Subject: | Neder-L, no. 0604.a |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Mon, 17 Apr 2006 05:00:23 +0200 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Veertiende-jaargang------ Neder-L, no. 0604.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0604.01: Evenementenagenda, met: | | - Nederland: Week van de Poezie, za 22 - vr 28 april | | 2006 | | - Amsterdam: Tentoonstelling over Anne Frank, t/m zo | | 3 september 2006 | | - Den Haag: Tentoonstelling over Boudewijn Buech, t/m | | zo 8 oktober 2006 | | - Leiden: Symposium 'Cultuur en natuur. Geschiedenis | | van de mens en zijn omgeving', wo 26 april 2006 | | (2) Rub: 0604.02: Overleden: Ida Vos (1931-2006), Gerard Reve | | (1923-2006) | | (3) Web: 0604.03: Scroogle: Google voor oude handschriften | | (4) Web: 0604.04: Nieuws van de dbnl - teksten april 2006 | | (5) Med: 0604.05: Erfgoeddag Vlaanderen, Vlaanderen en Brussel, zo 23 | | april 2006 | | (6) Med: 0604.06: Literaire reistoer 'Zolang de wind van de wolken | | waait'. Een kennismaking met de Friese literatuur. | | Haarlem di 18 april, Utrecht do 20 april, Amsterdam | | ma 24 april, Arnhem do 27 april, Eindhoven zo 30 | | april, Antwerpen vr 5 mei 2006 | | (7) Med: 0604.07: Literair cafe Het Hoge Woord, met Oek de Jong en | | Marja Pluis, Utrecht, ma 17 april 2006 | | (8) Vra: 0604.08: Oproep aan taal-, tekst-, taalgebruiks- en | | literatuurwetenschappers om mee te werken aan | | ontwerpen nieuwe lessenreeksen voor het VWO | | (9) Sym: 0604.09: Kiliaandag 2006, met lezing van Michiel de Vaan en | | Guus Kroonen over 'Substraat in het Nederlands: | | theorie en praktijk', Leiden, do 20 april 2006 | |(10) Med: 0604.10: Oudgermanistendag 2006, Gent, za 22 april 2006 | |(11) Med: 0604.11: Poeziefestival 'Sprache in Essenz. Streifzuege durch | | die niederlaendischsprachige Gegenwartslyrik', | | Berlijn, wo 26 april - do 4 mei 2006 | |(12) Sym: 0604.12: Eerste studiedag Werkgroep Materiele cultuur van | | wetenschap tot 1800, Leiden, vr 19 mei 2006 | |(13) Sym: 0604.13: Workshop 'Culturele en talige aspecten van | | identiteitsconstructies', Meertens Instituut, | | Amsterdam, do 20 april 2006 | |(14) Sym: 0604.14: Workshop over 'Contrastive Verb Valency', Gent, wo 26 | | april 2006 | |(15) Lit: 0604.15: Pas verschenen: Zolang de wind van de wolken waait. | | Geschiedenis van de Friese literatuur. (A'dam 2006) | |(16) Lit: 0604.16: Pas verschenen: Een nieuwe bewerking van 'Karel ende | | Elegast' door Anke Passenier (2006) | |(17) Lit: 0604.17: Pas verschenen: Edward Vanhoutte en Marcel De Smedt | | (red.). Manuscript - Variant - Genese / Genesis. | | (Gent 2006) | |(18) Lit: 0604.18: Pas verschenen: H. Schultink. Constant en variabel in | | de morfologie. Historiografische studies. (Muenster | | 2006) | |(19) Lit: 0604.19: Pas verschenen: Adriaen Verwer. Taalkundige | | geschriften (1701-1711). Bez. en ing. door Ignor van | | de Bilt. (Muenster 2006) | |(20) Lit: 0604.20: Pas verschenen: G.J. Luhrman. Studies in rational and | | humanist grammar. Bezorgd door Jan Noordegraaf en | | Frank Vonk. Cahiers voor Taalkunde, no. 23. | | (Amsterdam/Muenster 2006) | |(21) Lit: 0604.21: Pas verschenen: Mehmet Kiris. Standaard | | Nederlands-Turks woordenboek. (Nijmegen 2006) | |(22) Lit: 0604.22: Pas verschenen: De Fonteine Jaarboek 55 (2005) | |(23) Lit: 0604.23: Te verschijnen: Piet Driest & Diederik Jansen. | | Flaubert in Nederland 1870-2005. (Amsterdam 2006) | |(24) Rec: 0604.24: Recensie door Elisabeth Meyer van: Het | | Gaesdonckse-traktatenhandschrift. (Hilversum 2005) | |(25) Col: 0604.25: Linguistisch Miniatuurtje CXII: Boeiuh! | |(26) Col: 0604.26: Column Willem Kuiper, no. 70: Het evangelie van Judas | |(27) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- ----------zo-16-april-2006-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 13 april 2006
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060401.html
Subject: Rub: 0604.01: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
NEDERLAND, diverse locaties
Week van de poezie 2006, zaterdag 22 t/m vrijdag 28 april 2006
- Tussen 22 en 28 april wordt voor de tweede maal de Week van de Poezie gehouden. Op verschillende locaties in het land worden poezie-activiteiten georganiseerd, vaak in combinatie met andere kunstdisciplines. Zie voor een volledige agenda http://www.weekvandepoezie.nl. Tijdens de week wordt ook de VSB Poezieprijs uitgereikt op vrijdag 28 april. Zie voor informatie daarover http://www.vsbpoezieprijs.nl.
AMSTERDAM, Amsterdams Historisch Museum, Nieuwezijds Voorburgwal 357 / Kalverstraat 92
Tentoonstelling over Anne Frank, t/m zondag 3 september 2006.
- Op de expositie Anne Frank haar leven in brieven zijn nooit eerder getoonde en deels ongepubliceerde brieven te zien die Anne Frank als kind tussen 1936 en 1942 aan haar familie en vrienden stuurde. Zie ook: http://www.ahm.nl.
DEN HAAG, Letterkundig Museum, Prins Willem-Alexanderhof 5
Tentoonstelling over Boudewijn Buech, t/m zondag 8 oktober 2006.
- Tentoonstelling De fascinaties van Boudewijn Buch. Foto’s, aantekeningen, handschriften, brieven en parafernalia tonen zijn schrijverschap en kleurrijke persoonlijkheid. Zie ook: http://www.letterkundigmuseum.nl.
LEIDEN, Lipsiusgebouw, zaal 003, Cleveringaplaats 1
Symposium ‘Cultuur en natuur. Geschiedenis van de mens en zijn omgeving’, woensdag 26 april 2006, 16.00-18.00 uur.
- Op woensdag 26 april organiseren de alumnivereniging VOGeL en Leidschrift een symposium over het thema ‘Cultuur en natuur’. Sprekers zijn onder andere Peter Hoppenbrouwers, Athonie Heidinga en Peter Boomgaard. Lokatie: Lipsiusgebouw, zaal 003, Cleveringaplaats 1, Leiden. Tijd: 16:00-18:00, na afloop zal er gelegenheid zijn om een drankje te drinken. Iedereen is van harte welkom. Aanvullende informatie vindt u op http://www.leidschrift.nl.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 april 2006
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060402.html
Subject: Rub: 0604.02: Overleden: Ida Vos (1931-2006), Gerard Reve (1923-2006)
=========
Overleden
=========
Op 3 april 2006 overleed te Amstelveen de kinderboekenschrijfster Ida Vos (* 13 december 1931 te Groningen). Het onderduikverleden van de joodse schrijfster Ida Vos klinkt door in al haar werk, waarvan ‘Wie niet weg is wordt gezien’ (1981) en ‘Dansen op de brug van Avignon’ (1989) het bekendst zijn. De eerste twee boeken werden bekroond met een Vlag en Wimpel. Ida Vos was ridder in de orde van Oranje-Nassau. Zie voor meer gegevens de DBNL: http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=vos_012 en http://home.wanadoo.nl/richard.thiel/auteurs/ivos.htm.
Op 8 april 2006 overleed te Zulte (Belgie) de auteur Gerard (Kornelis van het) Reve (* 14 december 1923 te Amsterdam). Zie voor een overzicht van leven en werk van Reve S. Hubregtse in ‘De Nederlandse en Vlaamse auteurs’ in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL): http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=reve002, aangevuld met recentere informatie op Internet op o.a. de websites: http://www.nadertotreve.nl/, http://gerardreve.eigenstart.nl/ en http://www.gerardrevegenootschap.nl/.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 31 maart 2006
From: Communicatie RUG <communicatie@rug.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060403.html
Subject: Web: 0604.03: Scroogle: Google voor oude handschriften
========================================
Scroogle: Google voor oude handschriften
========================================
Honderden meters archief waarin je moet zoeken met behulp van een index met globale gegevens over de inhoud. Dat zijn in een notendop de eigenschappen van veel collecties oude handschriften. De onderzoeksafdeling Kunstmatige Intelligentie van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt hoe een computer orde kan scheppen in een zee van geschreven woorden. Te beginnen bij de handschriften van het Kabinet van de Koningin. NWO honoreerde het onderzoeksproject ‘Morph’ met 430.000 euro in het kader van de Open Competitieronde Exacte Wetenschappen.
De handschriften van het Kabinet van de Koningin liggen opgeslagen bij het Nationaal Archief. Dat bevat papieren van de Rijksoverheid, alles bij elkaar zo’n 100 km aan schappen. Voortdurend komen zoekvragen binnen. Jaarlijks raadplegen ongeveer tienduizend historici, journalisten en onderzoekers van familiegeschiedenissen het archief. ‘Bij elke vraag gaat een medewerker in het acht verdiepingen tellende gebouw op zoek naar de juiste map’, zegt hoogleraar Lambert Schomaker, directeur onderzoek en educatie van Kunstmatige Intelligentie. ‘In een tijd waarin iedereen op internet zoekt, gaat dat wringen. Zeker bij een archief als het Nationaal Archief dat er alles aan doet om met de tijd mee te gaan. Daarom ontwikkelen wij Scroogle: Google voor oude handschriften.’
Regelmaat
De onderzoeksvraag van Morph is hoe je een machine kunt gebruiken om te vinden wat je zoekt in een groot archief van handschriften. Het gaat niet om handschriftherkenning, een toepassing die archivarissen al jaren geleden afschreven, omdat geen enkel systeem goed genoeg is voor de soms eeuwenoude collecties. Schomaker: ‘De clou is dat je niet moet kijken vanuit de exacte tekst die er geschreven staat. Dat werkt alleen maar frustrerend. Wij kijken in ons onderzoek naar dit handschrift door de ogen van een ‘domme’ computer die niet kan lezen of schrijven. Wat kan die computer met al deze documenten?’
Vormvergelijking
Een computer kan bijvoorbeeld zoeken naar vormovereenkomsten in de handschriften en regelmaat in documenten. Als je de computer vervolgens voedt met een klein aantal globale aanwijzingen van mensen over welke woorden horen bij welke vormen, kan de computer alle tussenliggende mogelijkheden en dus verschillende handschriften ‘leren’ ordenen. ‘Met deze methode voorkom je dat bijvoorbeeld het Nationaal Archief duizenden manuren moet investeren om een computer gedetailleerd te vertellen hoe hij individuele letters moet ‘lezen’. Als er voldoende tekstmateriaal ‘geannoteerd’ is op een globale manier, maakt het bovendien niet uit of er hier en daar een menselijke fout gemaakt is’, aldus Schomaker.
Blue Gene
De computer leert met relatief beperkte input hoe hij deze en andere collecties handschriften inzichtelijk moet maken. Beperkte input betekent echter niet in dat deze vorm van kunstmatige intelligentie kan worden uitgevoerd op de gemiddelde huiscomputer. De onderzoekers maken voor hun berekeningen gebruik van de Blue Gene supercomputer van het rekencentrum van de Groningse universiteit. Blue Gene, gebouwd door IBM, is op het ogenblik de op een na krachtigste computer in Europa.
Scratch
Het onderzoeksproject Morph is een meer fundamenteel vervolg op het bestaande NWO onderzoek Scratch (Script Access to the Cultural Heritage). Scratch richt zich op geschreven cultureel erfgoed en maakt op zijn beurt deel uit van een nationaal onderzoek naar methoden om alle cultureel erfgoed eenvoudig toegankelijk te maken. Van potscherven tot muntencollecties en oude handschriften. Scratch is vooral gericht op de praktische toepassing van het digitaal ontsluiten van oude handschriften. Morph is fundamenteel van aard omdat het de vraag probeert te beantwoorden hoe je computers kunt ‘leren’ om regelmaat te ontdekken in massale hoeveelheden analoge gegevens zoals oude handschriften.
Meer informatie: Lambert Schomaker, hoogleraar Kunstmatige Intelligentie, tel: +31 (0)50-3637908, e-mail: schomaker@ai.rug.nl.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 3 Apr 2006 14:34:02 +0200
From: "dbnl" <nieuws@dbnl.org>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060404.html
Subject: Web: 0604.04: Nieuws van de dbnl - teksten april 2006
===============================================================
Nieuws van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
===============================================================
Oplevering teksten april 2006 http://www.dbnl.org/nieuws/opl042006.htm
- Thomas Asselijn, Op- en ondergang van Mas Anjello, of Napelse beroerte
- D.V. Coornhert, Het roerspel en de comedies van Coornhert
- De Dietsche Warande. Jaargang 2
- Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24
- Gedenkschrift van het eeuwfeest van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1867
- Gedenkboek bij het 200-jarig bestaan van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1966
- Jan de Hartog, Hollands glorie
- Aernout van Overbeke, Buyten gaets. Twee burleske reisbrieven van Aernout van Overbeke
- Refereinen en andere gedichten uit de XVIe eeuw
- Margo Scharten-Antink, Sprotje
- C.P. Serrure (red.), Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 3
- C.P. Serrure (red.), Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 4
- C.P. Serrure (red.), Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 5
- Marius F. Valkhoff, De expansie van het Nederlands
- Rita Verschuur, Vreemd land
- Catharina Ypes, Petrarca in de Nederlandse letterkunde
Nieuwe gedichten april 2006 http://www.dbnl.org/gedichten/
- G.G.M. Utermark, ‘Dit dwingt tot duiding’
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 april 2006
From: Cindy Holtyzer <secretariaat@kantl.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060405.html
Subject: Med: 0604.05: Erfgoeddag Vlaanderen, Vlaanderen en Brussel, zo 23 april 2006
================================
Erfgoeddag Vlaanderen en Brussel
================================
23 april 2006 is in heel Vlaanderen en Brussel Erfgoeddag. Meer dan vijfhonderd musea, archiefinstellingen, heemkringen en cultuurhuizen zetten de hele dag hun deuren open. Het thema van de Erfgoeddag 2006 luidt: ‘In Kleur’. Ook de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) toont op 23 april haar kleuren.
De KANTL is een huis met vele kamers. Op Erfgoeddag zetten we de deuren van die kamers wagenwijd open. Op uw ontdekkingstocht door de gangen en de zalen van de KANTL maakt u kennis met klankkleur, woordkleur, kleur in de poezie en in de schilderijen van Paul Snoek, kleursymboliek in dialecten, en nog veel meer. We trakteren op een unieke tentoonstelling, heel wat literaire lezingen en een interactief taalspel. En terwijl u in het Rode Salon op adem komt bij een (h)eerlijk kopje koffie of thee, spreken we de kunstenaar of de dichter in uw kinderen aan, want we zijn op zoek naar echte rederijkers.
