Subject: | Neder-L, no. 0903.b |
From: | “Ben B.J. Salemans” |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Tue, 31 Mar 2009 06:02:35 +0200 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Zeventiende-jaargang----- Neder-L, no. 0903.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 0903.29: Evenementenagenda, met: | | 01. Leeuwarden: Dag van de Friese taalkunde 2009 | | (call for papers), vr 23 oktober 2009 | | (2) Med: 0903.30: Overleden: Patricia De Martelaere (16 april 1957 - | | 4 maart 2009) | | (3) Med: 0903.31: Arthur Japin gastschrijver aan Groningse universiteit;| | openbare optredens op ma 28 september, ma 5 en ma 12 | | oktober 2009 | | (4) Med: 0903.32: Studenten ontsluiten middeleeuws boek 'Der Dieren | | Palleys' over geneeskrachtige werking van dieren' op | | wiki-wijze | | (5) Med: 0903.33: De oudste Nederlandse mop gaat over een schele | | heilige (Sint Servaas) | | (6) Med: 0903.34: Toegekende prijzen 2009 door de Maatschappij der | | Nederlandse Letterkunde; uitreiking in Leiden op za 6 | | juni 2009 | | (7) Med: 0903.35: Lezingenreeks Goossens 'Historische grammatica van | | het Nederlands en zijn dialecten' op tien | | vrijdagmiddagen, Antwerpen, mei - november 2009 | | (8) Med: 0903.36: Presentatie DW&B-themanummer (april 2009) 'Dead men | | walking', tijdens symposium van Studying Criticism | | Across Borders (SCARAB), Nijmegen, do 16 april 2009 | | (9) Med: 0903.37: VAL-doctorandidag, Leuven, vr 15 mei 2009 (deadline | | abstracts: wo 15 april 2009) | |(10) Med: 0903.38: Taalunie ondersteunt historisch letterkundigen in | | Europa; bijenkomst in Budapest op zo 24 mei 2009 | |(11) Med: 0903.39: Opening Taaluniecentrum NVT in Brussel op wo 1 april | | 2009 (geen grap) | |(12) Med: 0903.40: Jury Prijs der Nederlandse Letteren 2009 ingesteld | |(13) Web: 0903.41: Taalschrift maart 2009 verschenen | |(14) Lit: 0903.42: Tiele-lezing 2009 in druk verschenen | |(15) Lit: 0903.43: Van Dale introduceert 'Mijn Derde Van Dale' voor | | kinderen vanaf 6 jaar | |(16) Lit: 0903.44: Pas verschenen: Thomas Vaessens. De revanche van de | | roman. Literatuur, autoriteit en engagement. | | (Nijmegen 2009) | |(17) Lit: 0903.45: Pas verschenen: Vooys 27.1 - met een themadossier | | over Engagement in de letteren | |(18) Lit: 0903.46: Pas verschenen: Jose Buschman. Een dandy in de Orient.| | Louis Couperus in Afrika. De Parelduikerreeks, no. 3. | | (Amsterdam 2009) | |(19) Lit: 0903.47: Te verschijnen: Lisa Kuitert. De lezende Lucebert. | | (Nijmegen 2009) | |(20) Lit: 0903.48: Te verschijnen: Greet Draye. Laboratoria van de natie.| | Nederlandstalige literaire genootschappen in | | Vlaanderen over politiek, literatuur en identiteit | | 1830-1914. (Nijmegen 2009) | |(21) Lit: 0903.49: Te verschijnen: Frits van Oostrom, Hubert Slings | | (red.). De canon van Nederland - De vijftig vensters | | voor kinderen. Van Pluk tot Willem van Oranje. | | (Amsterdam 2009) | |(22) Lit: 0903.50: Pas verschenen: Nieuw nummer Onze Taal, april 2009 | |(23) Sym: 0903.51: Workshop 'Rond de bronnen van Kellendonks | | schrijverschap', Leiden, di 31 maart 2009 | |(24) Sym: 0903.52: Studienamiddag: 'Het beeld van de dichter', Gent, do | | 23 april 2009 | |(25) Sym: 0903.53: Studienamiddag 'Welkom in de Felix Claeslaan! | | Literair erfgoed in het straatbeeld', Antwerpen, wo | | 22 april 2009 | |(26) Sym: 0903.54: Studiedag 'Impulsen voor het literatuuronderwijs', | | Amsterdam, vr 15 mei 2009 | |(27) Sym: 0903.55: Congres 'Die sichtbare Welt', Visualitaet in der | | niederlaendischen Literatur und Kunst des 17. | | Jahrhunderts, Keulen, vr 2 - za 3 oktober 2009 (Call | | for papers) | |(28) Sym: 0903.56: Geen Daden Maar Woorden Festival, Den Bosch, za 16 | | mei 2009 | |(29) Col: 0903.57: Column Willem Kuiper, no. 72: Wiki-wijs | |(30) Informatie over Neder-L | | | *------------------------- ----------ma-30-maart-2009-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 26 maart 2009
From: F.Petiet <f.petiet@uva.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090329.html
Subject: Rub: 0903.29: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
Leeuwarden, Fryske Akademy, It Aljemint, Doelestraat 2-4, Leeuwarden
Dag van de Friese taalkunde 2009, vrijdag 23 oktober 2009 (collegevrije week)
- Het Taalkundich Wurkferban van de Fryske Akademy organiseert dit jaar voor de derde keer de Dag van de Friese Taalkunde. Deze dag heeft een informeel karakter en is bedoeld voor iedereen die zich direct of indirect bezig houdt met de taalkunde van het Fries: grammatica, fonetiek/fonologie, naamkunde, lexicologie, sociolinguistiek, historische taalkunde, enz. In de lezing kan over wetenschappelijk onderzoek gerapporteerd worden, maar presentaties van onderzoeksplannen, van speculaties of van taaldatabanken zijn ook welkom. Lezingen kunnen gehouden worden in alle talen behorende tot de West-Germaanse taalfamilie. De lezingen duren 30 minuten, 20 minuten lezing plus 10 minuten discussie.
Stuur een abstract van een halve A4 met naam en adres naar: wvisser@fryske-akademy.nl. Of met de gewone post naar: Fryske Akademy, Taalkundich Wurkferban, Postbus 54, 8900 AB Ljouwert/Leeuwarden.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 26 maart 2009
From: Francien Petiet <f.petiet@uva.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090330.html
Subject: Med: 0903.30: Overleden: Patricia De Martelaere (16 april 1957 - 4 maart 2009)
================================================================
Overleden: Patricia De Martelaere (16 april 1957 – 4 maart 2009)
================================================================
Op 51-jarige leeftijd is filosofe en auteur Patricia De Martelaere overleden. De Martelaere studeerde wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit Leuven. Later was ze werkzaam als hoogleraar wijsbegeerte aan diezelfde universiteit en later aan de Katholieke Universiteit Brussel. De Martelaere schreef romans en essays en heeft voor haar werk meerdere prijzen in ontvangst mogen nemen, waaronder de Gouden Uil. De Martelaere overleed aan een hersentumor. Zie voor meer informatie en haar bibliografie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Patricia_De_Martelaere
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 24 maart 2009
From: <communicatie@rug.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090331.html
Subject: Med: 0903.31: Arthur Japin gastschrijver aan Groningse universiteit; openbare optredens op ma 28 september, ma 5 en ma 12 oktober 2009
=====================================================
Arthur Japin gastschrijver aan Groningse universiteit
=====================================================
Arthur Japin is de nieuwe gastschrijver van de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf september 2009 verzorgt hij werkcolleges over geschiedenis en fictie en geeft hij publieke lezingen over zijn schrijverschap en de rol daarin van werkelijkheid en fictie. Het gastschrijverschap van Arthur Japin begint met een openbaar interview. De openbare optredens vinden plaats op de maandagavonden 28 september, 5 en 12 oktober in de Aula van het Academiegebouw (20.00-21.30 uur). De werkcolleges worden gegeven aan een geselecteerde groep studenten.
Programma
Maandag 28 september – Openbaar interview met Arthur Japin over zijn schrijverschap en werk
Maandag 5 oktober – Lezing: Over Liefde in de Archieven
Vanaf het moment dat de romanschrijver valt voor zijn hoofdpersoon vult hij de hiaten in de geschiedenis op met zijn eigen fantasie. Hoe creeer je door middel van dit samengaan van feit en fictie nieuwe mogelijkheden?
Maandag 12 oktober – Lezing: De Vierde Wand
Een auteur staat te midden van zijn materiaal als een toneelspeler in een decor en moet zich dwingen zijn eigen bedenksels voor waar aan te nemen. Over de oorsprong en noodzaak van de verbeeldingskracht als stijlmiddel.
Werkcolleges: De Waarheid verzonnen
Fictie biedt zowel de schrijver als de lezer de gelegenheid een geschiedenis weer tot leven te doen komen. In de werkcolleges gaat Arthur Japin met de studenten op zoek naar de mogelijke bronnen van hun eigen schrijverschap. Op welke manier zijn die het beste aan te boren?
Arthur Japin
Arthur Japin (1956) studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam om daar vervolgens de theaterschool te doorlopen, waar hij in 1982 afstudeerde. Hij speelde diverse rollen voor radio en televisie en op toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. Ook zong hij een kleine rol bij de Nederlandse Opera.
In 1996 debuteerde hij als schrijver met de verhalenbundel ‘Magonische verhalen’. Bij het grote publiek brak hij door met de historische roman ‘De zwarte met het witte hart’, dat wereldwijd vertaald werd. Voor zijn roman ‘Een schitterend gebrek’ (2004) ontving hij de Libris-prijs en zijn laatste roman ‘De overgave’ (2007) werd bekroond met NS Publieksprijs 2008. Zijn werk wordt wereldwijd vertaald. Ook schreef hij een operalibretto en filmscenario’s zoals voor ‘De Vliegenierster van Kazbek’, die dit najaar in de bioscopen te zien zal zijn. Arthur Japin is de vaste presentator van de komische tv-quiz QI.
Gastschrijverschap
Sinds 1986 is aan de Rijksuniversiteit Groningen elk najaar een gastschrijver verbonden. De gastschrijver verzorgt openbare lezingen en een reeks werkcolleges. Arthur Japin is de 24e gastschrijver. Eerdere gastschrijvers aan de Groningse universiteit waren onder meer Dick Hillenius, Doeschka Meijsing, Willem Wilmink, Monica van Paemel, Willem Jan Otten, Gerrit Krol, Nelleke Noordervliet, Bernlef, Rutger Kopland, Joost Zwagerman, Thomas Rosenboom, Bas Heijne, Koos van Zomeren, Tonnus Oosterhoff, Marjolijn Februari, Esther Jansma en Kader Abdolah. De organisatie van het Gastschrijverschap is in handen van de RUG en Studium Generale Groningen.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 11 maart 2009
From: Kessel, A. van" <A.vanKessel@communicatie.ru.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090332.html
Subject: Med: 0903.32: Studenten ontsluiten middeleeuws boek 'Der Dieren Palleys' over geneeskrachtige werking van dieren' op wiki-wijze
==========================================================
Studenten ontsluiten middeleeuws boek ‘Der Dieren Palleys’ over de geneeskrachtige werking van dieren op wiki-wijze
==========================================================
In 1520 verscheen in Antwerpen het boek ‘Der Dieren Palleys’, een Nederlandse bewerking van de Latijnse ‘Hortus Sanitatis’ uit 1491. ‘Der Dieren Palleys’, een laatmiddeleeuwse ‘literaire zoo’, is niet erg bekend, ook niet onder letterkundigen. Maar daarin komt verandering, want studenten Nederlandse taal en cultuur van de Radboud Universiteit Nijmegen werken hard aan een populairwetenschappelijke bloemlezing. Ze doen dat op een bijzondere manier, namelijk op ‘wiki-wijze’. En die manier van werken maakt hen ‘vreselijk fanatiek’.
Johan Oosterman, hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit, stelde ‘Der Dieren Palleys’ centraal in een mastercollege dat draaide om de vraag: wat komt er kijken bij de uitgave van een middeleeuws boek voor een modern publiek?
Editeren, de wiki-way
“Een van de eerste en meest tijdrovende dingen die moeten gebeuren, is: het transcriberen van zestiende-eeuwse, slecht leesbare letters naar hedendaagse letters. In eerdere colleges liet ik iedere student wekelijks twee pagina’s transcriberen en twee pagina’s van een ander controleren. Dat gaat — maar langzaam. Bovendien kunnen studenten niet van elkaar zien wat ze doen en hoe ze bepaalde problemen oplossen. Wat doe je bijvoorbeeld met evidente drukfouten? En wat met afbrekingen en leestekens?”
Oosterman bedacht er wat op: hij maakte een Wikipedia-pagina aan waarin studenten konden werken aan de transcriptie en correctie van ‘Der Dieren Palleys’. “Na een paar weken werden ze vreselijk fanatiek. Door de logboekfunctie kon ik zien dat ze ’s nachts om twee uur nog aan het werk geweest waren. In een week of tien werd het hele boek, met 386 lemma’s, door zeven studenten verwerkt.”
Dichtbij de praktijk
Maar om een groot publiek te bereiken, is meer nodig. Teksten moeten vertaald worden naar modern Nederlands, er moet materiaal komen voor een toelichting op de tekst en het boek. “Een student vergeleek de Nederlandse en Latijnse versie van de tekst, een ander onderzocht hoe deze tekst zich verhoudt tot het genre van het bestiarium en zo waren er meer deelonderzoekjes. In de colleges hebben we afspraken gemaakt om te voorkomen dat er dubbel of zinloos werk gedaan werd. Maar ik wil dat mastercolleges zo dicht mogelijk aansluiten bij de onderzoekspraktijk en daarom heb ik ze zo veel mogelijk zelf laten doen.”
Twee maanden wachten
“Ze hebben zelf een opzet gemaakt voor een bloemlezing. Ze hebben ook voorbeeldpagina’s gemaakt van hoe het er dan uit zou moeten zien. Dat hebben ze naar een uitgeverij gestuurd en die heeft ‘ja’ gezegd. Overigens hebben ze daar twee maanden op moeten wachten en ook toen heb ik niet even gebeld. Dat vonden ze maar niks, totdat ik uitlegde dat ook dat bij het proces hoorde waar het hele college om draaide.”
De uitgeverij heeft als voorwaarde gesteld dat Oosterman het project begeleidt “en dat doe ik natuurlijk graag. Maar de studenten doen het meeste werk en ik heb er alle vertrouwen in dat de kopij na de zomer kan worden ingeleverd.”
De tekstuitgave van (een selectie uit) ‘Der Dieren Palleys’, bezorgd en van commentaar voorzien door studenten Nederlands van de Radboud Universiteit Nijmegen, zal verschijnen bij Uitgeverij Verloren, Hilversum.
Zie voor foto’s: http://www.ru.nl/wetenschapsagenda/editie13
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 20 maart 2009
From: Communicatie <communicatie@meertens.knaw.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090333.html
Subject: Med: 0903.33: De oudste Nederlandse mop gaat over een schele heilige (Sint Servaas)
======================================================
De oudste Nederlandse mop gaat over een schele heilige
======================================================
Ter gelegenheid van de Wereldverteldag maakt het Meertens Instituut bekend dat de oudste Nederlandse mop over de Limburgse heilige Sint Servaas gaat. De mop is ruim 800 jaar geleden opgetekend door de schrijver Hendric van Veldeke. De mop zal vandaag op de Wereldverteldag worden verteld door alle vertellers in het land. De mop is vanaf vandaag ook te vinden in de Nederlandse Volksverhalenbank van het Documentatie- en OnderzoeksCentrum Volksverhaal van het Meertens Instituut: http://www.verhalenbank.nl.
