Op dinsdag 28 februari verdedigde Judith Kessler haar proefschrift over Anna Bijns. Het blijkt een heel andere studie dan het recentste boek van Herman Pleij dat ook over Bijns gaat. Overigens heet dat boek van Pleij Anna Bijns, maar het gaat helemaal niet over haar. Wel kom je als lezer veel te weten over het (literaire) leven in Antwerpen in de zestiende eeuw. Pleij schrijft daar gepassioneerd en met veel kennis van zaken over – het is een prachtboek voor een groot publiek.
Het proefschrift van Kessler is heel anders, hoewel het ook niet over Anna Bijns gaat. Dat wil zeggen: het gaat niet over Anna Bijns als persoon. Kessler schrijft over de poëzie van Bijns. En hoe! En hoe?
Judith Kessler hanteert een revolutionaire aanpak om de refereynen van Anna Bijns te analyseren. Ze laat de gebruikelijke poëzie-analyse links liggen, dus verwacht geen stijlfiguren, rijmschema’s en vormen van beeldspraak. Verwacht wel argumentatieschema’s, standpunten en onderbouwingen. Kessler analyseert de refereynen als een opzetbeurt in een beleidsdebat.
En wat blijkt? Deze moderne argumentatietechnische invalshoek werpt zijn vruchten af, taalbeheersing en literatuurgeschiedenis ontmoeten en versterken elkaar. Is dit een nieuwe manier om literair-historische teksten aan te pakken? Nou, dat zou best eens kunnen.
Laat een reactie achter