Lieve Gisella, Elske en Matthy, familie, vrienden en collega’s van Piet,
Het doet me goed om hier te staan op uitdrukkelijk verzoek van Piet zélf. Ik mag hier staan om de laatste fase van zijn loopbaan te belichten, als conservator ad interim van de Artis Bibliotheek van mei 2006 tot februari 2011. Een korte, maar prachtige periode, als een verrassend slot van Piets indrukwekkende academische loopbaan.
Vele jaren eerder leerde ik Piet kennen als de voorman van de wat wel de ‘Amsterdamse school’ in de boekwetenschap werd genoemd; de analytisch bibliografen, die even uitgebreide als ingewikkelde beschrijvingen maakten van oude drukken. Als jonge boekwetenschapper in Leiden rekende ik me tot de ‘Leidse school’ die een meer cultuurhistorische benadering voorstond. Toen Piet op een congres een warm pleidooi hield voor de grondige analyse van iedere oude druk, reageerde ik met de vraag dat je toch niet álle bomen hoeft te beschrijven om te zien dat het een bos is. Koren op de molen van Piet, die reageerde met de opmerking dat bibliografisch onderzoek duidelijk zal maken dat er heel vreemde bomen in het bos staan.
Het was het begin van jarenlange samenwerking en vriendschap. Piet opende mijn ogen voor het oude boek, zoals hij dat voor honderden studenten en onderzoekers deed. Als je goed kijkt zie je meer. Dan bieden al die oude drukken een blik op ons verleden. We werkten samen aan de bibliografie van een boek, een bestseller: het Journaal van Bontekoe, waarin onze invalshoeken samenkwamen. Een aanpak die buitengewoon vruchtbaar was en is in de boekwetenschap, juist in het digitale tijdperk waarin we leven. Maar het boek en de bijbehorende expositie in 1996 hadden nooit kunnen verschijnen zonder de ijzeren discipline van Piet; iedere week stond hij om 9 uur bij me op de stoep om samen aan het werk te gaan. We kennen allemaal die passie en gedrevenheid van Piet, of het nu was bij een rondleiding of presentatie, een congres, bij publicaties of redacties, Piet deed het voor de volle honderd procent en altijd op tijd.
Jaren later, in het vroege voorjaar van 2006, vertelde Piet me tijdens een etentje in de Groene Olifant – niet ver van Artis in de Plantagebuurt – dat hij zeer tegen zijn zin voor de helft met pensioen zou gaan. Ik was op dat moment juist verantwoordelijk geworden voor de prachtige Artis Bibliotheek, waar conservator Jaap de Visser getroffen was door een ernstige ziekte en verder alleen Jip Binsbergen werkzaam was. Ik heb Piet ter plekke gevraagd of hij er niet voor zou voelen om als conservator ad interim in de Artis Bibliotheek aan de slag te gaan. Een half jaar of misschien een jaar, half tijds, dat was de bedoeling, maar Piet leek herboren in deze Bibliotheek en zou bijna 5 jaar in dienst blijven bij de Bijzondere Collecties. Zelden heb ik iemand zo op zijn plek gezien als Piet in driedelig grijs in de monumentale leeszaal aan de Plantage Middenlaan.
Juist in deze fase van de bibliotheek kwam Piets fenomenale kennis van het Oude Boek meer dan van pas. Niet alleen in de dagelijkse dienstverlening aan onderzoekers, studenten en andere bezoekers, maar ook in de registratie en analyse van het complete boekenbezit en in het onderzoek naar de geschiedenis en achtergrond van de bibliotheek. Diverse grote projecten werden tijden Piets conservatorschap in de bibliotheek uitgevoerd.
Het meest zichtbare daarvan was het project waarvan de eerste fase werd afgerond bij het afscheid van Piet op 21 april vorig jaar: de digitalisering van 20.000 dierenprenten uit de Iconographia Zoologica. Maar Piet was vooral ook bezig met de herinrichting van de bibliotheek met het oog op de toekomst. Hij analyseerde het hele boekenbestand en maakte een zorgvuldige keuze voor de ‘museale bibliotheek’. Alle duizenden boeken werden naar het magazijn verplaatst en keerden uiteindelijk weer terug, zoveel mogelijk in de negentiende-eeuwse systematiek in de prachtige boekenkasten met groene valletjes en porseleinen knopjes, die op hun beurt ook weer in oude glorie waren hersteld. Een enorme en complexe klus, maar zeker ook een fysieke. Wekenlang was Piet in hemdsmouwen in de weer om de boeken uit het magazijn op hun plek te zetten.
Er kwamen tal van nieuwe collecties naar Artis, alles werd opgeruimd en beschreven. En het werd in de loop van de jaren een steeds drukkere boel in de Bibliotheek. Piet ontving studenten en onderzoekers en gaf in de bibliotheek zijn onvolprezen colleges analytische bibliografie. Vele tientallen groepen leidde hij ieder jaar rond en een steeds bonter gezelschap van bezoekers vond hun weg naar de bibliotheek: van kunstenaars en schrijvers van divers pluimage tot befaamde wetenschappers, en van een Japanse prins tot wereldvermaarde auteurs. Boeken verschenen met afbeeldingen uit de bibliotheek en om de haverklap was er weer een fotosessie of filmopname in het geweldige decor van de oude leeszaal.