De oudste mop ter wereld was al langer bekend. Die mop is een kleine 4000 jaar oud en is gevonden bij de Sumeriers. Het werd wereldnieuws toen bleek dat de mop over een scheet ging.
De mop luidde vrij vertaald: “Wat is er sinds mensenheugenis nog nooit gebeurd: dat een jonge vrouw een scheet liet op de schoot van haar man”.
Theo Meder van het Meertens Instituut: “Zeggen dat deze mop over een scheet gaat, is een beetje oppervlakkig. De mop heeft een seksuele boodschap: de jonge vrouw denkt op de schoot van haar man wel aan andere dingen en vice versa. Zoals heel veel moppen gaat ook deze uiteindelijk over de seksuele aantrekkingskracht tussen man en vrouw. De mop gaat in essentie nog eerder over een ‘lapdance’ dan over een wind.” De oudste Egyptische en de oudste Britse mop vallen ook in de categorie erotiek. De Egyptische mop is zo’n 3600 jaar oud en is een raadsel: “Hoe vermaak je een verveelde farao? Laat een boot vol jonge naakte meiden in visnetten voorbij varen en vraag hem om te gaan vissen.” De oudste Britse mop is ongeveer 1000 jaar oud en is ook al een raadsel: “Wat hangt er langs het dijbeen van een man dat voortdurend in een gat gestoken wil worden? Een sleutel.”
Bij het DOC Volksverhaal van het Meertens Instituut is vastgesteld dat de oudste Nederlandse mop te vinden is in de Servaaslegende van Hendrik van Veldeke, geschreven rond 1180. Het verschil met de andere oudste moppen is dat dit verhaal een uitgewerkte plot heeft. Bovendien gaat deze mop niet over seks, maar over een lichamelijk gebrek en over macht. Kort samengevat verloopt de mop aldus: de keizer geeft aan enkele goudsmeden de opdracht om een gouden borstbeeld van de inmiddels overleden Sint Servaas te maken. Als het beeld nagenoeg voltooid is, merkt men dat het scheel kijkt. Men probeert er van alles aan te doen, maar het beeld blijft scheel kijken. De keizer vindt dat zo’n belediging voor de heilige, dat hij de goudsmeden in de gevangenis laat smijten. Dan grijpt de heilige in: in een droom verschijnt hij aan de keizer en laat hem eens goed in de poppetjes van zijn ogen kijken. De keizer laat de goudsmeden hierop snel weer vrij, want Servaas bleek tijdens zijn leven net zo scheel te zijn geweest als het beeld. Het originele loensende beeld van Servaas is verloren gegaan, maar een vergelijkbaar borstbeeld wordt bewaard in de Sint-Servaasbasiliek te Maastricht. Het schele beeld heeft dus echt bestaan, maar de rest van de anecdote is er later bij verzonnen.
Op de Wereldverteldag vertellen vandaag in het hele land vertellers hun verhalen; het jaarlijks terugkerende evenement is een initiatief van de Stichting Vertelcultuur. Dit jaar is de sponsor het Prins Bernhard Cultuurfonds.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 12 maart 2009
From: Maatschappij der Nederlandse Letterkunde <maatsch@xs4all.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090334.html
Subject: Med: 0903.34: Toegekende prijzen 2009 door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde; uitreiking in Leiden op za 6 juni 2009
========================================================================
Toegekende prijzen 2009 door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
========================================================================
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft de volgende prijzen toegekend:
1) de prijs voor Meesterschap 2009 aan Gerrit Kouwenaar
Deze in 1920 ingestelde prijs wordt eenmaal in de vijf jaar toegekend, afwisselend in een van de categorieen 1) schone letteren 2) Nederlandse taal- en letterkunde en 3) geschied- en oudheidkunde, zodat de toekenning in elk van deze categorieen eenmaal in de 15 jaar plaatsvindt. De prijs bestaat uit een gouden penning.
Uit het juryrapport:
Zonder overdrijving kan gesteld worden dat Kouwenaar al heel lang algemeen als onze grootste levende dichter wordt beschouwd. Men kan dat opmaken uit de prijzen die hem al eerder ten deel zijn gevallen, uit de grote hoeveelheid kritieken en studies die in de loop der jaren aan zijn poezie zijn gewijd en uit de invloed die hij onmiskenbaar op het werk van jongere collega’s heeft uitgeoefend. Zijn gedichten maken een letterlijk volmaakte indruk. Kouwenaar is aan ieder gedicht blijven werken totdat het aan zijn hoge norm voldeed.
De jury bestond uit Kester Freriks, Micha Hamel, Ingrid Hoogervorst en Rudi van der Paardt (voorzitter).
Eerdere laureaten van de prijs voor Meesterschap zijn onder meer Hugo Claus, Ida Gerhardt, S. Vestdijk, Henriette Roland Holst en P.C. Boutens.
2) de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2009 aan Ester N. Perquin
Deze in 1925 ingestelde prijs is in de taal van het reglement een ‘prijs van aanmoediging’, tegenwoordig ook wel ‘stimuleringsprijs’ genoemd. Hij wordt ieder jaar uitgereikt, afwisselend in de categorieen poezie en proza, aan een schrijver van wie in de voorgaande jaren haar/zijn eerste of eerste twee publicaties zijn verschenen. Ester Naomi Perquin heeft twee bundels gepubliceerd: ‘Servetten halfstok’ en ‘Namens de ander’ (Van Oorschot, 2007 en 2009). De prijs bestaat uit een penning en 7.500 euro.
Uit het juryrapport:
De poezie in ‘Servetten halfstok’ en ‘Namens de ander’ valt op door het schijnbaar gewone taalgebruik en de alledaagse, herkenbare situaties, die van een bedrieglijke eenvoud zijn, maar waarin de hele wereld doorklinkt. Perquin stelt vragen aan het leven, probeert greep te krijgen op de wereld en haar verwondering echoot in elk gedicht. De toon, helderheid en aandacht voor het gewone krijgt in een bijna achteloze vorm gestalte en onder de lichtheid klinkt steeds een droeve, melancholieke ondertoon.
De jury bestond uit Kester Freriks, Micha Hamel, Ingrid Hoogervorst en Rudi van der Paardt (voorzitter).
Eerdere laureaten van de Van der Hoogt-prijs zijn onder meer Thomas Moehlmann, Micha Hamel, Geert Buelens, Rene Puthaar, Erik Menkveld, Piet Gerbrandy, Peter Ghyssaert, Anna Enquist, Eva Gerlach, H.C. ten Berge, Christine D’haen, Leo Vroman, Ida G.M. Gerhardt, M. Vasalis, H. Marsman en J. Slauerhoff.
3) de Kruyskamp-prijs 2009 aan dr. Frans Debrabandere
voor zijn Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek (L.J. Veen, Amsterdam 2005).
Deze in 1994 ingestelde prijs wordt eenmaal in de drie jaar uitgereikt voor een werk op het gebied van de Nederlandse lexicografie, lexicologie of de editie van oude Nederlandse teksten, en bestaat uit een oorkonde en 2.500 euro.
Uit het juryrapport:
Het knappe van het te bekronen boek is dat het niet alleen een groter lekenpubliek goed leesbare en heldere informatie verstrekt, maar dat het ook de wetenschappelijke precisie en grondigheid vertoont die nodig zijn voor de betrouwbaarheidsgarantie van die informatie. Debrabandere slaagt er op voorbeeldige wijze in om op onderhoudende wijze aan te geven waar woorden taalkundig gesproken vandaan komen, waarbij hij in voorkomende gevallen ook nieuwe inzichten verstrekt door bestaande etymologische verklaringen expliciet te corrigeren.
De jury bestond uit J.G. Kruyt, H.J. Verkuyl en F. Willaert.
Eerdere laureaten van de Kruyskamp-prijs zijn onder meer Marc De Coster, Willem Wilmink, W.P. Gerritsen en Frans Claes.
4) de Dr. Wijnaendts Francken-prijs 2009 aan Arnold Heumakers
voor zijn boek ‘De schaduw van de Vooruitgang’ (Querido 2003)
Deze in 1934 ingestelde prijs wordt eenmaal in de drie jaar uitgereikt voor een werk dat zich beurtelings beweegt op het gebied van a) essays en literaire kritiek b) cultuurgeschiedenis, en bestaat uit een oorkonde en 2.500 euro.
Uit het juryrapport:
Heumakers’ essays in ‘De schaduw van de Vooruitgang’, net als die in ‘Schoten in de concertzaal’ en ‘De fatale cirkel’, munten uit door een open betoogtrant. Heumakers is een utilitair ingestelde essayist die ervoor zorgt dat zijn lezers met hem mee kunnen denken. Zijn grote nieuwsgierigheid, zijn onafhankelijke inzicht en zijn geloof in de betekenis van literatuur en ideeen zijn een verrijking voor de Nederlandse literatuur en essayistiek.
De jury bestond uit Wim van Anrooij (voorzitter), Yra van Dijk, Yasco Horsman, Ileen Montijn en Carel Peeters.
Eerdere laureaten van de dr. Wijnaendts Francken-prijs zijn onder meer Frank Westerman, Carel Peeters, Jeroen Brouwers, Paul Rodenko, Karel van het Reve, H.A. Gomperts en Annie Romein-Verschoor.
De juryrapporten zijn vanaf 13 maart 2009 integraal beschikbaar op http://maatschappijdernederlandseletterkunde.nl/, waar ook een overzicht is te vinden van alle prijzen die de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde sinds 1921 heeft toegekend.
De prijzen worden uitgereikt tijdens het openbare gedeelte van de jaarvergadering van de MNL op zaterdag 6 juni 2009 om 15.30 uur in het Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden.
Voor nadere inlichtingen: Leo van Maris, secretaris MNL, p/a Universiteitsbibliotheek, Postbus 9501, 2300 RA LEIDEN, tel. 071-5144962
e-mail: mnl@library.leidenuniv.nl
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 27 Mar 2009 11:27:13 +0100 [27-03-09 11:27:13 CEST]
From: Marijke De Belder <marijke.debelder@tyger.let.uu.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090335.html
Subject: Med: 0903.35: Lezingenreeks Goossens 'Historische grammatica van het Nederlands en zijn dialecten' op tien vrijdagmiddagen, mei - november 2009, Antwerpen
======================
Lezingenreeks Goossens
======================
CRISSP-HUBrussel, Universiteit Leiden, Universiteit Antwerpen en de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde hebben het genoegen U uit te nodigen voor de reeks hoor-/werkcolleges
Historische grammatica van het Nederlands en zijn dialecten
———————————————————–
gedoceerd door prof. dr. Jan Goossens, emeritus hoogleraar historische taalkunde, dialectologie en middeleeuwse literatuur aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Westfaelische Wilhelms-Universitaet Muenster.
Jan Goossens is zonder twijfel een van onze indrukwekkendste en productiefste taalgeleerden. Werken van zijn hand met internationale weerklank zijn: Strukturelle Sprachgeographie (1969), Was ist Deutsch – und wie verhaelt es sich zum Niederlaendischen? (1971), Deutsche Dialektologie (1977), Sprachatlas des noerdlichen Rheinlands und des suedoestlichen Niederlands “Fraenkischer Sprachatlas” (1981, 1988, 1994, 2002) en in samenwerking met J. Taeldeman en G. Verleyen/C. De Wulf Fonologische atlas van de Nederlandse dialecten (1998, 2000, 2005).
Het hoofddoel in deze hoor-/werkcolleges is om belangrijke taalkundige verworvenheden in verband met het Nederlands en zijn dialecten in het bewustzijn van belangstellenden te doen leven, zodat ze er ook actief en creatief mee leren om te gaan.
In de eerste reeks van vijf lessen zal de historische fonologie van het Nederlands worden behandeld, in hetbijzonder die van het vocalisme, van het Westgermaans tot de moderne standaardtaal. Er wordt begonnen met de toelichting van een aantal grondbegrippen van die fonologie. Vervolgens wordt de geschiedenis van de vocalen en diftongen in etappen (van Westgermaans naar Oudnederlands, van Oudnederlands naar Middelnederlands, van Middelnederlands naar Nieuwnederlands) besproken aan de hand van talrijke voorbeelden, die de deelnemers in het etymologisch woordenboek van De Vries en De Tollenaere kunnen vinden. Het is de bedoeling dat zij zo actief mogelijk meewerken, wat door een afwisseling van uiteenzetting door de docent en gezamenlijke bespreking van het voorbeeldmateriaal bereikt moet worden. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de structurele samenhang: op ieder ogenblik van haar bestaan vormt de fonologie van het Nederlands een geheel. Maar tegelijk is er aandacht voor de in de loop van de tijd groeiende diversiteit, die tot het ontstaan van een Nederlands dialectlandschap heeft geleid. Op een vergelijkbare manier, maar beknopter, zal de geschiedenis van het consonantisme worden behandeld, die ingewikkelder is dan men op het eerste gezicht zou denken.
In de tweede reeks komt de flexiemorfologie met de (o.a. syntactische) consequenties van haar geleidelijke afbouw aan de beurt. Door de werking van de in de eerste reeks behandelde klankwetten krijgen de woorden nieuwe gestalten. Deze geven aanleiding tot analogieen, waardoor het systeem in gewijzigde vorm kan blijven functioneren. Behandeld wordt vooral de verbuiging van de substantieven, naast die van de adnominale woorden, met de wisselwerking daartussen, die geleidelijk tot het ontstaan van een volslagen nieuw nominaal systeem heeft geleid. Een tweede complex vormt het werkwoord met zijn geleidelijke afbouw van oude, maar ook groei van flexie-elementen en met verschuivingen in de opbouw van de Nederlandse zin. In dit morfologische deel wordt de ontwikkeling eveneens met behulp van een periodisering onderzocht. Ook in de morfologie groeit geleidelijk de regionale diversiteit, waardoor een Nederlands dialectlandschap tot stand is gekomen. Dit vertoont regionale vernieuwingskernen, die dat landschap een zeer specifiek Nederlands uitzicht geven.
Registratie
Registratie is vereist en gebeurt via een e-mail naar dany.jaspers@hubrussel.be.
De kostprijs voor wie zich inschrijft voor 8 mei 2009 is EUR 50. (voor VLDN-leden die hun contributie voldaan hebben: EUR 40)
De betaling gebeurt cash ter plaatse.
Wie zich inschrijft na 8 mei, betaalt EUR 80 (VLDN-leden die hun contributie voldaan hebben: EUR 70).
Waar?
Stadscampus Universiteit Antwerpen, Prinsstraat 13, lokaal A 107 (tweede binnenplaats, ingang zuilengalerij). Voor een plan van de stadscampus, zie http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.ROUTE&n=26518.
Wanneer?
Telkens op vrijdag van 14u tot 17u op de volgende data:
Historische fonologie: 15 mei, 5 juni, 12 juni, 19 juni en 26 juni 2009.
Flexiemorfologie: 2 oktober, 9 oktober,16 oktober, 23 oktober, 06 november 2009.
