus 2005.
- Op 13 augustus wordt in Bredevoort Boekenstad weer de jaarlijkse Paperassen en Papiermarkt gehouden. Deze markt kenmerkt zich door de diversiteit van de deelnemers. Een gemengd veld van handelaren, semi-handelaren en particulieren bemant de kramen die in het centrum van Bredevoort opgesteld staan. Op deze markt kunt u een zeer breed aanbod verwachten van papierzaken. Deze markt is opgezet als kwaliteitsmarkt met afwijkend aanbod. U moet dan denken aan bijv.: Landkaarten, Posters, Affiches, Prenten, Gravures, Etsen, Lithografieen, Tekeningen, Strips, Folders, Catalogi, Brochures, Reisgidsen, Reclamemateriaal, Plaatjesalbums, Ansichtkaarten, Popupboeken, Gelimiteerde uitgaven, Sigarenbandjes, Sigarenlabels, Aandelen, Suikerzakjes, Sluitzegels, Poststukken, Akten, Knipsels, Ephemera, Verzamelwaardige boeken, Handschriften, Labels, Chromo’s, Kalenders, Boekenleggers, Papierobjecten, Autogrammen, Ex-libris, Bordspelen, Tijdschriften, Programmaboekjes, Voedselbonnen. Tevens is er op deze markt plaats voor antieke en unieke boeken (gesigneerde, gelimiteerde bibliofiele uitgaven etc.). Niet op deze markt het boek dat u elders op de boekenmarkten aantreft: ook de winkeltjes zijn dan open. Voor meer info en routebeschrijving zie: http://www.de-kantlijn.com/bereikbaarheid.htm; http://www.de-kantlijn.com/markt_info.htm.
ROTTERDAM, Maritiem Museum, Leuvehaven 1
Tentoonstelling ‘Op hoop van zegen: Heijermans, De Hartog en Slauerhoff’, t/m zo 2 oktober 2005.
- Wie kent niet het toneelstuk van Herman Heijermans over de erbarmelijke omstandigheden in de visserij rond 1900? En wie heeft niet gehoord van ‘Hollands Glorie’: de beroemde roman van Jan de Hartog over de Nederlandse zeesleepvaart? Jan Jacob Slauerhoff, scheepsarts en dichter van het onvervulde verlangen, intrigeert nog steeds. In deze tentoonstelling staan drie schrijvers centraal die de zee op heel verschillende manieren als inspiratiebron gebruikten in hun werk.
Met voorwerpen uit de nalatenschappen van de schrijvers en mooie scheepsmodellen, affiches en foto’s uit de eigen collectie wordt de maritieme wereld van Heijermans, De Hartog en Slauerhoff tot leven gebracht.
Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 10.00 – 17.00 uur (op zondag vanaf 11.00 uur); in juli en augustus is het museum ook op maandag geopend. Toegangsprijzen: kinderen EUR 3 en volwassenen EUR 5. Nadere inlichtingen: +31 (0)10-4132680 en http://www.maritiemmuseum.nl.
VEENENDAAL, (rond) theater De Lampegiet
Boekenmarkt en kunstmarkt, za 17 september 2005.