Hieronder vindt u alvast een overzicht van de literaire lezingen:
15.00 u. Octavio Paz: “Blanco” – “Wit” (Vertaling van Stefaan van den Bremt) Recitanten: Stan Milbou en Sabine Mahieu. Inleiding: Stefaan van den Bremt.
15.30 u. Monika van Paemel
16.00 u. Gwy Mandelinck: “Woorden, gekleurd of niet, worden sleutels” (H.Claus)
16.30 u. Patrick Lateur: “Zuiders gekleurd. Op versvoeten door Italie”
17.00 u. Octavio Paz: “Blanco” – “Wit” (Vertaling van Stefaan van den Bremt) Recitanten: Stan Milbou en Sabine Mahieu. Inleiding: Stefaan van den Bremt
17.30 u. Willy Spillebeen: “Avondkleuren” – gedichten over liefde en dood
Voor meer informatie over het eenmalige Erfgoed-programma van de KANTL kunt u terecht op http://www.woordkleur.be en bij cindy.holtyzer@kantl.be (Koningstraat 18 – 9000 Gent – +32 (0)9/265.93.51). Het volledige programma van de Erfgoeddag vindt u op http://www.erfgoeddag.be. Wij hopen ook u op 23 april in de Academie te mogen begroeten.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 15 april 2006
From: Ben Salemans <salemans@neder-l.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060406.html
Subject: Med: 0604.06: Literaire reistoer 'Zolang de wind van de wolken waait'. Een kennismaking met de Friese literatuur. Haarlem di 18 april, Utrecht do 20 april, Amsterdam ma 24 april, Arnhem do 27 april, Eindhoven zo 30 april, Antwerpen vr 5 mei 2006
=======================================================
Literaire reistoer ‘Zolang de wind van de wolken waait’
Een kennismaking met de Friese literatuur’
=======================================================
Een aantal bibliotheken of instellingen in Nederland en Vlaanderen heeft gereageerd op het aanbod van Tresoar (Tresoar Fries Historisch en Letterkundig Centrum http://www.tresoar.nl) om in april en mei 2006 een literair programma te verzorgen met optredens van Friese schrijvers, dichters en muzikanten.
Aanleiding van de Reistoer is het verschijnen van ‘Zolang de wind van de wolken waait’, een nieuw Nederlandstalig overzicht van de Friese literatuurgeschiedenis, dat in de eerste helft van april op de markt komt (zie verderop in dit Neder-L-nummer: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060415.html). Het doel van de toer is om het publiek buiten Fryslan kennis te laten maken met de Friese literatuur.
De programma’s geven een zo breed mogelijk beeld van wat de Friese literatuur te bieden heeft. Aan bod komt het actieve literaire leven van vandaag de dag in combinatie met het verhaal over de historische achtergrond. Over dat laatste wordt een en ander verteld door een van de auteurs van het geschiedenisboek.
De schrijvers/dichters houden hun optredens in het Fries. Voor het publiek is er een boekje beschikbaar met een vertaling van de teksten die worden gepresenteerd.
- Dinsdag 18 april, 20.00 uur: Haarlem, Centrale Bibliotheek van de Stadsbibliotheek
- Donderdag 20 april, 19.00 uur: Utrecht, Gemeentebibliotheek, Oudegracht 167
- Maandag 24 april, 19.00 uur: Amsterdam, Openbare Bibliotheek
- Donderdag 27 april, 19.30 uur: Arnhem, Bibliotheek
- Zondag 30 april, 14.30 uur: Eindhoven, Openbare Bibliotheek
- Vrijdag 5 mei: Antwerpen, AMVC-Letterenhuis
Nadere informatie: http://www.tresoar.nl.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 15 april 2006
From: SLAU en Ben Salemans <salemans@neder-l.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060407.html
Subject: Med: 0604.07: Literair cafe Het Hoge Woord, met Oek de Jong en Marja Pluis, Utrecht, ma 17 april 2006
============================================
Het Hoge Woord
Literair cafe met Oek de Jong en Marja Pruis
============================================
Maandag 17 april 2006, 20.30 uur
De Winkel van Sinkel, Oudegracht 158, Utrecht
Entree gratis
http://www.slau.nl
In het Hoge Woord op deze 2e Paasdag een gerenommeerd auteur: Oek de Jong met zijn vuistdikke roman ‘De wonderen van de heilbot’. En een schrijfster waar we al eerder kennis mee maakten bij de SLAU, Marja Pruis. Een dame waar wij nooit genoeg van krijgen; en we hopen dat u dat net zo ervaart! Haar ‘Brief aan Belle’ (december 2005) was een waarachtig kleinood waarbij Belle haar vingers zou hebben afgelikt. En haar nieuwe boek ‘De vertrouweling’ smaakt naar meer!
De gesproken column is ditmaal door demissionair wethouder van cultuur Walther Lenting. Ruben van Gogh zal de avond presenteren.
Oek de Jong (1952) debuteerde in 1976 met de verhalenbundel ‘De hemelvaart van Massimo’. Zijn roman ‘Opwaaiende zomerjurken’ (1979) was een inslaand succes en De Jong werd daarmee in een klap een heuse BN’er. Ook zijn daaropvolgende roman ‘Cirkel in het gras’ (1985) werd alom geprezen. Daarna viel er een gevaarlijke stilte. Er verschenen novellen en een essaybundel met mystieke verhalen: ‘De inktvis’ (1993). De Jongs overgang naar de mystiek is hem door critici ernstig kwalijk genomen. En zo leek de romanschrijver Oek de Jong totaal verdwenen.
Tot de verschijning, in 2002, van zijn omvangrijke roman ‘Hokwerda’s kind’. In de jaren dat hij werkte aan ‘Hokwerda’s kind’ registreerde Oek de Jong in zijn dagboek de wonderlijke ontstaansgeschiedenis van deze roman. Wat aanvankelijk bedoeld was als kort verhaal voor een daklozenkrant groeide uit tot een grote roman; in ‘De wonderen van de heilbot’ is dit stap voor stap te volgen. ‘Eigenlijk moet ik mijzelf, na een onderbreking van bijna veertien jaar, als romanschrijver opnieuw uitvinden.’ schrijft De Jong in ‘De wonderen van de heilbot’, vlak voordat hij hier officieel aan begint. Het dagboek dat zich uitstrekt over de jaren 1997 tot 2002 begint met een moord en eindigt met een moord. In 1997 leest Oek de Jong in Prive hoe een meisje dat hij ooit kende met een bijl haar vader en stiefmoeder vermoordde. Langzaam begint er iets te borrelen. Op het einde van het boek vertelt Oek de Jong over het ‘meisje van Nulde’. Het zijn twee verhalen over onbegrijpelijke, met liefde verbonden moorden. Hoe ver kan een mens door zijn passie gedreven worden? In de twee waargebeurde moordverhalen zit dus de kern van ‘Hokwerda’s kind’ verscholen. ‘Hokwerda’s kind’ is, zo benadrukt dit dagboek telkens weer, een verzonnen geschiedenis, waarbij ‘verzinnen’ staat voor het ineenvlechten van talloze draden uit talloos veel levens, dat van De Jong zelf inbegrepen.
Nog een citaat uit De Volkskrant over ‘De wonderen van de heilbot’: “Deze Begleitband bij een roman die uit een diepe duisternis kwam, is een fascinerend boek geworden. De wonderen van de heilbot noopt tot lezen en herlezen.”
Hoe De Jong aan de bijzondere titel van dit boek komt, legt hij u graag persoonlijk uit. Voor de ware liefhebber dus! SLAU-redacteur Roland Fagel werpt zich met al zijn expertise in deze strijd!
Marja Pruis (Amsterdam, 1959) verwierf bekendheid met haar biografische schets ‘De lieflijke hel van het Hollandse binnenhuisje’ (1994) en later haar biografische roman ‘De Nijhoffs of de gevolgen van een huwelijk’ (1999) over A.H. Nijhoff, de echtgenote van dichter Martinus Nijhoff. De pers schreef hierover het volgende: ‘Marja Pruis boeit als een thrillerauteur, geeft interessante informatie en laat de lezer meedelen in het grote raadsel van dit Nijhoff-huwelijk.’
Misschien is deze ‘kweekvijver van een biografie’ wel een geheel nieuw genre in de literatuur. Het verdient in ieder geval navolging.’
Haar eerste echte roman, ‘Bloem’ (2002) schreef ze uit gemis aan een boek waarin lust de rol krijgt toebedeeld die hem toekomt: nietsontziend en ontregelend.
Voor De Groene Amsterdammer schrijft Pruis over (Nederlandse) literatuur. Het afgelopen jaar publiceerde ze in dit blad ook een serie interviews met kunstenaars uit verschillende disciplines (o.a. Tim Parks, Kristien Hemmerechts, Alex van Warmerdam en Marlies Heuer) over ‘schaamte’.
Onlangs verscheen haar nieuwste roman, ‘De vertrouweling’, een spannende, broeierige roman over de paradoxale hang naar huiselijk geluk en het verlangen om iemand anders te zijn. Wat kan een interview met deze vrouw anders dan schaamteloos verheffend worden! Slau-redacteur Ed van Eden gaat zich hieraan wagen.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 1 Apr 2006 19:43:06 +0200
From: "Gert Rijlaarsdam" <G.C.W.Rijlaarsdam@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060408.html
Subject: Vra: 0604.08: Oproep aan taal-, tekst-, taalgebruiks- en literatuurwetenschappers om mee te werken aan ontwerpen nieuwe lessenreeksen voor het VWO
======
Oproep
======
Project onderzoekend leren & taalwetenschap in het VWO
Universiteit van Amsterdam
Instituut voor de lerarenopleiding
Komend najaar start er aan het Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO) een project rondom onderzoekend leren en taalwetenschap in het vwo. Het project, dat gefinancierd zal worden door NWO, beoogt vwo-leerlingen kennis te laten maken met taalwetenschap en literatuurwetenschap, via het doen van onderzoek in het taal- en letterkundig wetenschappelijk domein.
Het idee is om met een aantal vwo-docenten, taalwetenschappers en twee neerlandici van het ILO (Marleen Kieft en Gert Rijlaarsdam) korte lessenreeksen te ontwerpen die daarna uitgevoerd zullen worden in de klas. Het projectvoorstel gaat uit van een combinatie van onderzoekend leren (al wel heel gebruikelijk bij exacte vakken in de tweede fase, maar niet bij de alfa-vakken) en het schrijven van een uiteenzettende tekst over het uitgevoerde onderzoek. We denken dat de combinatie van onderzoek doen en erover schrijven een positief effect zal hebben op zowel schrijfvaardigheid als onderzoeksvaardigheden van leerlingen.
De doelen van het project zijn:
- het schoolvak Nederlands verrijken met taal- en literatuurwetenschap en taalbeheersing.
- de aansluiting vwo-wo verbeteren
- de schrijfvaardigheid van leerlingen vergroten
- de motivatie van leerlingen voor het schoolvak Nederlands vergroten.
Wij zoeken enkele taal- en/of literatuurwetenschappers die het leuk en belangrijk vinden om vwo-leerlingen met onderzoekend leren in hun vakdiscipline kennis te laten maken. Wij denken bijvoorbeeld aan onderwerpen uit de sociolinguistiek, (tweede) taalverwerving, fonetiek/fonologie, dialectologie, interactieanalyse, taalpsychologie, dovetaal, enzovoort. Concreter zouden leerlingen de vraag voorgelegd kunnen krijgen (en de data die bij die vraag horen): hoe ontwikkelt het genre van het kookboekrecept zich, over 150 jaar, aan de hand van het recept van appeltaart? Wat zijn kennelijk de belangrijkste stadia in kindertaalverwerving? Wat zijn factoren die aanspreekvorm bepalen ( waarom zeggen sommigen U, anderen JIJ?)? Is het zo dat jongens de achterstand in taalvaardigheid ten opzichte van meisjes inhalen? Waardor komt dat dan? Welke factoren bepalen het gebruik van de Kinderenvoorkinderen ‘r’? Zijn die factoren voor jongens meisjes dezelfde? In welke gebieden gebruikt men liever zoen dan kus (v.v.)? Hoe komt dat? Welke factoren bepalen de overtuigingskracht van een bepaalde brochure/tekst/website? Etc. Hoe verloopt de waardering voor een bepaald literair werk (bijvoorbeeld de Max Havelaar) en welke factoren verklaren verschillen in waardering (in verschillende groepen/strata?) over een bepaald tijdsverloop? Waarin verschillen goed en zwakke lezers en hoe kun je dat zien aan hun leesprocessen?
Wij nodigen taal-, tekst-, taalgebruiks- en literatuurwetenschappers graag uit om aan dit project mee te werken, door mee te denken met het opzetten van de lessen en met name ook door data te leveren waar de leerlingen mee aan de gang kunnen. De planning is dat we in oktober 2006 starten met het ontwerpen van de lessen. We schatten dat de geschatte tijdsinvestering totaal ongeveer 40 uur zal zijn in het collegejaar 2006-2007. Als u belangstelling hebt komen wij graag langs om nader te overleggen!
Marleen Kieft
m.h.kieft@uva.nl
020-5251593
Gert Rijlaarsdam
g.c.w.rijlaarsdam@uva.nl
020-5251288
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 7 Apr 2006 22:14:23 +0200
From: "Marlies Philippa" <marlies.philippa@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060409.html
Subject: Sym: 0604.09: Kiliaandag 2006, met lezing van Michiel de Vaan en Guus Kroonen over 'Substraat in het Nederlands: theorie en praktijk', Leiden, do 20 april 2006
==========
Kiliaandag
==========
Zoals ieder jaar organiseert de Kiliaanstichting in april, de sterfmaand van Cornelis van Kiel, weer de Kiliaanlezing. Dit jaar vindt de lezing plaats op 20 april om 16.30 uur in zaal 104 van het PC Hoofthuis, Spuistraat 134, van de UvA te Amsterdam. De lezing wordt gegeven door dr. Michiel de Vaan en drs. Guus Kroonen, over het onderwerp
‘Substraat in het Nederlands: theorie en praktijk’
Guus Kroonen promoveert in Leiden op het substraat in het Proto-Germaans, en studeerde eerder af op Scandinavische Taal & Cultuur in Amsterdam en Vergelijkende Taalwetenschap in Leiden. Hij verzorgt cursussen als Gotisch, Oud-Saksisch en Oudnoords, en becommentarieert voor het EWN het substraatmateriaal in het Nederlands.
Michiel de Vaan is docent Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap in Leiden. Hij studeerde Russisch en Indo-Europees, en schreef een proefschrift over het vocaalsysteem van het Avestisch, de Oud-Iraanse taal van Zaratoestra. Hij werkt mee aan het EWN en publiceert regelmatig op het gebied van de West-Germaanse etymologie en dialectologie. Momenteel werkt hij aan een nieuw etymologisch woordenboek van het Latijn.