Lesmateriaal (mee te brengen naar de lezingen)
J. de Vries & F. de Tollenaere(2004, 23e druk). Etymologisch woordenboek. Utrecht: Het Spectrum ISBN 90 2749 199 2
Doelpubliek
Neerlandici, Germanisten, taalhistorici, en andere belangstellenden met taalkundige scholing.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 30 Mar 2009 12:31:41 +0200 [12:31:41 CEST]
From: Tom Sintobin <tomsintobin@gmail.com>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090336.html
Subject: Med: 0903.36: Presentatie DW&B-themanummer (april 2009) 'Dead men walking', tijdens symposium van Studying Criticism Across Borders (SCARAB), Nijmegen, do 16 april 2009
================================================================
Presentatie DW&B-themanummer (april 2009) ‘Dead men walking’, tijdens symposium van Studying Criticism Across Borders (SCARAB)
================================================================
Paul Rodenko stelde ooit dat we niet op zoek moesten naar wat door de eeuwen heen literair hetzelfde bleef, maar naar het veranderlijke in de opvattingen over literaire werken: ‘wanneer de appreciatie het veranderlijke element in de litteratuur vormt, zou een literatuurgeschiedenis, die dit veranderlijke tot object heeft, dan niet feitelijk neerkomen op een geschiedenis van de literaire kritiek?’ In dit door Jos Joosten en Tom Sintobin samengestelde DW&B-dossier wordt gepoogd om een eerste stap te zetten in de richting van zo’n historische blik op een aantal doodverklaarde of overleden literatuurcritici. Het nummer zal op 16 april 2009 worden voorgesteld tijdens een symposium van het onderzoeksprogramma SCARAB (Studying Criticism Across Borders) van de letterenfaculteit van de Radboud Universiteit. Het symposium vindt plaats in de Van Agtzaal van Huize Heyendaal te Nijmegen. De toegang is gratis, aanmelden kan tot uiterlijk 10 april via m.demeijer@let.ru.nl.
Programma
14u30-14u50: Ontvangst met koffie
14u50-15u00: Verwelkoming (Jos Joosten – Radboud Universiteit Nijmegen)
15u00-15u15: ‘De literaire kritiek bestaat niet. Over de problemen die opdoemen als je over literaire kritiek wil praten’ (Pieter Verstraeten – Katholieke Universiteit Leuven)
15u15-15u30: ‘De witz van de twee doven. Academische literatuurbeschouwing en literaire kritiek’ (Gaston Franssen – Universiteit van Amsterdam)
15u30-15u45: ‘Bericht uit de ivoren toren: de dagbladkritiek van hoogleraar B.H. Lulofs (1787-1849)’ (Korrie Korevaart – Universiteit Leiden)
15u45-16u00: ‘De gebaande paden van de kritiek. Critici, uitgevers en Vlaamse literatuur’ (Floor van Renssen – Radboud Universiteit Nijmegen)
16u00-17u00: debat tussen de sprekers (moderator: Tom Sintobin – Radboud Universiteit Nijmegen)
17u00: uitreiking van de prijs voor de SCARAB-recensiewedstrijd
17u10: Borrel
Website: http://www.dwb.be
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 30 Mar 2009 12:11:54 +0200 [12:11:54 CEST]
From: Arne De Winde <Arne.DeWinde@arts.kuleuven.be>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090337.html
Subject: Med: 0903.37: VAL-doctorandidag, Leuven, vr 15 mei 2009 (deadline abstracts: wo 15 april 2009)
=======================================
VAL-doctorandidag, 15 mei 2009 (Leuven)
=======================================
Op vrijdag 15 mei 2009 vindt de jaarlijkse doctorandidag van de VAL (Vlaamse Vereniging voor Algemene Literatuurwetenschap) plaats.
Gastinstelling is dit jaar de Katholieke Universiteit Leuven. Het doel van deze dag is een forum te geven aan doctoraatsstudenten in de letteren. Zowel beginnende als gevorderde onderzoekers zijn welkom. We streven naar een zo groot mogelijke diversiteit van vakgebieden en onderzoeksthema’s. Zoals elk jaar wordt van deelnemende doctorandi gevraagd hun onderzoek kort voor te stellen (max. 15 minuten). De nadruk ligt daarbij minder op het inhoudelijke aspect dan op de vragen en problemen die in de loop van hun onderzoek opduiken. Aangezien doctorandi veelal met dezelfde moeilijkheden worstelen, is op deze manier een dialoog mogelijk over de verschillende deeldisciplines heen. Daarnaast zal er ook speciale aandacht uitgaan naar de formele kant van een presentatie. De dag zal omkaderd worden door een board van experts met verschillende achtergronden. Zij zullen elke spreker feedback geven.
De dag wordt ingeleid met een panelgesprek rond specifieke deelaspecten van het doctoraatsonderzoek: publiceren en publicatiemogelijkheden; networking, congressen en buitenlandverblijven; het redactieproces en de fasering van het doctoraat; en de verdediging. Daarna komen de doctorandi aan het woord. We ronden af met een sessie over postdoctorale beursaanvragen, zowel in binnen- als buitenland. Tot slot zullen er in een tweede rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van verschillende uitgeverijen praktische tips aangaande de publicatie van een proefschrift verstrekt worden.
Geinteresseerde doctorandi worden uitgenodigd een abstract te schrijven waarin zij kort hun onderzoek voorstellen en aanhalen met welke vragen of moeilijkheden zij kampen. Hen wordt verzocht om duidelijk de fase van het onderzoek (jaar, statuut, orienteringsfase-onderzoeksfase-schrijffase-eindfase) en het specifieke vakgebied te vermelden. Graag willen we de deelnemers vragen om een powerpointpresentatie en/of hand-out te voorzien en aandacht te besteden aan de interactie met het publiek.
Panelgesprek ‘Proefschrift en beproevingen’
- Sasha Bru: publiceren en publicatiemogelijkheden
- Michael Boyden: networking, congressen en buitenlandverblijven
- Geert Lernout: redactieproces en fasering van het doctoraat
- Nele Bemong: verdediging van het proefschrift
Panelgesprek ‘Het doctoraat voorbij’ – moderator: Theo D’haen
- Dirk De Geest: postdocmogelijkheden in binnen- en buitenland
- vertegenwoordigers uitgeverijen: Christa Stevens (Rodopi), Jan Lensen (Garant), Pieter Borghart (Academia Press), Marike Schipper (Universitaire Pers Leuven), Marc Maufort (Peter Lang)
Deadline voor de abstracts is 15 april 2009.
Contactadres: VALdoc2009@arts.kuleuven.be
Met vriendelijke groeten mede namens het VAL-bestuur,
Arne De Winde, Reindert Dhondt, Sarah Meuleman en Thomas Schampaert
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 11 maart 2009
From: E. Stronks <E.Stronks@uu.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090338.html
Subject: Med: 0903.38: Taalunie ondersteunt historisch letterkundigen in Europa; bijenkomst in Budapest op zo 24 mei 2009
========================================================
Taalunie ondersteunt historisch letterkundigen in Europa
========================================================
Op 24 mei komen vertegenwoordigers van Europese instituten en universiteiten waar de historische letterkunde van het Nederlands als vak wordt onderwezen of als onderzoeksgebied centraal staat, in Budapest bijeen om plannen te maken voor samenwerking in onderwijs en onderzoek. De bijeenkomst wordt ondersteund door de Nederlandse Taalunie, en wordt georganiseerd door Frank Willaert, Stefan Kiedron, Aniko Daroczi, Amand Berteloot, Elsa Strietman, Youri Desplenter, Johan Oosterman en Els Stronks. Voor de bijeenkomst is een website ingericht: http://www.let.uu.nl/nederlands/nlren/HistorischeNeerlandistiek/index.html. Daarop is nu al informatie te vinden over de deelnemers; in april komen daar ook discussiestukken te staan die de deelnemers op de bijeenkomst voorbereiden. Aanmelding voor het initiatief kan door een mailtje te sturen naar e.stronks@uu.nl <P> Zie ook: http://www.neder-l.nl/bulletin/2008/04/080451.html.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 27 Mar 2009 17:10:15 +0100 [27-03-09 17:10:15 CEST]
From: Hellmuth Van Berlo - <hvanberlo@taaluniecentrum-nvt.org>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090339.html
Subject: Med: 0903.39: Opening Taaluniecentrum NVT in Brussel op wo 1 april 2009 (geen grap)
===================================================================
Taaluniecentrum Nederlands als Vreemde Taal (NVT) opent zijn deuren
===================================================================
Het Taaluniecentrum Nederlands als Vreemde Taal gaat in april 2009 officieel van start. Dit wordt gevierd met een feestelijke opening van het centrum met tal van genodigden. Docenten Nederlands uit de hele wereld kunnen binnenkort advies krijgen en scholingen volgen via het Taaluniecentrum Nederlands als Vreemde Taal (NVT), dat zijn deuren opent op 1 april 2009 in Brussel.
Met ‘Nederlands als vreemde taal’ wordt bedoeld: het Nederlands in een anderstalige omgeving. Wereldwijd leren honderdduizenden mensen van allerlei nationaliteiten Nederlands als vreemde taal. In Franstalig Belgie is Nederlands op alle scholen een schoolvak. Daar gaat het om meer dan 350.000 leerlingen. In de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen leren rond de 20.000 leerlingen Nederlands, in Nedersaksen meer dan 3.000. En in het Noorden van Frankrijk zijn dat er ongeveer 8.000. Ook in andere werelddelen is het Nederlands populair: er zijn wereldwijd een kleine 200 universiteiten waar Nederlands wordt gestudeerd.
Het nieuwe Taaluniecentrum is er om de duizenden docenten Nederlands (universitair en niet-universitair) over de hele wereld met raad en daad te steunen bij de uitoefening van hun vak. Vaak gaat het om mensen die zelf een andere moedertaal hebben dan het Nederlands. Ze kunnen bij het centrum terecht voor persoonlijk advies over bijvoorbeeld didactiek of leermiddelen. Daarnaast kunnen ze hun informatie ook zoeken in de online databanken met didactische methoden en leermiddelen.
Het Taaluniecentrum gaat studiedagen en cursussen voor de docenten organiseren. En elk jaar biedt het buitenlandse universitaire studenten een zomercursus over Nederlandse taal en cultuur.
De algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie zal het Taaluniecentrum openen. De Taalunie nam het initiatief voor dit centrum en financiert het ook. Dat maakt deel uit van het beleid om het Nederlands in het buitenland stimuleren. Voor universitaire docenten Nederlands in het buitenland bestond er al een instantie waar ze voor advies en bijscholing terecht konden: het Steunpunt Nederlands als vreemde taal in Amsterdam. Dat Steunpunt heeft zijn activiteiten nu overgedragen aan het Taaluniecentrum dat ook diensten aan de niet-universitaire docenten verleent.
Programma opening op 1 april
16.00-16.15 uur Ontvangst
16.15-17.30 uur Feestprogramma
– Welkom door de voorzitter van het bestuur van het Taaluniecentrum NVT, Gilbert de Samblanc
– Opening door de algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie, Linde van den Bosch
– Bespiegelingen door Armand Schreurs
– Lenny en de Wespen
vanaf 17.30 uur Receptie
Contactgegevens:
Taaluniecentrum NVT
Gebouw Kaaitheater (7de verdieping)
Sainctelettesquare 19
1000 Brussel
Belgie
tel: +32 2 203 6673
fax: +32 2 203 6675
e-mail: info@taaluniecentrum-nvt.org
Vanaf 1 april vindt u alle informatie over het Taaluniecentrum Nederlands als Vreemde Taal op http://www.taaluniecentrum-nvt.org
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 16 maart 2009
From: Algemeen Secretariaat - Nederlandse Taalunie <info@taalunie.org>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090340.html
Subject: Med: 0903.40: Jury Prijs der Nederlandse Letteren 2009 ingesteld
==================================================
Jury Prijs der Nederlandse Letteren 2009 ingesteld
==================================================
Het Comite van Ministers van de Nederlandse Taalunie heeft de jury voor de 19e editie van de Prijs der Nederlandse Letteren ingesteld. De uitreiking van de prijs vindt plaats in november in het Koninklijk Paleis in Brussel.
De jury bestaat uit:
Anne Marie Musschoot (voorzitter), emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde, Universiteit Gent;
Marion Bloem, auteur, regisseur, beeldend kunstenaar;
Yra van Dijk, recensent, docent moderne Nederlandse letterkunde, Universiteit van Amsterdam;
Dirk De Geest, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde, Katholieke Universiteit Leuven;
Ismene Krishnadath, auteur, docent aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren in Paramaribo;
Herman Pleij, emeritus hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde, Universiteit van Amsterdam;
Mark Schaevers, journalist, auteur.
De Taalunie kent de prijs om de drie jaar toe aan een auteur waarvan het werk een belangrijke plaats inneemt in de Nederlandstalige literatuur. Er is een bedrag van EUR 40.000 aan verbonden. De ene keer overhandigt de Belgische koning de prijs, de andere keer de Nederlandse koningin.
De prijs werd voor het eerst toegekend in 1956, aan Herman Teirlinck. De laatste keer, in 2007, zou Jeroen Brouwers de prijs ontvangen uit handen van koning Albert II. Brouwers weigerde echter. Dat is de reden waarom de volgende uitreiking nu in 2009 is.
Eerdere laureaten zijn Hella S. Haasse, Gerard Reve, Paul de Wispelaere, Harry Mulisch, Christine D’haen, Gerrit Kouwenaar, Hugo Claus, Lucebert, Maurice Gilliams, Willem Frederik Hermans, Marnix Gijsen, Simon Vestdijk, Gerard Walschap, Jacques Bloem, Stijn Streuvels en Adriaan Roland Holst.
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 19 maart 2009
From: <redactie@taalschrift.org>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090341.html
Subject: Web: 0903.41: Taalschrift maart 2009 verschenen
=================================
Taalschrift maart 2009 verschenen
=================================
Het maartnummer van Taalschrift staat online
Deze maand:
Reportage: Televisie bevordert taalontwikkeling van kinderen
“Van een uurtje tv-kijken wordt een kind heus niet dommer”, zegt de Belgische psycholinguist Wouter Duyck. “Sterker nog: televisie heeft een positief effect op de taalontwikkeling van kinderen. Ze krijgen er bijvoorbeeld een grotere woordenschat door.” Hoezo? Televisiekijken was toch slecht voor kinderen? Lees meer: http://taalschrift.org/reportage/004442.html
Discussie: “We moeten jongeren vooral zin doen krijgen in lezen”
Moet je leerlingen enkel geven wat ze graag lezen en de grote literatuur uit de weg gaan? Lerarenopleider Rudi Wuyts wakkert het debat over de literaire canon op school aan. “Sommige leerlingen zullen Kaas of andere grote werken ooit wel lezen, anderen zullen niet zo ver geraken. Maar we moeten er op school vooral voor zorgen dat ze blijven lezen.” Denkt u daar ook zo over? Zie: http://taalschrift.org/discussie/004443.html
En verder op http://taalschrift.org:
Vraag van de maand: Waaraan heeft stripheld Lambik zijn naam te danken? Strip- en bierkenners ontdekken nu het antwoord op de vraag van de maand.