Boekenmarkt en kunstmarkt ter opening van het nieuwe culturele seizoen rond theater De Lampegiet in Veenendaal.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 2 juli 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/07/050724.html
Subject: Med: 0507.24: Overleden: Marten Toonder (1912-2005)
=========
Overleden
=========
Op 27 juli 2005 overleed te Laren (NH) de schrijver en striptekenaar Marten Toonder (*2 mei 1912 te Rotterdam). Toonder bezocht de Akademie voor Beeldende Kunst in Rotterdam, maar ontwikkelde zich al snel tot tekenaar van strips en cartoons. Dante Quiterno, de animatietekenaar van Walt Disney, was enige tijd zijn leermeester. In 1938 ontwierp hij zijn eigen stripfiguur Tom Poes, die naast de pas in zijn derde verhaal optredende Olie B. Bommel steeds de centrale figuur is gebleven in zijn verhalen. ‘Tom Poes ontdekt het geheim van de blauwe aarde’ verscheen in 1941 in De Telegraaf. Het werd na de Tweede Wereldoorlog in bewerkte vorm opnieuw uitgegeven onder de titel ‘Tom Poes en de laarzenreuzen’. Sindsdien schreef en tekende Toonder bijna 200 stripverhalen, waarin een duidelijke ontwikkeling valt aan te wijzen. De hoofdfiguur Tom Poes wordt meer en meer voorbijgestreefd door de figuur van Olie B. Bommel, naar wie tenslotte ook veel strips worden vernoemd of aan wiens uitspraken de titels worden ontleend (vgl. ‘Als je begrijpt wat ik bedoel’, 1967). Bovendien ontwikkelden de strips zich van kinderverhalen tot verhalen voor volwassenen, vol toespelingen of satire op Nederlandse culturele en maatschappelijke verschijnselen. Ook de tekeningen ondergingen een steeds voortgaande ontwikkeling, die echter anders dan bij veel striptekenaars geen vereenvoudiging betekende. Toonders tekeningen muntten steeds uit door sfeer en details. De kracht van Toonders teksten ligt vooral in de ironie, waarbij veelvuldig gebruik wordt gemaakt van retorische stijlfiguren, cliches, understatements enz. Veel van de zinswendingen of uitdrukkingen die Toonder zijn figuren in de mond legt, behoren inmiddels tot het gangbare spraakgebruik. Het is deze literaire verdienste die maakte dat men Marten Toonder in 1954 benoemde tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Bovendien begon in de jaren zestig een reeks heruitgaven van Bommelstrips te verschijnen als literaire reuzenpockets. De Tom Poes- en Bommelstrips kenden ook een groot internationaal succes; tot in Japan verschenen zijn strips in vertaling. Ook andere strips met o.m. Panda, Kappie en Koning Hollewijn in de hoofdrol verschenen in grote oplagen over de gehele wereld. In de door Toonder opgerichte Marten Toonder Studio’s zijn zijn ideeen door zijn medewerkers verder uitgewerkt. De Marten Toonder Studio’s zijn in de praktijk een kweekplaats gebleken voor nieuw striptalent. Van de Tom Poes-verhalen zijn tal van films, toneelstukken en balletten vervaardigd. In 1983 werd de grote bioscoopfilm ‘Als je begrijpt wat ik bedoel’ uitgebracht, de eerste belangrijke Nederlandse tekenfilmproductie die een groot succes kende. In 1982 ontving Toonder de Stripschapsprijs, een prijs die werd ingesteld door het Nederlandse Stripcentrum, dat ook herdrukken van ouder werk van Toonder verzorgde. Vanaf 1972 werd zelfs een Bommelkwartier uitgegeven. Hij publiceerde een vierdelige autobiografie: ‘Vroeger was de aarde plat’ beslaat de periode 1912-1939; ‘Het geluid van bloemen’ gaat over de periode 1939-1945, ‘Onder het kollende meer Doo’ over de periode 1945-1965, en ‘Tera’ over de periode van zijn huwelijk met Tera de Marez Oyens. Marten Toonder was Officier in de Orde van Oranje Nassau, Officer of Merit in the Order of Jerusalem, Malta and Cyprus, begiftigd met het Verzetsherdenkingskruis en de Erepenning van de stad Rotterdam (Wolffert van Borsselen penning). [G.J. van Bork in de DBNL: http://www.dbnl.org/tekst/bork001nede01/toon003.htm.] Zie verder ook: http://www.lambiek.net/aanvang/toonder.htm, http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Bommel/.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 27 Jul 2005 14:25:12 +0200
From: Theater Instituut Nederland via <lvannyvel@taalunie.org>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/07/050725.html
Subject: Med: 0507.25: Uitreiking Taalunie Toneelschrijfprijs tijdens Vlaams Theaterfestival op do 1 september 2005 te Brussel
==================================================================
(Persbericht Theater Instituut Nederland, Amsterdam, 20 juli 2005)
Uitreiking Taalunie Toneelschrijfprijs 1 september tijdens Vlaams Theaterfestival.
“Een kijkje in de keuken van toneelschrijvers.”