U kunt het PC Hoofthuis bereiken vanaf het Centraal Station met de tramlijnen 1, 2, 5, 13 en 17, uitstappen bij de halte Koninklijk Paleis / Magna Plaza, dat is twee haltes van CS. Het PC Hoofthuis ligt achter Magna Plaza, even de Molsteeg door en u staat al bijna voor de (draai-)deur. U kunt ook lopen vanaf het Centraal Station, via het Damrak naar de Dam, dan rechtsaf tot u achter het Paleis bent en tegenover Magna Plaza staat. Rechts daarvan is de Molsteeg, u loopt die door en dan staat ook u bijna voor de (draai-)deur.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 7 Apr 2006 22:14:23 +0200
From: "Marlies Philippa" <marlies.philippa@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060410.html
Subject: Med: 0604.10: Oudgermanistendag 2006, Gent, za 22 april 2006
======================
Oudgermanistendag 2006
======================
Het programma voor de Oudgermanistendag die op zaterdag 22 april te Gent zal worden gehouden is inmiddels bekend. We zijn op 22 april te gast bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL), Koningstraat 18, B-9000 Gent.
Het programma is als volgt:
11.15 Ontvangst
12.00 J. van der Horst, ‘Oudnederlandse syntaxis’
12.35 E. Langbroek, ‘Een Fries in Hildesheim’
13.10 lunch
14.30 L. Peeters, ‘Glossen in de Gotische bijbel’
15.05 E. Hoekstra en S. Siebinga, ‘Een onderzoek naar de distributie van Oudfries aeng’
15.40 A. Griffiths, ‘Van bijbel naar runengedicht: patristische glossen als brug’
16.20 jaarvergadering
17.00 sluiting
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 april 2006
From: jaap grave <jaap.grave@netsurf.de>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060411.html
Subject: Med: 0604.11: Poeziefestival 'Sprache in Essenz. Streifzeuge durch die niederlaendischsprachige Gegenwartslyrik', Berlijn, wo 26 april - do 4 mei 2006
=================
Sprache in Essenz
=================
SPRACHE IN ESSENZ. Recente Nederlandstalige poezie in Berlijn.
Het jaar 2006 wekt in Berlijn veel verwachtingen. Velen zullen daarbij aan het wereldkampioenschap voetbal denken. Maar terecht wordt er van diverse kanten gezegd dat voetbal de interessantste en aantrekkelijkste bijzaak ter wereld is. Wat er belangrijker is? Te veel om op te noemen. Een van die veel belangrijker evenementen in de komende maanden is ‘Sprache in Essenz’, het Berlijnse festival met hedendaagse dichters uit Nederland, Vlaanderen, Duitsland en Oostenrijk. Dat vindt logischerwijs niet na, niet tijdens maar voor het WK-voetbal plaats.
Van 26 april tot 24 mei is iedereen van harte welkom op het poeziefestival ‘Sprache in Essenz. Streifzuege durch die niederlaendischsprachige Gegenwartslyrik’ te Berlijn (http://www.niederlandistik.fu-berlin.de/fu-nl). Het is georganiseerd door het ‘Institut fuer Deutsche und Niederlaendische Philologie’ van de Freie Universitaet Berlin en de Literaturwerkstatt Berlin.
Alle gedichten die tijdens ‘Sprache in Essenz’ in het Duits en Nederlands worden gelezen, zijn speciaal voor dit festival en een latere boekpublicatie vertaald. Voor de meeste dichters is het hun Duitse premiere. De gerenommeerde vertalers Marlene Mueller-Haas, Ard Posthuma, Gregor Seferens en Ira Wilhelm hebben in de afgelopen maanden aan de vertalingen gewerkt. Ook worden op twee avonden de resultaten van vier vertaalworkshops gepresenteerd. Tijdens die workshops hebben vier Duits- en vier Nederlandstalige dichters intensief aan de vertalingen van elkaars gedichten gewerkt.
Voor de studenten Nederlands van de Freie Universitaet Berlin zal een groot deel van het festival zich in het komende zomersemester exclusief voor hen in de universiteit afspelen: alle tien dichters uit Nederland en Vlaanderen zullen deelnemen aan de colleges over recente Nederlandstalige poezie die Jaap Grave, Jan Konst en Bettina Noak, de docenten literatuur van de vakgroep Nederlands, in de komende maanden geven. Begeleid wordt het festival ten slotte door gastcolleges in de Freie Universitaet van collega’s uit Nederland en Vlaanderen: Geert Buelens (Universiteit Utrecht) op 31 mei, Thomas Vaessens (Universiteit Amsterdam) op 7 juni en Hans Vandevoorde (Universiteit Gent) op 14 juni. Ter voorbereiding op het festival heeft Odile Heynders (Universiteit Tilburg) op 24 januari jl. al twee gastcolleges gegeven.
Deelnemende dichters:
Mark Boog, Anneke Brassinga, Arjen Duinker, Tonnus Oosterhoff, Ilja Leonard Pfeijffer (Nederland), Dirk van Bastelaere, Stefan Hertmans, Peter Holvoet-Hanssen, Erik Spinoy, Peter Verhelst (Vlaanderen), Norbert Hummelt, Barbara Koehler, Thomas Kunst (Duitsland), Ferdinand Schmatz (Oostenrijk).
Programma (alle programma-onderdelen starten om 20.00 uur)
Do 27 april NIEDERLAENDISCHSPRACHIGE GEGENWARTSLYRIK 1
VOM HERZEN UND VOM HOCHGEBIRGE
Wie: Dirk van Bastelaere & Stefan Hertmans
Waar: Literaturwerkstatt Berlin
Inleiding en presentatie: Jan Konst
Do 4 mei NIEDERLAENDISCHSPRACHIGE GEGENWARTSLYRIK 2
VON SALZ UND SCHOENHEIT
Wie: Mark Boog & Anneke Brassinga
Waar: Literaturwerkstatt Berlin
Inleiding en presentatie: Bettina Noak
Di 9 mei NIEDERLAENDISCHSPRACHIGE GEGENWARTSLYRIK 3
UMSETZUNG ODER NEUSCHOEPFUNG?
Wie: Peter Verhelst & Thomas Kunst, Arjen Duinker & Barbara Koehler
Waar: Literaturwerkstatt Berlin
Inleiding en presentatie: Uwe Kolbe
Do 18 mei NIEDERLAENDISCHSPRACHIGE GEGENWARTSLYRIK 4
VON VIER- UND VIERZEHNFUESSERN
Wie: Ilja Leonard Pfeijffer & Erik Spinoy
Waar: Literaturwerkstatt Berlin
Inleiding en presentatie: Jan Konst
Di 23 mei NIEDERLAENDISCHSPRACHIGE GEGENWARTSLYRIK 5
UMSETZUNG ODER NEUSCHOEPFUNG
Wie: Peter Holvoet-Hanssen & Nobert Hummelt, Tonnus Oosterhoff & Ferdinand Schmatz
Waar: Literaturwerkstatt Berlin
Inleiding en presentatie: Uwe Kolbe
PLAATS: LITERATURWERKSTATT BERLIN, Knaackstrasse 97, 10435 BERLIN
INFO: Literaturwerkstatt Berlin, 0049-(0)30-48 52 45 25, e-mail: presse@literaturwerkstatt.org.
Freie Universitaet Berlin – Institut fuer Deutsche und Niederlaendische Philologie, 0049-(0)30-83 85 44 23, e-mail: niedphil@zedat.fu-berlin.de. WEBSITE: http://www.niederlandistik.fu-berlin.de/fu-nl.
MET FINANCIELE STEUN VAN: Flaemische Repraesentanz (Berlijn), Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds (Amsterdam), Niederlaendische Botschaft (Berlijn), Vlaams Fonds voor de Letteren (Berchem)
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 april 2006
From: huizinga-fgw <huizinga-fgw@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060412.html
Subject: Sym: 0604.12: Eerste studiedag Werkgroep Materiele cultuur van wetenschap tot 1800, Leiden, vr 19 mei 2006
===========================
Werkgroep Materiele cultuur
===========================
WERKGROEP MATERIELE CULTUUR VAN WETENSCHAP TOT 1800
Studiedag: vrijdag 19 mei 2006, 13.00-17.00 uur
Grote Vergaderzaal, Universiteitsbibliotheek Leiden
Graag nodigen we u uit voor de eerste studiemiddag van de werkgroep De materiele cultuur van wetenschap tot 1800 op vrijdag 19 mei in Leiden. Doel van de werkgroep is een platform te creeren voor (wetenschaps/kunst-)historici die onderzoek doen naar de rol van beeldmateriaal, instrumenten en verzamelingen in de wetenschappelijke praktijk tot 1800.
De eerste studiedag is verkennend van aard, maar hopelijk de start van een serie boeiende bijeenkomsten rondom thema’s als functie, productie, conventies en genres van wetenschappelijk materiaal, met speciale aandacht voor methodologische problemen in het eigen onderzoek.
Tijdens de studiedag op 19 mei zullen dr. Christoph Luethy en drs. Sarah de Rijcke hun onderzoek voorstellen met aansluitend een discussie. Ook zal op deze eerste bijeenkomst een inventarisatie worden gemaakt van de wensen over de invulling, thematiek en frequentie van dit platform.
Het definitieve programma van de studiemiddag en een uitgebreidere omschrijving van de doelstellingen van de werkgroep worden voor de bijeenkomst onder de deelnemers verspreid.
Deelname aan de studiedag op 19 mei is gratis. U kunt zich opgeven door een e-mail te sturen naar: MaterieleCultuurvanWetenschap@gmail.com. Ook voor suggesties en vragen over de werkgroep en de studiedag kunt u op dit adres terecht. Wilt u deze uitnodiging aan andere geinteresseerden verspreiden?
Annemieke Verboon (UL) & Esther van Gelder (UL)
STUDIEMIDDAG WERKGROEP MATERIELE CULTUUR VAN WETENSCHAP TOT 1800
Tijd: vrijdag 19 mei 2006, 13.00-17.00 uur.
Plaats: Grote Vergaderzaal, UB, Witte Singel 27 Leiden
PROGRAMMA
13.00-13.45: ontvangst met koffie, thee en lunch
13.45-14.00: welkomstwoord door Annemieke Verboon & Esther van Gelder
14.00-14.45: lezing Christoph Luethy: “De eigenzinnige dynamiek van wetenschappelijke illustraties” & aansluitend discussie
14.45-15.30: Sarah de Rijcke: “De kracht van interventie: afbeeldingen van hersenen in Thomas Willis’ Cerebri Anatome (1664)” & aansluitend discussie
15.30-15.45: koffiepauze
15.45-17.00: plenaire discussie over invulling van de werkgroep
17.00-18.00: afsluiting & borrel
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 4 Apr 2006 17:18:33 +0200
From: Leonie Cornips <leonie.cornips@meertens.knaw.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060413.html
Subject: Sym: 0604.13: Workshop 'Culturele en talige aspecten van identiteitsconstructies', Meertens Instituut, Amsterdam, do 20 april 2006
========================================================
Workshop
Culturele en talige aspecten van identiteitsconstructies
========================================================
Dag: donderdag 20 april 2006
Lokatie: Symposiumzaal, Meertens Instituut
Organisatie: Leonie Cornips en Hester Dibbits
Programma, inclusief samenvattingen
10.00-10.15 Welkom/koffie
10.15-10.30 Hans Bennis (Meertens Instituut):
‘Heeft TCULT een toekomst?’
Een programmatische beschouwing van het TCULT-project, vergelijkbaar onderzoek en de mogelijkheden om daar op voort te bouwen.
10.30-11.00 Louis Boumans (Radboud Universiteit):
‘Fylogeografie van reptielen uit Madagaskar & netwerken met taal- of cultuurdata.’
In een fylogeografische analyse wordt een stamboom gemaakt van verschillende individuen van dezelfde soort, om vervolgens te kijken hoe de takken van die stamboom zijn verdeeld over de geografische ruimte. Hiermee kan je de geschiedenis van de populatie en het gebied onderzoeken. Naast stambomen worden ook netwerken gebruikt. Ik illustreer dit aan de hand van enkele reptielen van Madagaskar. Vervolgens bekijken we de mogelijkheid en zinnigheid van analoge toepassingen met taal- en cultuurdata.
11.00-11.15 pauze
11.15-11.45 Leonie Cornips (Meertens Instituut):
‘Tussen het lokale en globale.’
In deze lezing laat ik zien dat jongeren in grote steden opposities aanbrengen tussen hunzelf (en de groep(en) waartoe ze behoren) en de ‘ander(en)’. Aan de hand van twee case-studies in Rotterdam (Feijenoord) en Amsterdam (Oost) bespreek ik welke talige kenmerken zij hiervoor kunnen inzetten: (a) specifieke lexicale elementen en (b) morfosyntactische elementen. Deze elementen vormen een talige bron waar iedereen ongeacht leeftijd, etniciteit(en) etc kan putten. Ik toon aan dat verlies van grammaticaal geslacht een kenmerk van tweetalige verwerving van het Nederlands is en niet beperkt tot een specifieke etnische groep. Bovendien zijn de processen van opposities en identificaties tussen (groepen) individuen op lokaal niveau dynamisch en wisselend terwijl de restricties op de talige elementen die ingezet worden voor iedereen gelijk lijken te zijn.
11.45-12.15 Hester Dibbits (Meertens Instituut):
‘Marokkaans-Nederlandse jongens en de authenticering van hun kledingstijlen.’
Uitgangspunt voor mijn lezing is de veronderstelling dat onderzoek naar de betekenissen die zich aan kledingstijlen hechten inzicht kan bieden in processen van groepsvorming en in- en uitsluiting. Mijn lezing richt zich op een drietal, in verband met Marokkaans-Nederlandse jongens veelbesproken kledingstijlen. Het betreft hier de wijd vallende ‘urban wear’, de strakke Italiaanse merkkleding en de traditionele djellaba-dracht. In gesprekken tussen jongeren worden deze stijlen voorzien van uiteenlopende connotaties die te maken hebben met algemene variabelen als ras, etniciteit, leeftijd, klasse, gender en religie. Opvallend daarbij is het belang dat gehecht wordt aan authenticiteit. Of iemands ‘performance’ als ‘authentiek’ erkend en gewaardeerd wordt, lijkt in belangrijke mate af te hangen van de aanwezigheid van stijlelementen die als onderscheidend en ‘eigen’ worden erkend, en niet of niet eenvoudig zijn over te nemen. ‘Authenticiteit’ is echter geen gegeven, maar komt tot stand in een proces van ‘authenticering’ (Bucholtz, 2003). In mijn lezing laat ik zien dat taal en lichamelijkheid daarbij een cruciale rol spelen. Onderzoek naar de betekenissen die zich aan kledingstijlen hechten moet dan ook niet uitsluitend gericht zijn op de kleding zelf, maar op de relatie tussen de kleding, taalgebruik en aspecten van lichamelijkheid.
Ref: Mary Bucholtz, ‘Sociolinguistic nostalgia and the authentication of identity’ in: ‘Journal of Sociolinguistics’ 7/3, 2003: 398-416.