Tip: Heb je zin in boomrijpe manya of groene pesie? Of is dat netvonzin? Het nagelnieuwe woordenboek Surinaams Nederlands lost je twijfels op.
Taalclip: Nee, zo gemakkelijk is het niet om Nederlands te leren. DJ Patrick Kicken bewijst het in een handomdraai.
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 26 Mar 2009 17:14:08 +0100 [26-03-09 17:14:08 CEST]
From: Ellen van Oers <Ellen.vanOers@KB.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090342.html
Subject: Lit: 0903.42: Tiele-lezing 2009 in druk verschenen
====================================
Tiele-lezing 2009 in druk verschenen
====================================
Hans Willem Cortenraad. Centraal Boekhuis, logistiek van boeken in veranderend perspectief. Amsterdam, Amsterdam University Press, 2009. 32 blz.; EUR 14,50; ISBN 978-90-8964-096-3.
Op 24 maart 2009 sprak Hans Willem Cortenraad de achtste Tiele-lezing uit tijdens het symposium ‘Wat de keten bindt’ dat de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak in samenwerking met de Dr. P.A. Tiele-Stichting organiseerde in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. De tekst van de lezing is nu in druk verschenen.
Wat is het effect van innovatie op de boekenbranche in het algemeen en op de toevoerketen in het bijzonder? De historie van Centraal Boekhuis gaat terug tot 1871 en sindsdien is het de partner van ondernemers in het boekenvak. De onderneming is uitgegroeid tot een toonaangevende logistieke dienstverlener. Centraal Boekhuis levert diensten aan uitgevers, boekverkopers en derden op het gebied van distributie, vervoer en informatievoorziening. De drager van het geschreven woord is niet meer alleen voorbehouden aan het fysieke boek en de digitalisering ontwikkelt zich sterk. Het is de vraag welk effect dat zal hebben op het traditionele distributiekanaal van auteur tot consument. Welke bedreigingen, maar vooral welke kansen zal deze evolutie bieden voor de sector? Verleden, heden en toekomst van de veranderende toevoerketen komen aan bod. Lezen zal altijd blijven bestaan, hoe en welke drager we daarvoor gebruiken zal bepalend zijn voor de toekomst van Centraal Boekhuis.
Hans Willem Cortenraad (1961) is algemeen directeur van Centraal Boekhuis. Na een studie aan de Koninklijke Militaire Academie werkte hij acht jaar als officier en verruilde daarna Defensie voor Centraal Boekhuis. Sindsdien is hij werkzaam in de boekensector. Na Centraal Boekhuis werd hij algemeen directeur van boekendistributeur Libridis en vervolgens van de Scholtens Groep. In 2001 volgde zijn benoeming tot algemeen directeur van de retailketen Bruna om eind 2003 terug te keren naar zijn roots en benoemd te worden tot algemeen directeur van Centraal Boekhuis.
De Tiele-lezing wordt jaarlijks gehouden onder auspicien van de Dr. P.A. Tiele-Stichting en de Koninklijke Bibliotheek. Eerdere Tiele-lezingen werden gehouden door Paul Hoftijzer (2002), Frans A. Janssen (2003), Gerard Unger (2004), Joost Kist (2005), Ludo Simons (2006), Ronald Soetaert (2007) en Joan Hemels (2008).
De Dr. P.A. Tiele-Stichting wil de boekwetenschap in Nederland bevorderen. Zij doet dat door het instellen van leerstoelen, het laten uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek, het (doen) uitgeven van wetenschappelijke publicaties, het organiseren van symposia, congressen, lezingen etc.
De uitgave is verkrijgbaar bij de Tiele-Stichting (info@tiele-stichting.nl) en bij Amsterdam University Press (http://www.aup.nl). U kunt het boekje ook bestellen bij uw plaatselijke boekhandel.
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 25 Mar 2009 11:51:12 +0100 [25-03-09 11:51:12 CEST]
From: PR-afdeling Van Dale Uitgevers <PR@vandale.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090343.html
Subject: Lit: 0903.43: Van Dale introduceert 'Mijn Derde Van Dale' voor kinderen vanaf 6 jaar
======================================================================
Van Dale introduceert ‘Mijn Derde Van Dale’ voor kinderen vanaf 6 jaar
======================================================================
Betty Sluyzer en Martine Letterie. Mijn derde Van Dale. Met tekeningen door Paula Gerritsen. Utrecht: Van Dale, 2009. ISBN 9789066480988. 175 blz, EUR 22,95.
‘Mam, ik wil graag een pony.’ ‘Waar wil je die dan neerzetten? Een pony past toch niet in de tuin?’ ‘Nee, ik bedoel een pony in mijn haar!’.
Mijn derde Van Dale draait om woorden met een dubbele betekenis. In grappige en spannende verhaaltjes komen de verschillende betekenissen van woorden naar voren. Het boek is bedoeld voor kinderen vanaf 6 jaar. Omdat kinderen vanaf die leeftijd leren lezen, zijn in de verhaaltjes zinnen opgenomen die de beginnende lezertjes zelf kunnen lezen. Deze zijn afgedrukt in een groter lettertype, staan in het blauw en zijn opgebouwd uit eenlettergrepige woorden. Mijn derde Van Dale is daarmee het eerste echte samenleeswoordenboek.
Mijn derde Van Dale bevat 320 trefwoorden met meer dan een betekenis. In totaal 1000 betekenissen. Een ‘kruk’ is een soort stoel, maar ook iemand die onhandig is. Een ‘bloem’ kun je plukken en ruiken, maar je gebruikt het ook voor het bakken van taart. De verschillende betekenissen worden ook nog eens, net als in een echt woordenboek verklaard in echte definities. Daarmee vormt Mijn derde Van Dale ook een opstap naar een echt woordenboek.
De eenvoudige zinsbouw, het gebruik van makkelijk uit te spreken woorden en de mooie illustraties nodigen uit om samen te lezen en te praten over de verschillende betekenissen van een woord.
Auteurs en verkrijgbaarheid
Mijn derde Van Dale is geschreven door kinderboekenschrijfsters Betty Sluyzer en Martine Letterie. De tekeningen zijn gemaakt door Paula Gerritsen. Mijn derde Van Dale is een gebonden boek met harde kaft, is 23,5 x 25,5 cm en telt 175 pagina’s. Het is verkrijgbaar in de (kinder)boekhandel en via www.vandale.nl. De prijs is EUR 22,95. (ISBN 9789066480988)
In deze reeks verschenen eerder de succesvolle Mijn eerste Van Dale en Mijn tweede Van Dale.
Zie ook: http://www.vandale.nl
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 30 Mar 2009 13:48:29 +0200 [13:48:29 CEST]
From: Uitgeverij Vantilt <godelieve@vantilt.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090344.html
Subject: Lit: 0903.44: Pas verschenen: Thomas Vaessens. De revanche van de roman. Literatuur, autoriteit en engagement. (Nijmegen 2009)
==============
Pas verschenen
==============
Zojuist is bij Uitgeverij Vantilt verschenen:
Thomas Vaessens. De revanche van de roman. Literatuur, autoriteit en engagement. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2009. ISBN 978-94-6004-015-3. Paperback, EUR 19,95
Na 11 september 2001 waren Westerse commentatoren het over een ding eens: de aanslagen in New York en Washington zouden een definitief einde maken aan het postmodernisme en aan alles wat daarmee geassocieerd werd, zoals relativisme en ironie. In ‘De revanche van de roman’ laat Thomas Vaessens zien dat in de literatuur al langer aan de zegeningen van het postmodernisme wordt getwijfeld. Romanschrijvers durven de benauwenis van de literatuur te verlaten om op zoek te gaan naar wat er daarbuiten in de wereld speelt. De roman is bezig zich snel en voortvarend te bevrijden van allerlei cultureel-correcte conventies, en wint daarmee aan vitaliteit. Er mogen inmiddels in de roman gerust mussen van het dak vallen; de grens tussen feit en fictie is al lang niet heilig meer; voor straatrumoer haalt de schrijver zijn neus niet meer op.
‘De revanche van de roman’ gaat over de zoektocht van schrijvers als Frans Kellendonk, Arnon Grunberg, Joost Zwagerman en Charlotte Mutsaers naar nieuw engagement, als hun antwoord op de ontwaarding van de literatuur. Het boek is bovendien een stevig statement over de stand van de literatuurbeschouwing in Nederland en hoe het daarmee verder moet.
Thomas Vaessens (1967) is hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Over zijn boek ‘Ongerijmd succes’ (2006) schreef Kees ’t Hart: ‘Een bevlogen boek. Ik vind dat het zo hoort van een net aangetreden hoogleraar Nederlandse literatuur. Laat ze maar wenen en jammeren, al die kenners van hoe het hoort en moet.’
Zie ook: http://www.vantilt.nl/detboek.aspx?Boek_ID=255
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 27 Mar 2009 15:10:49 +0100 [27-03-09 15:10:49 CEST]
From: Tijdschrift Vooys <tijdschriftvooys@gmail.com>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090345.html
Subject: Lit: 0903.45: Pas verschenen: Vooys 27.1 - met een themadossier over Engagement in de letteren
==============
Pas verschenen
==============
Vooys 27.1 – met een themadossier over Engagement in de letteren
Vorig jaar zwengelde Yra van Dijk de discussie aan omtrent engagement in de letteren. Zij signaleerde een postironische wending in de literatuur: ‘Literatuur is weer geengageerd’ (NRC Handelsblad, ‘Vaarwel vrijblijvendheid’, 28 augustus 2008). Enkele weken geleden kwam De Groene Amsterdammer met een nummer over Nieuw Engagement, en deze week verscheen het nieuwste boek van Thomas Vaessens (‘De revanche van de roman. Literatuur, autoriteit en engagement’), die een literatuur verlangt die midden in de wereld staat. Inmiddels lijkt iedereen deel te nemen aan deze door Yra van Dijk aangezwengelde discussie. Ook de nieuwe Vooys draagt haar steentje bij, met een themadossier over Engagement.
Themadossier ‘Engagement in de letteren’:
- Het themadossier opent met het artikel ‘Afscheid van de dirigent. Arnon Grunberg en de ethische literatuurbeschouwing’ van universitair docent Moderne Nederlandse Letterkunde Yra van Dijk. Al eerder stelde zij dat literatuur weer geengageerd is. In dit artikel zet ze deze stelling kracht bij met een bespreking van Grunbergs jongste roman ‘Onze oom’, waarin zij betoogt dat deze roman gelezen moet worden als een ethische roman, wat enkele recensenten echter niet schijnen op te merken.
- Tijdschrift Raster is onlangs opgehouden te bestaan. In zijn artikel ‘Weigering of woekering. Enkele aspecten van het literaire en politieke engagement van Raster (1977 – 2009)’ geeft universitair docent Sven Vitse een overzicht van de geschiedenis van dit belangrijke tijdschrift.
- In zijn artikel ‘Vreemd bezoek. De koloniale representatie van de asielzoeker in twee hedendaagse Nederlandse teksten’ betoogt oud-hoofdredacteur Ivo Nieuwenhuis dat er bij de representatie van de asielzoeker vaak sprake is van een koloniale blik. Hij tracht dit aan te tonen aan de hand van een analyse van twee romans: ‘Stempeldag’ van Sytse van der Zee en ‘Het achtenveertigste uur’ van Nicolaas Matsier.
- Mick van Biezen en Albert Jan Swart interviewden de misschien wel meest geengageerde auteur van de Lage Landen: de Vlaamse journalist en literator Chris de Stoop. Zij spraken met hem over zijn recentste boek ‘Het complot van Belgie’ en over zijn positie als geengageerd schrijver. Het interview is te lezen op http://www.tijdschriftvooys.nl/interview.html.
- Het themadossier wordt afgesloten door onze nieuwe columnist Samuel Vriezen. Hij bespreekt Geert Buelens’ oratie ‘In de wereld’. In die oratie, een betoog tegen autonomistische opvattingen, krijgt het werk van Grunberg wederom een belangrijke plaats.
En verder:
- Professioneel vertaler en germanist Jaap van Vredendaal betoogt in zijn artikel ‘Literaire kunst in de Heliand’ dat deze Oudsaksische evangelienharmonie ten onrechte vaak is weggezet als een weinig verrassende tekst. Hij beschouwt de ‘Heliand’ als een belangrijk literair werk, hetgeen hij aan de hand van prachtige voorbeelden inzichtelijk weet te maken.
- In een deze keer buitengewoon nostalgische ‘Uit de kast!’ (http://www.tijdschriftvooys.nl/uitdekast.html) haalt Wilbert Smulders herinneringen op aan de film ‘The Longest Day’ en aan het jeugdboek ‘De Engelandvaarders’.
- In onze nieuwe rubriek ‘In de kast!’ worden vergeten boeken en schrijvers onder de aandacht gebracht. In deze eerste aflevering vertelt Mathilde Roza over de Amerikaanse schrijver Robert Myron Coates.
- Lieke van Deinsen bespreekt ‘De verheerlijking van het verleden. Helden, literatuur en natievorming in de negentiende eeuw’ van Lotte Jensen.
- Carl de Strycker recenseert Paul Claes’ ‘Lyriek van de Lage Landen’.
- Albert Jan Swart bespreekt Saskia Pieterses ‘De buik van de lezer. Over spreken en schrijven in Multatuli’s Ideeen’.
Nog niet bekend met Vooys?
‘Vooys, tijdschrift voor letteren’ is een tijdschrift dat al ruim vijfentwintig jaar een podium biedt aan wetenschappelijk werk van talentvolle studenten en gevestigde wetenschappers. Inhoudelijk ligt de nadruk op artikelen over historische en moderne literatuur uit binnen- en buitenland. Maar Vooys wil ook een brug slaan naar andere disciplines, zoals muziek, theater, film en filosofie. Vooys is letterkunde in de breedste zin des woords. Kijk voor meer informatie op http://www.tijdschriftvooys.nl.
(18)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 30 Mar 2009 14:24:29 +0200 [14:24:29 CEST]
From: Hein Aalders <Hein@lubberhuizen.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090346.html
Subject: Lit: 0903.46: Pas verschenen: Jose Buschman. Een dandy in de Orient. Louis Couperus in Afrika. De Parelduikerreeks, no. 3. (Amsterdam 2009)
==============
Pas verschenen
==============
Jose Buschman. Een dandy in de Orient. Louis Couperus in Afrika. De Parelduikerreeks, no. 3. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2009.160 pagina’s, rijk geill., isbn 978-90-5937-140-8, EUR 16,90.
Wat overkwam de Haagse schrijver Louis Couperus toen hij in 1921 zes maanden lang rondreisde in Algerije en Tunesie? Eerst meende hij overal de sprookjes van Duizend-en-een nacht te zien en sprak hij vol vervoering van ‘de melancholie van de islam’. Maar gaandeweg veranderde de kleur van zijn reisbrieven. Was Couperus’ esthetische kijk wel opgewassen tegen de realiteit van de Franse overheersing, de armoede en de islam? Nieuw onderzoek leidt tot verrassende conclusies over Couperus’ schrijverschap.