==================================================================
De toneelschrijvers Eric de Vroedt, Paul Pourveur, Marijke Schermer, Ivan Vrambout geven op 1 september tijdens het Theaterfestival in Brussel een kijkje in de keuken van het schrijven van toneelstukken. Deze presentatie vindt plaats in het kader van de uitreiking van de Taalunie Toneelschrijfprijs, die Theater Instituut Nederland dit jaar samen met de Nederlandse Taalunie, het Vlaams Fonds voor de Letteren en het Vlaams Theaterfestival organiseert.
De vier genoemde toneelschrijvers behandelen in hun werk regelmatig politieke of maatschappelijke thema’s. Tijdens hun presentatie die de titel ‘mightysocietypreview’ draagt, vertellen zij uitgebreid hoe zij hun onderzoek voor het schrijfproces verrichten. Ook gaan zij elk met de deskundige van hun dromen in gesprek over toneelschrijven. De Taalunie Toneelschrijfprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de schrijver van een oorspronkelijk Nederlandstalig toneelstuk dat in het voorafgaande seizoen voor het eerst is opgevoerd. Met de Toneelschrijfprijs wil de Nederlandse Taalunie zowel de opvoering van Nederlandstalig toneel als de Nederlandstalige toneelschrijfkunst stimuleren. De prijs bestaat uit EUR 10.000. De prijs wordt alternerend in Vlaanderen en Nederland uitgereikt.
De jury bestaat dit jaar uit regisseur-toneelschrijver Jeroen van den Berg, actrice Barbara Pouwels en dramaturge Mieke Versyp. Zij kiezen uit 83 toneelstukken. Op de website van het TIN, http://www.tin.nl, staan de aanmeldings- en selectieprocedure. Ook staat hierop een databank over het Nederlandstalig toneel. Op de website Taalunieversum (http://taalunieversum.org/taalunie/taalunie_toneelschrijfprijs/) staat een lijst met vorige winnaars.
Presentatie ‘mightysocietypreview’ en uitreiking Taalunie Toneelschrijfprijs. Donderdag 1 september tijdens het Theaterfestival te Brussel. Locatie het Kaaitheater, http://www.kaaitheater.be. Tijdstip: 13.00 – 18.00 uur. Entree EUR 7,50 (inclusief broodje). Aantal plaatsen beperkt. Reserveren verplicht: mail je naam, telefoonnummer en eventueel functie naar info@theaterfestival.be met vermelding ‘mightysocietypreview’. Of schrijf je in via online formulier (http://www.theaterfestival.org/form.asp?actie=form&id=38) op http://www.theaterfestival.org.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 20 juli 2005
From: Gerard Raat <gerardraat@planet.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/07/050726.html
Subject: Rec: 0507.26: Recensie 'Klein, kleiner, kleinst' door Gerard Raat van: Hans Werkman. De haven uitgraven. De wereld van J.K. van Eerbeek, schrijver (Meindert Boss 1898-1937). (Hilversum, 2004)
========
Recensie
========
Hans Werkman. De haven uitgraven. De wereld van J.K. van Eerbeek, schrijver (Meindert Boss 1898-1937). Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2004. 544 blz.; ills.; EUR 29,00; isbn 90-6550-821-X.
Klein, kleiner, kleinst
In de tweede bundel van Gerrit Achterberg, ‘Eiland der ziel’ (1939), staat het gedicht ‘”Beumer & Co.”‘, dat opent met de regels: ‘Hoeken met huisgeheimen / komen bloot. / De vloeren schamen zich dood.’ Het gedicht beschrijft de brute schending van de intimiteit van een woning: ‘Zij die naar boven komen, / breken blind kapot / wat was in slot, ontnomen / wordt elk ding aan zijn lot; […]’. De indringers richten vernielingen aan: ‘Onder de hand der horde sterft het glas.’ De op het eerste gezicht duistere titel, blijkens de aanhalingstekens een citaat, verwijst naar een verhuisbedrijf, waarvan Achterberg de werkzaamheden voorstelt als een genadeloze ontruiming. De firma komt voor in de roman ‘Beumer & Co.’ en gaat daar wat zachtzinniger te werk. De roman is geschreven door J.K. van Eerbeek en in 1937 uitgegeven door G.F. Callenbach te Nijkerk. Het was een van de weinige boeken waarmee de nu nagenoeg vergeten schrijver een bescheiden verkoopsucces wist te boeken. Zoals zijn uitgever al doet vermoeden – ook Kok in Kampen gaf zijn werk uit -, had Van Eerbeek een calvinistische achtergrond – net als Achterberg trouwens. Aan deze prozaist wijdde Hans Werkman, die vanuit eenzelfde godsdienstige overtuiging al decennia aandacht besteedt aan literatuur met een gereformeerde signatuur, een kloeke biografie, waarop hij in 2004 promoveerde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam: ‘De haven uitgraven. De wereld van J.K. van Eerbeek, schrijver (Meindert Boss 1898-1937)’.
