Call for papers
Congres Werkgroep Zeventiende Eeuw
Zaterdag 25 augustus 2012, Universiteit Leiden, Lipsiusgebouw
Het vaderlands verleden in de zeventiende eeuw
In de zeventiende-eeuwse Nederlanden werd het eigen verleden een steeds belangrijker referentiepunt. Voor theologen, politici en wetgevers was niet alleen het antieke, maar ook het vaderlandse verleden een bron van gezag, identificatie en wijsheid; polemisten, juristen en propagandisten gebruikten het verleden als ammunitie in actuele conflicten; voor dichters, toneelschrijvers en schilders bood het verleden niet toevallig de setting voor dramatische dilemma’s en exempla. In stedelijke gemeenschappen werd door allerlei partijen geïnvesteerd in gevelstenen en glasramen, preken en toneelvoorstellingen, gedenkpenningen en optochten die het lokale verleden verbeeldden, verheerlijkten en herschreven.
Ook op gewestelijk en ‘nationaal’ niveau was er veel aandacht voor het verleden. In de afgelopen decennia is wel beweerd dat het pas de nationalistische generaties van de negentiende eeuw waren, die de kampioenen werden van de ‘invention of tradition’. Toch putten ze daarbij moeiteloos en letterlijk uit de geschiedverhalen die al in de zeventiende eeuw waren uitgebouwd tot (proto-)nationale verhalen over het vaderlandse verleden. De Bataafse mythe ontwikkelde zich in de Republiek tot vaderlands oorsprongsverhaal. Voor de Zuiderlingen waren de Middeleeuwen een belangrijk kader, zowel waar het ging om de Bourgondische erfenis en Keizer Karel, als om herinneringen aan opstanden uit het verleden. Ook in het Noorden kregen de Middeleeuwen een dubbelzinnige rol, waarin ze zowel als tijden van duisternis als jaren van glorie konden worden verbeeld; zo werden graven en gravinnen evengoed herinnerd om hun goede als om hun slechte leiderschap. Er ontstonden ook canonieke perspectieven op het recente oorlogsverleden van de Nederlandse Opstand, die werden ondersteund door beroemde prentenreeksen en liedboeken. De historische cultuur was sterk intermediaal: beeld en woord, mondelinge vertel- en zangtradities en geleerdencultuur, landschap en artefacten ontwikkelden zich vaak in een verrassende wisselwerking. Religie en politiek bepaalden in sterke mate de perspectieven op het verleden. Verzamelaars in de Zuidelijke Nederlanden collectioneerden relieken van Nederlandse heiligen en beelden die zich op wonderlijke wijze hadden verzet tegen beeldenstormers. In veel Noordelijke huishoudens bewaarde men kanonskogels en noodgeld uit de legendarische belegeringen van de Opstandsjaren. Familieruzies, kerkelijke conflicten en politieke geschillen werden uitgevochten onder verwijzing naar vroeger. Het verleden was dus op talloze manieren actueel, en daarom ook vaak omstreden.
Voor het congres op 25 augustus a.s. nodigen we gevestigde en beginnende collega’s uit om voorstellen in te dienen voor papers rond deze interdisciplinaire thematiek – de spreektijd is beperkt tot 20 minuten. Ook voorstellen voor thematische panels van drie papers zijn welkom, evenals abstracts voor papers in het Engels, Frans en Duits. Ze kunnen worden ingediend tot 1 juni 2012 bij VaderlandsVerleden@hum.leidenuniv.nl.
De congrescommissie,
Judith Pollmann (Universiteit Leiden)
Olga van Marion (Universiteit Leiden)
Johan Oosterman (Radbout Universiteit)
Elmer Kolfin (Universiteit van Amsterdam)
Sandra Langereis (Universiteit Leiden)
Laat een reactie achter