De aanschaf van een schilderijtje met achterop een opdracht aan Couperus werd voor de Haagse historica Jose Buschman het startsein tot een onderzoek naar Couperus’ Afrikaanse reis, waarvan hij indertijd verslag deed in twintig feuilletons in de Haagsche Post, later gebundeld als ‘Met Louis Couperus in Afrika’ (1921). Buschman wijst er als eerste onderzoeker op dat langzaam maar zeker een gevoel van onbehagen in de tekst sloop, al ontweek Couperus heikele kwesties. Hij bleef verrukt van het landschap, met name de woestijn, maar slaakte wel de verzuchting: ‘Begrijpen wij ooit wel een ander ras?’ Aan de hand van reisverslagen van tijdgenoten Ä onder wie Franse dandy’s, Engelse spinsters, maar ook oud-premier Abraham Kuyper Ä laat Buschman zien wat Couperus wel gezien, maar niet beschreven heeft: het Franse militaire gezag, de armoede, de mannelijke prostitutie en het beklagenswaardige lot van de vrouwen. Voor een verklaring van dat gemis gaat Buschman in op de rol van het beruchte ‘Haagse zedenschandaal’ van 1920, de invloed van de hoofdredacteur van de Haagsche Post en de psychische gesteldheid van de auteur.
Naast talrijke onbekende biografische feiten en afbeeldingen þ waaronder nooit eerder gereproduceerde foto’s die Couperus zelf uitkoos bij een van zijn verhalen þ komt Buschman met een aanzet tot een nieuwe kijk op het schrijverschap van Couperus. Volgens haar laten veel romans zich lezen als de gesublimeerde nachtmerrie van de schrijver zelf, die met zijn ontduiking van het burgerlijke leven, zijn hang naar weelde en luxe, en vooral zijn verfijnd kunstenaarschap moest vrezen voor afwijzing door zijn lezerspubliek.
Jose Buschman was van 1993 tot 1998 voorzitter van het mede door haar opgerichte Louis Couperus Genootschap. Naast diverse bijdragen aan tijdschriften publiceerde zij ‘Zoo ik iets ben, ben ik een Hagenaar. Een literaire wandeling door het Den Haag van Louis Couperus en Den Haag, stad, boordevol Bordewijk’. In 2006 werd haar de (eerste) Couperus-penning toegekend.
(19)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 26 maart 2009
From: Francien Petiet <f.petiet@uva.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090347.html
Subject: Lit: 0903.47: Te verschijnen: Lisa Kuitert. De lezende Lucebert. (Nijmegen 2009)
==============
Te verschijnen
==============
Lisa Kuitert: De lezende Lucebert. Nijmegen, Vantilt, 2009. 352 blz.; EUR 36,90; ISBN 978-90-77503-94-2.
Luceberts werk heeft velen geinspireerd en een regel als ‘alles van waarde is weerloos’ vond zijn weg in het collectieve bewustzijn. Welke boeken heeft Lucebert gekocht, gelezen, verslonden? Wat schreef hij in de marges, wat deed hij met zijn lectuur? In ‘De lezende Lucebert’ wordt een antwoord gezocht op deze vragen, aan de hand van een inventarisatie van Luceberts bibliotheek. De dichter had meer dan 5000 boeken: woordenboeken, Duitse poeten, Cioran, fotoboeken, hekserij, detectives, Catullus, geschiedenis, de bijbel, Karel Appel, Schopenhauer, een spreekwoordenboek, James Thurber… Al deze boeken zijn beschreven en in een database gezet. Kenners van Luceberts oeuvre en van thema’s die hem interesseerden – jazz, religie, enzovoorts – werpen op basis van de boeken nieuw licht op facetten van Luceberts dichterschap. Elke bijdrage, voorzien van citaten en verwijzingen, is in zichzelf een intellectuele uitdaging van de lezer, die met de onderzoekers mee kan kijken in het boekenbestand. We zien waar de oude meepse barg vandaan komt, wat Lucebert wist van de klassieke oudheid en wat hij met zoveel pessimisten in zijn boekenkast aanving.
Met bijdragen van: Henk Abma, Gillis Dorleijn, Piet Gerbrandy, Suzanna Heman, Lisa Kuitert, Thomas Vaessens en Diana Wind.
(20)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 26 maart 2009
From: Francien Petiet <f.petiet@uva.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090348.html
Subject: Lit: 0903.48: Te verschijnen: Greet Draye. Laboratoria van de natie. Nederlandstalige literaire genootschappen in Vlaanderen over politiek, literatuur en identiteit 1830-1914. (Nijmegen 2009)
==============
Te verschijnen
==============
Greet Draye: Laboratoria van de natie. Nederlandstalige literaire genootschappen in Vlaanderen over politiek, literatuur en identiteit 1830-1914. Nijmegen, Vantilt, 2009. 480 blz.; EUR 27,50; ISBN 978-94-6004-006-1
‘Laboratoria van de natie’ vertelt het verhaal van negentiende- eeuwse Vlaamse letterheren als Jan Frans Willems, Hendrik Conscience en Ferdinand Augustijn Snellaert. Meer nog dan minnaars van de schone letteren waren zij bemiddelaars in dienst van het algemeen belang – beter gezegd, hun algemeen belang: een tweetalig Belgie. Na de Belgische revolutie van 1830 was Belgie een eentalig Frans land geworden. Belgie, oordeelden de letterheren, was daarom geen ware natiestaat. Aangezien het land twee volkeren huisvestte, moest de staat die twee volkeren vertegenwoordigen in een tweetalige politiek. De letterheren stichtten literaire genootschappen, die fungeerden als laboratoria van de natie. Daar werd nagedacht over de culturele en politieke strategieen om het algemeen belang te realiseren. In de genootschappen werd de Belgische identiteit gedefinieerd en om die reden vormden zij, aldus de letterheren, de kern van de natie.
Maar vele kwesties zorgden voor verdeeldheid. Welke literatuur versterkte de natie? Konden politiek methoden worden gebruikt om die natie te versterken, en zo ja, welke? Generatieconflicten en persoonlijke vetes maken de laboratoria tot uiterst boeiende omgevingen om het proces van nationale identiteitsvorming te bestuderen.
(21)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 23 maart 2009
From: Marketing-AUP <marketing@aup.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090349.html
Subject: Lit: 0903.49: Te verschijnen: Frits van Oostrom, Hubert Slings (red.). De canon van Nederland - De vijftig vensters voor kinderen. Van Pluk tot Willem van Oranje. (Amsterdam 2009)
==============
Te verschijnen
==============
Frits van Oostrom, Hubert Slings (red.): De canon van Nederland – De vijftig vensters voor kinderen. Van Pluk tot Willem van Oranje. Amsterdam, AUP, 2009. 128 blz.; EUR 19,50; ISBN 978-90-8964-097-0
De canon van Nederland gaat over mensen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis die elke Nederlander zou moeten kennen. Deze nieuwe uitgave van de canon, ‘De vijftig vensters voor kinderen’, is ontwikkeld voor kinderen van 8 tot 14 en hun ouders en docenten.
Net als bij de ‘gewone’ canon staat bij elk venster een kort verhaal over de betekenis ervan, maar ditmaal in eenvoudige taal geschreven. Naast de ruimere hoeveelheid illustraties, vindt de lezer in deze uitgave een tijdslijn die door het hele boek heen loopt en duidelijk maakt op welk punt in de geschiedenis we zijn. De voor kinderen meest aansprekende vensters hebben meer ruimte gekregen, en zijn in sommige gevallen voorzien van een citaat uit de jeugdliteratuur, zoals een citaat uit ‘Het Dagboek van Anne Frank’ bij het venster Anne Frank – Jodenvervolging. Tenslotte zijn er verwijzingen met extra informatie zoals ‘Er op uit’, ‘Jeugdboeken’ en ‘Websites’.
Met dit boek kan ieder kind thuis of in de klas op ontdekkingsreis door de geschiedenis van Nederland. Bovendien is het boek zeer geschikt voor PABO-studenten en voor docenten in het primair onderwijs.
Redacteuren
Frits van Oostrom is Universiteitshoogleraar te Utrecht en was voorzitter van de commissie die de Canon van Nederland samenstelde. Hij spreekt en publiceert op het raakvlak van cultuurgeschiedenis, onderwijs en samenleving.
Hubert Slings is directeur van de stichting ‘entoen.nu’ die de canon van Nederland beheert. Ook is hij verbonden aan Anno, het promotiebureau voor Nederlandse geschiedenis.
(22)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 24 maart 2009
From: Onze Taal <Lydeke.Roos@onzetaal.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090350.html
Subject: Lit: 0903.50: Pas verschenen: Nieuw nummer Onze Taal, april 2009
==============
Pas verschenen
==============
Nieuw nummer Onze Taal, april 2009
Het aprilnummer van Onze Taal biedt in twee artikelen een blik op de autotaal:
Jan Erik Grezel: “De distributieriem komt eraan”. De taal van de autoverkoper.(Zie voor een voorproefje http://www.onzetaal.nl/nieuws/0904autoverkoper.php.)
Erwin Wijman: Van 7-serie tot Picanto. Namen van automodellen
Verder onder meer:
Berthold van Maris: Talen die je er gratis bij krijgt. Meertalig met alleen het Nederlands op zak
Paulien Cornelisse: Nekharen overeind of naakt dansend op tafel? Wat onze taal zegt over onszelf
Hans Heestermans: ‘Albert Heijn’ of ‘de Albert Heijn’? Het lidwoord voor supermarkten, boektitels en omroepen: de resultaten
Horstlog: nieuwe column van hoogleraar taalkunde en taalpublicist Joop van der Horst. De eerste gaat over ‘kieteren’.
Kijk voor de volledige inhoudsopgave op http://www.onzetaal.nl/tijdschr/0904.php.
(23)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 13 maart 2009
From: K. van Ommen <K.van.Ommen@library.leidenuniv.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090351.html
Subject: Sym: 0903.51: Workshop 'Rond de bronnen van Kellendonks schrijverschap', Leiden, di 31 maart 2009
=========================================================
Workshop ‘Rond de bronnen van Kellendonks schrijverschap’
=========================================================
De Universiteitsbibliotheek Leiden, het Scaliger Instituut en de Stichting Frans Kellendonk Fonds nodigen u hierbij uit voor een symposium op dinsdagdagmiddag 31 maart 2009. Aanleiding is de afronding van de inventarisering van het Kellendonkarchief, dat eind 2006 door de Stichting Frans Kellendonk Fonds in bruikleen werd gegeven. Om het archief als bron voor onderwijs en onderzoek onder de aandacht van studenten en onderzoekers te brengen, zullen sprekers Jaap Goedegebuure (Universiteit Leiden), Matthieu Sergier (Universite Catholique de Louvain), literair auteur Oek de Jong en Kellendonks oorspronkelijke uitgever Laurens van Krevelen hun licht laten schijnen over het thema ‘Rond de bronnen van Kellendonks schrijverschap’. Het symposium wordt besloten met een receptie; tevens kan men na afloop in de vernieuwde Leeszaal Bijzondere Collecties een aantal stukken uit het archief bezichtigen.
Eind 2008 verscheen als deel 78 in de reeks Kleine publicaties van de Leidse Universiteitsbibliotheek: ‘A. Bouwman, Het Kellendonk-archief. Inventaris. Met een overzicht van Frans Kellendonks gepubliceerde werk 1963-1990 door Ernst Braches (Leiden 2008)’. Het boekje telt 135 pagina’s en is in beperkte oplage gedrukt. Zolang de voorraad strekt, kan een exemplaar voor EUR 20,= worden aangeschaft bij de Universiteitsbibliotheek Leiden en Athenaeum Boekhandel te Amsterdam. Een elektronische versie (https://disc.leidenuniv.nl/webclient/DeliveryManager?custom_att_2=s imple_viewer&pid=960760) van het inventarisgedeelte bevindt zich ook op de website van de UB Leiden, als onderdeel van de collectiebeschrijving die voor het Kellendonkarchief is vervaardigd.
Tijd: dinsdag 31 maart 2009, 14.00 – 17.00 uur (receptie tot 18.30 uur)
Plaats: Universiteitsbibliotheek Leiden, Grote Vergaderzaal (2de verdieping)
De kosten voor deze middag bedragen Euro 10,=. Voor studenten is deelname gratis. U kunt het bedrag overmaken op Giro: 2107 t.n.v. Universiteit Leiden CS Bibliothecaris, o.v.v. ‘Kellendonksymposium’.
Uw aanwezigheid op dit symposium wordt bijzonder op prijs gesteld. Wij vernemen graag uiterlijk 20 maart a.s. of wij op uw komst mogen rekenen. Aangezien het aantal zitplaatsen beperkt is, adviseren wij u uw bericht spoedig aan ons door te geven. U kunt dit doen per email via mailto:scaliger@library.leidenuniv.nl. Graag vermelden of u student of niet-student bent.
PROGRAMMA
13.30-14.00 Zaal open
14.00-14.15 Opening þ Kurt de Belder, Directeur Universiteitsbibliotheek, Bibliothecaris van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
14.15-14.45 Jaap Goedegebuure (Universiteit Leiden): Frans Kellendonk als cultuurcriticus
Frans Kellendonk heeft zich als romancier en essayist indringend bezig gehouden met de problemen die eigen zijn aan een postchristelijke, multiculturele samenleving, zonder ooit voor te wenden dat hij daarvoor pasklare oplossingen kon aanbieden. Zijn fundamentele scepsis, die samenging met een even fundamentele ironie, maakte hem ongeschikt voor de rol van politicus of moraalfilosoof. Niettemin heeft Kellendonk opvattingen onder woorden gebracht die na zijn dood alleen maar aan actualiteitswaarde hebben gewonnen. Daarmee is hij onder de Nederlandse schrijvers van de naoorlogse periode de meest maatschappelijk bewuste.
14.45-15.15 Vraaggesprek met Oek de Jong
Jaap Goedegebuure in gesprek met literair auteur Oek de Jong, onder meer over zijn contact en vriendschap met Frans Kellendonk en de plannen betreffende het nooit verschenen tijdschrift ‘De Jacobsladder’.
15.15-15.45 Pauze met koffie en thee
15.45-16.15 Matthieu Sergier (Universite Catholique de Louvain): De nieuwe koning en het oude spook. Over gewijzigde en weggelaten passages uit ‘Bouwval’ (1977) en ‘De nietsnut. Een vertelling’ (1979).
De romanwereld van Frans Kellendonk vertoont een grote samenhang, zoals Bas Heijne (1998) en Tijn Boon (1998) eerder ook al opmerkten. Een steeds terugkerend stramien is de poging die de zoonfiguur onderneemt om een of meerdere spookachtige voorgangers te bezweren met het oog op een autonome identiteit. Sommige geschrapte en sterk gewijzigde passages uit de romans ‘Bouwval’ en ‘De nietsnut’ kunnen niet alleen beschouwd worden als verhelderende en bevestigende paradigma’s hiervan, zij tonen ook hoe Kellendonk omging met stof die hij voor zijn volgende romans bewaarde.