Werkman vertelt de levensgeschiedenis van Van Eerbeek in 34 hoofdstukken, voorafgegaan door een ‘Proloog’ en afgesloten met een hoofdstuk waarin hij de balans opmaakt. Het boek, dat meer dan 550 dicht bedrukte bladzijden telt, bevat onder meer een fotokatern, een uitvoerig notenapparaat, bibliografieen van en over Van Eerbeek en een personenregister.
J.K. van Eerbeek is het (nooit afdoende opgehelderde) pseudoniem van Meinart, in de wandeling Meindert, Boss, die in 1898 wordt geboren in Zwolle en daar in 1937 overlijdt. Hij groeit op in een gereformeerd bakkersgezin, waarvan nog enkele kinderen jong sterven. Als leerling van de mulo en van een opleiding tot onderwijzer voelt hij pijnlijk de discrepantie tussen het beeld dat de buitenwereld zich van hem vormt en de wetenschap dat hij iets in zijn mars heeft. Meindert is een kritische, zoekende natuur die niet voetstoots de godsdienstige waarheden kan accepteren die hem worden voorgehouden. Desondanks blijft hij zich levenslang verbonden voelen met het milieu waaruit hij afkomstig is. De behoefte de band wat losser te maken is echter onmiskenbaar, een van de redenen waarom hij na het behalen van het onderwijzersdiploma vrijwillig in militaire dienst gaat. Hij loopt tuberculose op en deze toentertijd gevreesde ziekte zal de rest van zijn leven beheersen. De permanente dreiging van de dood verhevigt zijn worsteling met het geloof en meer dan eens denkt hij erover zelfmoord te plegen.
Een aantal keren is Meindert kort werkzaam als onderwijzer. Hij draagt verhalen bij aan het populaire tijdschrift De Spiegel, dat een orthodox protestants lezerspubliek heeft, maar ook aan het literaire tijdschrift Opwaartsche Wegen. Hoewel hij een aantal auteurs leert kennen uit de kring rond dit blad, blijft hij ook hier een moeilijk te peilen buitenstaander. In 1928 kiest hij voor het schrijverschap, al houdt hij daarnaast enkele kleine betrekkingen aan, onder andere als onderwijzer in het Huis van Bewaring te Zwolle. Dit werk levert hem stof op voor zijn verhalen. Ondanks zijn zwakke gezondheid ontwikkelt Meindert, die vanaf 1929 de schuilnaam J.K. van Eerbeek gaat gebruiken, een grote productiviteit. Hij schrijft tot aan zijn dood in 1937 een jeugdboek, zes romans en ongeveer tachtig verhalen en novellen.
Met zijn werk wil Van Eerbeek dienstbaar zijn aan zijn gereformeerde lezers door hun kritische zin bij te brengen. Het individu moet naar zijn mening de leer van de kerk persoonlijk onderzoeken en dusdoende de haven uitgraven waar het zich thuis weet. Door deze instelling beweegt ook Van Eerbeek zelf zich voortdurend in het spanningsveld tussen individu en gemeenschap.
Zijn prive leven vertoont er de sporen van, al wordt dit ook getekend door zijn ziekte, die hem belet ver vooruit te kijken. Er zijn enkele vrouwen in zijn leven, maar het wordt niet duidelijk welke betrekkingen hij met hen onderhoudt. Werkman maakt nergens melding van en seksuele relatie, maar misschien is hij op dit punt te argeloos. Zijn leven lang blijft Van Eerbeek, ook door de nood gedwongen, thuis wonen, maar van tijd tot tijd trekt hij weg, zelfs naar Zuid-Frankrijk, wat in die tijd een hele onderneming was. Kort na zijn terugkomst uit dit land krijgt hij een longontsteking, waaraan hij op 5 november 1937 overlijdt.
