Subject: | Neder-L, no. 0509.a |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sat, 17 Sep 2005 04:17:44 +0200 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Veertiende-jaargang------ Neder-L, no. 0509.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0509.01: Evenementenagenda, met: | | - Amsterdam: Afscheidscollege Ad Welschen, do 27 | | oktober 2005 | | - Amsterdam: Tentoonstelling 'Pennekunst' met deel | | kalligrafieverzameling UB Amsterdam, vr 23 september| | t/m vr 23 december 2005 | | - Den Haag: Presentatie webexpositie van het | | zestiende-eeuwse 'Vis boec' van Adriaen Coenen, vr | | 30 september 2005 | | - Groningen: Presentatie dichtbundel 'Eiland op de | | akker' van Jan-Jaap Reinders, di 27 september 2005 | | - Nijmegen: Poeziefestival "Onbederf'lijk Vers", | | wo 12 oktober 2005 | | - Utrecht: Literair cafe 'Het Hoge Woord', ma 19 | | september 2005 | | - Veere: Symposium 'Bourgondie & Oranje' over het | | markiezaat Veere, di 18 oktober 2005 | | (2) Vac: 0509.02: Vacatures voor Beschrijvers STCN bij de Koninklijke | | Bibliotheek te Den Haag (deadline: ma 26 sept. 2005) | | (3) Vac: 0509.03: Vacature Queen Beatrix Chair of Dutch Studies, | | University of California, Berkeley (deadline: vr 2 | | december 2005) | | (4) Med: 0509.04: Paarse zetellezingen najaar 2005 in bibliotheek Gent | | (5) Med: 0509.05: Boekpresentatie Hugo Claus, Gent, wo 21 september 2005| | (6) Web: 0509.06: Nieuws van de dbnl - teksten september 2005 | | (7) Web: 0509.07: Jongeren stellen Prisma-jongerentaalwoordenboek samen | | op dropjelyrics.nl | | (8) Lit: 0509.08: Pas verschenen: Gert Meesters. Marginale morfologie | | in het Nederlands: paradigmatische samenstellingen, | | neoklassieke composita en splintercomposita. (Gent, | | 2005) | | (9) Lit: 0509.09: Uitnodiging tot samenwerking voor een vergelijkende | | Afrikaanse, Nederlandse en Vlaamse poeziestudie | |(10) Rec: 0509.10: Recensie door Anke van Herk van: Cornelis Everaert. | | De Spelen. Opnieuw uitgeg. door W.M.H. Huesken. | | (Hilversum, 2005) | |(11) Cur: 0509.11: Postacademische cursus 'Recente Nederlandse en | | Vlaamse literatuur', Nijmegen, najaar 2005 | |(12) Cur: 0509.12: Cursus 'Zeven Nijmeegse schrijvers, zeven literaire | | genres', Nijmegen, ma 31 oktober - ma 19 december 2005| |(13) Sym: 0509.13: ANeLA Juniorendag Toegepaste Taalwetenschap in | | Utrecht op wo 8 februari 2006: call for papers | | (deadline: vr 28 oktober 2005) | |(14) Sym: 0509.14: Programma symposium 'Biografie Internationaal', | | Amsterdam, vr 30 september 2005 | |(15) Sym: 0509.15: Symposium 'Omgang met vrome teksten. Religieuze | | leescultuur in Nederland', Amsterdam, vr 14 oktober | | 2005 | |(16) Sym: 0509.16: Symposium 'Wetenschap en woorden. Wetenschap en | | techniek in de literatuur', Den Haag, za 29 oktober | | 2005 | |(17) Sym: 0509.17: Conferentie 'Panel Emblem Books: Text and Image', Den | | Haag, wo 12 - vr 14 juli 2006 (call for papers) | |(18) Col: 0509.18: Linguistisch Miniatuurtje CIII: Het Grote Taboe | |(19) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- ------za-17-september-2005-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 12 september 2005
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050901.html
Subject: Rub: 0509.01: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, P.C. Hooft-huis, zaal 104, Spuistraat 134
Afscheidscollege Ad Welschen, donderdag 27 oktober 2005, 15.00-16.00 uur.
- Dr. Ad Welschen, universitair docent Nederlandse taalkunde, neemt afscheid met een college getiteld ‘Woordverzwaring, metonymie en lelijke zusters’. Aansluitend receptie.
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425
Tentoonstelling ‘Pennekunst’, vrijdag 23 september – vrijdag 23 december 2005, ma.-vr. 13.00-17.00 uur.
- De tentoonstelling geeft een beeld van de fraaie en veelzijdige kalligrafieverzameling in de Bijzondere Collecties van de UB Amsterdam. De tentoonstelling is samengesteld door Ton Croiset van Uchelen n.a.v. het honderdjarig bestaan van de Vereniging van Leraren Schoonschrijven en Machineschrijven (VLSM), een bruikleengever van de UB. Opening van de expositie op donderdag 22 september 2005, 17.00 uur, in de aula van de Universiteit van Amsterdam, Singel 411. Nadere informatie: http://www.uba.uva.nl/actueel/nieuws.cfm (bij rubriek ‘Tentoonstellingen’).
DEN HAAG, Koninklijke Bibliotheek, Prins Willem-Alexanderhof 5
Presentatie webexpositie ‘Vis boec’, vrijdag 30 september 2005, 15.30-16.30 uur.
- Presentatie van de webexpositie van het zestiende-eeuwse ‘Vis boec’ van Adriaen Coenen en aanbieding van het eerste exemplaar van ‘Het visboek; de wereld volgens Adriaen Coenen (1514-1587)’ van Florike Egmond, uitgegeven door de Walburg Pers.
GRONINGEN, Eetcafe De Gouden Zweep, W.A. Scholtenstraat 39
Presentatie dichtbundel ‘Eiland op de akker’ van Jan-Jaap Reinders, dinsdag 27 september 2005, aanvang: 20.30 uur, toegang gratis.
- De nieuwe Gronings-Amsterdamse uitgeverij Dichter-bij-de-sterren, o.a. bekend van het VPRO-programma ‘De Avonden’, komt binnenkort met een tweede uitgave: Eiland op de akker. De dichtbundel is geschreven door Jan-Jaap Reinders en vormgegeven door fotograaf Edwin van Keulen. Tijdens de presentatie van de nieuwe dichtbundel zullen, naast een voordracht van Jan-Jaap Reinders, voordrachten worden verzorgd door de dichters Daniel Dee, Lammert Voos en Ina Sousa. De avond zelf wordt gepresenteerd door de dichter Pietersz van Calumburgh.
NIJMEGEN, tien verschillende locaties in het centrum
Poeziefestival “Onbederf’lijk Vers”, woensdag 12 oktober 2005, toegang gratis.
- “Onbederf’lijk Vers” is een poeziefestival dat wordt gehouden op tien verschillende plaatsen in het centrum van Nijmegen. Op elke locatie treden 3 dichters op: een bekende en twee onbekende dichters die ieder drie keer een kwartier optreden. Effect: overvolle locaties (kroeg, boekhandel en bibliotheek) waar een bijzonder gemeleerd publiek aandachtig luistert naar gevestigde dichters en zij die dat willen worden. In totaal treden er dus dertig dichters op, onder wie: Judith Herzberg, Simon Vinkenoog, Ilja Leonard Pfeijffer, Maria Barnas, Jean Pierre Rawie, Vrouwkje Tuinman, H.H. ter Balkt en Ad Zuiderent. Nadere informatie: http://www.onbederflijkvers.nl/.
UTRECHT, Winkel van Sinkel, Oudegracht 158
Literair cafe ‘Het Hoge Woord’, maandag 19 september 2005, aanvang 20.30 uur, toegang gratis.
- Literair cafe ‘Het Hoge Woord’. Margriet de Moor (een gerenommeerde auteur), Sanneke van Hassel (een veelbesproken debutant) en Jos Stelling (als spraakmakende columnist) vormen samen de ingredienten voor een nieuwe editie van Het Hoge Woord. Meer informatie: http://www.slau.nl/hhw.
VEERE, Kleine kerk, Kapellestraat 27
Symposium ‘Bourgondie & Oranje’, dinsdag 18 oktober 2005, 11.00- 17.00 uur.
- Symposium over het markiezaat Veere met als sprekers Hans Cools, Peter Henderikx, Louis Sicking, Simon Groenveld, Paul Rem en Peter Blom. Prijs: EUR 17,50; studenten, aio’s en oio’s EUR 7,50. Inschrijven tot 11 oktober via http://www.zeeuwsarchief.nl. Nadere informatie: p.blom@zeeuwsarchief.nl.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Sep 2005 12:07:32 +0200
From: Angelique Timmer <Angelique.Timmer@kb.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050902.html
Subject: Vac: 0509.02: Vacatures voor Beschrijvers STCN bij de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (deadline: ma 26 september 2005)
=================
Vacature Den Haag
=================
Nauwkeurige Beschrijvers STCN
De Hoofdafdeling Kennisdiensten & Collecties (HKC) is een kennisintensieve afdeling die zorgt voor de selectie van elektronische en gedrukte informatie. Ook is zij verantwoordelijk voor het aanbieden en onderhouden van (digitale) kennisdiensten. HKC heeft inhoudelijke expertise op het gebied van de Nederlandse geschiedenis, taal en cultuur, en op het gebied van fysiek en inhoudelijk beheer van de vele collecties. Deze expertise wordt ingezet om het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van dienst te zijn. Daarnaast draagt HKC bij aan de verspreiding van kennis en bekendheid van de collecties bij een breed publiek.
De afdeling Kennisdiensten ontwikkelt, redigeert en onderhoudt de (digitale) informatieproducten van HKC. Zij beheert verschillende catalogi en databases. De Short-Title Catalogue, Netherlands (STCN) is een van deze catalogi. De STCN is de retrospectieve Nederlandse Bibliografie tot 1800 en een belangrijk historisch onderzoeksinstrument. De STCN is gratis te raadplegen via http://www.kb.nl/stcn. De STCN heeft als doel alle boeken, die voor het jaar 1800 in Nederland gedrukt zijn, bij elkaar te brengen in een betrouwbaar en consistent bestand.
Taken
De KB zoekt nauwkeurige STCN-beschrijvers die de komende vier jaar in teamverband 350.000 boeken en tijdschriften uit verschillende Nederlandse collecties (verspreid over Nederlandse bibliotheken) aan het bestand gaan toevoegen. Je zorgt voor de bibliografische ontsluiting van deze boeken volgens de voor STCN ontwikkelde werkmethodes en beschrijfregels. Je draagt bij aan het onderhouden en uitbreiden van diverse thesauri en zorgt voor de juiste toekenning van de STCN-trefwoorden. Ook zijn enkele administratieve taken een onderdeel van de functie.
Profiel
- HBO werk- en denkniveau
- Kennis van analytische bibliografie
- Ervaring met het beschrijven van boeken uit de handpersperiode
- Goed zelfstandig en in teamverband kunnen werken
- Kennis en ervaring met geautomatiseerde bibliotheeksystemen, bij voorkeur PICA
- Nauwkeurig, probleemoplossend en resultaatgericht
- Brede cultuurhistorische belangstelling
Ons aanbod
Het gaat om tijdelijke dienstverbanden voor in totaal 160 uur, voor een periode van minimaal 12 maanden. De functie is gewaardeerd volgens de CAO-Onderzoekinstellingen (CAO-OI) op schaal 8; maximaal EUR 2.734,- bruto per maand op basis van een volledige werkweek (40 uur). De bedrijfscultuur bij de KB wordt gekenmerkt door flexibiliteit. Binnen bepaalde marges heb je de vrijheid om zelf je werktijden te bepalen. Daarnaast krijg je bij de KB een ruime hoeveelheid vakantiedagen en een eindejaarsuitkering van 4,1 procent.
Reageren
Nadere informatie over de functie is verkrijgbaar bij de coordinator STCN Jan Bos, tel. +31 (0)70-3140336. Je motivatie met cv kun je o.v.v. ‘vacaturenummer 2005114-EXT’ tot uiterlijk 26 september 2005 per e-mail versturen naar: solliciteren@kb.nl ter attentie van de heer drs. W. Camphuis, hoofd P&O. Natuurlijk is het ook mogelijk om schriftelijk te reageren: Koninklijke Bibliotheek, t.a.v. de heer drs. W. Camphuis, Postbus 90407, 2509 LK Den Haag.