16.15-16.45 Vraaggesprek met Kellendonks oorspronkelijke uitgever Laurens van Krevelen
In een gesprek met degene die bij leven van Kellendonk diens volledige literaire werk heeft gepubliceerd, oud-Meulenhoff-uitgever Laurens van Krevelen, komen vragen aan de orde als: Hoe kwam Frans Kellendonk als auteur bij Meulenhoff terecht? Hoe was zijn houding tegenover het publiceren, de publiciteit en de markt? Hoe hield hij zich staande in de stevige controverse rond de roman ‘Mystiek lichaam’? Hoe stond de schrijver tegenover het uiterlijk en de vorm waarin zijn werk werd uitgegeven? Hoe verging het zijn boeken in vertaling? Gepoogd zal worden een beeld te geven van de samenwerking tussen Kellendonk en de uitgeverij waar tussen 1977 (‘Bouwval’) en 1992 (‘Het complete werk’) zijn gehele literaire werk in boekvorm verscheen. Het gesprek zal worden gevoerd door Maarten Asscher, destijds eveneens werkzaam bij Meulenhoff.
16.45-17.00 Afsluiting
17.00-18.30 Receptie
(24)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 12 maart 2009
From: Bert Van Raemdonck <bert.vanraemdonck@kantl.be>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090352.html
Subject: Sym: 0903.52: Studienamiddag: 'Het beeld van de dichter', Gent, do 23 april 2009
==========================================
Studienamiddag: ‘Het beeld van de dichter’
==========================================
Onder de titel ‘Het beeld van de dichter’ wil het colloquium ingaan op de vraag in hoeverre een (semi-)wetenschappelijke uitgave van een poetisch oeuvre het beeld van een dichterschap bepaalt, beinvloedt of bijstelt. Een aantal recente voorbeelden laat alvast zien dat verschillen in opzet en fundering van een nieuwe editie heel uiteenlopende effecten kunnen sorteren. Zo bijv. resulteerde de strikte uitvoering van ‘de laatste wil’ van C.O. Jellema in diens Verzameld werk (2005) in een totaal andere ordening van de gedichten dan in eerdere verzamelingen: in feite ontstaat er een ‘nieuwe Jellema’. Ook het negeren van een laatste wilsbeschikking kan leiden tot een ander beeld. Zo verschaft het opnemen van nagelaten poezie en fragmenten in de tweedelige editie ‘Alle Gedichten’ van Gerrit Achterberg een completer overzicht van diens totale productie, al levert dat niet noodzakelijkerwijs een flatteuzer beeld op (zelf zou de dichter deze beslissing dan ook nooit hebben genomen).
De opdracht van tekstediteurs bestaat erin aan wetenschappelijk gefundeerd literair erfgoedbeheer te doen. Zij stellen het werk van een schrijver ter beschikking van een breed publiek, en proberen dat zo nauwkeurig mogelijk te doen. Tekstediteurs zijn zich bewust van hun ‘conserverende’ functie, maar realiseren zich ook dat zij daarmee hoe dan ook het beeld voor anderen bepalen, vaak zelfs voor lange tijd. Toch wordt in recensies van nieuwe uitgaven zelden of nooit ingegaan op dit aspect, en is het zeer de vraag of er buiten het veld van editiewetenschappers (critici, essayisten, de overheid, het onderwijs, uitgeverijen) wel ooit iemand wakker ligt van dergelijke overwegingen of zelfs scrupules. Misschien is dat een indruk. In dat geval willen we ons van die indruk ontdoen.
Het is daarom van belang specialisten, zowel academici, literaire critici als uitgevers, over het editorische werk van tekstbezorgers aan het woord te laten. Vragen die daarbij opduiken, kunnen de volgende zijn: hoe verhoudt de wetenschappelijke tekstuitgave zich tot vroegere edities van het werk van een bepaalde dichter (uitgaven die al dan niet geautoriseerd zijn)? In welke mate bepaalt de nieuwe tekstuitgave het beeld en de studie van een dichterschap? In hoeverre worden correcties, nuances toegevoegd aan de gecanoniseerde beeldvorming? Welke is de toegevoegde waarde van kritische tekstedities, in vergelijking met andere uitgaven van de poezie van die auteurs? Welke onderzoeksperspectieven biedt de nieuwe tekstuitgave? Welke zijn de suggesties voor een bijgesteld beeld, of welke aspecten verdienen, voortaan met behulp van het wetenschappelijk betrouwbare tekstmateriaal, (meer) aandacht of een andere kijk?
Programma:
13u.00 Ontvangst
13u.30 Opening door Edward Vanhoutte (CTB-KANTL) & inleiding door Peter de Bruijn (Huygens Instituut)
13u.40 Marc Reynebeau
14u.00 Mathijs Sanders (Radboud Universiteit Nijmegen): ‘Jan van Nijlen mobiel’
14u.20 Jan Kuijper: ‘De naam van de dichter’
14u.40 Koffiepauze
15u.10 Sander Bax (Universiteit van Tilburg): ‘Woorden, woorden, woorden. Harry Mulisch en het dichterschap’
15u.30 Charlotte Cailliau (Universiteit Gent): ‘Jong bezield of oud bedaard? Het beeld van Kloos in een nieuwe editie van zijn Verzen’
15u.50 H.C. ten Berge: ‘Een slaper driemaal ontwaakt’
16u.10 Slotwoord door Yves T’Sjoen (Universiteit Gent)
16u.15 Receptie in de salons van de Academie
Locatie:
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
Koningstraat 18
9000 Gent
Datum:
23 april 2009
Deelname:
Gratis toegang. Omdat de ruimte beperkt is, wordt u wel verzocht uw komst te melden via ctb@kantl.be
Hoe u de KANTL bereikt, staat hier: http://www.kantl.be/index.php?pag=105
Meer info:
- Via het CTB: +32 (0)9/265.93.50 of ctb@kantl.be
- Via het Huygens Instituut: +31 (0)70/331.58.00 of info@huygensinstituut.knaw.nl
Zie ook:
http://www.kantl.be/ctb/event/2009/beelddichter.htm
(25)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 26 Mar 2009 09:57:39 +0100 [26-03-09 09:57:39 CEST]
From: Kevin Absillis <kevin.absillis@telenet.be>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090353.html
Subject: Sym: 0903.53: Studienamiddag 'Welkom in de Felix Claeslaan! Literair erfgoed in het straatbeeld', Antwerpen, wo 22 april 2009
======================================================
Studienamiddag ‘Welkom in de Felix Claeslaan! Literair erfgoed in het straatbeeld’
======================================================
Studienamiddag
Woensdag 22 april 2009
Het Letterenhuis (Antwerpen)
Er wordt wel eens geklaagd dat schrijvers ten prooi zijn gevallen aan publieke onverschilligheid. Toch is daar in vele wijken en buurten op het eerste gezicht weinig van te merken. Neem het stadsplan van Antwerpen: daarop staan – een greep uit veel meer – een Guido Gezellestraat, een Anna Bijnsstraat, een Hendrik Conscienceplein, een Cyriel Buyssestraat, een Jan van Beersstraat, een Hendrik van Veldekestraat, een Jan Baptist Verlooystraat, een Karel van de Woestijnelei en een Karel van de Woestijnestraat. Bovendien kom je er schrijvers niet alleen op straatnaamborden tegen. Voor literaire beroemdheden als Gerard Walschap, Hendrik Conscience, Maurice Gilliams, Willem Elsschot en Paul van Ostaijen heeft men – soms heel recent nog – standbeelden opgericht.
Het Instituut voor de Studie van de Letterkunde (Universiteit Antwerpen) en het Letterenhuis openen een onderzoek naar deze vaderlandse letterlievendheid. Naar welke schrijvers worden straten vernoemd, en op basis van welke verdiensten? Welke auteurs blijven onzichtbaar in het straatbeeld en is daar een reden voor? Loont literaire vaderlandsliefde of worden juist tegendraadse talenten vereerd? Schuilt de waardering in deugdzaamheid of juist in burgerlijke ongehoorzaamheid? Over literair erfgoed in de openbare ruimte, lang niet alles maar toch behoorlijk wat, in vier lezingen en een verrassingsact!
Deelname is gratis. Gelieve wel per e-mail aan te melden voor 15 april 2009 bij Kevin Absillis (kevin.absillis@ua.ac.be).
Programma
13.45u Verwelkoming
Leen van Dijck (Letterenhuis)
13.50u Mondaine schrijvers aan de Vlaamse kust. Rodenbach, Verhaeren en ‘La Plage de Blankenberghe’ (1881-1883)
Christian Berg (Universiteit Antwerpen)
14.20u Dichters in beeld. De vaders van de ‘Dietsche’ letterkunde
Mike Kestemont (Universiteit Antwerpen)
15.00u De lange weg naar de Victor Brunclairstraat. Het Nachleben van een omstreden schrijver
Dieter Vandenbroucke (Universiteit Antwerpen)
15.30u Koffiepauze
15.45u Literatuur en politiek in de Antwerpse straatnaamgeving na 1830
Marc Somers (Letterenhuis)
16.15u Na een aai over een jongensborst. Hoe het met de publieke verering van onze schrijvers kan verkeren
Sarah Beeks (Universiteit Antwerpen)
Verrassingsact door Les Liseuses Fabuleuses
17.15 Receptie
(26)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 24 maart 2009
From: W. Maas <w.maas@let.vu.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090354.html
Subject: Sym: 0903.54: Studiedag 'Impulsen voor het literatuuronderwijs', Amsterdam, vr 15 mei 2009
============================================================
Impulsen voor het literatuuronderwijs. Studiedag 15 mei 2009
============================================================
De Faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit Amsterdam en het Onderwijscentrum VU organiseren op 15 mei 2009 in samenwerking met Stichting Lezen een bij- en nascholingsdag voor leraren Nederlands en GLO.Het programma begint met een plenaire bijeenkomst waarin de historische letterkunde centraal staat. Daarna zijn er twee workshoprondes. Hierin komen recente ontwikkelingen in de literatuurwetenschap en de literatuurdidactiek aan de orde. Nadrukkelijk wordt ook aandacht besteed aan de vakdidactische kant van de verschillende onderwerpen.
Stichting Lezen presenteert zich als Kenniscentrum voor leesbevordering en literatuureducatie.
Programma
12.30 – 13.00 ontvangst, koffie/thee
13.00 – 13.45 plenaire lezingen door Johan Koppenol en Ben Peperkamp
Johan Koppenol, hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde: Het ‘Loterij spel’. Gedoe rondom een actie
In 1596 schreef de Leidse dichter Jan van Hout het ‘Loterij spel’, dat een rederijkersfeest moest opluisteren, maar vooral ook de steun voor een liefdadigheidsloterij moest opwekken. Gedoe rondom een actie, zoals we dat nu ook nog kennen.
Ben Peperkamp, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde: Wetenschap en literatuur Al enige tijd is de relatie tussen wetenschap en literatuur een thema in de letterkundestudie. Hoe verwijst de literatuur naar wetenschappelijke bevindingen? Welke impuls heeft de wetenschap voor de literatuur? In de lezing staat een van de onderwerpen van dit themagebied centraal: de negentiende-eeuwse literaire representaties van wetenschappelijke kennis. Een mooi uitgangspunt voor vakoverstijgend onderwijs.
13.45 – 14.45 workshopronde 1
14.45 – 15.15 theepauze, verplaatsen naar workshopronde 2
15.15 – 16.15 workshopronde 2
16.15 – 16.30 afsluiting
Tijdens elke workshopronde is het mogelijk in te schrijven op een van de volgende workshops:
Beschrijving workshops en praktische informatie
STUDIEDAG: IMPULSEN VOOR HET LITERATUURONDERWIJS
WORKSHOPS RONDE 1
1A. Literatuurgeschiedenisonderwijs: waarom en hoe?
Dick Schram, hoogleraar literatuurwetenschap en Wim Maas, vakdidacticus Nederlands.
Een onderdeel van het literatuuronderwijs Nederlands is de geschiedenis van de literatuur. Het aandeel en belang ervan zijn in het algemeen teruggedrongen; op de havo is de literatuurgeschiedenis met ingang van 2007 op bescheiden schaal geherintroduceerd. De inrichting en functie van het literatuurgeschiedenisonderwijs is het onderwerp van deze workshop. Welke opvattingen zijn erover en hoe moeten we die beoordelen? Een van de discussiepunten is het gebruik van hertaalde teksten. Goed of niet?
1B. Stichting Lezen en School der Poezie
Daan Beeke, Stichting Lezen
De Jonge Jury, De Inktaap, Leesmij! en Nederland Leest (in de klas) zijn allemaal projecten die dankzij (of met steun van) Stichting Lezen bestaan. Daan Beeke vertelt kort hoe Stichting Lezen met deze projecten – en langs andere weg – bijdraagt aan een beter leesklimaat in Nederland. Stichting Lezen steunt ook andere literaire organisaties; vanmiddag maakt u kennis met een van hen: School der Poezie. Bij School der Poezie maken kinderen en jongeren op een plezierige en effectieve manier kennis met poezie. Hoe ze dat precies doen, zult u tijdens deze workshop zelf ervaren. U gaat zelf aan de slag met een van de docenten van School der Poezie.
WORKSHOPS RONDE 2
2A. Eisend en uitdagend literatuuronderwijs: zo kan het ook!
Frank van Doeselaar, docent Nederlands
In deze bijeenkomst laat Frank van Doeselaar, docent Nederlands aan de SSG Nehalennia te Middelburg, zien hoe hij zijn literatuuronderwijs in de bovenbouw inricht. Daarbij zet hij een keur aan instrumenten in: literaire projecten, leeslijsten, literaire cafes, masterclasses, uitgeverijprojecten, recensies schrijven, debat en literatuur enz. enz. Van Doeselaar laat zien, houdt een verhaal, staat open voor suggesties en gaat in gesprek met de aanwezigen.
2B. Bekeringsgeschiedenissen
Hans van Stralen, universitair docent literatuurwetenschap
In deze workshop zal Hans van Stralen ingaan op een theorie rond bekeringsverhalen, geconcretiseerd aan de hand van een documentaire van Arjan Ederveen en het werk van Gerard Reve.
Cursusgegevens:
Bestemd voor docenten Nederlands en GLO in de bovenbouw havo/vwo
Datum en plaats: 15 mei 2009, Amsterdam Tijd: 13.00 – 16.30 uur
Cursusprijs: EUR 180,00 inclusief cursusmateriaal, koffie/thee
Informatie
Vragen over de inhoud van de cursus: mail naar Dick Schram, hoogleraar Literatuurwetenschap (dh.schram@let.vu.nl) of Wim Maas, vakdidacticus Nederlands (w.maas@ond.vu.nl)
Inschrijven voor 1 mei 2009!
Inschrijven voor de studiedag kan met het inschrijfformulier dat u kunt downloaden van de site van het Onderwijscentrum VU. Ga naar http://www.onderwijscentrum.vu.nl, klik dan op ‘voortgezet onderwijs’ vervolgens op ‘vaknascholing’ daarna op ’talen’ en tenslotte op ‘Impulsen voor het literatuuronderwijs’ Het postadres vindt u op het formulier.