Aan het slot van zijn ‘Proloog’ geeft Werkman expliciet het doel aan van zijn dissertatie: ‘Deze biografie wil aantonen hoe onrechtvaardig het was […] dat Van Eerbeek na de Tweede Wereldoorlog werd bijgeschreven in het vergeetboek. Ik heb zijn naam daarin willen doorstrepen’ (p. 16). Ter ondersteuning van dit streven memoreert hij de waardering die Van Eerbeek voor de Tweede Wereldoorlog ondervond, ook buiten de eigen kring, bijvoorbeeld van Menno ter Braak. Diens prijzende woorden naar aanleiding van de roman ‘Gesloten grenzen’, niet onverwacht van een schrijver die net als Van Eerbeek de persoonlijke stellingname laat prevaleren boven de literaire vormgeving, contrasteren schril met de enkele herdruk na 1945 en het geringe aantal publicaties over het werk sinds dit jaar.
Het is de vraag of de biografie het geschiktste instrument is om het doel te bereiken dat Werkman zich heeft gesteld. Aandacht voor de persoon leidt maar zelden tot een meer dan voorbijgaande belangstelling voor het werk, hoe vaak het tegendeel ook wordt beweerd. En het is het literaire werk dat de biograaf van Van Eerbeek van de vergetelheid wil redden. Dit werk had derhalve veel aandacht moeten krijgen. Niet om te bewijzen dat het een hoge literaire kwaliteit bezit, want zoiets kan niet worden bewezen. Maar wel om het via een grondige bespreking en een vergelijking met werk van zijn (niet gereformeerde) tijdgenoten te situeren in de literatuurgeschiedenis. De bespreking van Werkman volgt echter een obligaat stramien: ontstaan, personages, thematiek, compositie en stijl, uitgave en receptie. Daarbij ontziet hij zich niet waardeoordelen te vellen, die in een proefschrift niet thuishoren: ‘Ondanks een aantal sterke zinnen lijdt ‘De gemeenschap’ aan literaire kr& het is te cryptisch en te ‘mooi’ geschreven, te weinig concreet en visueel. De psychologische bespiegelingen versluieren de verhaalvorm’ (p. 196). Een aantal malen valt de term Nieuwe Zakelijkheid, maar de verhouding van Van Eerbeeks proza tot dat van Revis of Bordewijk, komt niet aan de orde.
Werkman tracht het oeuvre van Van Eerbeek in te bedden in diens leven. Dit heeft tot gevolg, zoals in veel schrijversbiografieen, dat hij speurt naar parallellen. Die zijn er niet veel, omdat Van Eerbeek spaarzaam putte uit zijn eigen leven. Ook op dit punt was hij gesloten. Bovendien was dit leven weliswaar tragisch, maar niet veelbewogen, zodat de biografie uit deze hoek evenmin de wind in de zeilen krijgt.
Anders dan veel van zijn geloofsgenoten koos Van Eerbeek niet voor de antithese. Hij stond open voor de wereld en de andere religies die daar worden beleden. In dit opzicht lijkt Werkman behoudender dan de gebiografeerde. Wanneer Meindert Boss, tweeentwintig jaar oud, vol weerzin terugblikt op zijn tijd bij de gereformeerde Jongelingsvereniging, vindt zijn biograaf het nodig erop te wijzen dat hij dankzij deze organisatie toch ook ‘sociale en cognitieve winst’ moet hebben geboekt (p. 64). Ook is Werkman de mening toegedaan dat ‘een bewust christelijk bestuurd sanatorium’ een betere sfeer kent dan zijn openbare tegenhanger (p. 482). Door deze benadering blijft Van Eerbeek onherroepelijk gevangen in zijn eigen zuil, hetgeen niet bevorderlijk is voor de verkondiging van zijn betekenis daarbuiten.
Het Nederlandse taalgebied is relatief klein en dit heeft onvermijdelijk consequenties voor het aantal belangrijke auteurs dat in het Nederlands schrijft. Kleiner is het aantal schrijvers dat binnen een bepaalde zuil belangwekkend mag heten. Beoordeling door iemand van dezelfde denominatie leidt licht tot overschatting van hun betekenis, met als gevolg dat zij voor de buitenstaander, die dit verband doorziet, op hun kleinst verschijnen. Werkman heeft mij er niet van kunnen overtuigen dat Van Eerbeek ten onrechte is vergeten.