Niet minder bont was het gezelschap aan stagiaires en gastmedewerkers dat hij in de loop van de jaren om zich heen verzamelde: studenten, biologen, Artis-vrijwilligers, schrijvers, historici, bibliotheekmedewerkers en vele anderen die de Artis Bibliotheek een warm hart toedragen en over wie Piet zich als een pater familias ontfermde. Met inzet en soms met ferme hand, maar vooral met humor en Piets zo kenmerkende lichte ironie.
Het was een harde klap dat Piet vlak voor zijn welverdiende, uiteindelijke pensionering in februari 2011 te horen kreeg dat hij ernstig ziek was. Hij had nog zoveel te doen en ging vol goede moed de strijd aan. Hij werkte natuurlijk gewoon door en kreeg in de persoon van Hans Mulder een voortreffelijke opvolger. We spraken af dat Piet als gastmedewerker verder zou gaan om onderzoek te doen naar de geschiedenis van de bibliotheek. Het spijt me zeer dat het Piet niet meer is gegund om de geschiedenis van de Artis Bibliotheek te schrijven voor het jubileum van Artis en de bibliotheek in 2013. Hij was blij dat ik hem kon melden dat Erik Zevenhuizen deze taak van hem zal overnemen.
Op 13 februari bezocht ik Piet voor de laatste keer, samen met Steph Scholten, thuis in Nieuwkoop met Gisella. Het was even bizarre als mooie bijeenkomst. Piet was fragiel en wist dat hij niet lang meer te leven had, maar hij was ook helder van geest en gedreven om ook de laatste fase van zijn leven op zijn eigen wijze in te vullen. Een dag eerder had hij me al twee belangrijke bestanden gestuurd: een uitputtende literatuurlijst die hij had aangelegd als basis voor zijn onderzoek naar de geschiedenis van de Artis Bibliotheek en een meer dan complete inventaris van zijn persoonlijke archief, van de genealogie van zijn familie, via vele tientallen dossiers van projecten en publicaties, tot en met de documentatie van zijn laatste als conservator a.i. van de Artis Bibliotheek. Hij vroeg me bij die laatste ontmoeting om de zorg voor het archief op me te nemen. We zullen het koesteren als de ‘Collectie Verkruijsse’ bij de Bijzondere Collecties en ik hoop dat de verzameling generaties van toekomstige studenten en onderzoekers zal blijven inspireren tot de liefde voor het Oude Boek.
Piet vertrouwde ons bij die gelegenheid ook toe dat de periode als conservator ad interim van de Artis Bibliotheek misschien we de mooiste jaren van zijn loopbaan waren. Hij genoot van de drukte en het rumoer en van de vele taken die in de bibliotheek vervuld moesten worden, niet geremd door het voortschrijden van de jaren. Piet was het levende bewijs dat een flexibele geest niets van doen heeft met leeftijd. Niet alleen wist hij zijn jarenlange ervaring als boekwetenschapper en bibliograaf te benutten voor zijn taken als conservator, maar hij begreep ook heel goed dat een veranderende wereld ook vraagt om een veranderend beleid in een erfgoedbibliotheek. Samen zetten we de contouren van dat nieuwe beleid op papier en die vernieuwende aanpak is nog altijd richtinggevend voor de Bijzondere Collecties.
Beste Piet, je hebt je in je korte periode bij de Bijzondere Collecties onmisbaar gemaakt en je hebt op een voortreffelijke wijze invulling gegeven aan je rol als conservator – en ik zeg het nog maar eens – ad interim. Dankzij jouw werk kan de mooiste bibliotheek van Amsterdam een prachtige toekomst tegemoet zien. Op de fraaie foto van Monique Kooijmans die gemaakt werd bij je afscheid op 21 april 2011 sta je als een eigentijdse reïncarnatie van Artis oprichter en eerste bibliothecaris Gerard Westerman tussen de rijk gevulde boekenkasten van de bibliotheek. Dat beeld houden we op ons netvlies en die foto krijgt een ereplaats in de vernieuwde bibliotheek. Namens alle collega’s van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, de Bijzondere Collecties en vooral ook de medewerkers, gastmedewerkers en bezoekers van de Artis Bibliotheek wil ik je bedanken voor je alles wat je hebt gedaan en wat je voor ons hebt betekend.
Lieve Gisella, Elske en Matthy, familie, vrienden en collega’s: Het is verschrikkelijk dat we Piet moeten missen. Laat het een troost zijn hij voortleeft tussen de schappen van de Artis Bibliotheek.
Tekst uitgesproken tijdens de uitvaartplechtigheid van Piet Verkruijsse door Garrelt Verhoeven, hoofdconservator Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Zaterdag 25 februari 2012.
Meer teksten naar aanleiding van het overlijden van Piet vindt u hier.
Laat een reactie achter