In memoriam Pim van Oostrum (1943-2011)
Camiel Hamans
Zondagochtend 23 oktober 2011 overleed dr. W.R.D. van Oostrum, Pim voor vrienden en bekenden.
Pim van Oostrum studeerde in de roerige zestiger en zeventiger jaren Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, waar zij zich tegelijk specialiseerde in de letterkunde van de 18e eeuw en actief was in academische en buitenuniversitaire vernieuwingsbewegingen.
Zo stond zij in 1971 met onder meer haar collega 18e-eeuw specialist André Hanou aan de wieg van Spektator, tijdschrift voor neerlandistiek.
Meteen in de eerste jaargangen van dit blad publiceerde zij al over Feith’s Julia en de Sara Burgerhart van de dames Wolff en Deken. Daarnaast deed zij onderzoek naar de in het basisonderwijs gebruikte taalmethoden, met name naar het seksespecifieke karakter ervan. In haar functie als redacteur van de Nederlandse Onderwijs Televisie (NOT) ontwikkelde ze vervolgens taalprogramma’s waarin de traditionele sekserollen doorbroken werden.
Pim van Oostrum is vrijwel vanaf het begin betrokken geweest bij de door Joke Smit en Hedy d’Ancona opgerichte Aktiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM), waarvan ze samen met Binky Berger in 1983 en 1988 de geschiedenis en verworvenheden beschreven heeft, net zoals ze in een artikel in Opzij van december 1992 (100-102) terugkijkt op wat er bereikt is in de 25 jaar na het verschijnen van Smit’s geruchtmakende artikel ‘Het onbehagen bij de Vrouw’ (De Gids 1967:267-281). Pim was de aangewezen persoon om deze geschiedenis te schrijven want zij was niet alleen redacteur van het blad MVM-Nieuws maar is daarnaast ook jaren actief geweest in officiële adviescommissies, begeleidingsclubs en projectgroepen op het terrein van de emancipatie.
Begin jaren negentig keerde Pim terug naar de letterkunde van de 18e eeuw, waarbij haar interesse vooral uitging naar de positie en het werk van schrijvende vrouwen. Zo publiceerde zij in 1996 in Vooys over ‘Vrouwen in achttiende-eeuwse dichtgenootschappen’ en in De nieuwe taalgids van het jaar daarvoor een artikel met de voor Pim tekende titel ‘Honneurs aux dames?’, dat de ingewikkelde relatie beschrijft tussen de dichteres Juliana Cornelia de Lannoy en de heren van het Haagse dichtgenootschap ‘Kunstliefde spaart geen vlijt’. In deze periode ontwikkelde Pim een bijzondere belangstelling voor de dichteres De Lannoy (1738-1782), op wier leven en werk ze in 1999 bij Riet Schenkeveld-Van der Dussen aan de Universiteit van Utrecht promoveerde en van wier werk ze in 2001 een bloemlezing uitbracht.
Over De Lannoy heeft Pim van Oostrum nog een tiental artikelen geschreven, maar ze beperkte zich geenszins tot deze Brabantse schrijfster. Ze publiceerde over Van Effen, Bilderdijk en Katharina Wilhelmina Schweickhardt, over Maria de Wilde, Agatha Maria van Spaan, Jacoba Petronella Winkelman, Gesine Brit, Maria Louiza Carelius, Elisabeth Mechteld Helena Bosc de la Calmette, Petronella Moens, Johanna Dorothea Lindenaer en de door haarzelf herontdekte Rijkje Bubbezon met haar dichtende dochters Wytske Neeltje en Anna Maria.
De publicaties van Pim van Oostrum beperken zich niet tot vergeten schrijvende vrouwen uit de 18e eeuw; ze publiceerde in binnen- en buitenland tevens over tolerantie en intolerantie, zoals die uit 18e-eeuwse Nederlandse literaire teksten blijkt. Daarnaast bleef ze haar oude favorieten trouw: op Feith en Wolff en Deken raakte ze nooit uitgekeken: ‘Rhijnvis Feith (1753-1824) en zijn relatie met vrouwen’ (Het Bilderdijkmuseum 26, 2009: 14-19) en ‘Twee potentaatjes: onthullende berichten van Elisabeth Bekker en Aagje Deken over elkaar’ (Annemarie Armbrust e.a. red., ‘Dat gij mij niet vergeet’. Correspondentie van vrouwen in de zeventiende en achttiende eeuw (Amsterdam 2006) 49-82.).
Pim wordt vrijdag 28 oktober gecremeerd in aula 2 van crematorium Daelwijck, Floridadreef 7, Utrecht om 12.15 uur.
Zie ook het filmpje van het UMC Utrecht waarin Pim vertelt over haar ziekte:
http://www.umcutrecht.nl/zorg/patienten/ziektebeelden/S/slokdarmkanker/Ervaring-patient.htm
Laat een reactie achter