De in mei 2009 opgerichte Werkgroep Verenigd Koninkrijk der Nederlanden organiseert, in samenwerking met Boekwetenschap & handschriftenkunde van de Universiteit van Amsterdam, een colloquium over inburgeren in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in de jaren 1815-1830. Het huidige Nederland, België en Luxemburg vormden in die periode na Napoleon één nieuwe staat, waarvan Willem I koning was. Maar van een echte, hechte nationale eenheid was geen sprake. Willem I probeerde op verschillende manieren de inburgering en integratie van de burgers in de nieuwe staat te bevorderen. Het colloquium vindt plaats op vrijdag 27 mei 2011 onder de titel ‘Inburgeren?! Over integratie en desintegratie in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden’.
CALL FOR PAPERS
Toen Willem Frederik van Oranje-Nassau voet aan wal had gezet in Scheveningen in 1813, trof hij een in vele opzichten verdeeld land aan. In 1815 pasten de Europese mogendheden een kunstgreep toe en creëerden het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, om als bufferstaat te fungeren tussen Engeland, Duitsland en Frankrijk, waarvan Willem koning werd. Door middel van een personele unie werd het groothertogdom Luxemburg aan het koninkrijk verbonden. De gebieden die de koning onder zich had waren echter verre van een nationale eenheid. Deze precaire situatie noopte Willem I tot allerlei maatregelen ten aanzien van zijn landgenoten, om wederzijdse integratie te bevorderen. Tussen 1815 en 1830 was, althans op overheidspapier, inburgeren de leus.
Het Taalbesluit dat in 1823 van kracht werd bijvoorbeeld, betekende dat gemeentelijke ambtenaren, gerechtelijke medewerkers en notarissen in de Vlaamse provincies tot halverwege 1830 in de uitvoering van hun taken zich van het Nederlands moesten bedienen. Dit besluit kreeg zowel bijval als weerstand. Noord-Nederlandse kamerleden zagen zich tegelijkertijd veelal gedwongen Frans te spreken met hun zuidelijke collega’s. De Nederlandse regering zetelde om het jaar in Den Haag en Brussel en in de Eerste en Tweede Kamer bedienden de Belgische afgevaardigden zich, ondanks hun tweetaligheid, volgens verschillende bronnen uitsluitend van het Frans. Niet alleen Noord-Nederlandse schrijvers en geleerden, zoals J. Kinker en J.M. Schrant, maar ook boekhandelaren zoals Jacobus Johannes Brest van Kempen ondervonden aan den lijve de problemen die inburgering in het Zuiden met zich mee kon brengen.
Willem I zette een natievormende politiek in, waarbij hij onder meer maatregelen doorvoerde op het gebied van het taalgebruik in het openbaar leven, het onderwijs, de rechten van de kerk, de pers en de vorming van het nationale leger. Verder pakte hij het munt-, maten- en gewichtenstelsel aan. Sommige hervormingen werden aanvaard, al dan niet morrend, waardoor de eenheid tussen Noord en Zuid toenam. Andere leidden uitsluitend tot toenemende oppositie en een groeiende kloof tussen groepen of gebieden in het koninkrijk. De samenleving kreeg tussen 1815 en 1830 in ieder geval op allerlei vlakken in snel tempo een nieuw of ander gezicht. Allerhande emanciperende groepen verenigden zich in genootschappen of vonden elkaar in verbonden om hun belangen te behartigen of kennis uit te wisselen, wat hun ‘inburgering’ in bepaalde gevallen eerder remde dan stimuleerde.
Deze en nog veel meer factoren schiepen een situatie van voortdurende integratie en desintegratie, op zowel lokaal, regionaal als nationaal niveau. Over dit aspect van de geschiedschrijving van Noord en Zuid is nog maar weinig gepubliceerd, terwijl zich moeiteloos een aantal interessante vragen opdringt:
- Hoe werden noorderlingen in het zuiden ontvangen en andersom? Reflecteerden zij op overeenkomsten en verschillen in bijvoorbeeld literatuur, de media of in genootschappen? In hoeverre en op welke wijze pasten zij zich aan, aan hun nieuwe leefomgeving?
- Welke emancipatorische krachten waren er in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden? Werden die tegengewerkt, of kregen ze brede bijval?