Over de Koninklijke Bibliotheek
Een baan bij de KB is kiezen voor een aantrekkelijke combinatie van veelzijdigheid en deskundigheid, traditie en pionierschap, zelfstandigheid en werken in teamverband en zeer goede arbeidsvoorwaarden.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 12 Sep 2005 10:37:40 -0700
From: Thomas F. Shannon <tshannon@berkeley.edu>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050903.html
Subject: Vac: 0509.03: Vacature Queen Beatrix Chair of Dutch Studies, University of California, Berkeley (deadline: vr 2 december 2005)
===========================================
Vacature University of California, Berkeley
===========================================
OPEN POSITION: Queen Beatrix Chair of Dutch Studies
Pending budgetary approval, applications are invited for a tenure- track Assistant Professor, or a tenured Associate Professor or Professor, for the Queen Beatrix Chair of Dutch Studies in the Department of German, to begin 1 July 2006. In addition to a completed Ph.D. by the time of employment and expertise in Dutch language, literature, and culture, candidates should show a proven interest in a related field. We are looking for an inspiring teacher, actively engaged in research, who enjoys working in an intellectually stimulating and multidisciplinary environment. Applications — including letter, CV, three references (dossier for assistant professor applicants) and a writing sample — must be postmarked no later than 2 December 2005. Late applications and electronic submissions cannot be accepted. Please send application and supporting materials to Dutch Search Committee, Department of German, University of California, Berkeley, CA 94720-3243. Candidates are requested to refer their referees to the UC Berkeley confidentiality statement found at http://apo.chance.berkeley.edu/evalltr.html.
The University of California is an Equal Opportunity, Affirmative Action employer.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 15 Sep 2005 11:40:11 +0200
From: Jeannine D'hondt <Jeannine.Dhondt@Gent.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050904.html
Subject: Med: 0509.04: Paarse zetellezingen najaar 2005 in bibliotheek Gent
=========================================================
Najaar 2005:
De paarse zetellezingen, gesprekken op het middaguur over Cultuur, Literatuur en Geschiedenis
=========================================================
Griet Pauwels interviewt
- op donderdag 6 oktober 2005: Jef Geeraerts
- op donderdag 20 oktober 2005: Leen Charles en Marie-Christine Laleman
- op donderdag 24 november 2005: Geert Mak
- op donderdag 1 december 2005: Yves Segers
Alle lezingen vinden plaats in de Achilles Musschezaal van de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent (Zuid, Graaf van Vlaanderenplein 40, Gent)
Info: +32 (0)9-269.84.60 (Departement Cultuur) of +32 (0)9-266.70.00 (Bibliotheek)
De paarse zetellezingen zijn een organisatie van de Stad Gent, het Departement Cultuur en de Stedelijke Openbare Bibliotheek i.s.m. de vzw Passe-Vitte en met steun van het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen en Sofitel Gent.
Donderdagmiddag 6 oktober 2005, 12u30 tot 13u15, toegang gratis Achilles Musschezaal, Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent, Zuid, Graaf van Vlaanderenplein 40:
Paarse Zetellezing
Griet Pauwels interviewt Jef Geeraerts
Jef Geeraerts 75
‘Van Black Venus tot De zaak Alzheimer’
Vlaanderens bekendste Kongo-schrijver en eerste misdaadschrijver van formaat is ook een fervent reiziger en Gentenaar. Voor zijn 75ste verjaardag verzamelde uitgever Manteau zijn werk in een nieuwe editie.
De Driejaarlijkse Staatsprijs, een inbeslagname en parlementaire vragen: Geeraerts debuutroman ‘Black Venus’ ging in Vlaanderen over alle tongen. Zijn belevenissen als gewestbeheerder in onze ex-kolonie en de cultuurschok van de repatrianten na 1960 tekende hij op in de beruchte ‘Gangreen’-reeks.
Vandaag is hij vooral bekend door de grondig gedocumenteerde misdaadromans rond het politieduo Vincke en Verstuyft. Wie Aspe maar wat “dunnetjes” vindt, leert bij Geeraerts het klappen van de zweep. De ‘PG’, ‘Dossier K.’ (Diamanten Kogel 2001) en ‘De zaak Alzheimer’ (Gouden Strop, verfilmd) grepen de lezers naar de keel. Geeraerts legendarische vitalisme toont zich ook in zijn schrijverscarriere. Naast de bekende romans maakte hij vertalingen en reisreportages, schreef schitterende verhalen (‘Matsombo’, ‘De troglodieten’, ‘Marcellus’, ‘De nachtvogels’) en vatte zijn levensbeschouwing samen in ‘Tien brieven rondom liefde en dood’. Geeraerts praat over de kern van een halve eeuw schrijverschap in termen van levenshonger en sterfangst.
Donderdagmiddag 20 oktober 2005, 12u30 tot 13u15, toegang gratis
Achilles Musschezaal, Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent, Zuid, Graaf van Vlaanderenplein 40:
Paarse Zetellezing
Griet Pauwels interviewt Leen Charles en Marie Christine Laleman
Leen Charles en Marie Christine Laleman
‘Over De Zwarte Doos (Gents Historisch Erfgoedcentrum)’
Op 13 mei werd De Zwarte Doos geopend met het intrigerende gedicht “Patrologie (vaderleer)” van stadsdichter Erwin Mortier.
De Zwarte Doos bevindt zich op de Arbedsite in Gentbrugge. Het Gentse Stadsarchief en de Dienst Stadsarcheologie waken er samen over het geheugen van de Arteveldestad: officiele documenten en kaarten, oude bouwaanvragen, de beroemde atlas Goetghebuer, in Gent geregistreerde archeologische gegevens, opgegraven aardewerk, objecten, tekst- en beeldmateriaal.
Wat in 1973 begon met een opgravingsproject in de binnentuin van de Sint-Pietersabdij werd Vlaanderens eerste wetenschappelijke stadsdienst voor archeologisch erfgoed. Het Stadsarchief verliet de beperkte behuizing in de Berg van Barmhartigheid. Beide diensten samen werven inmiddels voor een breed publiek. Met het beheerssysteem Dulle Griet en het nieuwe Archeoweb kan je nu ook thuis zoeken naar archiefstukken en voorwerpen of de Gentse opgravingen volgen. Tentoonstellingen, publicaties, evenementen en internationale onderzoeksprojecten (b.v. over het Spanjaardenkasteel) brengen de historische stad onafgebroken weer tot leven.
De Zwarte Doos bewaart het Gentse geheugen nu in optimale omstandigheden. Door ontsluiting en studie kan uit de flarden geheugen nieuwe kennis ontstaan over Gent. Stadsarchivaris Leen Charles en stadsarcheoloog Marie Christine Laleman verduidelijken wat een oude tekst, een grondspoor of een gebroken bord ons vertellen over de vroege stadsontwikkeling en leefgewoonten, en wat het nut is van 90.000 archiefdozen.
Donderdagmiddag 24 november 2005, 12u30 tot 13u15, toegang gratis
Achilles Musschezaal, Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent, Zuid, Graaf van Vlaanderenplein 40:
Paarse Zetellezing
Griet Pauwels interviewt Geert Mak
Geert Mak
‘Kroniekschrijver van de eigentijdse geschiedenis’
Hoe ging men om met ziekte, seks en dood in 1910? Hoe dachten de Nederlanders over Hitler? Hoe veranderden machines, subsidies en banken het gelaat van Nederland? Wat zit er nog in de geparfumeerde kleerkast van Helena Ceausescu of in de creches van Tsjernobyl? En wat doen verscheurdheid en onwetendheid met onze democratie? Geert Mak (1946) behoort inmiddels tot de bekendste Nederlandse “historici”, hoewel hij louter literaire reisjournalistiek bedrijft. Hij studeerde staatsrecht en rechtssociologie in Amsterdam; doceerde in Utrecht, werkte voor ‘De Groene Amsterdammer’ en de ‘NRC’ en maakte reisreportages voor de VPRO-radio. Hij specialiseerde zich in minderheden, vreemdelingenrecht, jongerenbeweging en grootstedelijke problematiek.
Mak debuteerde met ‘De engel van Amsterdam’ (1992), een sociale anatomie van het alledaagse leven, de magie van de grachten, de vergeten wereld van de oude bewoners. ‘Vrij Nederland’ hoopte dat dit boek “nooit de stank van Amsterdam zou afwassen”.
In 1996 werd ‘Een kleine geschiedenis van Amsterdam’ genomineerd voor de Gouden Uil. In 1998 reisde Mak in ‘Het ontsnapte land’ via documenten uit 1912 heel invoelbaar een beurtschipper achterna. Hoe ‘God verdween uit Jorwerd’ en ‘De eeuw van mijn vader’ maakten Geert Mak bekend, maar vooral de sublieme reisreportage ‘In Europa’ (2004, kwart miljoen exemplaren verkocht) toonde hoe een scherpzinnige inspectie van het oude continent kan uitmonden in een omvangrijke kroniek van historische feiten en ontroerende, spannende verhalen. Na de moord op filmmaker Theo van Gogh stond Nederland op zijn kop. Maks bedachtzame analyse van de reacties, ‘Gedoemd tot kwetsbaarheid’, veroorzaakte begin dit jaar een heftige polemiek. De rel dreef de gevoeligheden op de spits, heel Nederland kampte met een identiteitscrisis. Maks schrijfstijl is immer direct, toegankelijk en persoonlijk.
Donderdagmiddag 1 december 2005, 12u30 tot 13u15, toegang gratis
Achilles Musschezaal, Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent, Zuid, Graaf van Vlaanderenplein 40:
Paarse Zetellezing
Griet Pauwels interviewt Yves Segers
Yves Segers
‘Over de Gentse meesterkok Philippe Cauderlier’
Philippe Edouard Cauderlier (1812-1887) is Gents oudste meesterkok. Zijn recepten worden nu door chef-koks meer gewaardeerd dan die van Escoffier.
Hij werd geboren in Antwerpen, groeide op in Brussel en zwierf rond in Frankrijk en op zee. In Gent werd hij eerst taartenbakker, daarna charcutier en traiteur-kok. Hij kookte zowel voor Koning Leopold I als voor de Gentse burgerij. Na een bijzonder succesvolle carriere, schreef hij nog een kwarteeuw lang kookboeken. ‘La cuisiniere’ werd de voorloper van het standaardwerk van de Boerinnenbond: “ene goede keuken in het bereik stellen van de nederigste fortuinen”. Cauderlier was bekend tot in de Verenigde Staten en Argentinie. Zijn boeken werden tot 1920 veelvuldig herdrukt en bereikten fabelachtige oplagen (tot 100.000 exemplaren). Cauderlier was zijn tijd ver voorut: hij had ook al oog voor de gezonde keuken, promootte verse ingredienten en streekgastronomie.
Yves Segers, diensthoofd van het Centrum voor Agrarische Geschiedenis, stelde een spraakmakend boek samen over Cauderlier: de toenmalige eetgewoonten, het aanwenden van koloniale waren, de vroege voedingsindustrie en de 19de-eeuwse keukenapparatuur. ‘Belgie kookt’ bevat ook een selectie uit de 1800 originele recepten van Cauderlier en veel oude illustraties. Recent liep ook de biografie ‘Cauderlier, kok voor burger en koning’ van de pers.
Wie zelf wil rondwandelen in de keuken van Cauderlier kan nog tot 9 januari 2006 terecht in het Gentse MIAT.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 31 augustus 2005
From: Edward Vanhoutte <edward.vanhoutte@kantl.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050905.html
Subject: Med: 0509.05: Boekpresentatie Hugo Claus, Gent, wo 21 september 2005
==========================
Boekpresentatie Hugo Claus
==========================
De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) en het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (CTB) nodigen u uit voor de feestelijke presentatie van: Hugo Claus, Kleine reeks. Gedichten. Facsimile varianteneditie door Edward Vanhoutte. Met bijdragen van Georges Wildemeersch, Jean Weisgerber en Dirk De Geest. (Gent: KANTL, 206 p. ill. gebonden. 30,50 EUR. ISBN 90-72474-59-7) op 21 september 2005 van 17.30 tot 19.00 uur. in het gebouw van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Koningstraat 18, Gent.
Programma:
17.00-17.30 Ontvangst
17.30 Boekvoorstelling
– Patrick Lateur (lid van de KANTL): ‘De KANTL bezorgt Claus’
– Prof. dr. Georges Wildemeersch (Universiteit Antwerpen): ‘Het debuut van Hugo Claus en de studie van zijn werk’
– Marc Reynebeau (literair journalist-publicist): ‘Klein beginnen: de Kleine reeks van Hugo Claus’
– Christophe Vekeman (auteur): ‘De mooiste bloemen zijn die van gisteren’
Muzikale en poetische voorafjes, tussendoortjes en dessertjes worden verzorgd door ‘Les liseuses fabuleuses’.
19.30 Receptie
Het aantal plaatsen is beperkt, reserveren is noodzakelijk: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Koningstraat 18, B-9000 Gent, e-mail: cindy.holtyzer@kantl.be. +32 (0)9/2659350.