12.15-13.15 Lunch
13.15-13.45 Margreet Dorleijn (UvA) en Jacomine Nortier (UU):
‘Het Marokkaanse accent in het Nederlands: marker of indicator?’
Tijdens veldobservaties en interviews die we in Utrecht en Amsterdam hebben gehouden sinds het najaar van 2004, bleek dat niet alleen jonge Marokkanen, maar ook jongeren met andere etnische achtergronden (zoals Turken, Grieken en Afghanen) gebruik maken van een vorm van het Nederlands die Marokkaans gekleurd is (cf. Dorleijn et al, 2005). We beperken ons daarbij (voorlopig) tot kenmerken op het niveau van uitspraak en intonatie. Het lijkt erop dat de jongeren deze varieteit met opzet en zeer bewust gebruiken, terwijl ze zich veel minder bewust lijken te zijn van het accent van hun (oorspronkelijke) moedertaal, dat vaak ook herkenbaar aanwezig is in hun Nederlands.
In onze bijdrage willen we ingaan op dit verschil tussen zogenaamde markers en indicators, zoals Labov ze in 1972 heeft geintroduceerd (Labov 1972). Met markers worden kenmerken van taalgebruik bedoeld die sprekers met opzet hanteren om hun identiteit uit te drukken. Indicators zijn ook herkenbaar maar worden niet met opzet ingezet door de sprekers om hun identitteit mee uit te drukken.
Allereerst zullen we karakteristieken van Marokkaans-Nederlands presenteren. We zullen laten zien will dat het gerechtvaardigd is om over Marokkaans-Nederlands te spreken zonder daarbij onderscheid te maken tussen sprekers met Marokkaans Arabisch of Berber als (oorspronkelijke) moedertaal. Vervolgens zullen we een mogelijk antwoord voorstellen op de vraag waarom het Marokkaans Arabisch dominant is onder jongeren in Utrecht met verschillende etnische achtergronden. Tenslotte zullen we problemen rond methodologie en dataverzameling bespreken.
Referenties:
Dorleijn, M., J. Nortier, A. El Aissati, L. Boumans, L.Cornips (2005): ‘Turks- en Marokkaans-Nederlands’. In: N. van der Sijs, ‘Wereldnederlands’. Den Haag: SDU, pag. 149-184.
Labov, W. 1972: ‘Sociolinguistic patterns’. University of Pennsylvania Press.
13.45-14.15 Abder El Aissati (UvT):
‘The pragmatic nature of language in identity construction.’
To the Moroccan child living in the Rif area in Morocco (where concentrations of Berber speakers can easily exceed 90%), being ‘berber’ without speaking the language sounds strange or even a contradiction in terms (amazigh issawal tamazight ‘a Berber speaks Berber’), while to the second generation child born to Berber parents, who speaks little or no Berber, the concept of being Berber is more linked to the ‘roots’, regardless of the actual language one is using. In Western Europe, the issue of language and identity is more prominent, as the majority of third generation children speak little or no language of ‘origin’. In this talk I want to highlight the role of socio-economic factors in shaping the symbolic aspect of identity. In this model, I treat the adoption of ethnic accents (in the Netherlands for example) as a compromise that children of immigrants resort to, to express their ‘new’ identity, and to take ‘revenge’ of the situation which minorized them and ‘forced’ them to give away part of their identity heritage.
14.15-14.30 pauze
14.30-15.00 Theo Meder (Meertens Instituut):
‘Van moppen op Salaam Lombok tot de Deense cartoonrellen. Over etnische percepties en de groeiende kloof tussen “wij” en “zij” na 11 september 2001.’
In de Lombokse onderzoeksperiode 1998-2001 hebben we in feite in de meest succesvolle multiculturele wijk van Nederland rondgelopen, en niettemin moesten we hier ook vaststellen dat er ‘muurtjes tussen cultuurtjes’ bleven bestaan en dat de situatie in de wijk gekarakteriseerd kon worden als ‘living together apart’. Vrijwel alle TCULT-ers hebben de wijk verlaten voor de gebeurtenissen die de wereld veranderden: de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon op 11 september 2001. Op mondiaal en landelijk niveau begint dan het tij te keren. De westerse wereld begint aan een nieuw vijandbeeld te werken, in Nederland lijken de cultuurpessimisten aan het langste eind te trekken. Sinds 11 september onderkennen we een hausse aan grappen op het terrein van politiek, etniciteit en religie, en met name de islam wordt in de westerse wereld veelvuldig het mikpunt van spot en kritiek. Een nieuw genre als de PhotoShop-lore steekt de kop op: grappige gemanipuleerde foto’s gaan van inbox tot inbox. De tot dusver laatste reeks werd gemaakt in reactie op de Deense cartoonrellen. Zijn afbeeldingen van de profeet taboe? Dan is dat reden voor de computernerds van Retecool om dat taboe nog eens extra te doorbreken. De grappen zijn natuurlijk buitengewoon etnocentrisch, de spot is stereotiep, maar ze getuigen bovenal van een groeiende kloof tussen “wij” en “zij”.
15.00-15.30 Nadia Eversteijn (UvT):
‘Welke taal moeten wij praten aan de eettafel?’
Over het bouwen van bruggen tussen wetenschap en weerbarstige praktijk Wat kan een welzijnswerker met wetenschappelijke inzichten over de multiculturele samenleving? Waarom moeten wetenschappers vaker een opiniestuk schrijven? En kan een taalwetenschapper aan een moeder vertellen welke taal ze met man en kind moet spreken aan de eettafel? Een kort relaas over mijn zoektocht naar de toepasbaarheid van wetenschappelijke inzichten in niet-wetenschappelijke disciplines.
15.30-15.45 pauze
15.45-16.00 Laurina de Voogd (Vereniging van
Openbare Bibliotheken Beleidsbureau): ‘Taalleren en inburgeren in de bibliotheek?’
Openbare bibliotheken zetten sinds vorig jaar Inburgeringspunten op. Daarin worden informatieve (digitale) producten en taalleer-PC’s geplaatst. Welke nieuwe producten zijn er, hoe worden zij aangeboden, met welke partners en welke doelstelling? Een korte impressie.
16.00-16.15 Jeroen Aarssen (Sardes, unit Taal):
‘Onderwijsbeleid, training en ontwikkeling.’
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken financiert het Matra Pre-Accessie Programma, waarin kandidaat-lidstaten van de EU op allerlei beleidsterreinen ondersteuning kunnen krijgen van Nederlandse experts. Via mijn werkgever, onderwijsbureau Sardes, ben ik op dit moment betrokken bij twee Matra-onderwijsprojecten in Turkije: een op het gebied van speciaal onderwijs en een op het gebied van voorschools onderwijs. Dit zijn projecten met een hoog Kuifje-in-Afrika-gehalte: een wonderlijke wereld van veel mannen met snorren en nog meer thee, waarbij mijn kennis van de Turkse taal en cultuur me soms goed van pas komt. Als de discussies met het Turkse ministerie van Onderwijs over onderwijsbeleid moeizaam verlopen, barst ik uit in een Turks lied, en als we even niet meer weten hoe we de onderwijspraktijk kunnen veranderen, is het een hele troost als we ons kunnen laven aan de lahmacun, doner of het ijs uit Kahramanmaras. Een korte impressie.
16.15-16.45 Discussie over toekomstig interdisciplinair onderzoek en koppeling naar de praktijk
16.45 borrel
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 10 Apr 2006 10:03:55 +0200
From: "Timothy Colleman" <timothy.colleman@UGent.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060414.html
Subject: Sym: 0604.14: Workshop over 'Contrastive Verb Valency', Gent, wo 26 april 2006
==============================
Workshop over verbale valentie
==============================
Op woensdag 26 april 2006 organiseert de onderzoeksgroep Contragram (‘Contrastive Grammar’) van de Universiteit Gent een workshop over ‘Contrastive Verb Valency’, naar aanleiding van het einde van een zesjarig onderzoeksproject over verbale valentie in het Nederlands, het Frans en het Engels.
Plaats: Universiteit Gent, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte – kamer 514 (5de verdieping), Blandijnberg 2, 9000 Gent, Belgie
Programma:
14.00: Voorstelling van de elektronische ‘Contrastive Verb Valency Dictionary of Dutch, French, and English’ door het Contragram team
14.50: Christopher Butler (Univ. of Wales Swansea), ‘Structural-functional approaches to the semantics and syntax of a lexeme’
16.00: Koffie
16.30: Klaus Fischer (London Metropolitan Univ.), ‘Analytic and descriptive issues in contrasting verb complementation’
17.15: Ludo Melis (KU Leuven), ‘Pronominal verbs in French and Dutch: false friends’
18.00: Receptie
Deelname aan de workshop is gratis, maar met het oog op een vlotte organisatie vragen we wel om vooraf in te schrijven. Dat kan bij Laurence.Dewilde@UGent.be, bij voorkeur voor 20 april.
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 10 april 2006
From: P.J. Verkruijsse <p.j.verkruijsse@uva.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060415.html
Subject: Lit: 0604.15: Pas verschenen: Zolang de wind van de wolken waait. Geschiedenis van de Friese literatuur. (Amsterdam 2006)
==============
Pas verschenen
==============
Zolang de wind van de wolken waait. Geschiedenis van de Friese literatuur. Amsterdam: Bert Bakker, 2006. 400 blz.; ills.; EUR 45,00; isbn 90-351-3017-0.
De laatste tien jaar is ook buiten de provincie Friesland de belangstelling voor de Friese literatuur sterk toegenomen. De poezie en de optredens van Tsjebbe Hettinga hebben ruime waardering gevonden en de dichter Obe Postma is praktisch opgenomen in de Nederlandse canon. Recentelijk roerden jonge Friese dichters hun trom in de bloemlezing ‘Droom in blauwe regenjas’ met de bijbehorende landelijke podiumtoernee. Ook prozaisten als Hylke Speerstra en Trinus Riemersma deden van zich spreken. Het achterliggende verhaal is echter nog nooit in het Nederlands verteld.
Daarin brengt ‘Zolang de wind van de wolken waait’ verandering. Dit boek is er voor mensen die geinteresseerd zijn in literatuur maar voor wie Gysbert Japix, De Tsjerne, Quatrebras, Rixt en D.A. Tamminga namen zijn uit een onbekende wereld, zij het een onbekende wereld om de hoek. Maar ook voor degenen die wel bekend zijn met de literaire traditie in het Fries biedt dit boek een boeiend en hernieuwd overzicht.
Het boek behandelt in tien hoofdstukken, geschreven door tien kenners van het desbetreffende onderwerp, de complete Friese literatuurgeschiedenis vanaf de Oudfriese wetsteksten uit circa 1300 tot de jonge dichters en schrijvers van nu. Kinder- en jeugdliteratuur en toneel komen apart aan bod. Daarnaast worden vergelijkingen gemaakt met de Nederlandse literatuur. ‘Zolang de wind van de wolken waait’ is rijk voorzien van illustraties en door de uitgebreide registers ook te gebruiken als naslagwerk. De uitgave verschijnt onder auspicien van Tresoar, Fries Historisch en Letterkundig Centrum te Ljouwert/Leeuwarden.
Zie ook: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060406.html in dit nummer.
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Monday, April 03, 2006 12:01 PM
From: Anke Passenier via Ben Salemans <salemans@neder-l.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060416.html
Subject: Lit: 0604.16: Pas verschenen: Een nieuwe bewerking van 'Karel ende Elegast' door Anke Passenier (2006)
=============================================
Pas verschenen
Een nieuwe bewerking van ‘Karel ende Elegast’
=============================================
Karel ende Elegast. Het middeleeuwse ridderverhaal op rijm bewerkt door Anke Passenier. Uitgegeven in eigen beheer bij uitgeverij Boekenbent, 2006. ISBN 90-8570-064-7, ISBN 978-8570-064-7, NUR 345, harde kaft, gelamineerd, 70 pagina’s, prijs EUR 12,95 exclusief verzendkosten.
‘Karel ende Elegast’ is een van de oudste en leukste ridderverhalen uit de middeleeuwen en nog steeds nummer een op de leeslijst voor oude letterkunde. Het is een spannend, komisch, wijs en kritisch verhaal, waarin Karel de Grote op dievenpad gaat. Geholpen door Elegast, de verbannen ridder en tovenaar, die als een soort Harry Potter met wonderkruiden en toverkunsten iedereen te slim af is en rijke priesters en bisschoppen en berooft! Het middeleeuwse publiek in de ridderburchten en aan vorstenhoven zal met rode oortjes naar de minstreel hebben geluisterd, want ‘Karel en Elegast’ is een gewaagd verhaal. Ongeveer zo sensationeel als een hedendaags verhaal zou zijn, waarin minister Donner – na een goddelijke ingeving – met een notoire crimineel een kraak gaat zetten bij zijn zwager, de staatssecretaris, en er dan achterkomt dat deze een staatsgreep en een moordaanslag op hemzelf voorbereidt! Een verhaal op het randje dus, met een wijze les: Oordeel niet te snel! Mensen kunnen zich gemakkelijk vergissen en de goeden voor de slechten aanzien en omgekeerd.
Hoewel er verschillende vertalingen en bewerkingen van het verhaal bestaan, is er wel behoefte – vooral onder scholieren – aan een bewerking die gewoon lekker leest en toch de charme van het rijm heeft. Ik heb mijn bewerking gemaakt om een breed publiek van 9 tot 99 zoveel mogelijk te laten proeven van de vaart, het ritme, de humor en de kostelijke scenes van het oude verhaal.
Anke Passenier (1956) studeerde theologie in Utrecht en specialiseerde zich in middeleeuwse teksten op het gebied van ketterij, mystiek en vrouwen, waarover zij regelmatig publiceert. Haar bewerking van Karel ende Elegast is een hommage aan een jeugdliefde, de Middelnederlandse literatuur.
Anke Passenier 2006
U kunt het boek bestellen via http://www.boekenbent.nl (of http://www.boekenbent.com/passenier.htm)
Fragment uit het boek
De boodschap van de engel
Mensen, luister allemaal!
Ik vertel u een verhaal
Waar gebeurd in Ingelheim
In een burcht vlak bij de RijnEens was Koning Karel daar
Voor een grote rijksdag waar
Al zijn trouwe ridders samen
Met hun wapenknechten kwamen’s Nachts tevoren toen hij net
In zijn hoge hemelbed
Was gaan slapen, hoorde hij
Hoe een engel tot hem zei:Koning, tijd om op te staan!
Trek je wapenrusting aan
Pak je schild en grijp je zwaard
Zadel ook meteen je paard!Ga uit stelen, kom sta op!
Anders kost het je de kop
En dan ben je morgen dood
Echt, die kans is levensgroot‘k Heb geen tijd het uit te leggen
Van God zelf moet ik dit zeggen
Schiet op, snel je kleren aan
Of het is met je gedaan!Karel dacht: Wat hoor ik daar?
Ik zie niemand, dat is raar
Ach, het is zo’n vreemd verhaal
Droomde ik het allemaal?Maar toen zei de engel bars:
Sta nu op, wees niet zo dwars
Stelen!! Heb je soms geen oren?
Morgen vroeg ben je verlorenDaarna was de engel weg
Karel riep verbijsterd: Zeg,
Wat betekent dit nu toch
Was het geen gezichtsbedrog?Is de duivel het geweest
Of misschien een boze geest?
