Op 20 juni 2011 overleed te Groningen Prof. Dr. Geert Jacob Bremer (*13 juli 1924 te Beetsterzwaag). Geert Bremer was huisarts te Nieuwkoop, samen met de antiquaar Bob de Graaf Bierbrauwer medeoprichter van het Kunstgenootschap ’t Reghthuys aldaar. Hij studeerde medicijnen in Groningen, werd in 1943 door de bezetter tewerkgesteld in Wurzen, was buitengewoon lector huisartsgeneeskunde in Leiden (1971-1980) en hoogleraar huisartsgeneeskunde in Groningen (1980-1990). Behalve auteur van wetenschappelijk werk en artikelen in medische vaktijdschriften was Bremer ook de auteur van een aantal (autobiografische) verhalen. Hij was ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Publicaties van hem zijn Het verwijzen in de huisartspraktijk (Assen 1964; proefschrift Utrecht); Leren blijven vragen; openbare les RU Leiden (Leiden 1971); Mijn dokter is een goede dokter…; een bloemlezing gedichten over ziekzijn (Lochem 1972, samen met Wim Hazeu); Vijf verhaaltjes (eigen beheer 1978); Vissen bij Blauw (‘s-Gravenhage 1978); Over klagen in het bijzonder het klagen bij de dokter; rede RU Groningen (Alphen aan den Rijn 1980); Een geschenk van de koning; verhalen van een huisarts (Amsterdam 1985); Wuiven naar de vijand (Amsterdam 1998).
Bremer was ook lid van het Nederlandse Omar Khayyám Genootschap en een bekend verzamelaar van diens werken.
(Portret Rijksuniversiteit Groningen door door Tijn Roebroeck)
Laat een reactie achter