De editie:
Hugo Claus (1929) debuteerde in 1947 bij Uitgeverij Aurora in Moeskroen met de bundel Kleine reeks. De 19 gedichten die hierin werden opgenomen gaan over vervloeking, gedoemd zijn, de dood, de liefde en het gebrek aan communicatie. In de eerste verzamelbundel Gedichten (1948-1963)/werden slechts drie gedichten uit Kleine reeks opgenomen, in de blauwe verzamelaar Gedichten 1948-1993 en in Gedichten (2004) waren er dat veertien, allen met varianten.
Deze facsimile varianteneditie van Kleine reeks biedt de poezielezer en Clausliefhebber een wetenschappelijk verantwoorde uitgave van een bundel die sinds 1947 quasi onvindbaar is geworden. De editie bestaat uit vier delen. Teksten bevat de eerste en tot nog toe enige apart verschenen druk van de bundel in transcriptie en facsimile. Er is een Verantwoording van de editie en een Commentaar met een beschrijving van de bronnen, een overzicht van de distributie van de teksten, een behandeling van de varianten in de drukgeschiedenis en een beschrijving van de receptiegeschiedenis. In Essays schrijft Georges Wildemeersch over het ontstaan van de bundel, bestudeert Jean Weisgerber de aan- en afwezige vaderfiguur in Kleine reeks en het totale werk van Claus en herleest Dirk De Geest Claus’ debuut kritisch.
Deze publicatie bevat verder twaalf nooit eerder gepubliceerde teksten van Hugo Claus en vijf unieke kleurenreproducties van handschriften van Hugo Claus in een apart kaftje.
De editie werd voorbereid aan het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (CTB) van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL), i.s.m. het Studie- en documentatiecentrum Hugo Claus (ISLN) van de Universiteit Antwerpen. De uitgave werd mede mogelijk gemaakt door de provincie West- Vlaanderen.
De editie wordt verkocht in de boekhandel en via het secretariaat van de KANTL waar u het kan bestellen. Op 21 september wordt ze ook in de Academie te koop aangeboden.
Hugo Claus is de bekendste hedendaagse Belgische auteur en een van de belangrijkste en productiefste na-oorlogse kunstenaars. Hij werd geboren in Brugge op 5 april 1929 en debuteerde kort na Wereldoorlog II als dichter met de bundel Kleine reeks. In ruim een halve eeuw bouwde hij een oeuvre op van meer dan 150 afzonderlijke boekpublicaties, dat in hoofdzaak bestaat uit gedichten, verhalen, romans en toneelstukken. Er bestaan van zijn werk meer dan 100 vertalingen in een twintigtal talen.
Edward Vanhoutte is coordinator van het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (CTB) van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij publiceert in internationale tijdschriften en boeken over text-encoding en markup van moderne handschriften, elektronische teksteditie, genetische editie en de geschiedenis van de elektronische editiewetenschap. In het Nederlandse taalgebied verzorgde hij eerder al de tekstkritische leeseditie in boekvorm (Manteau, 1999) en de elektronisch-kritische editie op CD-ROM van Stijn Streuvels’ De teleurgang van den Waterhoek (Amsterdam University Press/KANTL, 2000, samen met Marcel De Smedt) en de tekstkritische editie van De Leeuw van Vlaenderen door Hendrik Conscience (Lannoo, 2002). In 1999 publiceerde hij bij de KANTL de editie Een huis dat tussen nacht en morgen staat. Varianten bij Hugo Claus. Momenteel werkt hij aan de tekstkritische leeseditie van Heule (Stijn Streuvels) en bereidt hij een proefschrift voor over de theoretische implicaties van elektronische teksteditie.
Dirk De Geest is gewoon hoogleraar Literatuurwetenschap en moderne Nederlandse letterkunde aan de KU Leuven.
Jean Weisgerber (1924) is emeritus hoogleraar aan de VUB en de ULB en lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Georges Wildemeersch (1947) doceert Nederlandse Literatuur in Antwerpen (UA). Hij publiceert over moderne Nederlandse literatuur, is hoofdredacteur van Het teken van de ram. Bijdragen tot de Claus- studie/en leidt het Studie- en Documentatiecentrum Hugo Claus.
Edward Vanhoutte
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 1 Sep 2005 16:21:07 +0200
From: dbnl <nieuws@dbnl.org>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050906.html
Subject: Web: 0509.06: Nieuws van de dbnl - teksten september 2005
===============================================================
Nieuws van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
http://www.dbnl.org/
===============================================================
Oplevering teksten september 2005 http://www.dbnl.org/nieuws/opl092005.htm
- Simon Abramsz., Rijmpjes en versjes uit de oude doos
- Nicolaas Anslijn Nz., De brave Hendrik
- Nicolaas Anslijn Nz., De brave Maria
- De Gids, Jaargang 2
- J.J.A. Goeverneur, Fabelen en gedichtjes
- C.M. van Hille-Gaerthe, Onder het stroodak
- Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1766-1775
- Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1931-1965
- C. de Kinder, De wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees
- Jan van der Noot, Het bosken en Het theatre
- Pieter Jan Renier, Fabelen
- P. van Renssen, De Geschiedenis van Pig Pag Pengeltje en andere versjes
- Leonard Roggeveen, De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling
- Leonard Roggeveen, Sambo, ga je mee?
- J.M. Selleger-Elout, Lijsje Lorresnor
- Theo Thijssen, Jongensdagen
- J.P. Valkema Blouw, Op zoek naar de schatten van Bidoux
- Nannie van Wehl, Vooruitgestuurd
Nieuwe gedichten september 2005 http://www.dbnl.org/gedichten/
- Rene Huigen, ‘Steven!’ (fragment)
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 23 Aug 2005 12:21:36 +0200
From: Francoise Parlevliet <Francoise.Parlevliet@spectrum.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050907.html
Subject: Web: 0509.07: Jongeren stellen Prisma-jongerentaalwoordenboek samen op dropjelyrics.nl
===============
dropjelyrics.nl
===============
Uitgeverij Spectrum in Utrecht gaat een Prisma-jongerentaalwoordenboek op de markt brengen met typische jongerentaalwoorden. ‘Doekoe’ is ‘geld’, ‘lauw’ betekent ‘stoer’, ‘patas’ zijn ‘schoenen’, ‘osso’ is ‘huis’, ‘fa wakka’ (uit het Surinaams) is ‘hoe gaat het?’ en ‘watskeburt’ betekent ‘wat is er gebeurd?’. Voor een volwassene lijkt een gesprek onder jongeren nog nauwelijks te volgen. De Prisma- redactie wil een brug slaan. Naast de origineelste woorden krijgen de meest gebruikte woorden een vermelding in het Prismawoordenboek dat in 2006 verschijnt.
Het boek wordt samengesteld door en voor jongeren. Sinds 23 augustus 2005 kunnen jongeren (of hele schoolklassen) woorden uit hun jongerentaal via http://www.dropjelyrics.nl doorgeven aan uitgeverij Spectrum. De suggesties moeten wel origineel zijn en er moet een goede verklaring voor te geven zijn. Als alles goed gaat, komt het woordenboek volgend jaar op de markt. Op de site http://www.dropjelyrics.nl kunnen tot nu toe ingezonden woorden worden bekeken.
(Zie over jongerentaal ook het artikel ‘Straattaal lonkt naar Groene Boekje’ door Mieke Zijlmans in Taalschrift van maart 2004: http://taalschrift.org/reportage/000485.html.)
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 13 Sep 2005 09:12:24 +0200 (CEST)
From: Kris Steyaert <Kris.Steyaert@ulg.ac.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050908.html
Subject: Lit: 0509.08: Pas verschenen: Gert Meesters. Marginale morfologie in het Nederlands: paradigmatische samenstellingen, neoklassieke composita en splintercomposita. (Gent, 2005)
==============
Pas verschenen
==============
Gert Meesters. Marginale morfologie in het Nederlands: paradigmatische samenstellingen, neoklassieke composita en splintercomposita. Studies op het gebied van de Nederlandse taalkunde nr. 3. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2004. ISBN 90-72474-55-4. XI + 327 pp., EUR 17.00.
Dit boek is gewijd aan bijzondere woordvormingsprocessen, die gebruikt worden in een aanzienlijk deel van de nieuwe woordenschat. Ten eerste staan de ‘paradigmatische samenstellingen’ centraal, samenstellingen die formeel niet ongewoon zijn, maar hun semantiek gedeeltelijk door hun relatie met andere samenstellingen verwerven, zoals ‘hobbymisvorming’. Ten tweede worden ‘neoklassieke composita’ geinventariseerd. Dat zijn woorden die gevormd worden met gebonden componenten van klassieke oorsprong. De frequentste gebonden componenten worden nader onderzocht: bio-, eco-, tele- en -loog. Ten slotte worden ‘splintercomposita’ gecatalogeerd. Dat zijn samenstellingen waarin niet-morfematisch ingekorte woordsplinters voorkomen of waarin de morfemen overlapping vertonen. De inventaris van splintercomposita leidt tot een bespreking van ‘splintermorfemen’, splinters die in meer dan een woord voorkomen. Twee grondig onderzochte voorbeelden daarvan zijn euro- en -gate.
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 31 augustus 2005
From: Yves T'Sjoen <Yves.TSjoen@UGent.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050909.html
Subject: Lit: 0509.09: Uitnodiging tot samenwerking voor een vergelijkende Afrikaanse, Nederlandse en Vlaamse poeziestudie
===========================
Uitnodiging tot samewerking
===========================
Uitnodiging tot samewerking
Vergelykende poesiestudie: Afrikaans, Nederlands, Vlaams Boekpublikasie: Over grenzen / Oor grense
Inleiding
Voorstelle vir artikels word afgewag met die oog op ’n akademiese boekpublikasie oor ontwikkelinge in en ekwivalensies en verskille tussen die resente Afrikaanse en Nederlandstalige poesie en poesiesisteme. Die publikasie staan onder redaksie van Ronel Foster (Universiteit van Stellenbosch), Yves T’Sjoen (Universiteit Gent) en Thomas Vaessens (Universiteit van Amsterdam). Die projeksekretaresse is Elbie Adendorff (Universiteit van Stellenbosch).
Hierdie Nederlands-Afrikaanse publikasie – voorlopig getitel ‘Over grenzen / Oor grense’ – sal bestaan uit ’n inleidende afdeling met hoofstukke oor die poesiesisteme in onderskeidelik Nederland, Vlaandere en Afrikaans, geskryf deur die koordineerders. Hierdie drie hoofstukke sal ook elk ’n teoretiese kontekstualisering bied. Afdeling 2, die omvangrykste afdeling, sal bestaan uit artikels in Afrikaans of Nederlands waarin verskillende medewerkers individueel of gesamentlik op vergelykende basis bepaalde aspekte of tendense van die poesie van die afgelope aantal dekades ondersoek, in die besonder poesie van die postmoderne era. Die boekpublikasie is gemik op gebruik aan akademiese instellings in Suid-Afrika, die Lae Lande en lande waar Nederlands en/of Afrikaans gedoseer word. Dit vorm deel van ’n breer navorsingsprojek, waaroor aanvullende inligting in Addendum A en B hier onder beskikbaar is.
Motivering
Verskillende redes kan aangevoer word ter regverdiging van die boekpublikasie en ter illustrasie van die waarde daarvan. Die historiese verwantskap tussen Afrikaans en Nederlands/Vlaams veroorloof vanselfsprekend en by uitstek ’n vergelykende navorsingsprojek soos in hierdie geval. Hierdeur kan die afsonderlike poesiesisteme binne ’n groter, internasionale literere polisisteem gesitueer word. Die noue akademiese bande van voor die boikotjare tussen Afrikaanse, Nederlandse en Vlaamse universiteite is die afgelope tien jaar hervat – tot voordeel van rolspelers in al drie die literere sisteme. Die projek bied dus die geleentheid om die ooreenkomste en verskille tussen die Afrikaanse, Nederlandse en Vlaamse poesie-opvattinge na te vors, te dokumenteer en te demonstreer. Die vergelykende basis van die ondersoekswerk sal belangstellende akademici ook in staat stel om oor sisteemgrense heen netwerke op te bou en binne verskillende konfigurasies saam met vakgenote navorsing te doen – die samestellers sou u in hierdie verband kon adviseer. Wat teoretisering betref, sou sodanige internasionale vennootskappe beduidende winste kon oplewer. Waar Afrikaanse intellektuele tydens die boikotjare meer aangewese op Anglo-Amerikaanse as op Nederlandse publikasies was, is blootstelling aan die postmodernisme waarskynlik bevorder; na die opheffing van Apartheid kon uitwisseling met die Lae Lande weer plaasvind en kon kennis geneem word van teoretiese opvattinge aldaar.