(27)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 19 maart 2009
From: Maria Leuker <leuker@uni-koeln.de>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090355.html
Subject: Sym: 0903.55: Congres 'Die sichtbare Welt', Visualitaet in der niederlaendischen Literatur und Kunst des 17. Jahrhunderts, Keulen, vr 2 - za 3 oktober 2009 (Call for papers)
===============================================================
Congres ‘Die sichtbare Welt’ Visualitaet in der niederlaendischen Literatur und Kunst des 17. Jahrhunderts
===============================================================
Veranstalter: Universitaet zu Koeln
Institut fuer Niederlandistik/Kunsthistorisches Institut
Termin: 2./3. Oktober 2009
Deadline: 30. April 2009
Einige an Medien der Sichtbarkeit orientierte ’turns’ (pictorial, iconic, visual) und die Etablierung – insbesondere in den englischsprachigen Geisteswissenschaften – eines dezidierten Forschungsfeldes ‘visual culture’ haben dazu gefuehrt, dass disziplinaere Grenzen zwischen Kunstgeschichte und diversen Nachbarwissenschaften zunehmend transparent geworden sind. Die traditionelle Naehe zu literaturwissenschaftlichen Perspektiven und die regelmaessig erfolgreiche Kooperation von Literaturwissenschaft und Kunstgeschichte auf dem Gebiet der Niederlandistik sind dabei ein wenig aus dem Blickfeld geraten. Das Symposium strebt an, eine neue Diskussion ueber ueberlappende Forschungsperspektiven der beiden Disziplinen anzuregen, die Ergebnisse aelterer Studien zu Text-Bild-Relationen (v.a. des inzwischen in Fachkreisen legendaeren Kongresses “Wort und Bild in der niederlaendischen Kunst und Literatur des 16. und 17. Jahrhunderts” in Koeln 1981, publiziert 1984), zur Narratologie und zur Emblematik fortschreibt und mit neuen Erkenntnissen der ‘visual studies’ verknuepft.
Spaetestens seit den Publikationen von Svetlana Alpers ist seitens der kunsthistorischen Forschung regelmaessig die frappierende Intensitaet bemerkt worden, mit der sich niederlaendische Kuenstler des 17. Jahrhunderts Phaenomenen der Sichtbarkeit, ihres erkenntnistheoretischen Status und ihrer Repraesentationen widmeten. Da vergleichbare Phaenomene auch aus Sicht der niederlaendischen Literaturwissenschaft neuerdings verstaerkt ins Blickfeld geraten sind, bietet sich eine disziplinenuebergreifende Auseinandersetzung mit dem Status des Visuellen, dem Verhaeltnis von Sichtbarkeiten und Darstellbarkeiten in der niederlaendischen Kunst und Literatur des ausgehenden 16. und des 17. Jahrhunderts an.
Obwohl der Schwerpunkt im 17. Jahrhundert liegen soll, muss unter dem Gesichtspunkt der epochalen Spezifik auch gefragt werden, welchen Veraenderungen die Repraesentationen des Visuellen um 1600 unterliegen und inwieweit in der bisher immer noch im Schatten des ‘Gouden Eeuw’ stehenden Kunst des 16. Jahrhunderts bereits diejenigen Muster anzutreffen sind, die fuer das 17. Jahrhundert praegend sein sollten. Es sind sechs Sektionen vorgesehen, die das Phaenomen im Dialog der Disziplinen systematisch diskutieren sollen. Ausgangspunkt ist die Feststellung, dass die neue Qualitaet in der Beurteilung von Visualitaet eine wichtige Zaesur in der Genese der neuzeitlichen Kuenste darstellt und deshalb eine eigene Standortbestimmung herausfordert. Die folgenden Sektionen bilden verschiedene Aspekte ab, zu denen jeweils literaturwissenschaftliche und kunsthistorische Positionen in Austausch miteinander treten werden.
In den einzelnen Sektionen werden jeweils keynote-Vortraege der Nachbardisziplinen einander gegenueber gestellt. Wir erbitten weitere Vorschlaege fuer Vortraege (auf Deutsch oder auf Englisch), die 30 Minuten nicht ueberschreiten sollen, zur Ergaenzung dieser Dialoge. Erwuenscht sind insbesondere Positionen von Vertreterinnen und Vertretern des wissenschaftlichen Nachwuchses.
Sektion 1: Visualitaet als Signum der Moderne
Die Sektion soll diskutieren, inwiefern die zunehmende Bedeutung des Sehens und der Reflexion ueber Visualitaet fuer den Uebergang von Frueher Neuzeit zu Moderne symptomatisch ist. Dabei geht es nicht um eine eindimensionale Verlaengerung des mit der Erkenntnisphilosophie Descartes’ verbundenen Paradigmenwechsels in die Literaturwissenschaft oder die Kunstgeschichte hinein im Sinne einer Deduktion. Es wird vielmehr in systematischer und vergleichender Perspektive untersucht, ob die Konjunktur der Visualitaet, wie sie in der Literatur und Malerei der Zeit zu konstatieren ist, ueberhaupt aehnlichen Praemissen unterworfen war. Denn es ist jedenfalls zweifellos so, dass dem Sehsinn und seinen Repraesentationen neuzeitlich erkenntnisstiftende Funktionen zugewiesen werden (Autopsie), fuer die auch die kuenstlerischen Medien in Dienst genommen werden konnten. Mit der Diskussion von deren Persistenz bis in die Moderne hinein ist beabsichtigt, Traditionslinien und Symptome, der Privilegierung von Visualitaet in historischer Perspektive aufzuzeigen.
Keynote-Speaker: Peter Bexte / Erich Kleinschmidt
Sektion 2: Die Praxis des Visuellen
Wie wird Wahrnehmung durch visuelle Ordnungen strukturiert, stabilisiert und rezipiert? Ordnungsschemata folgen in der alltaeglichen Praxis der Fruehen Neuzeit zunehmend Kriterien der Anschaulichkeit. Es ist zu diskutieren, inwieweit dadurch Repraesentationsformen in Texten und Bildern determiniert werden, die die Praemisse visueller Ueberzeugungskraft akzeptieren. Solche Ordnungsschemata begegnen vor allem in naturkundlichen Kompendien und Werken der bildenden Kunst, deren Konzept auf aehnlichkeit beruht. Anordnungen, die einpraegsam und authentisch zugleich die wahrgenommenen Eindruecke und Beobachtungen zu transportieren beabsichtigen beruhen auf visueller Neugier, die sich als wissenschaftlicher Erkenntnismodus von der auctoritas zu emanzipieren beginnt. So sehr wie sich diese Muster Prozessen visueller Wahrnehmung verdanken, stellen sie auch auf die Effizienz visueller Ordnungen ab, wie sie beispielsweise weite Bereiche der Stilleben-, aber auch der Landschaftsmalerei bestimmen.
Keynote-Speaker: Stefan Grohe / Maria-Th. Leuker-Pelties
Sektion 3: Die Rhetorik des Visuellen
Wenn gilt, dass Malerei eine nach Regeln der visuellen Identifizierung strukturierte Sprache ist, die sich der Ueberzeugungskraft des Sichtbaren bedient, um ihre Kommunikationsziele zu erreichen, und wenn angenommen werden kann, dass auf einer Abstraktionsebene Literatur mit analogen Mustern operiert, die mit dem Kriterium der Anschaulichkeit nicht nur metaphorisch an visueller Wahrnehmung orientiert sind, dann ist zu ueberpruefen, ob der Charakter der Rhetorik als einer metasprachlichen Kommunikationswissenschaft dazu dienen kann, Phaenomene in Kunst und Literatur miteinander zu vergleichen. Diese seit einigen Jahren kontinuierlich diskutierte Beziehung beider Medien auf einen gemeinsamen Ueberbau darf aber den Blick dafuer nicht verstellen, dass eine genuine Bildrhetorik einerseits und eine literarische Rhetorik auf der anderen Seite irreduzibel sind. Insoweit ist methodischer Konsens wohl erzielt. Dennoch bleibt offen und zu untersuchen, nach welchen Regeln in beiden Medien Sichtbarkeiten (Bild-)Sprachen strukturieren koennen, welche Arten von Typologien dafuer entwickelt und eingesetzt werden und auf welche Ziele diese abgestellt sind. In diesem Komplex sind eher formale Mittel angesprochen, die – jeweils medienspezifisch – Visuelles zum Ausgangspunkt nehmen. Darueber hinaus bietet die an der klasssischen orientierte fruehneuzeitliche Rhetorik Konzepte und einen damit zusammen haengenden Begriffsapparat an, der das visuelle Feld in vielerlei Hinsicht tangiert: obscuritas und perspicuitas sind nur zwei von mehreren Kriterien, die an der Erfahrung des Visuellen orientiert sind.
Keynote-Speaker: Reindert Falkenburg / Arie Gelderblom
Sektion 4: Die Moral des Visuellen
Die Beurteilung der Sinne / des Sinnes in Relation zu den jeweiligen Morallehren hat eine lange Tradition, die insbesondere im Zeitalter konfessioneller Streitigkeiten Zuspitzungen erfuhr. Vor dem Hintergrund von Glaubensnormen wurden Sinneshierarchien ebenso debattiert wie Unterscheidungen von Sinnesvermoegen, die im weitesten Sinne erkenntnistheoretisch genannt werden koennen. Diese Differenzierungen des Sehens gegenueber z.B. dem Hoeren und dem Fuehlen gehoeren zum Repertoire der zu dieser Zeit weiterhin an moralischen Normsetzungen orientierten Wahrnehmungsphilosophien. Das Sehen, aber auch das Nicht-Sehen (z.B. Blindheit) und ihre jeweilige Moralitaet wurde dabei in hohem Masse ambivalent beurteilt. Als “innere Schau” in religioeser Funktionalitaet verfuegt es ueber einen hohen Stellenwert, der in einer teilweise heftigen Abwertung des scheinhaften ‘aeusseren’ Sehens seinen Gegenpart hat. Wohl herrschte die Ueberzeugung, dass der Anreiz zur Uebertretung von Moralgrenzen ueberwiegend visuell vermittelt wird. Andererseits macht sich eine protowissenschaftliche Objektivierung sinnlicher Wahrnehmung – und hier insbesondere des Sehens – bemerkbar, die als grundsaetzliche Voraussetzung neuzeitlicher Wissenschaftlichkeit gesehen werden kann. Da nun der Status von bildender Kunst und Literatur fuer die Vermittlung moralischer und/oder konfessioneller Grundsaetze seit dem ausgehenden Mittelalter auf hohem Niveau anerkannt war, blieben die sich aendernden Semantisierungen nicht ohne Folgen.
Keynote-Speaker: Nils Buettner / Jurgen Pieters
Sektion 5: Die Macht des Visuellen
Mit der Verwaltung von Blick- und Wahrnehmungssystemen sind traditionell Mechanismen der Machtausuebung verbunden. Politische Inszenierungen bedienen sich visueller Strategien fuer ihre repraesentativen und symbolischen Kommunikationen. In der Entfaltung symbolischer Ordnungen vor oft visuell angesprochenen Adressaten verfuegen die fruehneuzeitlichen Herrscher ueber ein variables und breit eingesetztes Instrument der Stabilisierung von Macht.
Der Anteil des Blickes in den zeremoniellen Anordnungen der Zeit kann nicht hoch genug veranschlagt werden. Deren Topik und Funktion soll in einer neuen Diskussion der politischen Ikonographie, die einen gewichtigeren Akzent auf ihre visuelle Wahrnehmung legt, differenziert werden.
Sichtbarkeit und Repraesentation werden mit Macht ebenso wie mit Maennlichkeit gleichgesetzt. Blickregime bestimmen zentral die Geschlechterverhaeltnisse in der Fruehen Neuzeit. In der Regel ist dem maennlichen Blick das aktive Sehen zugeordnet, waehrend der weiblichen Rolle wie auch in anderen Kontexten der passive Charakter zugeordnet wird, der den Objektstatus des Angeblicktwerdens betont. Hierzu ist in den letzten Jahren bereits vielfaeltiges Material zusammengetragen worden, welches in dem hier zu diskutierenden neuen Zusammenhang als Korrektiv dienen kann.Zuletzt stellt die Perspektive einen weiteren Diskussionspunkt dar, die als symbolische Aneignung per se ein hierarchisiertes Verhaeltnis zwischen Blick und Objekt konstruiert. Das Blickregime unterliegt also nicht nur abstrakten Machtverhaeltnissen, sondern Steuerungen, die medial festgelegt sind: sei es durch die geometrischen Grundregeln der Malerei, sei es durch die Erzaehlperspektiven der Literatur.
Keynote-Speaker: Lia van Gemert / Tanja Michalsky
Sektion 6: Techniken des Visuellen
Die Niederlande des 17. Jahrhunderts sind in der Konzeption und Produktion von optischen Instrumenten unumstritten fuehrend in Europa. Die Erforschung und Erprobung von Mikroskopen, Teleskopen, camerae obscurae wurden weithin auch unter Humanisten diskutiert, da sich aus ihren Kreisen die ersten Naturwissenschaftler rekrutierten, die ihre Aufmerksamkeit der systematischen Erfassung der Gegenstaende der sie umgebenden Natur widmeten. Apparatives Sehen macht Elemente der physischen Welt sichtbar, die bis dahin unterhalb physiologischer Sichtbarkeitsschwellen verborgen waren. Die technischen Innovationen konnten nicht ohne Auswirkungen auf das Denken und Schreiben ueber das Sehen bleiben; vereinzelt begegnet man auch Kuenstlern, die sich der neuartigen Apparate bedienten. Gerade am Beispiel der Technisierung des Sehens lassen sich die Prozesse beschreiben, die fruehneuzeitlich insofern einen epistemischen Bruch bedeuten, als eine Verschiebung von metaphorischer hin zu objektiver Repraesentation zu konstatieren ist.
Bezogen auf die Literatur waere hier zu fragen, inwiefern die optischen Innovationen sich auf Rhetorik, Motivik, Symbolik und Narrativik auswirken und ob eine inhaltliche Verarbeitung der neuen Techniken visueller Wahrnehmung stattfindet.
Keynote-Speaker: Frans Willem Korsten / Karin Leonhard
Vortragsvorschlaege mit einer Skizze von einer Seite Laenge sowie einem kurzen Lebenslauf richten Sie bitte bis zum 30. April 2009 an eine der folgenden Adressen.
Prof. Dr. Stefan Grohe
Kunsthistorisches Institut
Universitaet zu Koeln
Albertus-Magnus-Platz
50923 Koeln
Tel. +49 – (0) 221 – 470 3985
stefan.grohe@uni-koeln.de
Prof. Dr. Maria-Theresia Leuker-Pelties
Institut fuer Niederlandistik
Universitaet zu Koeln
Albertus-Magnus-Platz
50923 Koeln
Tel. +49 – (0) 221 – 470 4162
leuker@uni-koeln.de
(28)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 17 maart 2009
From: Annemarije van der Hoek <annemarije@passionatebulkboek.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090356.html
Subject: Sym: 0903.56: Geen Daden Maar Woorden Festival, Den Bosch, za 16 mei 2009
================================
Geen Daden Maar Woorden Festival
================================
Zaterdag 16 mei 2009 vindt in de Verkadefabriek de vierde editie van Geen Daden Maar Woorden Festival plaats. Het festival zet opnieuw een unieke combinatie neer van literatuur gecombineerd met muziek en film. Ellen ten Damme zingt speciaal voor haar geschreven teksten van Ilja Leonard Pfeijffer tegenover de literatuur van Jan Siebelink. Leon Verdonschot leest voor, met Denvis die alles de pan uit rockt en P.C. Hooft-prijswinnaar 2009 Hans Verhagen draagt voor, terwijl zijn filmportret ‘Ontdrifting’ draait.