Deze slotsom laat onverlet dat het vele werk dat Werkman heeft verzet respect afdwingt. Hij heeft enorm veel gegevens vergaard, niet alleen uit officiele publicaties, maar ook uit diverse archieven. Daarbij moest hij ondervinden dat veel materiaal verloren was gegaan, bijvoorbeeld doordat het was vernietigd door Van Eerbeeks zus Rebekka, die zich na zijn dood opwierp als ‘de vertegenwoordiger van Meindert op aarde’, zoals Werkman het ironisch uitdrukt (p. 448).
Uit ‘De haven uitgraven’ rijst het beeld op van en gekweld leven, beheerst door een beknottend calvinisme en de niet aflatende dreiging van de dood. Een aantal episoden, zoals het krankzinnig worden en sterven van zijn zus Dien, en de dood van Van Eerbeek zelf, zijn ronduit aangrijpend. Maar doorgaans gebeurt er weinig en doorbreekt ook de bespreking van het literaire werk de sleur niet. Mede daardoor dringt zich de gedachte op dat meer beknoptheid het eindresultaat ten goede was gekomen. Al blijft het twijfelachtig of Hans Werkman zijn doel dan dichter was genaderd.
G.F.H. Raat
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 29 juli 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/07/050727.html
Subject: Rec: 0507.27: Recensie door P.J. Verkruijsse van: Stad van letters. (Gent, 2004-2005)
========
Recensie
========
Stad van letters. Gent: Imschoot, 2004-2005. 26 dln.; ills.; EUR 15,00 per deel, EUR 355,00 hele reeks, EUR 1.000,00 gesigneerde reeks.
In het kader van Antwerpen Wereldboekenstad ABC2004 verscheen ‘Stad van letters’, een reeks van zesentwintig cahiers, waarin kunstenaarsduo’s elk een letter van het alfabet definieren. Bepaald geen makkelijke opgave, want de letters van het alfabet zijn de kleinste eenheden van alles wat een mens te zeggen kan hebben. Met die zesentwintig letters beschrijven wij de werkelijkheid, praten wij over heden, verleden en toekomst. Elke letter opent een heel eigen wereld, een ander veld van betekenissen. Elke letter is, met z’n eigen klank en vorm, een oerknal in miniatuur.
Ter gelegenheid van ABC2004 wordt het alfabet op de proef gesteld door zesentwintig mensen van het woord en evenzovele collega’s uit de meest uiteenlopende disciplines. Zesentwintig tandems van telkens een schrijver en een kunstenaar onderzoeken de grenzen en mogelijkheden van een letter. De letter als basis van een gezamenlijk, nieuw kunstwerk. Die zesentwintig oerknallen in miniatuur zijn voor het nageslacht vastgelegd in evenveel cahiers. In deze exclusieve uitgaven worden de duopartners voorgesteld, wordt de ontwikkeling van hun werk gedocumenteerd en het werk (of de sporen ervan) uitgebreid voorgesteld.