Teoretiese invalshoeke en samestellingsmetodiek
Omdat die samestellers besonder belangstel in manifestasies van die postmodernisme in die poesie, sal die postmodernisme ’n belangrike teoretiese invalshoek in die eerste drie hoofstukke wees en sal dit ook as samestellingsmetodiek benut word. So ’n samestellingsmetodiek veroorloof ’n verskeidenheid stemme, benaderingswyses en orientasies. Vir wat betref sowel temas as benaderingswyses word ’n oop, bree kulturele aanpak in die vooruitsig gestel. Medewerkers hoef hulle dus nie te beperk tot teoriee oor die postmodernisme nie, maar sou enige relevante teoretiese benadering en metodologie kon benut in hul artikels, byvoorbeeld die feminisme, die postkolonialisme, die polisisteemteorie of liminaliteit, hibriditeit en transgressie. Hoewel daar dus gestreef word na ’n multiperspektiwiese blik of blikke, moet die sentrale fokus van die boek egter steeds in gedagte gehou word: grense, begrensinge, grensoorskryding, transgressie, grensvervaging, ensovoorts.
Artikels deur Suid-Afrikaanse akademici
Ter wille van subsidieringsdoeleindes, sal Suid-Afrikaanse medewerkers se bydraes ook in ’n spesiale uitgawe van Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans gepubliseer word (met Ronel Foster as gasredakteur en Siegfried Huigen as hoofredakteur).
Voorstelle vir artikels
Slegs artikels wat nog nie elders voorgele, aanvaar of gepubliseer is nie, mag vir hierdie boekpublikasie voorgele word. Die voorgestelde lengte is 5000 – 6000 woorde. Artikels mag in Nederlands of Afrikaans geskryf word; skryfvoorskrifte sal later verskaf word. Ten einde ’n wye verskeidenheid artikels te akkommodeer en duplisering te voorkom, word voorstelle en opsommings reeds nou deur die drie samestellers ingewag. Die samestellers sal dan aanbevelings aan die skrywers doen en ’n keuringspaneel benoem. Aanvaarding deur die samestellers is dus geen waarborg vir opname in die boek- publikasie nie, aangesien alle voltooide artikels eers deur twee lede van die keuringspaneel geevalueer sal word, een Afrikaanssprekend en een Nederlandssprekend. Die samestellers sal hulle deur die verslae van die keuringspaneel laat lei.
Voorstelle vir artikels met opsommings van hoogstens 300 woorde in Afrikaans of Nederlands moet teen die volgende sperdatum elektronies besorg word aan die projeksekretaresse, Elbie Adendorff (elbie@sun.ac.za): 15 Oktober 2005. Die sperdatum vir die inlewer van voltooide artikels is as volg: 15 Maart 2005.
Bykomende moontlikhede
Die Tweejaarlikse Kongres van die Afrikaanse Letterkunde-vereniging opin 2006 in Stellenbosch gaan heel waarskynlik ’n afdeling akkommodeer getitel “Vergelykende poesiestudie: Afrikaans, Nederlands, Vlaams”. Met die oog op kongresdeelname sou akademici hul navorsing nou reeds so kon rig dat dit aansluit by hierdie tema. Afhangend van die bestuur van die Suider-Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek, sal daar ook probeer word om by die Driejaarlikse Neerlandistiekkongres in 2007 ’n afdeling oor vergelykende poesiestudie te reel.
Uitgewer en projekkoste
Die boek sal of in Nederland gepubliseer word, of as ko-produksie in Nederland en/of Suid-Afrika.
Wat subsidiering van die publikasie betref, sal aangeklop word by die Louis Hiemstra-trust, die Fonds Neerlandistiek, die Van Ewijck- Stigting, die Nederlandse Taalunie en die Vlaamse Fonds. Indien fondse nie bekom word nie, sal bladgeld betaalbaar wees. Die projek is gesetel in die Departement Afrikaans en Nederlands, Universiteit van Stellenbosch. Die Universiteit befonds die sekretariaat.
Voorbeelde van artikel-onderwerpe
Die aan- of afwesigheid van politieke verse in Nederlands, Vlaams, Afrikaans
Die aan- of afwesigheid van ekologiese verse in Nederlands, Vlaams, Afrikaans (Marni Viviers, US)
Vroue-digters in Nederlands, Vlaams, Afrikaans (Zandra Bezuidenhout, US)
Gay-digters in Nederlands, Vlaams, Afrikaans
Performance poetry in Nederlands, Vlaams, Afrikaans
Antologisering in die drie poesiesisteme
Migrantepoesie in die drie poesiesisteme (Ronel Foster, US)
Ruimte en identiteit in Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse gedigte
Liminaliteit, hibriditeit en grensoorskrywing in die drie poesiesisteme
Die invloed van digterlike voorgangerfigure, bv. die invloed van Lucebert / Kopland / die Vijftigers op Breyten Breytenbach
Die invloed van digterlike voorgangerfigure, bv. die invloed van Emily Dickinson op die Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse poesie
Intertekstuele gesprekvoering: parodierende naskrywings van Nijhoff se “Impasse” deur T.T. Cloete, Merwe Scholtz en Daniel Hugo (Hester Carstens, US)
Skilder en model: gedigte deur byvoorbeeld Robert Anker en Tonnus Oosterhoff (Ndl.); Breyten Breytenbach, Johan Johl en Johann de Lange (Afr.)
Digter en kritikus: gedigte deur byvoorbeeld Elisabeth Eybers, Johan Myburg en Tonnus Oosterhoff
Digter en leser: gedigte deur byvoorbeeld Breyten Breytenbach, Elisabeth Eybers en Christine D’haen
Die resepsie van resente Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse digbundels – ’n resensiekundige ondersoek
Bakhtiniaanse karnavalisering in gedigte van Breyten Breytenbach en Alfred Schaffer
Antologie
Yves T’Sjoen, Ronel Foster en Thomas Vaessens beplan ook ’n antologie met Afrikaanse, Nederlandse en Vlaamse poesie sedert 1900 (Lannoo en Atlas het reeds hul belangstelling laat blyk; NB-uitgewers is ook genader en hulle sal waarskynlik meedoen). ’n Afsonderlike brief sal hieroor versprei word.
ADDENDUM A
Vergelykende poesiestudie: Afrikaans, Nederlands, Vlaams Bree projek
Terreinafbakening
Inleidend
Die Vergelykende poesiestudie-projek bestaan uit twee dele, naamlik ’n eng projek (2005-2006), wat die boekpublikasie ‘Over grenzen / Oor grense’ behels, en ’n bree navorsingsprojek onder leiding van Ronel Foster van die Universiteit van Stellenbosch (2004-2009). Ten einde die navorsingsterrein af te baken, is verskeie aspekte geidentifiseer wat binne spannavorsingsverband, in die Honneurskursus (sien Addendum B) en as magister- en doktorale onderwerpe aan die US aan bod kan kom. Voornemende artikelskrywers vir die boekpublikasie sou hierdie voorbeelde kon nagaan met die oog op leidrade.
Voorbeelde van moontlike ondersoeke – bree projek (2004-2009)
Manifestasies van die postmodernisme in die Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse poesie en poesiesisteme:
- Generiese kenmerke van die postmodernistiese poesie
- Postmodernistiese benaderings tot die poesie
- Verskille en ooreenkomste tussen die modernistiese en postmodernistiese poesie
- Diskoers oor postmodernisme en poesie in die drie verskillende poesiesisteme
- Antologisering
Historiese oorsigte van die Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse poesie: - Besinning oor reeds gepubliseerde literatuurgeskiedenisse in die drie literere sisteme
- Afsonderlike historiese oorsigte
- Interaksie tussen die sisteme: invloede, affiniteite, dwarsverbindinge
Ontwikkelinge/tendensies in die poesie: - Periodes, strome, bewegings in die drie sisteme
- Verbande tussen die sisteme
Onderwerpe, temas en verstegniese aspekte: - Estetiek versus politiek
- Historiografiese metafiksie
- Intertekstualiteit
Benaderings tot die poesie: - Navorsing en kritiek
- Belangrikste literer-teoretiese en literer-kritiese benaderingswyses in die drie sisteme
- Menings van kritici/akademici in artikels, referate, publikasies
- Modernisme, postmodernisme, feminisme, ens.
- Die interpretasie van een spesifieke teks vanuit verskillende perspektiewe (modernisties, postmodernisties, feministies, postkolonialisties, ens.)
- Generiese opvattings: oorskryding van genre-grense
- Polemieke
- Nuwe ondersoekmoontlikhede
Kanons en kanonisering: - Oeuvres of enkelwerke van gekanoniseerde digters
- Oeuvres of enkelwerke van nie-gekanoniseerde digters
- Belangrikste figure in die drie sisteme afsonderlik
- Belangrikste figure oor sisteemgrense heen
- Periferale figure/gebiede (vroueliteratuur, gay-literatuur, literatuur deur/oor mense van kleur)
- Teksanalises
Produksie van die poesie: - Opleiding van digters (kursusse in kreatiewe skryfwerk, skryfskole)
- Invloed van die uitgewersbeleid op die publikasie van digbundels
- Hoofstroom- en alternatiewe publikasies/uitgewerye
- Selfpublikasies
- Bemarking, verspreiding en verkoop van digbundels; kooppatrone
- Ander publikasiemoontlikhede (tydskrifte, elektroniese media)
Resepsie van die poesie: - Resensiekundige ondersoeke
- Belangstelling in en lees van poesie deur verskillende leesgemeenskappe (empiriese ondersoeke)
- Die onderrig van poesie
- Kurrikulering aan sekondere en tersiere instellings
- Voorgeskrewe werke (leeslyste) van sekondere en tersiere instellings
- Databasisse, CD Rom
- Leeskringe
- Wedersydse kennisname van poesiekorpusse
Poesieleeskultuur - Huidige poesieleeskultuur
- Historiese wording van of veranderinge in die poesieleeskultuur
Die drie poesiesisteme as deel van ’n groter literere (poli-)sisteem: - Omvang van die verskillende sisteme
- Aktiwiteite in die sisteem
- Literere kompetisies en pryse
- Antologisering (versamelbundels, bloemlesings)
- Vertalings
- Voorleesgeleenthede, nagte van die poesie, Poetry International (Rotterdam), Woordfees (Stellenbosch)
- Performances
- Poesie en musiek: toonsettings, voorlesings met musiekbegeleiding, pop-musiek
- Bevordering en profilering van die poesie in die breer gemeenskap (voorlesings oor die radio, gedigte op T-hemde of teen mure, gebruik van gedigte in advertensies)
- Invloede vanuit die Anglo-Amerikaanse wereld
- Invloede vanuit die Ooste (Zen; haikoes)
Die toekoms van die poesie as genre: - Plek, status en funksie van die poesie in die verbruikersmaatskappy
- Publikasiemoontlikhede -projeksies
ADDENDUM B
Vergelykende poesiestudie: Afrikaans, Nederlands, Vlaams Bree projek
Honneurskursus, Ronel Foster, Universiteit van Stellenbosch
Inleidend
Die bree navorsingsprojek het in 2004 stukrag gekry toe ek ’n nuwe Honneurs-komponent oor die vergelykende poesiestudie aan die Departement Afrikaans en Nederlands ingestel het, ter aanvulling van die reeds bestaande afsonderlike komponente Afrikaanse poesie en Nederlandse poesie. Hierdie kursuskomponent stel my in staat om van die teoretiese veronderstellinge en ander insigte in die praktyk toe te pas en te toets. Skakeling met Nederlandse en Vlaamse kollegas het ’n belangrike bydrae gelewer om die inhoud van die kursus te ontwikkel, veral ten opsigte van die Nederlandse en Vlaamse poesie en poesiesisteme. ’n Bron wat uiters nuttig te pas gekom het in hierdie kursuskomponent was Thomas Vaesens (Nederlandse koordineerder van die boekpublikasie) en Jos Joosten se ‘Postmoderne poezie in Nederland en Vlaanderen’. Navorsing in die Poeziecentrum in Gent (2003 en 2004) het besondere winste opgelewer, wat ek ook in die kursuskomponent kon terugploeg.
Die onderstaande voorbeelde van titels van werkstukke deur studente mag aan voornemende medewerkers aan die eng projek (die boekpublikasie ‘Over grenzen / oor grense’) leidrade vir moontlike artikels verskaf.
Voorbeelde van werkstukke deur Honneursstudente (2004 en 2005)
Groot werkstukke, 2004
- Barendse, Joan-Marie. Bakhtiniaanse karnavalisering in gedigte van Breyten Breytenbach en Alfred Schaffer. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Buys, Simone. 2004. Die skilder en sy model. ’n Bespreking van gedigte deur Johann Johl en Tonnus Oosterhoff. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Carstens, Hester. 2004. Parodie of nie? ’n Ondersoek na herskrywings in Afrikaans van Nijhoff se “Impasse”. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Corstens, Veerle. 2004. Anker en Johl. Beeldgedichten in Afrikaans en Nederlands. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch. Student van Amsterdam.