Rock ’n literatuur: Denvis & Verdonschot op een podium
Tijdens het schrijven aan het levensverhaal van Denvis, de zanger van Eindhovense rockband The Spades, kwam het idee bij Leon Verdonschot op om samen een theatertour te doen. Het wordt een soort rock ’n roll-roman, een vrolijk avonturenboek. Verdonschot leest voor uit zijn boek en Denvis zingt tijdens Geen Daden Maar Woorden Festival.
Imponerende combinatie: muziek en poezie
Ilja Leonard Pfeijffer schreef speciaal voor Ellen ten Damme gedichten en deze heeft zij op muziek gezet. Ze heeft drie albums uitgebracht: Kill Your Darlings (1995), I Am Here (2001) en Impossible Girl (2007). Eerder trad Ellen ten Damme op tijdens de presentatie van de Passionate Magazine-special over Bret Easton Ellis in 2005 in Hotel New York en GDMW Festival 2008 in Rotterdam. Ellen ten Damme zal de door Ilja Leonard Pfeijffer voor haar geschreven gedichten ten gehore brengen tijdens Geen Daden Maar Woorden Festival.
Jan Siebelink knielt in de Verkadefabriek
Jan Siebelink (1938) is schrijver en essayist. Hij debuteerde in 1975 met de verhalenbundel ‘Nachtschade’. Hij begon als leraar, waarnaast hij schreef. Met ‘Knielen op een bed violen’ vestigde hij definitief zijn naam als Bekende Schrijver. Hij ontving voor zijn werk o.a. de F. Bordewijk Prijs en de AKO Literatuurprijs. Najaar 2008 verscheen zijn nieuwe roman ‘Suezkade’. Tijdens Geen Daden Maar Woorden Festival Den Bosch zal hij voordragen uit eigen werk.
Uniek! Hans Verhagen draagt voor en zijn film draait
De kersverse winnaar van de P.C. Hooft-prijs 2009 Hans Verhagen verzorgt een optreden met zijn gedichten. Bovendien is het filmportret ‘Ontdrifting’ over Verhagen te zien. Matte Mourik, Yvette Benningshof, Erik Brus en Revolver maakten in 2003 in opdracht van GDMW Festival dit filmportret. De centrale vraag van dit portret was: hoe bevecht Verhagen als 64-jarige zijn vrijheid en onafhankelijkheid als artiest en als mens? Verhagen werd gefilmd in zijn woning annex atelier in Amsterdam en in zijn geboorteplaats Vlissingen.
Het festival herbergt onder andere de gelauwerde Brabander Tymen Trolsky met zijn gedichten over algemene waarheden die de poezie verslinden. Verder treedt grootheid Herman Koch op, geflankeerd door Le Loup Noir, de groep van de Brabantse singer-songwriter Sabine de Lat die speciaal voor het festival teksten van Charles Baudelaire op muziek heeft gezet. Jazzband SteamTeam zorgt voor de nodige ontspanning. De bijzondere dichteres Ramona Maramis treedt op, met haar kantoortuinpoezie. En Abdelkader Benali treedt niet alleen live op, ook is zijn GDMW Festival-filmportret ‘De jacht van Abdelkader Benali’ te zien in de filmzaal, net als het portret van Rien Vroegindeweij: ‘Gaandeweg’. Ook niet alleen live te horen is Maria Barnas. Van haar gedicht ‘Het noorden is het noorden’ heeft Sander Alt een animatiefilm gemaakt. Jong talent is ook goed vertegenwoordigd met Roel van Meerendonk en Henk van Straten. Roel van Meerendonk was in 2005 finalist in de Brabantse Kunstbende en won met zijn proza twee keer de voorronde Den Bosch van schrijfwedstrijd Write Now! (in 2006 en 2008). Henk van Straten bracht in oktober 2008 zijn debuutroman ‘Ik ben de regen’ uit. Zijn prozateksten werden eerder gepubliceerd in literaire tijdschriften als ‘Passionate Magazine’, ‘Hollands Maandblad’ en ‘De Brakke Hond’. Naald en Kraak zorgt voor een swingende afterparty met hun vintage grooves van funk, soul, teenbeat, rock ’n roll en jazz.
Zie ook: http://www.gdmw.nl of http://www.verkadefabriek.nl
Geen Daden Maar Woorden Festival Den Bosch
Datum: 16 mei 2009.
Plaats: Verkadefabriek ‘s-Hertogenbosch
Programmering: 20.00 uur – 04.00 uur. Puur Dansen met Naald en Kraak: vanaf 00.00 uur.
Entree: EUR 15,00 /EUR 12,50 (met VFpas)
Voorverkoop: online voorverkoop: EUR 12,50 (EUR 10,00 met VFpas)
Voor informatie / interviewaanvragen:
Eefje Sperber; eefjesperber@verkadefabriek.nl; 073 6818162
Annemarije van der Hoek, annemarije@passionatebulkboek.nl; 010 276 2626
(29)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 27 Mar 2009 01:39:04 +0100 [27-03-09 01:39:04 CEST]
From: Willem Kuiper <wkuiper@xs4all.nl>
URL: http://www.neder-l.nl/bulletin/2009/03/090357.html
Subject: Col: 0903.57: Column Willem Kuiper, no. 72: Wiki-wijs
=======================================
Column Willem Kuiper, no. 72: Wiki-wijs
=======================================
Toen Geert Claassens, Peter van Heusden en Gerard Sonnemans in 1991 hun INGM (Index Nominum Generalis Medioneerlandicae) project lanceerden, waren zij (zonder dat te beseffen?) hun tijd ver vooruit. Het was hun bedoeling met behulp van collega’s in den lande een geannoteerde index samen te stellen van alle epische eigennamen – persoonsnamen (antroponiemen) en plaatsnamen (toponiemen) – uit de handschriftenperiode, voor zover beschikbaar in een handelseditie. In een prospectus werd op basis van materiaal dat deel zou gaan uit maken van Claassens’ proefschrift een voorbeeld gegeven van wat de redactie voor ogen stond. Het initiatief sloeg anders aan dan bedoeld, maar het is en blijft een van de vaders van het project dat uiteindelijk zou uitgroeien tot het ‘Repertorium van Eigennamen in Middelnederlandse Literaire Teksten’ (REMLT).
Het REMLT ging in 1993 van start, en het was begroot op vijf jaar. Maar zoals wel vaker gebeurt met grote projecten, de bouwput ziet er in werkelikheid heel anders uit dan op de tekentafel. In 2000 werd definitief de stekker uit het project getrokken, Mijn overgebleven medewerksters en ik werden elders binnen het Meertens Instituut te werk gesteld.
Dat elk nadeel zijn voordeel heeft, bleek maar weer eens overduidelijk toen ik in het kader van het ‘Repertorium van het Nederlandse Lied tot 1600’ kennis maakte met het album van Aefgen Claesdochter van Giblant en Ariadne de Gyselaere. Voor het Liederen-project waren alleen de Nederlandse liedteksten in de bundel interessant, maar er stonden meer teksten in het album van Aefgen. Aan de hand van die andere teksten en met behulp van het ‘Rhetoricael Memoriael’, kon ik als een rechercheur in een zedenzaak op zoek gaan naar vingerafdrukken en DNA van de contribuanten aan Aefgens album, wat mij uiteindelijk tot de conclusie bracht dat zij in Haarlem woonachtig was.
Terwijl ik met dat ‘Album Giblant’ bezig was, besefte ik dat albums a la Aefgen multimediaal en digitaal uitgegeven moeten worden. Ik zal u de martelgang besparen die ik als ‘kromme Lindert’ gegaan ben, maar het is mij niet gelukt Aefgens album te reanimeren in een digitale viewer.
Onderwijl had ik besloten – dankzij de bereidheid van Hella Hendriks – om elke woensdagmiddag in eigen beheer verder te werken aan het REMLT . Wat bedoeld was als een typografisch boek werd een digitaal boek in pdf. Ik kreeg ruimte op de server van Geesteswetenschappen, een ftp-account en begon met het een voor een publiceren van de letters. Omdat ik wist hoeveel werk er nog verzet moest worden gebruikte ik de benaming beta-versie.
Inmiddels nadert het corpus epiek zijn voltooiing en hoop ik eind van dit jaar of begin volgend jaar het REMLT op te waarderen naar alfa-versie. Het is mijn bedoeling het REMLT de komende jaren uit te breiden met epische helden in andere dan epische teksten. Welke romanhelden worden in de rederijkers refreinen aangehaald als exemplarisch voor wat dan ook? Heel verrassend soms! Lanseloet van Denemerken bijvoorbeeld is geen dader, maar een slachtoffer.
Naarmate de jaren verstreken verdween het idee dat het REMLT ooit een heel dik gedrukt boek zou worden naar de achtergrond. Internet bood zoveel aanvullende informatie… Een doorbraak was de introductie van Google Earth. Het stelde ons in staat om elke stad een URL te geven, zodat je jezelf direct vanuit het REMLT naar de gezochte stad kon teleporten mits Google Earth op je PC geinstalleerd was. Programma is gratis en de installatie duurt 30 seconden. Heel vaak was er aanvullende informatie over die stad in de vorm van foto’s en links naar Wikipedia. Ook de gedigitaliseerde Droysens is een godsgeschenk.
Met in mijn achterhoofd de niet gemodereerde nieuwsgroepen uit de negentiger jaren op Internet, stond ik aanvankelijk nogal sceptisch tegenover dit concept. Een rotte appel verpest een hele appeltaart. Wie modereert de onzin – al dan niet boosaardig – die wannabe redacteuren afscheiden?
Nadat ik alle steden in het REMLT van een Google Earth markering had voorzien, besloot ik ook links naar Wikipedia te leggen. De informatie die daar te vinden was over personen uit de antieke wereld en de bijbelse wereld was zo rijk, en het leek zo’n kleine moeite daarnaar door te verwijzen… Totdat ik erachter kwam dat de Acrobat Reader niet overweg kan met URL’s die eindigen op (subcategorie), een zeer gebruikelijke manier binnen Wikipedia. Contact gezocht met Adobe, en nadat ik hen ervan overtuigd had dat ik een geldige licentie had als antwoord ontvangen: automatische URL-herkenning uitschakelen. Dit antwoord is even dom als je been laten amputeren als je een ingegroeide teennagel hebt. De automatische URL-herkenning – je ziet de pijlvormige cursor veranderen in een handje – wordt niet gedeclareerd door de maker van het pdf-bestand, maar door de man/vrouw achter zijn eigen PC. Die moet dat veranderen ergens diep in de instellingen van de Acrobat Reader. Heel vervelend, want het probleem deed zich regelmatig voor, en er was niemand die in de gaten had dat de link die gevolgd werd ‘niet’ de link was in het REMLT. Men ging er steevast vanuit dat de link in het REMLT fout was en zag niet dat de cursor van een handje in een pijltje veranderde zodra de ( bereikt werd. Wat na _( volgde, werd niet gelezen, met als gevolg dat men heel ergens anders uit kwam. Nadat ik tevergeefs hulp gezocht had bij mensen waarvan ik weet dat zij een bit van een byte kunnen onderscheiden, heb ik het probleem aangekaart in de Wikipedia Kroeg voor informatici, alwaar ene Michael mij binnen 24 uur een werkende oplossing aan de hand deed, waarvoor ik hem intens dankbaar ben.
Terwijl ik die Wikipedia-links in het REMLT aanbracht, las ik het desbetreffende artikel door en vergeleek dat met Wikipedia Duits, Frans en Engels, soms ook met Italiaans, Portugees, Spaans en Grieks. Zo viel mij op dat de buitenlandse Wikipedia’s kwalitatief vele malen beter zijn dan de Nederlandse Wikipedia. maar ook de Engelse zijn niet immaculate. Neem nou dat artikel over de ‘Roman de Fergus ‘. Hadden nog nooit van Roel Zemel gehoord of gelezen.
Geen woorden maar daden, dacht ik als oud-Feyenoord-fan. Ik heb een account aangemaakt voor zowel de Nederlandse als de Engelse Wikipedia, en als het zo uitkomt dan verbeter ik en voeg ik informatie toe.
Voordat het nieuwe literatuurgeschiedenis project van start ging werd er in het gebouw van de Eerste Kamer een hoorzitting voor vakgenoten gehouden. Bij die gelegenheid heb ik erop gewezen dat ‘journalisten’ voor wat betreft de Middelnederlandse letterkunde geen betrouwbare bron kunnen raadplegen waarin staat wat wij (menen te) weten over die literatuur. In die dagen werd nog stelselmatig teruggegrepen op Knuvelder, met groteske resultaten tot gevolg. Mijns inziens was – en is – er een grote behoefte aan een database waarin die Middelnederlandse literatuur beschreven wordt, en die database moet vertaald worden in de Europese talen. Ik heb geen enkel bezwaar tegen literatuurgeschiedenissen als ‘Stemmen op Schrift’ en ‘Het gevleugelde woord’, omdat die boeken een doelgroep bereiken en enthousiasmeren zonder welke wij als historische wetenschap absoluut ten dode opgeschreven zijn. Dankzij die twee boeken van inmiddels zeer bekende Nederlanders tellen wij nog mee. Nog…
Maar dat neemt niet weg dat de behoefte aan feitelijke Middelnederlandse informatie nog even groot is. In hoeveel (fragmenten van) handschriften is de ‘Borchgrave van Couchy ‘ bewaard gebleven? Wanneer, waar, waarvoor en voor wie zijn die handschriften geschreven? Hoe verhoudt de Middelnederlandse tekst zich tot de Oudfranse brontekst? En wat is de relatie met de ‘Florigout’ en de ‘Hughe van Bordeus ‘? Want die relatie is er ondubbelzinnig.
Er zal de komende jaren geen geld zijn om een dergelijk boek te maken, laat staan dat te vertalen. Als wij willen dat de middelbare scholen in Nederland en Vlaanderen over betrouwbare informatie kunnen beschikken over de Nederlandse literatuur van de Middeleeuwen dan zullen de specialisten zich moeten aanmelden bij Wikipedia en artikelen gaan schrijven. Dat zal niet altijd even gemakkelijk gaan, want de tekst is niet van ‘jou’. Iemand anders kan die tekst veranderen.
Mijn ervaringen tot op heden zijn ronduit positief. Ik denk echt dat het mogelijk is om Wikipedia te gebruiken als een platform om academische kennis van de Middelnederlandse letterkunde aan te bieden, mede in de hoop dat die dan ‘automatisch’ vertaald wordt in andere Europese talen.
Aan het werk!
Links:
- Droysens Allgemeiner Historischer Handatlas (1886) http://www.maproom.org/00/08/index.php
- Album Giblant http://web.mac.com/hortense1/iWeb/Musicks_Monument_Foundation/Ae fgen_van_Giblant_project_Dr._Willem_Kuiper.html
- Google Earth http://earth.google.com/
- REMLT http://cf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/remlt/remltindex.htm
- Retoricaal Memoriaal http://webdoc.ubn.kun.nl/anon/r/retome.pdf
- Wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina
(30)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-= *-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://www.neder-l.nl/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar salemans@neder-l.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@neder-l.nl, naar | | f.petiet@uva.nl (voor de evenementenagenda), Willem.Kuiper@uva.nl, | | P.J.Verkruijsse@uva.nl, Marc.van.Oostendorp@meertens.knaw.nl of | | of naar P.A.Coppen@let.ru.nl | *-------------------------------------------------------------------------* *-Einde-------------------- Neder-L, no. 0903.b --------------------------*
Laat een reactie achter