Onzin is ’t in elk geval
Want ik heb toch alles al?Waarom zou ik uit stelen gaan
Want wat heb ik daar nu aan?
Ik ben al zo ontzettend rijk
Niemand is aan mij gelijk!Stelen, haha, hoe kom j’ erbij
Heel Europa is van mij!
En dat op bevel van God
’t Is toch tegen zijn gebod?Waarom moet ik zoiets doen
Het is tegen elk fatsoen
Wil God dan wat hij niet wil?
Kan dat zomaar uit een gril?Karel piekerde zich suf
Op den duur werd hij zo duf
Dat hij vreselijk moest gapen
Bijna was hij ingeslapenToen zei de engel nog een keer:
Koning, slaap je nu alweer?
Ga stelen, doe wat God je zegt
Voordat je het loodje legt!
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 11 Apr 2006 14:39:16 +0200
From: Bert Van Raemdonck <bert.vanraemdonck@kantl.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060417.html
Subject: Lit: 0604.17: Pas verschenen: Edward Vanhoutte en Marcel De Smedt (red.). Manuscript - Variant - Genese / Genesis. (Gent 2006)
==============
Pas verschenen
==============
Edward Vanhoutte en Marcel De Smedt (red.). Manuscript – Variant – Genese / Genesis. Gent: KANTL, 2006. 155 blz.; EUR 10,00; ISBN 90-72474-68-6.
Deze nieuwe publicatie van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie presenteert de lezingen van het internationale colloquium Manuscript – Variant – Genese dat op 12 mei 2004 in Leuven plaatsvond.
De studie van manuscripten en varianten en de genese van het literaire werk staat in de moderne editietheorie en -praktijk in het brandpunt van de belangstelling. De bijdragen in dit boek besteden aandacht aan de studie van teksten in handschrift, van handschriftelijke varianten en van varianten tussen verschillende drukken. Ze tonen aan dat het onderzoek naar de genese van het literaire werk in belangrijke mate kan bijdragen tot het vaststellen van een betrouwbare auteurstekst, maar ook tot een betere interpretatie van het werk.
Deze publicatie bevat essays van Yves T’Sjoen, Marcel De Smedt, H.T.M. van Vliet, Joke Debusschere, Dirk Van Hulle, Domenico Fiormonte & Cinzia Pusceddu en Peter Shillingsburg. De eerste vier bijdragen verschijnen in het Nederlands, de laatste drie in het Engels. Edward Vanhoutte schreef een inleidende tekst, en achteraan in het boek zijn van alle essays samenvattingen opgenomen in het Engels.
Inhoud:
- Inleiding – Introduction: Edward Vanhoutte
- ‘Verzen’ en ‘Gedichten’ van Firmin Van Hecke. Tekstgenetische en drukvergelijkende aanzetten voor verder onderzoek: Yves T’Sjoen
- Receptie als onderdeel van de ontstaansgeschiedenis. Stijn Streuvels’ ‘Levensbloesem’: Marcel De Smedt
- De kunst van het schrappen. De ontstaansgeschiedenis van S. Vestdijks ‘Terug naar Ina Damman’: H.T.M. van Vliet
- ‘Minnehandel’ of ‘Liebesspiel’. De genese van de Duitse vertalingen van Stijn Streuvels’ werken aan de hand van de briefwisseling met zijn Duitstalige uitgevers: Joke Debusschere
- Genetic, Electronic and Critical: An Edition of Beckett’s Last Works: Dirk Van Hulle
- The Text as Product and Process. History, Genesis, Experiments: Domenico Fiormonte & Cinzia Pusceddu
- How watching ‘Vanity Fair’ Grow Can Influence How We Read the Novel: Peter Shillingsburg
U kunt het boek bestellen bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, e-mail: secretariaat@kantl.be, +32 (0)9/265.93.45, fax: +32 (0)9/265.93.49
(18)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 13 Apr 2006 22:25:04 +0200
From: "Jan Noordegraaf" <j.noordegraaf@let.vu.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060418.html
Subject: Lit: 0604.18: Pas verschenen: H. Schultink. Constant en variabel in de morfologie. Historiografische studies. (Muenster 2006)
==============
Pas verschenen
==============
H. Schultink. ‘Constant en variabel in de morfologie. Historiografische studies’. Muenster: Nodus Publikationen, 2006. ISBN 3-89323-528-0; 220 blz.; prijs: EUR 38,50, excl. verzendkosten.
In ‘Constant en variabel in de morfologie’ vindt u een twaalftal historiografische studies van de hand van H. Schultink, emeritus hoogleraar Algemene Taalwetenschap in Utrecht. De bundel is samengesteld uit de verschillende Nederlandse en Engelse artikelen die Schultink over een relatief lange periode gewijd heeft aan de geschiedenis van de morfologie, al ligt de nadruk op de publicaties uit de jaren van zijn emeritaat. Het boek is een verslag geworden van het zoeken naar de ‘constanten van het taalkundige denken’. In het interview dat in dit boek is opgenomen, geeft Schultink zijn positie in deze helder aan. Het oudste artikel dat hier is opgenomen, dateert uit 1968, het meest recente stuk is van 1999. Er is een cumulatieve bibliografie en er is een register van namen toegevoegd.
‘Constant en variabel in de morfologie’, dat 220 bladzijden telt, werd bezorgd door Lo van Driel en Jan Noordegraaf.. Het verscheen onlangs bij Nodus Publikationen in Muenster. Degenen die indertijd al ingetekend hebben, krijgen het boek z.s.m. opgestuurd.
De inhoud van het boek is als volgt:
- Woord vooraf
- Epiloog: morfologie in millennia
- Regelmaat in onregelmatigheid. Ten Kate, Van Haeringen en de ANS in historisch perspectief
- Lambert ten Kate en hedendaagse Nederlandse morfologie
- WNT en morfologie (1. Inleiding / 2. Het prefix a- in het WNT / 3. De suffixen -aar en -er in het WNT / 4. De affixen -te en ver- in het WNT / 5. Individuele woorden en de selectie van composita / 6. Het WNT in de morfologie / 7. Morfologie in het WNT / 8. Conclusie)
- Het gebruik van de notie ‘flexie’ in twintigste- en negentiende-eeuwse taalwetenschap
- Herkomst en groei van het begrip ‘productiviteit’ als morfologisch fenomeen
- Productiviteit als morfologisch begrip in het werk van E.M. Uhlenbeck
- Opera virorum omnium bonorum veterum
- Morphology and Meaning: From Bopp to Bob, before and after
- Some Remarks on the Relations between Morphology and Syntax in Twentieth-Century Linguistics
- De studie van de Nederlandse morfologie vanuit wetenschapshistorisch oogpunt (1. Inleiding / 2. Verkleinwoorden / 3. Sterke verba / 4. Samenstellende afleidingen / 5. Conclusies)
- Een eeuw Nederlandse morfologie. De ontwikkelingsgang van een discipline (1. Van het laatste decennium van de negentiende eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog / 2. De jaren tot 1945 / 3. Structuralistische beschouwingswijzen / 4. Generatieve beschouwingswijzen / 5. Functionalistische beschouwingswijzen / 6. Overzichten / 7. De morfologische beschrijving van andere talen dan het Nederlands)
- Bibliografie
- Bij wijze van nabeschouwing (Over de auteur / In gesprek met een morfo-historiograaf / Achtergrondliteratuur / Verantwoording / Bronvermelding)
- Register van namen
(19)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 14 Apr 2006 11:08:38
From: "Jan Noordegraaf" <j.noordegraaf@let.vu.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060419.html
Subject: Lit: 0604.19: Pas verschenen: Adriaen Verwer. Taalkundige geschriften (1701-1711). Bez. en ing. door Ignor van de Bilt. (Muenster 2006)
==============
Pas verschenen
==============
Adriaen Verwer. ‘Taalkundige geschriften (1701-1711). Met de “Letterkonstige, dichtkonstige en redenkonstige schetse van de Nederduitsche tale”, uit het Latijn vertaald door Adriaan Kluit en brieven over taalkunde van Willem Sewel en Arnold Moonen’. Bezorgd en ingeleid door Igor van de Bilt. Deel 50 in de reeks ‘Uitgaven Stichting Neerlandistiek VU’ Muenster: Nodus Publikationen, 2006. ISBN 3-89323-528-0; 350 blz.; prijs: EUR 25,00, excl. verzendkosten.
Bij de Stichting Neerlandistiek VU is verschenen: Adriaen Verwer, Taalkundige geschriften (1701-1711). Met de Letterkonstige, dichtkonstige en redenkonstige schetse van de Nederduitsche tale, uit het Latijn vertaald door Adriaan Kluit en brieven over taalkunde van Willem Sewel en Arnold Moonen. Deze uitgave van het complete taalkundig werk van A. Verwer (c.1655-1717) is bezorgd en ingeleid door Igor van de Bilt.
Dit lijvige boek bevat de tekst van Verwers ‘Lingua Belgicae idea grammatica, poetica, rhetorica’ (1707) met daarnaast parallel afgedrukt de tekst van de achttiende-eeuwse vertaling van dit werk door Adriaan Kluit. Verder zijn de vijf taalkundige ‘brieven’ en de ‘Afscheidtrede’ van Verwer opgenomen alsmede de reacties op die brieven van opponenten zoals W. Sewel (1654-1720) en A. Moonen (1644-1711).
De uitgave is voorzien van een zeventig bladzijden tellende inleiding, waarin een overzicht wordt gegeven van leven en werk van Adriaen Verwer en waarin tevens zijn taalkundige opvattingen aan de orde komen. Aan zijn correspondenten en aan zijn discussie met zowel Sewel als Moonen is ook ruimschoots aandacht besteed. Bovendien zijn een viertal bijlagen en een register toegevoegd. Het boek telt in totaal meer dan 350 pagina’s en kost EUR 25,00 (excl. verzendkosten).
Adriaen Verwer, ‘Taalkundige geschriften (1701-1711)’ is verschenen als deel 50 in de reeks ‘Uitgaven Stichting Neerlandistiek VU’ en is te bestellen bij de Stichting Neerlandistiek VU Amsterdam, De Boelelaan 1105, NL-1081 HV Amsterdam, of bij Nodus Publikationen, Postfach 5725, D-48031 Muenster, BRD.
(20)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 01 Apr 2006 21:46:22 +0200
From: "J.Noordegraaf" <j.noordegraaf@let.vu.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060420.html
Subject: Lit: 0604.20: Pas verschenen: G.J. Luhrman. Studies in rational and humanist grammar. Bezorgd door Jan Noordegraaf en Frank Vonk. Cahiers voor Taalkunde, no. 23. (Amsterdam/Muenster 2006)
==============
Pas verschenen
==============
Bij de Stichting Neerlandistiek VU is onlangs een bundeling verschenen van een aantal artikelen van de Groningse taalkundige G.J. (Hans) Luhrman (1934-2004), ‘Studies in humanist and rationalist grammar’. Met name voor neerlandici interessant zijn studies als ‘Erasmus and Foreign Language Acquisition’ en het uitvoerige en hier voor het eerst gepubliceerde ‘Joannes Daniel van Lennep on the Principles of Language. A Chapter in the History of Pragmatic Rationalist Thought’, waaraan is toegevoegd een fotomechanische herdruk van Joannes Daniel van Lennep, ‘Oratio inauguralis, de linguarum analogia, ex analogicis mentis actionibus probata, publice dicta in choro templi academici’ (Groningen 1752). Van Lennep, lid van de befaamde Nederlandse ‘Schola Hemsterhusiana’, is voor de neerlandistiek van belang omdat hij talrijke bekende achttiende-eeuwers onder zijn gehoor heeft gehad en zijn geschriften later een ruime verspreiding hadden. Onder meer de Duitse taalkundige Wilhelm von Humboldt kende zijn werk.
‘Studies in rational and humanist grammar’, bezorgd door Jan Noordegraaf en Frank Vonk, verscheen als nummer 23 van de reeks Cahiers voor Taalkunde. De prijs is EUR 17,50 (excl. verzendkosten). Het boek, dat bijna 150 pp. telt, kan besteld worden bij de Stichting Neerlandistiek VU, De Boelelaan 1105, NL-1081 HV Amsterdam (ISBN 90-72365-87-9) of bij Nodus Publikationen, Postfach 5725, D-48031 Muenster (ISBN 3-89323-529-9).
(21)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 7 Apr 2006 14:49:01 +0200
From: Etnicom <info@etnicom.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060421.html
Subject: Lit: 0604.21: Pas verschenen: Mehmet Kiris. Standaard Nederlands-Turks woordenboek. (Nijmegen 2006)
==============
Pas verschenen
==============
Mehmet Kiris. Standaard Nederlands-Turks woordenboek. Nijmegen, Uitgeverij Etnicom, 2006. 1216 pagina’s, EUR 49,90, ISBN 9073288444.
Uitgeverij Etnicom brengt een nieuw Nederlands-Turks woordenboek op de markt van de hand van drs. Mehmet Kiris. Dit Standaard Nederlands-Turks Woordenboek kan men met recht beschouwen als het standaardwerk voor vertalers, tolken, studenten en docenten in het vreemde-talenonderwijs.
Het nieuwe woordenboek is vanaf april 2006 via de boekhandel verkrijgbaar en vervangt het Nederlands-Turks woordenboek uit 1993, dat indertijd zeer positief door de media is ontvangen. De inhoud van de toenmalige uitgave is door Kiris en redactie grondig herzien en verbeterd. Het aantal trefwoorden is uitgebreid tot zo’n 55.000 woorden verdeeld over 1216 pagina’s. Nieuwe trefwoorden zijn bijvoorbeeld: ‘bluetooth’, ‘chatroom’, ‘chatten’, ‘dvdspeler’, ‘falafel’, ‘googelen’, ‘gsm-etje’, ‘hangjongeren’, ‘i-pod’, ‘kantoortuin’, ‘lapdance’, ‘mp3-speler’, ‘single’, ’toelatingsbeleid’, ’tsunami’, ‘WIA’, ‘zoekmachine’, etc. Behalve nieuwe trefwoorden zijn ook actuele voorbeelden en uitdrukkingen toegevoegd. Alles is aangepast aan de Woordenlijst Nederlandse Taal van 2005. Het resultaat van dit jarenlange project voorziet in de behoefte aan een gebruiksvriendelijk en hedendaags Nederlands-Turks woordenboek, aangepast aan recente ontwikkelingen.
De woordenboeken van Kiris zijn al meer dan 16 jaar een begrip voor iedereen die zich bezighoudt met de Turkse en Nederlandse taal. De auteur is in 1979 als taalkundige afgestudeerd aan de Haceteppe Universiteit te Ankara. In 1985 is hij begonnen met het samenstellen van zijn woordenboek Nederlands-Turks, indertijd door de pers betiteld als een “pionierswerk”. Dit werd gevolgd door verschillende woordenboeken voor verschillende doelgroepen en de vaktechnische woordenboeken op economisch en juridisch gebied. Naast zijn lexicografische werkzaamheden ontwikkelde de Nijmeegse auteur in de loop der jaren een grammatica- en leermethode Nederlands voor Turks sprekenden. Het doel van zijn werk is om een weg te plaveien die linea recta van het Nederlands naar het Turks loopt. De klassieke omwegen via Engels of Duits daardoor niet meer nodig.
