We zitten midden in het voorjaarswielerseizoen, enkele grote koersen zijn al achter de rug – vele zullen er nog volgen. Wielrennen is een heel literaire sport, er valt blijkbaar goed te schrijven over de koers. Er zijn verhalen over de wielerkoers, maar is de wielerkoers ook een verhaal?
Het antwoord daarop is ‘Ja.’ Kijk maar naar de ruimte, de tijd en de personages.
Een wielerwedstrijd speelt zich af op de openbare weg, hetgeen betekent dat er een ‘echte ruimte’ is. De hoofdrolspelers verplaatsen zich door een felrealistisch decor: de regen is echte regen en zonneschijn is echte zonneschijn. Sommige regisseurs laten veel van het landschap zien: koeien in de wei, kastelen in het bos, boeren werkend op het land. Dat is toch eigenlijk net zoals sommige auteurs vertellen over het landschap?
De tijd speelt ook een belangrijke rol, want net als in een verhaal verstrijkt de tijd: komt de eenzame achtervolger op tijd bij de kopgroep? Deze vraag staat min of meer gelijk aan het spanningsverhogende element of de held de ontsnapte boeven weet te achterhalen. Een spannende koers wil je uitzien, zoals je ook een spannend verhaal niet weg kunt leggen.
Ieder verhaal heeft een hoofdpersoon, de held van het verhaal; iedere koers heeft ook een held. En net als in ieder verhaal de held helpers en tegenstanders heeft, zo heeft ook de winnaar zijn helpers gehad (de ploegmaats) en tegenstanders.
Wat het allermooist is aan deze vorm van wielerkoersverhaalanalyse is dat de held het meisje krijgt. Eind goed, al goed.
Laat een reactie achter