De reeks bestaat uit de volgende delen:
- CAHIER A – Tom Lanoye & Fred Eerdekens
- CAHIER B – Germaine Greer & Elke Boon
- CAHIER C – Toon Tellegen & Stef Kamil Carlens
- CAHIER D – Nedda El Asmar & Tahar Ben Jelloun
- CAHIER E – Matteo Galiazzo & Ola Dele Kuku
- CAHIER F – Hanneke Paauwe & Tony Le Duc
- CAHIER G – Dimitri Verhulst & Danny Ronaldo
- CAHIER H – Judith Herzberg & Patrick Merckaert
- CAHIER I – Anne Provoost & Antoine Van Loocke
- CAHIER J – Benjamin Verdonck & Spinvis
- CAHIER K – Antjie Krog & Ronald Stoops
- CAHIER L – Bart FM Droog & Sandro Tchikovaniaka Misk
- CAHIER M – Annelies Verbeke & Annette Meyer
- CAHIER N – Pascale Platel & Michael Young
- CAHIER O – Peter Rogiers & Tom Naegels
- CAHIER P – Erlend Loe & Gerda Dendooven
- CAHIER Q – Simon Vinkenoog & Hans Weyers en Klaas Borms
- CAHIER R – Wim Helsen & Zaza
- CAHIER S – Josse De Pauw & Michael Borremans
- CAHIER T – Joost Zwagerman & Hans op de Beeck
- CAHIER U – Kader Abdolah & Brody Neuenschwander
- CAHIER V – Peter Holvoet-Hanssen & Theo Jansen
- CAHIER W – Leonard Nolens & Kristoffel Boudens
- CAHIER X – Caroline Lamarche & Clotilde Olyff
- CAHIER Y – Bas Haring & John Kormeling
- CAHIER Z – Ramsey Nasr & Boutique Vizique
Een paar van de zesentwintig cahiers nader beschouwend, kan vastgesteld worden dat in ieder geval de vormgeving bijzonder is: de delen zijn in uniforme hardcover banden in oblong uitgevoerd, waarbij het achterplat – telkens in een andere kleurstelling – aan de rugzijde uitsteekt. In het midden van het uitstekende deel is een flinke ronde opening die het mogelijk maakt de zesentwintig delen aan een fors koord of een stok op te hangen, hetgeen ruimte laat op de boekenplank, maar het raadplegen van een deel uit het midden van het alfabet nogal ingewikkeld maakt. Misschien is het toch beter een boekenplank te reserveren, want het binnenwerk nodigt uit tot het herhaaldelijk bladeren in deze boekwerken, vooral door de inbreng van de beeldende kunstenaars.
Het bijvoorbeeld door Jeroen Kuypers ingeleide ‘Cahier U’ van Kader Abdollah en Brody Neuenschwander – de letterkunstenaar die vooral faam verwierf door zijn bijdrage aan de films van Peter Greenaway (o.a. ‘Prospero’s Books’ en ‘The Pillow Book’), waarin hij lichamen van kalligrafische teksten voorzag – is voor liefhebbers van zowel de Westerse als de Arabische kalligrafie een lust voor het oog, niet het minst door de bijgevoegde DVD met een twaalf minuten durende film waarin beide kunstenaars met de pen in de weer zijn.
Ook in het ‘Cahier W’ met introductie door Pascal Cornet speelt de kalligrafie een belangrijke rol. Leonard Nolens en kalligraaf Kristoffel Boudens, die vaak met steen werkt (met de hand ontwerpen en uitkappen van tekst), maakten samen een uniek boekwerk, waarin nieuwe gedichten van Leonard Nolens bewerkt werden met de vormtaal van Kristoffel Boudens.
De cahiers zijn gedrukt in een beperkte oplage (1500 exemplaren). Ze zijn apart verkrijgbaar in de boekhandel. Inschrijven op de hele reeks van 26 exemplaren is mogelijk bij Lies Heirbaut van ABC2004: +32 (0)3-2291870, info@abc2004.be. Ook kunt u rechtstreeks bij de uitgever bestellen: OTU nv Imschoot, uitgevers, Burggravenlaan 20, B-9000 Gent, +32 (0)9-2225508, fax: 2225507, http://www.imschoot.com.
P.J. Verkruijsse
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 21 Jul 2005 10:13:55 +0200
From: Jan Pekelder <jan.pekelder@paris4.sorbonne.fr>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/07/050728.html
Subject: Sym: 0507.28: Lezingen Nederlandse sectie op Wereldcongres van de Internationale Vereniging voor Germanistiek, Parijs (Sorbonne), di 30 augustus - do 1 september 2005 (verbeterde, definitieve, aankondiging)
====================================================
Wereldcongres Internationale Vereniging Germanistiek
(Verbeterde, definitieve aankondiging)
====================================================
Van 26 augustus tot 3 september 2005 vindt plaats aan de Universite de Paris-Sorbonne het Wereldcongres van de Internationale Vereniging voor Germanistiek. Collega’s-neerlandici worden hierbij van harte uitgenodigd de lezingen bij te wonen van de Nederlandse sectie (Sectie II) die bijeenkomt van dinsdag 30 augustus 14.00 uur tot donderdag 1 september 16.30 uur in zaal B212 van het Centre Universitaire Malesherbes (108, bd. Malesherbes, 75017 Paris, metro Malesherbes). DE VOERTAAL BINNEN DE NEDERLANDSE SECTIE IS HET NEDERLANDS. Mocht u geinteresseerd zijn (een deel van) het programma bij te wonen, stuur dan een korte mail naar jan.pekelder@paris4.sorbonne.fr onder vermelding van de dag/de dagen dat u aanwezig zult zijn. De inschrijvingskosten worden gedragen door het Departement d’Etudes Neerlandaises.