- Corstens, Veerle. 2004. De schilder en zijn model. De zoektocht naar zijn ware aard via “de schilder en zijn model”. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch. Student van Amsterdam.
- Nel, Sanet. 2004. Lesbiese liefde en die digkuns. ’n Postmodernistiese blik op die poesie van Joan Hambidge en Elly de Waard. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Redelinghuys, Deborah. 2004. Warren en Wally. Die digter en die kritikus in gedigte van Elisabeth Eybers en Tonnus Oosterhoff. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Juretha Truter. 2004. Bakhtiniaanse karnavalisering in gedigte van Breyten Breytenbach en Alfred Schaffer. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Van Aardt, Peet. 2004. Poesie rek haar bek. Die ontstaan en ontwikkeling van performance-poesie in Amerika, Nederland en Suid-Afrika. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Van Amelsvoort, Mirjam. 2004. Mustafa Stitou, Charl-Pierre Naude en Sydda Essop. Events en facts binnen migrantengeschiedenissen. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch. Student van Leiden.
- Van den Heever, Alettie. 2004. bespiegelinge egnilegeipseb. Die metafoor van die spieel in gedigte van Breytenbach en Van Bastelaere. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
Groot werkstukke, 2005
- Baard, M. 2005. Poesie in ’n elektroniese kultuur. Rekenaars in die Afrikaanse poesie en Tonnus Oosterhoff se bewegende gedigte. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Bezuidenhoudt, S. 2005. Rustelose reisigers: Die soeke na ruimtelike identiteit in die migrantepoesie van Mustafa Stitou, Adam Small en Antjie Krog. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Botha, A. 2005. “Bron, verdrink in eigen water”. Christelike religie as intertekstuele instrument in die ondermyning van meesternarratiewe. ’n Bespreking van gedigte deur Anneke Brassinga en Wilma Stockenstrom. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Hugo, I. 2005. Die sikliese reis van Zen-Boeddhisme in die poesie van Breyten Breytenbach en Bert Schierbeek. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Mussche, T. 2005. Reconstructie van identiteit in de poezie van Mustafa Stitou && Charl-Pierre Naude. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Roets, K. 2005. Intertekstualiteit, parodie en die probleem van oorspronklikheid. Nijhoff, Louis Esterhuizen en Hans Kloos se poesie onder die loep. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Viviers, M. 2005. Ons klein en silwerige planeet: omgewingspoesie en die postmodernisme, met spesifieke verwysing na Elisabeth Eybers se “Ekologie” en Leo Vroman se “Omnivoor”. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
- Wessels, B. 2005. ’n Bespreking van verruimde identiteit van die ‘vroulike’ na aanleiding van die poesie van Antjie Krog en Neeltjie Maria Min. Ongepubliseerde Honneurswerkstuk. Stellenbosch: Universiteit van Stellenbosch.
Dr Ronel Foster
Universiteit van Stellenbosch
rf@sun.ac.za
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 6 september 2005
From: Anke van Herk <a.c.m.vanherk@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050910.html
Subject: Rec: 0509.10: Recensie door Anke van Herk van: Cornelis Everaert. De Spelen. Opnieuw uitgeg. door W.M.H. Huesken. (Hilversum, 2005)
========
Recensie
========
Cornelis Everaert. De Spelen. Opnieuw uitgegeven, van inleidingen, annotaties en woordverklaringen voorzien door W.N.M. Huesken. Hilversum: Verloren, 2005. 2 dln. 1040 blz.; EUR 90,00; ISBN 90-6550-847-3.
Als ‘vadre […] die upghequeect heeft menich aerdich artiste’, aldus zijn grafschrift door Eduard de Dene, en als erflater van een omvangrijk oeuvre van tenminste vijfendertig toneelstukken, verdient de Brugse dichter Cornelis Everaert (overleden 1556) alle aandacht. Zijn spelen, eigenhandig genoteerd in een boek van 394 bladen, vormen een spiegel van wat rederijkers en hun publiek in de roerige zestiende eeuw belangrijk vonden: kwesties van geloof, vrede en welvaart, hebzucht en ijdelheid, dwaasheid en zelfkennis. In menig opzicht is het werk van Everaert ook exemplarisch voor de manier waarop rederijkers deze thema’s tot drama verwerkten: in dialogen, gebeden, liederen, tableau’s, allegorieen en kluchten.
In 1920 gaven Muller en Scharpe de spelen uit het handschrift van Everaert integraal en diplomatisch uit (met uitzondering van het eerste spel, dat niet van Everaert zelf is, maar van diens voorganger De Roovere), met inleiding en aantekeningen: het resultaat van een langdurige samenwerking. Deze editie vormde de solide basis voor veel en vruchtbaar onderzoek in de afgelopen 85 jaar, maar werd steeds moeilijker bereikbaar. Het werd dan ook hoog tijd voor een nieuwe uitgave, waarin de sinds Muller en Scharpe verworven inzichten in het rederijkerstoneel zouden worden verwerkt en dat kon voldoen aan de eisen van de huidige editiewetenschap. Wim Huesken heeft deze taak moedig op zich genomen en een studie-editie in twee mooie boekdelen afgeleverd.
De hoofdmoot bestaat uit een kritische uitgave van alle teksten die tot nu toe met zekerheid aan Everaert kunnen worden toegeschreven. Niet opgenomen werd dus het spel dat de kamer van de Heilige Geest in 1539 in Gent opvoerde, en dat Everaerts verbasterde zinspreuk bevat, noch het ‘Seer schoon tafelspeelken van drye personagien’, waarvoor de aanwijzingen voor Everaerts auteurschap nog sterker zijn dan voor het eerste. Ook de Brugse refreinen in Gent zijn volgens Huesken geen werk van Everaert. De editie van Huesken gaat dus net als die van Muller en Scharpe terug op de verzameling die de dichter zelf aanlegde, waarbij hij het voordeel had dat hij de editie van zijn voorgangers digitaal kon inlezen. Misschien is dat tegelijk de oorzaak van een aantal rare foutjes in zijn eigen versie, zoals ‘ooot’ voor ‘Groot’ (I, 203) of ‘duv’ voor ‘duve’ (XII, 143). Afgezien daarvan is de tekst opnieuw gecollationeerd naar een fotokopie van het handschrift en op vele punten verbeterd.
Huesken hield niet alleen rekening met vakgenoten-neerlandici en studenten, maar ook met ‘hen die zich, al dan niet beroepsmatig, interesseren voor aspecten van het maatschappelijk, politiek, religieus en economisch leven in de eerste helft van de zestiende eeuw’ (p. 46). Hij presenteert zijn uitgave dan ook als een studie- editie (p. 47). De tekst werd niet herspeld (wat een mooi beeld geeft van Everaerts eigen spellingregels en van diens Brugse tongval), maar wel van moderne interpunctie voorzien. Punten en komma’s dienen om de grammaticale structuur van een tekst te markeren, en houden dus ook een (soms discutabele) interpretatie in van verbanden en betekenissen. Maar juist bij het complexe en gecondenseerde taalgebruik van Everaert is die interpretatie, zeker voor niet historisch-taalkundigen, onontbeerlijk. Ook taalkundige aantekeningen in een afzonderlijk hoofdstuk helpen om de specifieke taalmoeilijkheden bij Everaert te overwinnen. En dan is er natuurlijk de uitvoerige annotatie die met gepaste trots als piece de resistance van deze uitgave wordt aangekondigd. Ze is zo opgezet dat elke tekst afzonderlijk bestudeerd kan worden, doordat ook veel voorkomende termen telkens weer worden geannoteerd. De annotaties zijn ook uitvoerig in die zin, dat vrijwel ieder woord, en iedere woordgroep, wordt verklaard. Bij de geringste twijfel worden alle verschillende betekenissen, maar ook synoniemen, geciteerd uit de verschillende woordenboeken en lexicografische artikelen die Huesken raadpleegde. Dit levert vaak wel onnodig lange noten op, en bij twijfelgevallen soms tegenstrijdige verklaringen, maar de lezer heeft wel alle mogelijke verklaringen overzichtelijk bij elkaar. Dit maakt de editie tot een Fundgrube voor neerlandici met lexicografische belangstelling. Voor studenten en het eerder gedefinieerde brede publiek van professionals is het echter eerder een berg van boekweitbrij. Een tweede bezwaar tegen de gewetensvolle manier waarop Huesken de woordenboeken en lexicografische artikelen citeert, is het soms archaische woordgebruik en een overdreven terughoudendheid in de vertaling van obscene toespelingen. De droogstoppeligheid van de annotaties doet geen recht aan de verbale lol van de auteur en zijn primaire publiek!
Een vaak onderschat probleem bij uitgaven van rederijkerstoneel is de verstelling. Is een vers van halve lengte (rederijkers telden het aantal lettergrepen per vers) nou de helft van een heel vers, of toch een heel vers, maar dan korter? Muller en Scharpe reconstrueerden in alle gevallen twee halfverzen tot een heel, ook in rondelen en andere bijzondere strofevormen, maar noteerden zelf al in hun inleiding ‘dat de Rederijkers zelven, blijkens de tellingen achter sommige stukken, elk brokje afzonderlijk geteld schijnen te hebben’ (p. LVI). Huesken hanteert dan ook terecht de onder rederijkers gangbare verstelling, met als onvermijdelijk gevolg dat die geregeld fors afwijkt van Muller en Scharpe.
De betrekkelijk willekeurige volgorde waarin Everaert zijn spelen opschreef, bleef ook in deze editie gehandhaafd. Everaert begon in 1527 met het afschrijven van Anthonis de Rooveres ‘Quiconque vult salvus esse’ (niet in deze editie), gevolgd door spelen die hij zelf nog op de plank had liggen: ‘Tspel van Maria Hoedeken’, ‘Esbatement van tWesen’ en ‘Tspel van Eens Sanders Welvaren’ zijn eerste stukken in diverse genres en wellicht bedoeld als een staalkaart van zijn dichterlijk kunnen. In de loop van de jaren tot aan 1538 bleef Everaert oude spelen afschrijven, maar nam hij ook meer en meer recent werk in zijn bundel op. Vaak zijn rederijkershandschriften samengesteld uit teksten die in de eigen kamer zijn geschreven, naast verworven teksten van andere kamers. Zo had men voor iedere gelegenheid een spel paraat. Het gevolg is dat die handschriften weinig couleur locale vertonen. Veel van Everaerts spelen zijn juist wel voor een heel specifieke situatie geschreven: als verwelkoming van een vergadering van predikheren (het Provinciaal Kapittel van de Dominicanen in 1523 te Brugge), bij de viering van een vijftigjarig priesterschap, bij een militaire overwinning op de Fransen in 1525, of ter ere van een nieuwe koning van het schuttersgilde. In combinatie met de gegevens uit de ’tafele’, vier pagina’s waarin Everaert de speltitels voorzag van gegevens over opdrachtgevers, opvoeringsgelegenheid, al dan niet gewonnen prijzen of opgelegde verboden, vormt dit handschrift dan ook een unieke bron van kennis over het functioneren van het rederijkerstoneel in een breder maatschappelijk verband. Van veel rederijkerswedstrijden uit deze periode resteert niet meer dan een terloopse vermelding in de stadsrekeningen en zijn de teksten die er werden opgevoerd verloren gegaan. De wel bewaarde wedstrijdspelen van Everaert gunnen ons dan ook een zeldzame blik op de inhoud van dergelijke evenementen, de ruggengraat van de regionale rederijkerscultuur.