Uitgeverij Etnicom
info@etnicom.nl
http://www.etnicom.nl
(22)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 7 Apr 2006 16:57:47 +0200
From: Samuel Mareel <Samuel.Mareel@UGent.be>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060422.html
Subject: Lit: 0604.22: Pas verschenen: De Fonteine Jaarboek 55 (2005)
==============
Pas verschenen
==============
Zopas verscheen het Jaarboek 55 (2005) van De Fonteine, met daarin de volgende bijdragen:
- Ten geleide
- ‘Een spel op hertoge Karle ons keyser nu es. Een allegorisch toneelspel van Jan Smeken’ door Ton van Bruggen
- ‘Jan de Scheereres Triumphe ghedaen te brugghe ter intreye van caerle. Teksteditie met inleiding en aantekeningen’ door Samuel Mareel
- ‘Een onbekend zeventiende-eeuws bruiloftsspel uit Kalken’ door W.L. Braekman
- ‘De Fonteine in de eerste helft van de achttiende eeuw’ door Freddy van Besien
- ‘Conformisten en rebellen. Visies op de rederijkerscultuur in de Nederlanden (1400-1650)’ door Samuel Mareel
- ‘In Memoriam Gabriel “Gaby” Rabau’ door Dirk Coigneau
Voor binnenlandse afnemers is dit Jaarboek te verkrijgen tegen de prijs van EUR 32,50; voor buitenlandse afnemers zonder BTW-nummer kost het EUR 37,80 en voor buitenlandse afnemers met BTW-nummer (bijvoorbeeld boekhandelaars) EUR 36,10. Deze prijzen zijn inclusief verzendingskosten.
Het bedrag dient te worden gestort op rekeningnummer 000-0301710-40 t.n.v. De Fonteine te Gent met de vermelding “Jaarboek 2005”. Voor buitenlandse afnemers zijn de bankcodes: IBAN: BE 02 0000 3017 1040; BIC: BPOT BEB1
Een lijst met nog beschikbare vroegere jaargangen van het Jaarboek kan worden aangevraagd bij de penningmeester, Bromeliastraat 28, 9040 Sint-Amandsberg of door een mail te sturen naar: de.fonteine@pandora.be
Het Jaarboek 2005 van De Fonteine wordt gratis toegestuurd aan personen die het lidgeld voor 2005 hebben betaald. Het lidmaatschap van De Fonteine bedraagt 20 euro. U wordt lid door overschrijving van dit bedrag op rekening 000-0301710-40 van De Fonteine te 9000 Gent.
(23)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 12 Apr 2006 13:29:43 +0200
From: "Piet Driest" <pdriest@bart.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060423.html
Subject: Lit: 0604.23: Te verschijnen: Piet Driest & Diederik Jansen. Flaubert in Nederland 1870-2005. (Amsterdam 2006)
==============
Te verschijnen
==============
Piet Driest & Diederik Jansen. Flaubert in Nederland 1870-2005. Amsterdam: Autres Directions, 2006. Prijs EUR 12,50, 56 blz., oplage 500 stuks, ISBN: 90-809681-5-3.
Op 21 april 2006 verschijnt bij uitgeverij Autres Directions
Flaubert in Nederland 1870 – 2005
van Piet Driest & Diederik Jansen.
In het voorjaar van 1856, precies 150 jaar geleden, is Flaubert gereed met zijn roman Madame Bovary. Ruim 100 jaar geleden, in 1904, krijgt Nederland zijn eerste Mevrouw Bovary, dat daarna nog drie keer hervertaald en bijna 50 keer herdrukt is.
Piet Driest en Diederik Jansen delen al meer dan 25 jaar een fascinatie voor de schrijver. De directe aanleiding voor de studie is de vraag van de Universiteit van Rouen de herkomst van een artikel van de Nederlandse journalist Smit Kleine te achterhalen. Flaubert schrijft Smit Kleine een brief (27 juni 1877), waarin hij de journalist bedankt voor de vriendelijke woorden die deze in het Vaderland van 18 juni 1877 wijdt aan het zojuist verschenen boek ‘Trois Contes’.
De speurtocht van Driest & Jansen levert een overzicht van vertalingen, meningen, uitgaven en kritieken van en over het werk van Flaubert in Nederland in de voorbije 150 jaar. Couperus, Kloos, Roland Holst, Van Gogh, P.N. van Eyck, Joop Doderer, Joost Zwagermans, Jan Siebelink, Anil Ramdas, Michael Zeeman en vele anderen komen aan bod, evenals het Flaubert-diner van de K.L.Pollstichting in 1994, de toneelbewerking van Madame Bovary uit 1942 en die van Orkater uit 2004, de verfilmingen van o.a. Renoir, Minelli en Chabrol.
Wanneer raakt Flaubert in Nederland bekend, met welke boeken, wanneer verschijnen er vertalingen van deze schrijver en hoe worden deze ontvangen? Niet alleen wil dit boek de lezer deelgenoot te maken van de zoektocht, zij wil ook aan zetten tot het mee speuren naar Flaubert in Nederland.
Bestellen:
- in de boekhandel, ISBN-10: 90-809681-5-3, prijs EUR 12,50
- via overmaken van EUR 15,- naar giro 2462440, t.n.v. P. Driest, Den Haag, o.v.v. ‘Flaubert’ en met opgave van het verzendadres.
Nadere informatie:
http://www.autresdirections.nl/05FLAUBERT/FiN_boek01.html
(24)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 31 maart 2006
From: elisabeth meyer <lillymeyer@hotmail.com>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060424.html
Subject: Rec: 0604.24: Recensie door Elisabeth Meyer van: Het Gaesdonckse-traktatenhandschrift. (Hilversum 2005)
========
Recensie
========
Het Gaesdonckse-traktatenhandschrift. Olim hs. Gaesdonck, Collegium Augustinianum, ms. 16. Diplomatische editie op basis van foto’s uit de Titus Brandsmacollectie bezorgd door Marinus K.A. van den Berg met een beschrijving en een codicologische reconstructie van de bron door Hans Kienhorst. Hilversum, 2005 (Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden, IX). 373 blz.; ills.; EUR 30,00; isbn 90-6550-787-6.
Met het ‘Gaesdonckse-traktatenhandschrift’ is deel IX van de in 1994 begonnen en inmiddels bekende reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden (MVN) verschenen (deel X is al sinds 2004 verkrijgbaar, de nummering richt zich naar de volgorde van planning). Het zijn deel voor deel door uitgeverij Verloren goed verzorgde en tevens mooi ogende boeken, gebonden in linnen, met stofomslag en leeslint; met gemiddeld bijna een deel per jaar zeker ook een levendige reeks. Wie echter geinteresseerd is in de andere publicaties uit deze serie, kan hierover helaas geen informatie in het pas verschenen boek vinden – (hoewel de samenstelling van reeksen toch bijna net zo interessant is als die van verzamelhandschriften!). Ik verwijs daarom naar de website van het Huygens Instituut, onder welks auspicien deze reeks verschijnt: http://www.huygensinstituut.knaw.nl (Projecten-Middeleeuwen-MVN). Dit is trouwens het laatste deel van de MVN dat uitsluitend als gedrukte publicatie verkrijgbaar is. Alle navolgende uitgaven zullen (ook) in digitale vorm verschijnen, bovendien zullen er dan ook kritische tekstedities volgen. Ook hierover is meer informatie op bovengenoemde website te vinden.
‘Het Gaesdoncksche-traktatenhandschrift’ is, tenminste wat de handschriftelijke overlevering betreft, een bijzondere uitgave: er ligt namelijk een codex aan ten grondslag die niet meer bestaat. Het middeleeuwse verzamelhandschrift zelf is tijdens WO II, in 1944, bij de bombardementen op Muenster – waar het juist uit veiligheidsoverwegingen naartoe werd gebracht(!) – verbrand. Dat deze editie nu toch mogelijk is, danken we aan een initiatief van de karmeliet prof. dr. Titus Brandsma, die als expert op het gebied van de Nederlandse mystiek in de jaren dertig van de vorige eeuw foto’s liet maken van werken met zuiver godsdienstige ofwel geestelijke inhoud. De huidige uitgave is op deze foto’s gebaseerd. Het feit dat met deze editie een handschrift bijna letterlijk als een feniks uit de as herrijst, mag wellicht al voldoende reden zijn voor opname in de MVN-reeks. Toch zou een wat meer uitgebreide motivatie voor deze uitgave verhelderend geweest zijn dan (o.a.) gegeven is in het Woord vooraf: ‘Het handschrift is bijzonder wegens de mystieke traktaten die erin staan’ (p. 8). Er bestaan immers relatief veel Middelnederlandse verzamelhandschriften.
Kort iets over de historie van het verloren handschrift. Hiervoor wil ik graag allereerst verwijzen naar de uiterst compacte, informatieve samenvattingen in het Duits en Engels achter in het boek (p. 368-371) en zelfs aanbevelen om deze als introductie tot de editie te lezen. Het papieren handschrift in octavoformaat is ongeveer tussen de jaren 1550-1570 in het Arnhemse regularissenklooster St. Agnes ontstaan. Tijdens de onrustige periode van de Reformatie werd het verzamelhandschrift ondergebracht in het net over de Duitse grens gelegen klooster Gaesdonck, dat sedert 1430 deel uitmaakte van de Congregatie van Windesheim en verantwoordelijk was voor de zielzorg van de zusters van het St. Agnietenklooster. De codex omvatte 267 beschreven folia met 48 verschillende tekstjes en teksten, soms in versvorm maar merendeels in proza, waaronder het passiegedeelte uit een evangelienharmonie (fol. 1r-34v), preken van bekende mystieke auteurs als Eckhart, zijn leerlingen Suso en Tauler en werken van Ruusbroec. Het handschrift dateert uit de 16de eeuw en is een illustratie van de langdurige receptie van mystieke middeleeuwse werken, met name uit de veertiende eeuw in de kringen van de Moderne Devoten. In deze uitgave krijgt de codex de ‘noodnaam’ (p. 8) ‘Het Gaesdonckse-traktatenhandschrift’. Deze moet recht doen aan de heterogene samenstelling van het handschrift, maar concentreert zich in feite te zeer op de in totaal vijf (gelijknamige) ‘Gaesdonckse traktaten’ in het handschrift (fol. 35r-75v). De ‘wordingsgeschiedenis’ van de handschriftennaam wordt in het ‘Woord vooraf’ echter goed toegelicht en dat is prijzenswaardig. Het gaat hierbij immers om een probleem waarmee moderne editoren van handschriften, in het bijzonder van verzamelhandschriften, altijd te maken hebben. Bovendien kan de uiteindelijke beslissing de (wetenschappelijke) perceptie van een codex in niet onbelangrijke mate bepalen. Ik zelf zou de voorkeur hebben gegeven aan een titel die aangeeft dat de codex uit het Arnhemse vrouwenklooster stamt – dit is immers zowel een belangrijk als ook vaststaand gegeven uit de ontstaansgeschiedenis. Maar hoe moeilijk een goede benaming is, blijkt uit het feit dat ik hier geen bondig alternatief kan suggereren.
Na het ‘Woord vooraf’ volgt een uitgebreide inleiding op de teksteditie volgens de ‘Richtlijnen voor de uitgave van de Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden’ (voetnoot: Th. Mertens, Richtlijnen voor de uitgave van Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden. Geredigeerd onder verantwoordelijkheid van de projectcommissie “Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden”. Hilversum, 1994 [ook afgedrukt in het eerste deel van de reeks].). Dit betekent o.a. dat de nadruk ligt op de materiele aspecten, de codicologische en paleografische beschrijving van het handschrift, met name als verzamelhandschrift, en niet bijvoorbeeld op een inbedding in een brede cultuurhistorische context – waarvoor dikwijls langdurig onderzoek vereist is. Op de eerste pagina’s van de inleiding staan de eerder genoemde Nijmeegse hoogleraar Titus Brandsma en het ontstaan van de fotocollectie centraal; die zijn immers van cruciaal belang voor deze uitgave (‘Titus Brandsma en de mystiek’, p. 9-11). Vervolgens wordt de ‘Stand van het onderzoek’ samengevat (p. 11-13). Volgens de ‘Richtlijnen’ moet het hierbij om een bondige uiteenzetting gaan en aan deze eis wordt beslist voldaan. Dat is tegelijkertijd ook spijtig, want juist in dit gedeelte had – tenminste voor zover bekend – nog net iets meer over de inhoud en aard van de in deze codex gecompileerde teksten uit de doeken kunnen worden gedaan. Deze opmerking richt zich echter eerder tegen de richtlijnen voor de MVN-reeks dan tegen de toepassing daarvan in dit deel. Een kritische kanttekening wil ik ten opzichte van een geheel ander, ook minder principieel, punt plaatsen. In het begin van ‘Stand van het onderzoek’ wordt toegelicht, dat de volgorde van de bespreking van de wetenschappelijke publicaties zich richt naar het voorkomen van de teksten in het handschrift waarop ze betrekking hebben (voetnoot 6, p. 11). Dit is echter niet het geval. Zo wordt eerst een editie van ‘Een inwendig sprack der zielen myt Jhesum’, tekst 17 (fol. 164r-v) uit het jaar 1914 genoemd, vervolgens een studie uit 1953 waarin het om de ‘Gaesdonckse traktaten’, teksten 3-7 (fol. 35r-75v), gaat, en dan een bijdrage uit 1980 over het ‘Geestboec’, tekst 16 (fol. 1253-164r) etc. Hierdoor wordt, wat eigenlijk een toegankelijk overzicht had moeten zijn, simpelweg te rommelig. Bovendien verbaast het enigszins om de meest recente publicatie met betrekking tot deze codex – een artikel van Van Dijk over het tweede ‘Gaesdonckse traktaat’ (2002) – uitsluitend in de literatuuropgave (p. 353-357) te vinden; des te meer omdat er na 1945 (overigens om begrijpelijke redenen) zo weinig onderzoek naar dit handschrift werd gedaan.