Sektion 2. “Niederlandistik zwischen Wissenschaft und Praxisbezug” Sektionsleiter: Jan Pekelder & Cornelius Snoek (Universite de Paris-Sorbonne)
Dinsdag 30.08, 14.00-17.00, Raum B212
- Zofia KLIMASZEWSKA (Warszawa): “Normen und Werte – ein Beitrag zur Bestimmung der kulturellen Identitaet im niederlaendischen und polnischen Sprachraum”
- Shalini ROPPE (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, Leuven): “Kulturelle Neutralitaet bei Sprachpruefungen”
- Roel VISMANS (Sheffield): “Zwischen zwei Stuehlen. Interkulturelle Aspekte des ‘Duzens'”
Woensdag 31.08, 10.30-12.30, Raum B212
- Kees SNOEK (Universite de Paris-Sorbonne [Paris IV]): “Assimilation und Transformation von literarischen Traditionen: ein Spiegel fuer die Gegenwart”
- Jerzy KOCH (Wroclaw): “Das Bild der farbigen Frau in den afrikaans-niederlaendischen Texten der Herrnhuter-Missionaere. Die vergessene Geschichte der Polemik mit der Repraesentation der ‘Hottentot Venus’ in didaktischer Perspektive”
- Rita Schlusemann (Leipzig): “Reynaert zwischen Wissenschaft und Praxis”
Woensdag 31.08, 14.30-18.30, Raum B212
- Jeanne VERBIJ-SCHILLINGS (Universite de Paris-Sorbonne [Paris IV]): “Die Entstehung der sogenannten “bijschool” im Mittelalter: Bedrohung oder Bereicherung”
- Valerie DACHY (Louvain-La Neuve): “Wortfolge und Erwerb”
- Armand HEROGUEL (Lille III): “Von Lexikologie nach integrierter Fachlinguistik ueber Terminologie u.ae hin”
Donderdag 01.09, 9.30-12.30, Raum B212
- Theo PUTTEMANS (Universite de Paris-Sorbonne [Paris IV]): “Niederlaendisch als fremde Fachsprache”
- Sebastiaan FUCHS (Amsterdam): “Akademische Sprachkompetenz in professionellem Kontext. Sprachkompetenzprofile fuer NichtPhilologen”
- Christine KASPER (Wien): “Wissenschaft und Praxisbezug im universitaeren Sprachunterricht?”
- Jan PEKELDER (Universite de Paris-Sorbonne [Paris IV]): “Wissenschaftliche Ausbildung und Praxisbezug. In linguistischer Hinsicht”
Donderdag 01.09, 14.00-16.30, Raum B212
- Veronika WENZEL (Muenster): “Niederlaendisch fuer jedermann? Meta-sprachliches Wissen, Worterkennung und Lesevermoegen in der Tertiaersprache Niederlaendisch”
- Dorothea RUBKE (Universite de Paris-Sorbonne [Paris IV]): “Ein Beitrag zur Diskussion der Niederlandistik zwischen Wissenschaft und Praxisbezug im Spiegel des ‘Common European Framework of References for Languages'”
- Marta KANTOR-FARAGO (Debrecen): “Literarisch vs. wirtschaftlich uebersetzen – Die Rolle der Uebersetzung in der Auslandsniederlandistik”
(Noot van de Neder-L-redactie: Neder-L 0507.18 bevat(te) al informatie over de lezingen op de conferentie, maar die blijkt op enkele punten niet correct te zijn. Vandaar deze nieuwe, verbeterde, definitieve aankondiging.)
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar salemans@neder-l.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@uva.nl, naar P.J.Verkruijsse@uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0507.b --------------------------*
Laat een reactie achter