Hiermee wil ik niet alleen aangeven hoe belangrijk deze verzameling en de nieuwe uitgave ervan zijn voor ons beeld van de rederijkers, maar ook hoe moeilijk het voor de editeur moet zijn geweest om uit die hele context juist die literaire en cultuurhistorische gegevens te selecteren die voor een goede interpretatie van de spelen noodzakelijk zijn. Dit blijkt ook uit de algemene inleiding, die paragrafen bevat over Everaerts familie, zijn beroep en nevenfuncties, het aan hem toegeschreven werk en over enkele van zijn bronnen. Daarnaast wordt elk spel afzonderlijk voorafgegaan door een inleiding met een korte inhoud en paragrafen over vormkenmerken (strofische vormen en rijm), bronnen en opvoering; enkele keren ook over de cultuurhistorische achtergrond of naamgeving. Huesken draagt enorm veel gegevens aan, maar biedt naar mijn idee niet het overzicht dat je van een studie-uitgave zou verwachten. Een voorbeeldje: bij elk spel wordt een opsomming gegeven van de erin voorkomende strofevormen, zonder dat hieruit een algemener beeld van Everaerts stijl, of de werking en functie van dergelijke vormen, valt af te lezen. Voor een grondige studie van strofevormen is deze editie uiteraard ook niet de aangewezen plek, maar zelfs als handreiking bij het lezen zijn deze paragraafjes weinig inspirerend. Anderzijds, waar de stand van onderzoek wel kaders aandraagt waarbinnen het oeuvre van Everaert zinvol kan worden bestudeerd, maakt Huesken zich er met een voetnoot van af (p. 9, n.15). Niets is gemakkelijker dan kritiek te leveren op de keuzes die een editeur noodzakelijkerwijs moet maken, maar een paar dingen gaan me echt aan het hart. Everaerts oeuvre bestaat voor een groot deel uit allegorische spelen, met een sterk betogend karakter en veel zogenaamde ’togen’, een soort tableau- vivants. De oude opvatting van Muller (1907) dat dit toneel lijdt aan ‘ondoorworstelbare langdradigheid en gelijkvloerschheid’ is echter al lang vervangen door verwondering over wat het toch was, dat deze spelen zo geliefd en effectief maakte in hun tijd. Een belangrijke sleutel bleek de retorisch-allegorische preektraditie te zijn. Zo had de overeenkomst tussen de comparatiespelen van Everaert (‘Maria ghecompareirt by de claerheyt’ etc.) en de gebruikelijke opbouw van middeleeuwse preken hier niet onbesproken mogen blijven na het onderzoek dat hier onlangs aan is gewijd (o.a. Moser 2001). Dit soort kennis is van grote waarde bij het lezen van die spelen en kan bijdragen aan het beeld dat we hebben van Everaerts mogelijke bronnen, opleiding, connecties en dichterschap. Ook de studie van Waite (2000) naar de positie van de rederijkers in het discours van de reformatie had volgens mij een plaats verdiend in de bespreking van Everaerts religieuze positie, waar Huesken blijft steken in een weergave van een oud debat over het al dan niet lutheraanse of Erasmiaanse van Everaerts godsdienstige spelen. Everaert werkte meestal in opdracht van de Brugse kamers de Heilige Geest en de Drie Santinnen, maar ook voor andere kamers (zo werd het ‘Esbatement van Aerm in de Buerse’ voor de Veurnse rederijkers geschreven). En al vervulde hij geen bestuursfunctie binnen de rederijkerskamers, hij kreeg toch eervolle opdrachten voor het schrijven van gelegenheidsstukken voor de wereldstad die Brugge toen nog was. In dat kader had de vraag gesteld kunnen worden in welke netwerken Everaert als dichter actief was. En ik vraag me af: als je alle gegevens over zijn contacten, nu verspreid in de inleidingen, bij elkaar zet, rijst dan nog het beeld op van Everaert als een dichter die, aldus Huesken in zijn inleiding, ’temidden van zijn tijd- en stadgenoten […] een bescheiden, onopvallende plaats innam’ (p. 14)?
Kortom, dat wat een publiek van studenten, vakgenoten en beroepsmatig geinteresseerden van Huesken mocht verwachten, en niet krijgt, is een overzicht van de stand van onderzoek, een globaal beeld van de omstandigheden waarin Everaert dichtte en van de achtergrond waartegen zijn spelen functioneerden. Ik vraag me af waarom Huesken dat overzicht niet geeft. Luiheid valt hem niet te verwijten, en ook plaatsgebrek kan de reden niet zijn: in zijn zoektocht naar biografische context duikt Huesken bijvoorbeeld diep in de geschiedenis van de wolverwerkende industrie en in de organisatievormen die deze in zestiende-eeuws Brugge aannam. Maar om het beroep en de ambtelijke nevenfuncties van deze voller te doorgronden is het toch niet nodig om te weten dat de eerste vermelding van vollersaarde uit 315 voor Christus stamt (p. 24)?
Het zijn slechts kleine teleurstellinkjes, voortgekomen uit de verwachtingen die een ambitieus project als dit wekt. Huesken heeft een gigantische klus geklaard. Er zijn 35 teksten opnieuw, en beter dan ooit, ontsloten voor een ruim publiek van geinteresseerde lezers en vakgenoten; laten zij de steken oppakken die Huesken onvermijdelijk moest laten vallen.
Anke van Herk, september 2005
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 14 Sep 2005 09:52:23 +0200
From: Jos Muyres <j.muyres@let.ru.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050911.html
Subject: Cur: 0509.11: Postacademische cursus 'Recente Nederlandse en Vlaamse literatuur', Nijmegen, najaar 2005
===================================================================
Postacademische cursus ‘Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde’
===================================================================
In het najaar van 2005 biedt het Vlaams Cultureel Kwartier in samenwerking met de Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur en de Reunistenkring Nederlands van de Radboud Universiteit Nijmegen een postacademische cursus ‘Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde’ aan. De cursus is bedoeld voor Neerlandici, leraren Nederlands en andere belangstellenden.
Het programma bestaat uit acht bijeenkomsten, op woensdagavonden in de periode van 28 september tot en met 7 december 2005:
- 28 september: Marcel – Erwin Mortier; docent: Jos Muyres
- 5 oktober: Broere – Bart Moeyaert; docent: Bert Vanheste
- 26 oktober: In de waterwingebieden – H.H. Ter Balkt; docent: Johan Oosterman
- 2 november: Het verdeelde huis – Geertrui Daem; docent: Floor van Renssen
- 9 november: In Babylon – Marcel Moering; docent: Rob van de Schoor
- 23 november: Paradijs verloren – Cees Nooteboom; docent: Harry Bekkering
- 30 november: De nieuwe man – Thomas Rosenboom; docent: Gerard Raat
- 7 december: Harder dan sneeuw – Stefan Hertmans; docent: Jos Joosten
Locatie: Vlaams Arsenaal, Arsenaalpoort 6, 6511 PN Nijmegen. (De ingang bevindt zich in de doorgang van het gebouw.)
Aanvang: 19.30 uur (zaal open vanaf 19.15 uur). Einde: 21.30 uur. Omstreeks 20.30 uur is er een pauze met (gratis) koffie/thee.
Inlichtingen: Jos Muyres, Clara Wichmannlaan 46, 6532 SG Nijmegen.
E-mail: vck@muyres.nl
Informatie over de docenten
Harry Bekkering houdt zich voornamelijk bezig met de analyse en interpretatie van recente Nederlandse letterkunde (in het bijzonder proza). Hij is gepromoveerd op een onderzoek naar de poeticale opvattingen van Simon Vestdijk. Zijn tweede specialisme is het onderzoek – historisch en interpretatief – van moderne Nederlandse jeugdliteratuur (hij werkte mee aan de geschiedenis van de jeugdliteratuur, ‘De hele Bibelebontse berg’). Van zijn hand verschenen studies over onder meer ‘Het genadeschot en ‘Ivoren Wachters’ (S. Vestdijk) en een groot aantal artikelen over recente Nederlandse literatuur. Hij publiceerde over de romans ‘Rituelen’ en ‘Het volgende verhaal’ van Cees Nooteboom en was redacteur van het aan deze auteur gewijde schrijversprentenboek.
Jos Joosten (1964) is verbonden aan het Instituut Nederlands van de Universiteit Utrecht. Hij is kernredacteur van ‘Dietsche Warande en Belfort’ en schrijft artikelen en essays over met name naoorlogse letterkunde in Nederland en Vlaanderen. Laatste boeken: ‘Onttachtiging: essays over eigentijdse poezie en poeziekritiek’ en (met Thomas Vaessens) ‘Postmoderne poezie in Nederland en Vlaanderen’.
Jos Muyres (1957) werkt bij de afdeling Nederlands van de Radboud Universiteit Nijmegen. Gespecialiseerd in Vlaamse letterkunde., en met name het recent verschenen proza. Schreef over Louis Paul Boon onder andere de monografie ‘Het vergeefse van de droom’ en de studie ‘Moderniseren en conformeren’.
Johan Oosterman (1962) heeft Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd in Groningen, is in 1995 gepromoveerd in Leiden en heeft als post-doc-onderzoeker gewerkt in Leiden en Antwerpen. Sinds 2002 is hij verbonden aan de universiteit van Nijmegen. Hij heeft zich vooral beziggehouden met middeleeuwse lyriek (‘Het Antwerps liedboek’, berijmde gebeden) en met de rederijkerslyriek (vooral die van Anthonis de Roovere en Anna Bijns), maar ook over hedendaagse poezie heeft hij verschillende publicaties op zijn naam staan.
Gerard Raat (1946) is als universitair hoofddocent verbonden aan de opleiding ‘Nederlandse taal en cultuur’ van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde boeken en artikelen over het naoorlogse Nederlandstalige proza, in het bijzonder het werk van Willem Frederik Hermans, Gerard Reve, Hugo Claus en Louis Paul Boon.
Floor van Renssen studeerde Moderne Nederlandse Letterkunde in Nijmegen en werkt sinds begin 2005 aan een promotieonderzoek naar de interactie tussen de Nederlandse en Vlaamse literatuur, zoals die zichtbaar wordt in de literaire kritiek. Ze onderzoekt daartoe recensies in dag- en weekbladen tussen 1980 en 1995 en probeert in kaart te brengen hoe Nederlandse critici in deze periode schreven over de Vlaamse literatuur. Daarnaast is ze eindredacteur van literair tijdschrift ‘Parmentier’.
Rob van de Schoor (1959) studeerde Nederlands en promoveerde in 1991 op een proefschrift over zeventiende-eeuwse Franse kerkgeschiedenis. Sinds 1986 publiceert hij over negentiende-eeuwse Nederlandse letterkunde en over het zestiende- en zeventiende-eeuws irenisme. In 1997 is hij bij de Opleiding Nederlands (Radboud Universiteit Nijmegen) komen werken, nadat hij daarvoor al ‘post-doc’ was geworden bij het Instituut voor Intellectuele Betrekkingen tussen de West- Europse landen in de Nieuwe Tijd. In deze laatste functie doet hij onderzoek naar Georgius Cassander en Petrus Canisius. Hij publiceerde onder meer een uitgave van de briefwisseling tussen de schrijver Maurits Wagenvoort en diens vriendin Christien Vierhout, onder de titel ‘Tegen het leven is niet te strijden’.
Bert Vanheste werd in 1937 geboren in West-Vlaanderen, dezelfde provincie als Bart Moeyaert. Hij schreef romans en verhalen, leeswandelingen, studies over onder meer Claus en Boon. Tot 2002 was hij als hoofddocent verbonden aan de Opleiding Nederlands van de Nijmeegse universiteit. In juni werd hem de Isengrimusprijs toegekend en in dezelfde maand moest hij wegens ziekte zijn voorzitterschap van het Vlaams Cultureel Kwartier overdragen.
Informatie over het Vlaams Cultureel Kwartier
Het Vlaams Cultureel Kwartier, opgericht in 2001 op initiatief van de Vlaming Bert Vanheste, is een ontmoetingsplaats voor iedereen die belangstelling heeft voor Vlaamse, Zuid-Nederlandse en Gelderse kunst en cultuur. Het Vlaams Cultureel Kwartier organiseert onder meer cursussen, lezingen en tentoonstellingen op het gebied van literatuur, schilderkunst en muziek.
Het Vlaams Cultureel Kwartier is gevestigd op de bovenste verdieping van het Vlaams Arsenaal, dat zich midden in het centrum van Nijmegen bevindt. Dit historische pand, dat de schakel vormt tussen Mariken- en Moenenstraat, biedt verder onderdak aan een aantal Nijmeegse culturele instellingen: ‘Dzjiga’, de ‘Europese Stichting Joris Ivens’ en ‘Nijmegen blijft in beeld’. Op de begane grond van het gebouw worden binnen afzienbare tijd een brasserie en een estaminet in Vlaamse sfeer geopend.
Vlaams Cultureel Kwartier
Arsenaalpoort 6
6511 PN Nijmegen
T 024 3502040 / 024 3612915 (Jos Muyres)
F 024 3502042
E-mail: vck@muyres.nl
Bankrekening: 433.016.159 ten name van ‘Vlaams Cultureel Kwartier te Mook’
Inschrijfformulier
postacademische cursus
‘Recente Nederlandse en Vlaamse Letterkunde’
- De kosten van de cursus bedragen EUR 120,- per deelnemer.
- Maximaal kunnen 80 cursisten deelnemen. Schrijf dus snel in!
Naam: …………………………………………………
Straat: ……………………………………………….
Postcode: ……. Plaats: ………………………
E-mailadres: …………………………………………..
Tel. ………………………………………………….
O wenst – met … personen – deel te nemen aan de postacademische cursus en heeft het verschuldigde bedrag van EUR 120,- (maal het aantal personen) overgemaakt op: bankrekeningnummer 433.016.159 t.n.v. ‘Vlaams Cultureel Kwartier te Mook o.v.v. ‘pao-cursus’.