De codicoloog Hans Kienhorst heeft ook voor dit deel van de MVN-reeks (evenals voor o.a. deel I en VIII) de uitvoerige en nauwkeurige ‘Beschrijving van het handschrift’ (p. 13-37) verzorgd. Zoals in het ‘Woord vooraf’ terecht wordt opmerkt, was het ongetwijfeld een monnikenwerk – en in zekere zin haast criminologisch onderzoek – om aan de hand van foto’s een codex te reconstrueren en te dateren, verschillende handen te onderscheiden etc. Kienhorst kon o.a. op een zeer uitvoerige handschriftenbeschrijving van de Berlijnse bibliothecaris Christ uit het jaar 1910 bouwen. Hij heeft deze echter ook ruimschoots aangevuld en gecorrigeerd. Kienhorst komt tot de conclusie dat het bij het handschrift om een ‘homogenetische composiet’ (p. 20) gaat – een pas in 2004 door de codicoloog Gumbert geintroduceerde term – en dat betekent dat de verschillende (in totaal zeven) eenheden, waaruit het verzamelhandschrift is gecompileerd ‘in dezelfde kringen in dezelfde tijd zijn gemaakt’ (p. 20). Niet geheel zeker is echter of het van meet af aan in de bedoeling lag om de verschillende katernen tot een boek samen te voegen. Een uitdagende vraag voor verder onderzoek dus. Daaruit zou kunnen blijken dat het op het eerste gezicht zo ‘heterogene karakter’ van de teksten (zie verder boven) te veel vanuit ons huidige gezichtspunt is geredeneerd? Wellicht hadden de inhoudelijk verschillende teksten wel alle dezelfde functie in het kloosterleven? In de Duitse en Engelse samenvatting wordt in elk geval gesteld, dat de tekstinterpunctie erop wijst, dat de codex werd gebruikt om hieruit tijdens de maaltijden in de refter voor te lezen (p. 368 en 370). Helaas wordt dit gegeven – waarmee de teksten een redelijk vast omlijnde plaats in het kloosterleven van de 16de eeuw krijgen – pas in de samenvatting voor het eerst vermeld. Deze conclusie aan het eind van het boek komt ook daarom verrassend, omdat de interpunctie in de diverse teksten nogal van elkaar verschilt (zie p. 22-37).
Spannend is het stuk over de ‘Datering en herkomst van het handschrift’ waarin voor het eerst paleografische bewijzen worden geleverd, dat de codex daadwerkelijk aan het St. Agnietenklooster heeft toebehoord. Door een vergelijking met een ander handschrift, dat zeker in dit klooster werd geschreven en waarin de naam van de kopiiste, zuster Alberta van Middachten, is vermeld, kon de passieharmonie (fol. 1-34v) van ‘Het Gaesdonckse-traktatenhandschrift’ aan deze schrijfster worden toegeschreven. Zij was tussen 1542 en 1570 zuster in het Arnhemse klooster. Dit is vanzelfsprekend een belangrijk gegeven voor de datering, maar dit soort feiten doen ons achter middeleeuwse handschriften vooral ook mensen zien.
Dit deel van de MVN-reeks omvat voor het eerst een analyse van ‘De taal van het handschrift’ (p. 39-43) en dat is zeker een waardevolle uitbreiding van de eerder genoemde ‘Richtlijnen’. Deze analyse werd verzorgd door Amand Berteloot en is ook voor niet-taalkundigen goed begrijpelijk geformuleerd. Het taalkundig onderzoek bevestigt enerzijds de herkomst van het handschrift uit de regio Arnhem, maar opent tevens perspectieven voor verder onderzoek naar de herkomst van de teksten, die voor dit boek werden gekopieerd.
Het meest belangrijke en omvangrijke deel van deze pas verschenen uitgave is natuurlijk de accurate – zo ver dit valt te beoordelen aan de hand van de afgedrukte handschriftenfoto’s – teksteditie door Marinus van den Berg (p. 67-351). Het gaat om een diplomatische editie, dus een (verregaand) precieze weergave van de handschriftelijke tekst zonder correcties van fouten etc. ofwel tekstkritiek, zoals voor de MVN-reeks is vastgelegd. Op pagina 60 wordt een korte maar heldere ‘Verantwoording van de editie’ gegeven, waarbij in principe van de ‘Richtlijnen’ wordt uitgegaan en slechts aspecten worden genoemd, die ten opzichte daarvan werden aangepast. Een belangrijke ingreep van de tekstediteur betreft de gekozen lay-out. Terwijl in de inleiding tot de editie juist wordt vastgesteld dat de middeleeuwse kopiisten onder een opvallende ‘horror vacui’ (p. 36) leden, zijn in het drukwerk de afzonderlijke teksten telkens door witregels van elkaar gescheiden en is ook rond de opschriften steeds ruimte gelaten. Een naar mijn mening goede beslissing, omdat hierdoor de afzonderlijke teksten toegankelijker en leesbaarder worden. Toch moet de lezer zich ervan bewust zijn, dat de editeur met deze ingreep tot op zekere hoogte ook tekstinterpreterend bezig is. Hij bepaalt immers duidelijk waar de afzonderlijke teksten eindigen en beginnen. De als bijlage opgenomen ‘Concordantie’ (p. 372-373) geeft echter uitstekend aan dat in vroegere inhoudsbeschrijvingen van deze codex juist op dit vlak soms geheel andere beslissingen werden genomen. Bovendien laten de verschillende opgenomen handschriftenfoto’s de middeleeuwse ‘schrik van het luchtledige’ (bv. afb. 12, 15 en 16) goed zien. In totaal zijn in deze uitgave 18 foto’s van het verbrande handschrift afgedrukt, waaronder van alle handen tenminste een, en deze geven natuurlijk de beste indruk van het oude werk.
De in het geheel zeer goed verzorgde editie wordt afgerond met een drietal nuttige registers op opschriften, incipits en namen & plaatsen (p. 358-363). Met deze uitgave staat het verdere onderzoek naar de inhoud van dit verloren handschrift – waarin een aanzienlijk aantal mystieke teksten uit zowel het Rijnland als ook Brabant en het huidige Noord-Nederland is verzameld – hopelijk niets meer in de weg.
Afsluitend wil ik nog attenderen op de toespraak die dr. R. van Dijk, O. Carm., ter gelegenheid van de presentatie van ‘Het Gaesdonkse-traktatenhandschrift’ op 2 februari 2006 hield: http://www.carmeliteinstitute.nl/gaesd-Trakths%20art.pdf
Elisabeth Meyer
(25)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 06 Apr 2006 09:12:18 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.ru.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060425.html Subject: Col: 0604.25: Linguistisch Miniatuurtje CXII: Boeiuh!
===============================
Linguistisch Miniatuurtje CXII:
Boeiuh!
===============================
Iedere keer als ik het iemand hoor zeggen valt het me weer op. Telkens denk ik: “Hee, wat is dat? Boeien? Dat werkwoord ken ik helemaal niet in die gebruikswijze!” ‘Iets boeit me’, dat ken ik. Maar de uitroep “Boeiuh!” betekent volgens mij het omgekeerde. Je zegt het als iets je juist niet boeit.
Is dit een voorbeeld van jongerentaal? Als ik me niet vergis zijn het voornamelijk jongeren die het roepen. Ik hoorde het voor het eerst zo’n jaar of tien geleden van een dochtertje van een vriend van me. “Boeiuh!” Met zo’n vette klemtoon op de laatste lettergreep. De walging droop ervan af. Er bestond geen twijfel dat datgene waar ze het over had, haar juist niet boeide.
Ik zal wel een ouwe lul zijn, maar ik heb er nooit aan kunnen wennen. En iedere keer denk ik ook: daar moet ik toch eens wat dieper over nadenken. Want je kunt natuurlijk zo’n uiting simpelweg afkeuren, maar ik wil liever begrijpen wat er aan de hand is. Ik ben toch verdorie taalkundige, ik moet toch kunnen beredeneren hoe zo’n uitroep in elkaar zit? Je zou denken: nou ja, een woordje, daar zitten niet veel mogelijkheden in voor grammaticale analyse. Maar dat blijkt reuze mee te vallen.
Het eerste wat er aan “Boeiuh!” opvalt is het karakteristieke intonatiepatroon. Het is altijd een uitroep, en de klemtoon ligt op de laatste lettergreep. Dat is opmerkelijk, want die laatste lettergreep is de schwa, de stomme e, en die draagt in normale gevallen geen klemtoon. Bij het woord ‘boeien’ zou de klemtoon op de eerste lettergreep moeten liggen.
Ik ken eigenlijk maar een ander werkwoord dat vaker met dit intonatiepatroon wordt uitgesproken: ‘lachen’. Of beter: “Lachuh!” Dat roep je als je vindt dat ergens hard om gelachen moet worden. Als ik me niet vergis is dit een voorbeeld van een ‘elatief’, een taalvorm die een bijzondere emotie weergeeft. Hoewel ‘lachen’ in dit patroon uniek lijkt, kun je je wel soortgelijke werkwoorden in die gebruikswijze voorstellen: “Brulluh!”, “Huiluh!”. Een neutraal werkwoord lijkt me ondenkbaar: *”Fietsuh!”, *”Zinguh!”. Misschien “Aanvalluh!”, maar is dat niet toch een beetje anders? Is de intonatie bij “Lachuh!” niet wat sterker dalend aan het eind? Daar moet een goede foneticus nog maar eens naar kijken.
Die intonatie zegt natuurlijk nog niet veel over wat er aan de hand is. Het is een uitroep van bijzondere emotie, OK. Maar hoe zit hij in elkaar? Normaliter gebruik je bij uitroepen van emotie eerder bijvoeglijke naamwoorden: “Mooi!” “Geweldig!”, of meer precies: je gebruikt predicaten. En dat blijkt precies ook de syntactische vorm waarin die bijzondere werkwoorden ook voorkomen: “Die jongen is echt lachen!”, “Het leven is boeiuh!”. Die laatste verzin ik niet, dat blijkt de titel van een weblog op het internet.
Predicatief gebruik van een werkwoord in een elatieve constructie. Maar welk werkwoord is dat, ‘boeien’? De predicatieve betekenis van ‘lachen’ is iets als ‘om te lachen’. Maar ‘om te boeien’, dat ken ik dan weer niet. ‘Ik lach om iets’, prima, maar ‘ik boei (om) iets’? Mij onbekend.
Het normale werkwoord ‘boeien’ valt in de categorie ‘ervaringswerkwoorden’, zoals ‘storen’, ‘ergeren’, ‘amuseren’, ‘verheugen’. Dat zijn werkwoorden die aangeven dat iets een specifieke emotie veroorzaakt. Net zoals je zegt ‘iets stoort mij’, zo zeg je ook ‘iets boeit mij’. Het bijzondere aan bijna al die werkwoorden is dat ze in twee constructies voorkomen: ‘iets stoort me’ en een wederkerende variant ‘ik stoor me aan iets’. ‘Iets verheugt me’ en ‘ik verheug me over iets’, ‘iets amuseert me’ en ‘ik amuseer me met iets’. Er zijn er maar twee die dat niet hebben: ‘bevallen’ (wel ‘iets bevalt me’ maar niet ‘ik beval me aan iets’) en ‘irriteren’ (niet *’Ik irriteer me aan iets’, hoewel het werkwoord hardnekkige pogingen doet om in die constructie geaccepteerd te worden, en naar het lijkt met succes).
Wil ‘boeien’ zich ook in dat volledige patroon nestelen? Dus naast ‘iets boeit me’ ook ‘ik boei me aan iets’? Dat zou kunnen. Het komt een enkele keer voor op het internet: ‘ik boei me daar niet zo aan’, ‘ik boei me daar niet over’, of zelfs ‘in’. Er is zeker geen sprake van massale opmars van deze constructie (het gaat maar om enkele tientallen voorkomens, bijna niets dus eigenlijk), maar het ligt wel een beetje in de lijn van de verwachtingen.
Het probleem bij deze analyse (‘boeien’ is de wederkerende variant van het ervaringswerkwoord) is dat de betekenis van “Boeiuh!” dan omgekeerd is aan wat je zou verwachten. Zoals al opgemerkt zou “Boeiuh!” dan betekenen dat “je je niet aan iets boeit”. Iets is juist niet “om je aan te boeien”. Heel vreemd. Bovendien is elk ander wederkerend werkwoord, ook als het een andere uiting van emotie is (bijvoorbeeld ‘zich schamen’), ondenkbaar in de elatieve variant: *”Schamuh!”, ik kan het me niet voorstellen.
Is het jongeren-ironie? Je ziet het wel vaker: woorden als ‘wreed’, ‘verschrikkelijk’, ‘lauw’ krijgen een positieve betekenis terwijl ze oorspronkelijk negatief zijn. Zou kunnen. Maar ik zie daar geen enkele andere aanwijzing voor. Misschien dat die negatieve oe-klank er iets toe doet. Of ‘Boe’, dat een algemene uitroep van afkeuring is. In het Engels is het zelfs een werkwoord, ‘booing’, samen je afkeuring uiten.
Ho. Stop. Dat is het natuurlijk! Het gaat helemaal niet om het gewone werkwoord ‘boeien’. Het gaat eigenlijk om ‘boeen’, samen ‘boe’ roepen, als uiting van afkeuring. Die j-klank, dat is een halfvocaal die tussen klinkers wordt ingevoegd. Dat kan een w of een j zijn. Blijkbaar is hier voor de j gekozen. Zal wel onder invloed van het bestaande werkwoord ‘boeien’ zijn, maar dat doet er niet eens zoveel toe. Het past precies in het plaatje van de allereerste constatering bij deze analyse: het intonatiepatroon past bij werkwoorden waarmee je uitdrukking geeft aan een specifieke emotie. ‘Lachen’ en ‘boeroepen’. Toch boeiend. Lachuh!
Peter-Arno Coppen
(26)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 Apr 2006 23:09:31 +0200
From: Willem Kuiper <wkuiper@xs4all.nl>
URL artikel: http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/04/060426.html
Subject: Col: 0604.26: Column Willem Kuiper, no. 70: Het evangelie van Judas
=============================
Column Willem Kuiper, no. 70:
Het evangelie van Judas
=============================
Nog maar net bekomen van de Ark van Johan (http://www.neder-l.nl/bulletin/2006/03/060335.html) wordt het ‘Evangelie van Judas’ door ‘National Geographic’ verkondigd. De aan deze publicatie gewijde website deelt ons mede dat het gaat om een:
66-page codex, which contains a text called ‘James’ (also known as ‘First Apocalypse of James’), the ‘Letter of Peter to Philip’, a fragment of a text that scholars are provisionally calling ‘Book of Allogenes’, and the only known surviving copy of the ‘Gospel of Judas’. [cursief van mij, W.K.]
Een codex? Geen boekrol!? Zou het niet kunnen zijn dat de (eenzijdig beschreven) blaadjes waaruit de boekrol was opgebouwd hebben losgelaten? Nee, de site is stellig en de TV-uitzending van afgelopen goede Vrijdag-avond lijkt dit te bevastigen: het zou gaan om een 1700 jaar oude codex (gebonden boek) uit de derde of vierde eeuw van onze jaartelling, geschreven in het Koptisch, de taal van de Egyptische christenen. Het handschrift verkeerde in een onvoorstelbaar slechte conditie, maar dankzij een team van experts en de modernste technieken is men er na jaren werk in geslaagd de fragmenten tot een begrijpelijk verhaal te ordenen en te conserveren voor hen die na ons komen.
De fragmenten zijn gevonden in de Egyptische woestijn. Niet door amateur- of beroepsarcheologen, maar door – als ik moet afgaan op wat ik op ‘Radio 1’ gehoord heb – schatgravers. Gewetenloze zandjutters die gis genoeg zijn om te weten dat wat zij vinden van onschatbare waarde kan zijn voor westerse kapitalisten. Natuurlijk moet elke archeologische vondst volgens de Egyptische wet aangemeld worden, maar op die manier kun je als goudeerlijke stroper nooit aan je zilverlingen komen. Als gevolg van de illegaliteit van de vondst moest deze onder erbarmelijke omstandigheden verborgen gehouden worden – waaronder het vriesvak van een koelkast – en vervolgens het land uit gesmokkeld. Nu de tekst is uitgegeven, vertaald en geconserveerd zal hij worden teruggegeven aan het land van herkomst. Een waarlijk groots gebaar!