- In hoeverre droeg Willem I zelf bij aan de gewenste culturele natievorming en staatsvorming? Zorgden zijn maatregelen voor een evenredige mengvorm van noordelijke en zuidelijke elementen of werden bepaalde landsdelen benadeeld? Werd het zuiden veel noordelijker of het noorden juist veel zuidelijker? Wat betekende dit voor zijn populariteit?
- Op de gebieden van onder meer boekcultuur, religie en onderwijs waren veel verschillen tussen het noorden en het zuiden. In hoeverre werkten deze verschillen ‘inburgering’ tegen?
Dit zijn slechts enkele contouren van een interessant thema. Graag willen we iedereen uitnodigen om vanuit eigen onderzoek mee te denken over het thema ‘inburgeren’. Alle perspectieven worden in overweging genomen, maar de periodeafbakening ligt in elk geval bij de jaren 1815-1830.
We nodigen met name aio’s en promovendi uit om te reageren, aangezien de Werkgroep VKN ernaar streeft om tot uitwisseling van kennis te komen tussen alle generaties academici. Op het colloquium krijgt iedere spreker 20 minuten voor een presentatie over dit onderwerp, waarna er 10 minuten tijd is voor discussie en vragen. Het is de bedoeling om na het colloquium van de bijdragen een publicatie te verzorgen. De keynote lezing zal worden verzorgd door N.C.F. van Sas.
Voorstellen tot circa 400 woorden, kunnen tot 1 november 2010 gestuurd worden aan de organisatie, i.c. drs. Arnold Lubbers, op arnold@werkgroepvkn.eu. Na deze datum worden voorstellen niet meer in overweging genomen.
Vragen over het colloquium kunnen eveneens gesteld worden aan drs. Arnold Lubbers (arnold@werkgroepvkn.eu) of prof.dr. Lisa Kuitert, (e.a.kuitert@uva.nl)
Telefoon: (+31) (0)20-5252773 of (0)6-30743379.
Zie ook de internetpagina van de Werkgroep Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: http://www.werkgroepvkn.eu/
——-
De Werkgroep Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (VKN)
De werkgroep werd in mei 2009 opgericht tijdens een samenkomst in Antwerpen, en streeft naar interdisciplinaire uitwisseling van kennis over de Lage Landen in de periode 1815-1830. Belangrijke thema’s in de context van het VKN zijn bijvoorbeeld taal- en cultuurbeleid, natievorming en nationalisme, onderwijs- en godsdienstpolitiek, en de relaties tussen de noordelijke en de zuidelijke delen van het nieuwe koninkrijk.
Verschillende vakgroepen van de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Antwerpen, de Universiteit van Luik en de Universiteit van Amsterdam ondersteunen het nieuwe werkverband. De samenwerking is in de eerste plaats bestendigd met een colloquium op donderdag 21 januari 2010 in de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen te Brussel – in het Paleis der Academiën dat onder het gezag van Willem I in de jaren 1820 werd gebouwd.
De Werkgroep VKN werkt aan enkele andere initiatieven om het interdisciplinaire onderzoek naar deze periode verder aan te wakkeren. Tot de mogelijkheden behoren: een nieuwsbrief en mailinglijst voor het signaleren van publicaties, promoties en andere wetenswaardigheden; studiedagen over specifieke thema’s; het uitwisselen van literatuur; en een platform met de mogelijkheid om elkaars werk te lezen en te bespreken. Alle aankondigingen van toekomstige activiteiten kan u op de website van de werkgroep vinden. Als u ook persoonlijk op de hoogte wil worden gehouden, kan u uw gegevens doorsturen naar info@ werkgroepvkn.eu. Uw e-mailadres wordt dan aan onze contactlijst toegevoegd.
De stichtende leden van de werkgroep zijn: Piet Couttenier (UA), Guy Janssens (ULg), Lisa Kuitert (UvA), Joep Leerssen (UvA), Arnold Lubbers (UvA), Gijsbert Rutten (VUB/Universiteit Leiden), Kris Steyaert (ULg), Wim Vandenbussche (VUB), Rik Vosters (VUB) & Janneke Weijermars (UA).
Laat een reactie achter