O zal niet deelnemen aan de postacademische cursus, maar wil wel op de hoogte worden gehouden van de activiteiten van het Vlaams Cultureel Kwartier / Opleiding Nederlands / Reunistenkring Nederlands.*
Deze strook voor 23 september in een voldoende gefrankeerde envelop sturen naar:
Vlaams Cultureel Kwartier
p.a. Jos Muyres
Clara Wichmannlaan 46
6532 SG Nijmegen
U kunt de gegevens ook per E-MAIL o.v.v. het onderwerp ‘pao-cursus’ sturen naar: vck@muyres.nl
- doorhalen wat niet van toepassing is.
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 12 Sep 2005 23:06:57 +0200
From: Jos Muyres <j.muyres@let.ru.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050912.html
Subject: Cur: 0509.12: Cursus 'Zeven Nijmeegse schrijvers, zeven literaire genres', Nijmegen, ma 31 oktober - ma 19 december 2005
===========================================================
Cursus ‘Zeven Nijmeegse schrijvers, zeven literaire genres’
===========================================================
Dit najaar vindt op zeven maandagavonden (van 31 oktober tot en met 19 december) de cursus ‘Zeven Nijmeegse schrijvers, zeven literaire genres’ plaats. Tijdens de cursus gunnen zeven totaal verschillende Nijmeegse schrijvers de cursisten een blik in hun schrijfkeuken: waarom, hoe en voor wie schrijven zij? Hoe komen hun teksten tot stand? Wat inspireert deze schrijvers? Wat willen ze met hun werk bereiken? et cetera.
Het programma ziet er als volgt uit:
31 oktober: Bert Vanheste: de literaire gids
7 november: Thomas Verbogt: de veelzijdige
4 november: Victor Vroomkoning: de dichter
21 november: Frans Kusters: de verhalenverteller
28 november: Clemens Verhoeven: de populair-wetenschappelijke schrijver in opdracht
12 december: Wam de Moor: de criticus, de essayist, de columnist
19 december: Leo van Stijn: de ‘Nimweegse’ zanger, de liederenman
De cursus wordt gegeven in het Vlaams Cultureel Kwartier, dat zich op de bovenverdieping van het Arsenaal te Nijmegen bevindt (schuin tegenover LUX). Aanvang: 20.00 uur. Einde: rond 22.00 uur.
U kunt deelnemen aan de cursus door bijgevoegd inschrijfformulier in te vullen en te mailen naar Vroomkoning@planet.nl of per post te sturen naar: Walter van de Laar, Aldenhof 70-17, 6537 DZ NIJMEGEN. U dient kort na uw aanmelding het verschuldigde cursusgeld van EUR 105,- over te schrijven naar bankrekeningnummer 43.30.16.159 ten name van Vlaams Cultureel Kwartier te Mook onder vermelding van ‘7 Nijmeegse schrijvers’.
INSCHRIJFFORMULIER (ook voor e-mailers)
Ondergetekende schrijft zich hierbij in voor de cursus ZEVEN NIJMEEGSE SCHRIJVERS, ZEVEN LITERAIRE GENRES
naam:
m/v
straat:
postcode + woonplaats:
telefoonnummer:
Het cursusgeld, zijnde EUR 105,- wordt zo spoedig mogelijk gestort op rekeningnummer 43.30.16.159 ten name van Vlaams Cultureel Kwartier te Mook onder vermelding van: ‘7 Nijmeegse schrijvers’
datum:
handtekening:
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 1 Sep 2005 14:06:54 +0200
From: Naomi Kamoen <N.Kamoen@students.uu.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050913.html
Subject: Sym: 0509.13: ANeLA Juniorendag Toegepaste Taalwetenschap in Utrecht op wo 8 februari 2006: call for papers (deadline: vr 28 oktober 2005)
============================================================
ANeLA Juniorendag Toegepaste Taalwetenschap: call for papers
============================================================
Doe je onderzoek naar taalgebruik, taalverwerving, taalonderwijskunde, taal en techniek of bedrijfscommunicatie? En ben je student, net afgestudeerd of promovendus? Houd dan een lezing of posterpresentatie over je onderzoek op de Juniorendag van de ANeLA (Nederlandse Vereniging voor Toegepaste Taalwetenschap)! De dag is dit jaar op ‘woensdag 8 februari 2006’, aan de Universiteit van Utrecht.
Wil je een lezing of posterpresentatie houden, meld je dan ‘voor vrijdag 28 oktober 2005’ aan met een ‘samenvatting’ van max. 200 woorden.
Dit kan via de website http://www.anela.nl/juniorendag.html. Of stuur een Word-document via e-mail naar Daphne.vanWeijen@let.uu.nl Voor meer informatie kun je contact opnemen met Daphne van Weijen via tel.: 030-2538099.
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: donderdag 15 september 2005 15:49
From: C. Corten <C.Corten@hotmail.com>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050914.html
Subject: Sym: 0509.14: Programma symposium 'Biografie Internationaal', Amsterdam, vr 30 september 2005
========================================================
Programma symposium ‘Biografie Internationaal’,
Vrijdag 30 september 2005
Plaats: Maison Descartes, Institut Francais de Pays-Bas, Vijzelgracht 2a, 1017 HR Amsterdam
========================================================
Drie biografen spreken over de biografische traditie in Frankrijk (Francois Dosse), Engeland (Jenny Uglow) en Nederland (Hans Renders). Het avondprogramma wordt voorafgegaan door twee workshops voor professionals.
Middagprogramma
13.30 Ontvangst
14.00-15.00 Workshop met Francois Dosse
Thematiek: de biografie: werk of persoon? Hoeveel aandacht mag er in een schrijversbiografie uitgaan naar het werk? En op welke wijze kan men het werk inbouwen? Is verhaal- of poezieanalyse op zijn plaats? Hoe moet, c.q. kan, een biografie nieuw licht op het werk werpen? Of is de aard van het werk niet van belang?
Het thema wordt ingeleid door Monica Soeting en Willem Otterspeer
15.00-15.30 Pauze
15.30-16.30 Workshop met Jenny Uglow
Thematiek: relatie biograaf-auteur. Moet een biograaf affiniteit hebben met zijn onderwerp? Is er in Nederland sprake van een verzuilde biografiepraktijk? Geeft dat niet de onvolwassenheid van het genre weer? Werkt afstand tot het personage beter of juist niet?
Het thema wordt ingeleid door Elsbeth Etty, Jeroen Koch en Herman Langeveld
16.30-16.45 Greetje Heemskerk: toelichting op het subsidiebeleid van het Fonds voor de Letteren
17.00 Borrel
18.00 Buffet
19.30 Presentatie eerste deel van de biografieenserie Tweede Leven: Peter Gay, ‘Freud, pionier van het moderne leven’ en presentatie van ‘Het leven van een doodsbericht’ door Walter Schoenau
Avondprogramma
20.00 Opening door Phillip Hardy directeur Maison Descartes
20.15-20.45 Franse Biografische Traditie door Francois Dosse
20.45-21.15 Engelse Biografische Traditie door Jenny Uglow
21.15-21.45 Nederlandse Biografische Traditie door Hans Renders
21.45 Discussie en mogelijkheid tot het stellen van vragen
22.30 Afsluitende Borrel
Het symposium Biografie-Internationaal is georganiseerd door Maison Descartes in samenwerking met het Biografie Instituut en de Werkgroep Biografie en met steun van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds.
Kosten: EUR 7,50 (’s avonds), EUR 20,00 (hele dag)
Aanmelden: d.bourgois@maisondescartes.nl of 020 5319535
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 6 september 2005
From: Wim Heijting <W.Heijting@UBVU.VU.NL>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050915.html
Subject: Sym: 0509.15: Symposium 'Omgang met vrome teksten. Religieuze leescultuur in Nederland', Amsterdam, vr 14 oktober 2005
====================================
Symposium ‘Omgang met vrome teksten’
====================================
OMGANG MET VROME TEKSTEN. RELIGIEUZE LEESCULTUUR IN NEDERLAND Symposium UB Vrije Universiteit, 14 oktober 2005
De Universiteitsbibliotheek van de Vrije Universiteit, afdeling Handschriften en Oude Drukken / Studiecentrum voor Protestantse Boekcultuur nodigt u uit voor het symposium ‘Omgang met vrome teksten. Religieuze leescultuur in Nederland’.
Tijdens dit symposium zal de eenheid en de verscheidenheid van de religieuze leescultuur in Nederland worden belicht vanuit verschillende confessionele kaders. Historici, boek- en kerkhistorici, studenten en onderzoekers en overige belangstellenden worden van harte uitgenodigd het symposium bij te wonen.
Onderdeel van het symposium is de tweede Mr. H. Bos-lezing. Deze lezing, die uitgaat van het Studiecentrum voor Protestantse Boekcultuur, is bestemd voor een getalenteerde onderzoeker in het eerste deel van zijn of haar loopbaan en heeft betrekking op de plaats van het boek in geschiedenis en cultuur van het Nederlands protestantisme. Ze is vernoemd naar de VU-directeur Mr. H. Bos Kzn. (1881-1970), wiens omvangrijke bibliotheek in de UB VU is ondergebracht.
Het symposium vindt plaats op vrijdag 14 oktober 2005 in het Auditorium van de Vrije Universiteit en begint om 13.00 uur. Na afloop zal een receptie worden gehouden in de Studiezaal Oude Drukken, waar gelegenheid is een kleine tentoonstelling te bezichtigen die gewijd is aan Hollandse priesterbibliotheken uit de tijd van de Republiek. De UB VU heeft een aantal van deze bibliotheken in bruikleen genomen, afkomstig uit de R.K. parochies te Aarlanderveen, Assendelft, Buitenveldert, Voorburg en Zevenhoven. Hiervan zal eind 2005 een catalogus verschijnen.
Programma
Het symposium wordt geleid door prof. dr. W.Th.M. Frijhoff (VU)
13.00 Ontvangst
13.10 Dr. W. Heijting (VU): Opening
13.15 MR. H. BOS-LEZING. Dr. J. Exalto (VU): ‘Leesbare brieven: pietistische leescultuur in Nederland 1830-1960’
14.00 Prof. dr. Th.H.J. Clemens (Ruusbroecgenootschap): ‘De religieuze leescultuur binnen katholieke kaders’
14.30 Theepauze
15.00 Dr. S. Corbellini (VU): ‘De schoonheid van het gebed’ [n.a.v. getijdenboek Geert Grote, Selwerd ca. 1470-1490, Hs. UB VU XC.05560]
15.30 Prof. dr. W.J. op ’t Hof (VU): ‘De religieuze leescultuur in het Nederlands gereformeerd Pietisme voor 1800’
16.00 Discussie
16.30 Receptie
Indien u het symposium wilt bijwonen, wordt u verzocht een aanmelding te sturen naar het adres: Vrije Universiteit, Bibliotheek, Afd. Handschriften en Oude Drukken / Studiecentrum voor Protestantse Boekcultuur, De Boelelaan 1103, 1081 HV Amsterdam, tel. +31 (0)20- 598.51.84, e-mail odr@ubvu.vu.nl.
Bereikbaarheid Vrije Universiteit
Bezoekadres: De Boelelaan 1105 (hoofdgebouw), Amsterdam. Met het openbaar vervoer: Stations Amsterdam-Centraal, Amsterdam-Amstel en Amsterdam Zuid/WTC: sneltram 51 of tram 5 (halte: VU). Met de auto: Uit alle richtingen: A10 (Ring Amsterdam), afslag Amstelveen (S-108). Bij de VU is gelegenheid tot (betaald) parkeren langs de De Boelelaan en de Gustav Mahlerlaan.
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 6 september 2005
From: huizinga-fgw <huizinga-fgw@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050916.html
Subject: Sym: 0509.16: Symposium 'Wetenschap en woorden. Wetenschap en techniek in de literatuur', Den Haag, za 29 oktober 2005
=================================
Symposium ‘Wetenschap en woorden’
=================================
Symposium ‘Wetenschap en woorden. Wetenschap en techniek in de literatuur’. Plaats: Letterkundig Museum, Den Haag. Datum en tijd: 29 oktober 2005, 10.00-17.00 uur. Voor meer informatie: http://www.gewina.nl, ga naar ‘najaarsvergadering’. Of mail naar het secretariaat van Gewina, office@gewina.nl.
Toelichting:
De exacte wetenschap is in onze maatschappij een dominante culturele factor geworden. Dat heeft zijn weerslag ook op het literaire domein. Vroeger plachten literatuurhistorici deze aspecten veelal links te laten liggen. Anderzijds waren historici van wetenschap en techniek weinig bedreven in het interpreteren van literaire teksten. De laatste jaren is daarin verandering gekomen. Op dit symposium zal een gemengd gezelschap van wetenschaps- en literatuurhistorici zich buiten over het grensgebied van wetenschap en literatuur.
Programma:
- Joachim von der Thuesen: Esthetiek en geologie: Goethe’s ‘Harzreisen’.