De andere teksten in de codex worden genoemd maar ook niet meer dan dat. Alle aandacht gaat uit naar de tekst die – in de Engelse vertaling – eindigt met de woorden “The Gospel of Judas”. Uit de tekst blijkt namelijk ondubbelzinnig dat het gaat om Judas Iscariot, de twaalfde apostel, die Jezus voor dertig zilverlingen verried, nota bene met een kus!
In West-Europa heeft dit verraad van de Heer zo’n diepe indruk gemaakt dat de naam Judas besmet geraakt is. Geen vader hier die zijn zoon Judas noemt, anders dan om hem voor verrader uit te schelden. Hier is Judas de Judas, en de Judas is Judas Iscariot. In de Verenigde staten van Amerika ligt dat anders. Daar lieten de christenen die er vanaf de zeventiende eeuw hun toevlucht zochten zich niet zozeer inspireren door apostelen- en heiligennamen – zoals hier gebruikelijk vanaf ca. AD 1200 – maar door de wereld van het Oude Testament, met als gevolg daarvan een scala aan namen die je aan deze kant van de Atlantische Oceaan niet snel of vaak zult tegenkomen, waaronder Judas. Deze Judas is dus niet de door ons zo verachte Judas Iscariot en evenmin de volstrekt kleurloze apostel Judas Taddeus, maar de geweldenaar Judas de Makkabeeer, de held van het gelijknamige deuterocanonieke bijbelboek, dat iedereen zou moeten (her)lezen die een mening denkt te hebben over religieus fundamentalisme.
Wie was Judas Iscariot en wat weten wij van hem?
Gedurende de Middeleeuwen kon men zijn biografie lezen in de ‘Legenda aurea’, de Gouden Gids van apostelen, heiligen en kerkelijke feesten. In de legende van de apostel Mathias, de opvolger van Judas Iscariot, lezen wij dat er in Jeruzalem een man woonde die Ruben heette – ook wel Symeon genoemd – geboren uit de stam van Juda(s), de derde zoon van aartsvader Jacob. Deze Ruben had een vrouw Cyboria genaamd. Op zekere nacht bekent Ruben Cyboria op een volstrekt legitieme wijze. Eenmaal in slaap gevallen krijgt Cyboria een angstdroom, waarin zij een zoon baart die de ondergang van zijn volk zal bewerkstelligen. Ruben reageert geergerd en zegt dat zij door een demon voor de gek gehouden is. Cyboria echter neemt de droom serieus: als zij deze nacht zwanger geworden is van een zoon dan is wat haar betreft de voorspelling waarachtig.
Als er inderdaad een zoon geboren wordt, verkeert Ruben in dubio. Heeft zijn vrouw gelijk dan is het beter het kind te doden, maar welke vader doodt zijn (eerstgeboren?) zoon? De kleine Judas wordt in een mandje in zee gezet, en het wordt aan God zelf overgelaten dit kind ofwel te (laten) verdrinken dan wel in leven te laten. Mand en baby spoelen aan op het eiland Scariot en worden aan het strand gevonden door de kinderloze en dus doodongelukkige koningin. Zij vindt het kind dermate mooi dat zij besluit het te adopteren en als haar eigen zoon aan de koning te presenteren.
Wat ook nu nog wel gebeurt na een adoptie: de koningin wordt zwanger en bevalt van een zoon. Vanaf dat moment wordt Judas verteerd door afgunst, het echte kind van de koningin is ‘natuurlijk’ in alles superieur. Uit nijd treitert en knoeit Judas zijn jongere broer voortdurend, waarvoor hij ferm op zijn lazer krijgt van de koningin. Als de echte zoon oud genoeg is om te begrijpen dat Judas niet zijn echte broer is, scheldt hij hem uit voor vondeling. Een grotere belediging is moeilijk denkbaar en dus doodt Judas de prins van Scariot, en maakt vervolgens dat hij weg komt. Als Judas Iscariot arriveert hij in Jeruzalem, waar hij een baan krijgt aan het hof van Pylatus. Daar bevalt hij zo goed – soort zoekt soort – dat hij benoemd wordt tot hoofd van de huishouding.
In zijn functie als drossaard maakt Judas het mee dat Pylatus – als ware hij een zwangere vrouw – een onbedwingbare trek krijgt in de appelen die groeien in de boomgaard van de buurman. Judas klimt over de muur van de boomgaard en in de boom om wat appels te plukken. Als de buurman hem hierop aanspreekt, ontstaat een gevecht dat Judas in zijn voordeel beslecht door de man met een steen op het hoofd te slaan. De weduwe krijgt Judas Iscariot als echtgenoot toegeschoven.
Op een nacht als Judas net in slaap gevallen is – men denke aan Enide in Chretien de Troyes’ ‘Erec et Enide’ – barst zijn echtgenote in een jammerklacht uit: eerst heeft zij haar kind in zee moeten verdrinken, vervolgens heeft zij haar man verloren, en toen zij daarover bij Pylatus haar beklag deed, gaf deze haar, tegen haar zin, een nieuwe echtgenoot. Judas realiseert zich nu dat hij zijn vader gedood heeft en zijn moeder tot vrouw genomen…
Bij wijze van zelf opgelegde taakstraf wendt Judas zich tot Jezus, die hem als twaalfde en laatste apostel opneemt en hem opdraagt de kas te beheren. Judas – een vos verliest wel zijn haren… – maakt van zijn functie misbruik door tien procent van alle aalmoezen die aan Jezus en zijn apostelen gegeven worden, achterover te drukken. Toen hij er getuige van was dat Maria Magdalena voor 300 zilverlingen balsem uitstortte over Jezus’ voeten, vond hij dat een zinloze verspilling. Niet omdat die balsem verkocht had kunnen worden en het geld aan de armen uitgedeeld, maar omdat hij nu naar zijn 10 procent kon fluiten. Uit nijd verkocht hij daarom Jezus voor dertig zilverlingen. Te laat kreeg hij hier spijt van, en in een staat van wanhoop verhing hij zich.
Hoewel Jacob van Viareggio dit verhaal onder voorbehoud doorvertelt – “Legitur enim in quadam hystoria licet apocrypha” – de Middelnederlandse vertaler versimpelt de waarheid tot: ô Men leest in een historie […].
Natuurlijk heeft elke geletterde middeleeuwer in dit ‘Leven van Judas’ het ‘Leven van Mozes’ alsook het ‘Leven van Oedipous’ herkend. Ruben is de naam van de oudste zoon van aartsvader Jacob, maar omdat de evangelist Johannes ene Sym(e)on (Iscariot) als vader van Judas noemt, wordt ook die vermeld.
Dat het verhaal volstrekt ongeloofwaardig is – het eiland Scariot bestaat niet – is tot daar aan toe. Kwalijker is de voorstelling van zaken als zou Judas zijn Heer niet om ideologische, religieuze, politieke of relationele redenen verraden hebben, en evenmin na rijp beraad, maar in een opwelling van nijd en enkel en alleen om geld. Dat Judas van nature nijdig was en impulsief is, lazen wij in zijn biografie. En daarmee is het bewijs geleverd.
Maar waarom had men eigenlijk Judas als verrader nodig? Omdat Jezus als twee druppels water op de apostel Jacob(us de Mindere) leek. Hun uiterlijke gelijkenis was zo groot – eeneiige tweeling? – dat men Jacob wel de broer van Jezus noemde. Dat was hij niet volgens het ‘Leven van Anna’, de oma van Jezus. Jacob was niet meer dan een volle neef, namelijk de zoon van Alpheus en Maria Jacobi, de laatste een (half)zuster van Maria, de moeder van Jezus. Jacob had drie jongere broers: Symon de Zeloot, Judas Thadeus en Jozef de Rechtvaardige.
Toen koning Herodes de Grote op zoek was naar de kleine Jezus nam hij geen halve maatregelen. Hij liet in Bethlehem alle jongetjes tot en met twee jaar oud uitmoorden in de hoop dat de Jezus die hij zocht daartussen zat. Waarom werd Jezus niet samen met al zijn apostelen gearresteerd? Waarom moest Judas Hem met een kus verraden, zodat Jezus als enige gevangengenomen kon worden. Vanwaar die individualiteit en subtiliteit in een maatschappij waar het er in werkelijkheid ontiegelijk veel collectiever, ongenuanceerder en wreder aan toeging?
Wie de moeite neemt het ‘Leven van Judas de Makkabeeer’ te lezen gevolgd door de corresponderende hoofdstukken van de ‘Joodse Oudheden’ en de ‘Joodse Oorlog’ van (Flavius) Josephus gaat nog veel meer verhalen ongeloofwaardig vinden. En wie de moeite neemt ‘James the brother of Jesus’ van Robert Eisenman te lezen, gelooft niets meer van wat er in de canonieke en deuterocanonieke evangelien – het ‘Evangelie van Judas’ incluis – over Judas Iscariot geschreven en verteld wordt.
Zijn complex betoog samenvatten valt niet mee, maar het komt er volgens Eisenman op neer dat er een hooglopend conflict ontstond tussen enerzijds de orthodox Joodse familie van Jezus en anderzijds Paulus, een bekeerling met een ronduit dubieuze reputatie: tot zijn bekering had hij als Saulus met het Romeinse gezag gecollaboreerd. Volgens Jezus’ familie was Jacob(us de Mindere) de ware opvolger, maar diens geestelijk leiderschap werd aangevochten door degeen die wij kennen als de apostel Paulus. Deze Paulus – die Jezus nooit gezien of gespoken had – claimde door goddelijke ingeving te weten wat Jezus werkelijk bedoeld had, en dat was heel wat anders dan een strikte naleving van de Oude Wet. Terwijl Jacob en zijn volgelingen het leven lieten door moord en zelfmoord kon Paulus met instemming en goedvinden – en volgens Thijs Voskuilen zelfs in opdracht – van de Romeinse autoriteit de nieuwe leer verkondigen.
Die nieuwe leer was even pro-Romeins als anti-Joods: de volgelingen hoefden zich niet te laten besnijden, de boodschap van Jezus Christus was superieur aan de Wet van Mozes en de Romeinse overheid moest gehoorzaamd worden, aangezien zij heerste bij de gratie Gods. Voor de kruisdood van Jezus mocht het Romeins gezag in de persoon van Pylatus zich de handen in onschuld wassen. Jezus was immers verraden door een Jood, die ook nog eens de exemplarische Joodse naam Judas droeg, zoals ook theoloog Bert Aalbers opmerkte in de aan het Judas-evangelie gewijde TV-uitzending van de NCRV, afgelopen Goede Vrijdag-avond. Daarmee werd kwaadaardig gesuggereerd dat het niet om de daad van een enkeling ging als wel van een heel volk. Niet de Romeinen maar de Joden hadden Jezus in staat van beschuldiging gesteld, Zijn kruisdood geeist en afgedwongen, ondanks matigend optreden van de Romeinse overheid. Tenslotte hadden de Joden en masse de bloedwraak voor deze justitiele moord over zichzelf afgeroepen!
Aan de juistheid van deze voorstelling van zaken kan men zelfs op basis van de canonieke evangelien twijfelen, maar daar gaat het nu niet om. Het gaat nu om Judas Iscariot.
Judas Iscariot heeft nooit bestaan. De toenaam Iscariot is volgens Eisenman een verbastering van Sicarier. De Sicariers – letterlijk messetrekkers – vormden de militante vleugel van de Zeloten, waarover men in de ‘Joodse Oorlog’ van (Flavius) Josephus kan lezen. Sim(e)on Iscariot was niet zijn vader, maar geent op Simon de Zeloot, zoals Judas zelf geent was op Judas de broer van Simon de Zeloot, de broer van Jacob(us de Mindere) en Jezus zelf…
Wie geinteresseerd is in de ‘ware wereld’ van het Nieuwe Testament zal teleurgesteld zijn na lezing van het ‘Evangelie van Judas’. Het bevat geen ‘hoor en wederhoor’ en nauwelijks extra informatie. Wat het wel doet, is expliciet het bestaan van Judas Iscariot en diens ‘overlevering’ van de Heer erkennen. Hoewel de canonieke vertaling ‘verraden’ onjuist is – ‘overgedragen aan’ schijnt accurater te zijn – is er dit keer geen sprake van zilverlingen. Het lijkt er zelfs op alsof Judas Jezus’ helper was: hij gaf Hem het laatte zetje om zijn goddellijke missie te volbrengen.
Deze redenering kom je ook tegen in middeleeuwse debatten tussen Joden en christenen, geschreven door christenen. De Joden verdedigen zich tegen de dood van Jezus door te zeggen dat Hij gedood moest worden om de mensheid te kunnen verlossen. Met andere woorden: Judas was een werktuig in de hand Gods. Nee, zeggen de christenen dan: Judas verried Jezus niet om wille van de Verlossing, maar uit ordinaire geldzucht! Een voorstelling van zaken die wonderwel overeenstemde met het beeld van de Joodse geldhandelaar, een van de pijlers van het historische en hedendaagse antisemitisme.
Volgens Eisenman zijn de nieuwtestamentische brieven (van Paulus) de oudste documenten van het christendom. Maar het beeld dat daarin van Jezus en van Zijn leer en levenswandel wordt geschetst is een karikatuur van de historische werkelijkheid. Niet voor niets luidt in de Dode Zee-rollen de taboenaam van de voormalige christen-vervolger Saulus, de latere Paulus: de Leugenaar. Op instigatie van Paulus werd – volgens Eisenman en ik geloof hem – het boek ‘Handelingen der apostelen’ ingrijpend herschreven om de rol en het belang van Jacob te kleineren en te marginaliseren. Daarna pas – op zijn vroegst na de inname van Jeruzalem in AD 70 maar m.i. (veel) later, want de chronologie in de evangelien klopt van geen kant – werden de evangelien geschreven. Tegen die tijd kon Paulus c.q. zijn factie als overwinnaar zijn beeld van de door hem vergoddelijkte Jezus Christus canoniseren. Jezus is niet verraden door Judas, maar door Paulus!
Literatuuropgave:
- Robert Eisenman, ‘James the Brother of Jesus. Volume I: The Cup of the Lord’. London 1997.
- Thijs Voskuilen, ‘Alias Paulus. De grondlegger van het Christendom als geheim agent van Rome’. Amsterdam 2002.
Links:
- National Geographic over het ‘Evangelie van Judas’: http://www9.nationalgeographic.com/lostgospel NCRV-televisie, ‘De ware Judas’ te zien op www.omroep.nl onder Uitzending gemist: http://www.ncrv.nl/ncrv/home?nav=iyxxtCsHtGATUGocC
- Robert M. Price, ‘Robert Eiseman’s ‘James the brother of Jesus’: A Higher-Critical Evaluation’, op: http://www.depts.drew.edu/jhc/rpeisman.html
(27)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar salemans@neder-l.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | Willem.Kuiper@uva.nl, naar P.J.Verkruijsse@uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of naar | | P.A.Coppen@let.ru.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0604.a --------------------------*
Laat een reactie achter