- Geert Somsen: De kracht van het midden: H.G. Wells tussen wetenschap, fictie en journalistiek.
- Lies Wesseling: Heinrich Hoffmanns Der Struwwelpeter (1845). Een parodie op negentiende-eeuwse ontwikkelingsschema’s.
- Ben Peperkamp: “Bald wird kommen das Feuer”. Over de representatie van natuurwetenschappelijke en medische kennis in de klucht De electriciteit, of Petroen met het schaapshoofd ge- electriseerd (1746).
- Maarten van Buuren: Het belang van Bruno Latour voor de geesteswetenschap.
- Ludo Hellemans: Literatuur en biologie. Nederlandse schrijvers en het debat over de ethologie in de jaren zestig.
- Frans Ruiter: Iets over Gerrit Krol en wetenschap.
- Dick van Lente: Modern avontuur. Wetenschappers en technici in stripverhalen in de jaren 1950 en 1960.
Georganiseerd door het Genootschap voor de geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenchappen, wiskunde en techniek (GeWiNa), in samenwerking met het Instituut voor Geschiedenis en Cultuur van de Universiteit Utrecht.
Deelname kost EUR 25,00 inclusief lunch. Leden van Gewina betalen EUR 20,00. Voor studenten, aio’s en minvermogenden geldt een speciaal tarief van EUR 15,00.
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 7 september 2005
From: Caroline Duroselle-Melish <cmelish@FAS.HARVARD.EDU>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050917.html
Subject: Sym: 0509.17: Conferentie 'Panel Emblem Books: Text and Image', Den Haag, wo 12 - vr 14 juli 2006 (call for papers)
==================================
Panel Emblem Books: Text and Image
==================================
Call for Papers: “Emblem Books: Text and Image”
The Bibliographical Society of America will be proposing a panel at the 14th annual conference of the Society for the History of Authorship, Reading, and Publishing (SHARP), which will meet at the Hague July 12-14, 2006.
BSA’s theme at the SHARP 2006 Annual meeting will be “Emblem Books: Text and Image.” The panel is being organized by Michael Laird (New York) and James N. Green (Library Company of Philadelphia). The panel will be moderated by Michael Laird.
From scholars in all disciplines we seek proposals for papers that examine emblem books in relation to a broad range of questions, including: What modes of reading text and image are associated with emblem books? How did The Netherlands become the vanguard of the literary-pictorial genre of emblem books, which had originated in Italy in the sixteenth century? Why were Dutch emblem books so widely translated? How did the production of emblem books become an international enterprise? How did emblematics, formerly the dominion of learned academies and students of the occult, become positively “middle-class”? Why did emblematists from the Netherlands and elsewhere begin creating religious emblems, which subsequently became instruments of both Calvinist and Jesuit propaganda?
Please send abstracts (maximum of 150 words) and one-paragraph CVs to both Michael Laird, bibliograph@verizon.net and James N. Green, jgreen@librarycompany.org by 15 October 2005.
Note that speakers and chairs must be members of both BSA and SHARP upon registering for the conference or they cannot be included in the program. For additional information about SHARP, please visit http://www.sharpweb.org.
Caroline Duroselle-Melish
Member, Program Committee
Bibliographical Society of America
(18)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 29 Aug 2005 15:38:41 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.ru.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2005/09/050918.html
Subject: Col: 0509.18: Linguistisch Miniatuurtje CIII: Het Grote Taboe
==============================
Linguistisch Miniatuurtje CIII
Het Grote Taboe
==============================
“Zeg, ik lees altijd die Miniatuurtjes van je…”
“O ben jij dat?”
“He?”
“Sorry, flauwe grap. Wat wou je zeggen?”
“Kun je niet eens een keer wat schrijven over gewoon hedendaags Nederlands?”
“Hoe bedoel je dat?”
“Nou, die stukjes gaan altijd over van die bijzondere verschijnselen die toch nooit voorkomen, en waar je in de dagelijkse praktijk niet echt mee te maken krijgt.”
“Pardon?”
“Ja, en van die ingewikkelde wetenschappelijke analyses!”
“Ingewikkelde wetenschappelijke analyses.”
“Precies! Dat je denkt, wat moet ik daar in hemelsnaam mee in de dagelijkse praktijk?”
“De dagelijkse praktijk.”
“Ja, schrijf daar eens over, bijvoorbeeld op school, of als je een brief moet schrijven, of voor mijn part op het internet, ook altijd leuk, in een chatroom of zo.”
“In een chatroom.”
“Ja man, spreek je ook de jongeren aan. Of doe eens iets met SMS- taal, daar schrijft tegenwoordig ook iedereen over. Of straattaal. Iets Talpa-achtigs zal ik maar zeggen.”
“Jaja. Moet ik er dan ook een reclameblokje instoppen?”
“Ja, haha. Maar zou dat niks zijn, iets over gewoon hedendaags Nederlands?”
“Ik dacht dat ik al schreef over gewoon hedendaags Nederlands.”
“Ja, goed, daar begin je dan vaak mee en dan zit je toch al weer heel gauw in zo’n academische spitsvondigheid.”
“Hm.”
“Dan denk ik, waarom kan dat niet duidelijker?”
“Hoe bedoel je, duidelijker?”
“Nou ja, dat je gewoon zegt hoe het zit, en dat je dan een duidelijk advies geeft.”
“Geef eens een voorbeeld, van zo’n duidelijk advies.”
“Nou bijvoorbeeld dat je onder een brief ‘bij dezen’ moet schrijven en niet ‘bij deze’.”
“Ik wist niet dat dat moest.”
“Ja natuurlijk moet dat! Het is toch een derde naamval? Je gaat me toch niet vertellen dat je dat niet wist?”
“Ik had geen idee. Maar luister eens.”
“Ja?”
“Dat vind jij dus gewoon hedendaags Nederlands?”
“Jazeker! Dat komt in bijna iedere brief voor.”
“Ik zou zeggen dat het hedendaagser is om geen derde naamvallen te schrijven.”
“Maar het staat anders in elk taaladvieswerk zo, hoor. Kijk maar, hier bijvoorbeeld, op het ‘Taalunieversum’.”
“O ja, natuurlijk, nou zie ik het. Ja, dan ben ik uitgepraat.”
“Kijk!”
“Weet je waar ik eigenlijk wel eens een stukje over zou willen schrijven?”
“Nee?”
“Maar dat durf ik niet zo goed.”
“Vertel op man!”
“Dat is over het Grote Taboe op taalgebied.”
“Wat is dat dan?”
“Het taboe op grammaticale discussie.”
“Wat bedoel je daar nou weer mee?”
“Heb je wel eens gemerkt dat geen enkel grammaticaal taaladvies ooit echt ter discussie staat?”
“Ga weg, dat geloof ik niet.”
“Grammaticale adviezen zijn in steen gebeiteld. Daar verandert nooit iets aan. Hoogstens wordt het toelaatbaar geacht dat er de hand mee wordt gelicht, maar dan wordt er altijd bij gezegd: ‘eigenlijk’ zit het zus, maar ’tegenwoordig’ doet iedereen het zo.”
“Geef eens een voorbeeld dan.”
“Ik heb het geprobeerd, weet je.”
“Wat?”
“Om zo’n grammaticaal taaladvies ter discussie te stellen.”
“Wanneer was dat dan?”
“Dat waren die stukjes over ‘de reizigers worden verzocht’.”
“O ja, dat weet ik nog. Eigenlijk moest het zijn ‘wordt verzocht’, maar jij toonde aan dat je beter ‘worden’ kon zeggen, althans in spreektaal, was het niet zo?”
“Kijk nou doe jij het ook. Nee, zo was het niet!”
“Hoe zat het dan?”
“Ik toonde aan, met een waterdichte grammaticale redenering, dat het eigenlijk ‘worden verzocht’ moest zijn, en dat taalkundigen het daar in de negentiende eeuw al over eens waren, en dat die kwestie in de taaladviezen is ontspoord tot het tegengestelde advies.”
“Jaja”
“En bij dat foute advies hoort een onjuiste grammaticale redenering, namelijk dat ‘de reizigers’ het meewerkend voorwerp zou zijn in de zin ‘wij verzoeken de reizigers om over te stappen’, hetgeen wordt “ondersteund” met de zin ‘wij verzoeken AAN de reizigers om over te stappen’, die volgens mij domweg ongrammaticaal is, maar die de taalgebruikers een eeuw lang door de strot is geduwd als “grammaticaal correct”, terwijl niemand met een greintje taalgevoel zo’n zin spontaan zou uiten.”
“Ik vind die zin anders heel goed kunnen.”
“Ja, jij wel, want jij hebt schoolgegaan, zou Multatuli zeggen. Maar vind maar eens een tienjarig kind dat daar ‘aan’ bij zet. Ga toch weg.”
“Ik zie niet wat dat bewijst.”
“Dat bewijst dat dat hele grammaticaliteitsoordeel van jou over die zin kunstmatig is. Beredeneerd. Omdat de grammaticale redenering niet ter discussie mag staan, moet die zin correct zijn.”
“Jaja.”
“En weet je wat het resultaat van die hele campagne van me was?”
“Nou?”
“Niets. Nada. Er is geen enkel taaladvies over deze kwestie wezenlijk veranderd. Ja, er worden wel braaf voetnoten toegevoegd van het type ‘de taalkundige Coppen vindt dat er niets mis is met “worden verzocht”‘, maar die toegeving stond al in vrijwel alle adviezen. Er is niemand die het lef heeft om te zeggen “‘Eigenlijk’ is ‘wordt verzocht’ fout.” Niemand. Niemand durft de grammaticale redenering die aan het foute advies ten grondslag ligt, ter discussie te stellen. Het is een taboe.”
“Tja”
“Heel anders dan bij spelling trouwens.”
“Hoezo dat dan?”
“Bij elke spellingverandering wordt er wel altijd flink gemopperd, maar al die “strenge taalmeesters” die voorheen ‘pannenkoek’ afkeurden, zetten nu even zo vrolijk een rode streep door ‘pannekoek’. Zo’n omslag zie je bij een grammaticale kwestie nou nooit.”
“Spelling daar zit anders wetgeving achter.”
“Dat kan. Het zou kunnen dat Nederlanders een heilig ontzag hebben voor de wet. Niets is onmogelijk. Maar het blijft een feit dat radicale veranderingen door deskundigen onbekommerd worden voorgesteld.”
“Dat is waar.”
“En dat is nog het meest beangstigende van alles.”
“Dat snap ik niet.”
“Dat zijn dezelfde deskundigen voor wie een grammaticale redenering, hoe onjuist ook, eenmaal geaccepteerd, onaantastbaar is.”
“Geef eens een voorbeeld.”
“Zelfs Nicoline van der Sijs, die in haar veelgeprezen ‘Taal als mensenwerk’ die hele ‘worden-verzocht’-kwestie nog eens in een historisch kader plaatst, citeert een artikel van mij met instemming, maar voegt er angstvallig aan toe: ‘Hierbij kan wel worden opgemerkt dat het feit dat een bepaalde vorm oorspronkelijk is, deze nog niet correct maakt.’ En ze sluit af met het halfhartige ‘Maar veel grond om ‘de reizigers worden verzocht’ fout te rekenen, is er in ieder geval niet.”‘
“Wat is daar mis mee dan?”
“Nou, dat is toch gewoon hetzelfde als taaladviseurs al jaren zeggen? En let op hoe zij de grammaticale discussie vermijdt: het ging er mij immers niet om dat een bepaalde ‘vorm’ oorspronkelijk was, maar een ‘grammaticale analyse’. In eerste instantie analyseert men ‘de reizigers’ als lijdend voorwerp, en later heeft een of andere halve gare gezegd: moet dat geen meewerkend voorwerp zijn? En dan kun je blijkbaar als deskundige hoog of laag springen, de ‘redenering’ waarmee dat wordt ‘onderbouwd’ is niet meer vatbaar voor een rationele weerlegging. Niemand stelt die meewerkend-voorwerpanalyse serieus ter discussie.”
“Maar waarom durf je daar niets over te schrijven dan?”
“Nou ja, blijkbaar maak ik me dan onmogelijk bij iedereen, zelfs bij mijn naaste collega’s. Dat kan ik me natuurlijk niet permitteren.”
“Jaja.”
“Blijkbaar verwacht iedereen – ook gij, Brutus! – stukjes van mij waarin ik gevestigde grammaticale analyses nog eens onderstreep en voor het lekenvolk op amusante wijze toelicht. Nou, dat doe ik dan maar.”
“Goed zo!”
“Al had ik graag dat stukje over het Grote Taboe geschreven. Maar dat kan nou eenmaal niet.”
Peter-Arno Coppen
(19)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar salemans@neder-l.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@uva.nl, naar P.J.Verkruijsse@uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0509.a --------------------------*
Laat een reactie achter