Afgelopen week hield een van mijn studenten een presentatie over Het afscheid van de literatuur, de geschiedenis van een ontwaarding 1700-2000van William Marx (voor € 8,99 bij De Slegte). Vanwege die presentatie moest ik mij weer in dit boek verdiepen. Hoewel ik Marx een slordige denker vind, heeft hij op een bepaalde manier wel een punt. Hij is slordig op het gebied van vergelijkingen: hij neemt de aardbeving van 1755 waarbij Lissabon verwoest werd als casus net als de Holocaust om aan te tonen dat literatuur er steeds minder toe doet.
Uiteraard houdt Marx wel wat slagen om de arm en brengt hij nuanceringen aan, maar om de literaire verwerking van een aardbeving op dezelfde wijze behandelen als die van de Jodenvervolging – tja, dat wringt. En dan druk ik mij voorzichtig uit.
Toch weet William Marx wel wat interessants te melden. Tot in de achttiende eeuw deed literatuur ertoe, want kunst werd gerelateerd aan het ware, het goede en het schone. Kunst (en binnen de kunsten vooral literatuur) was maatschappelijk relevant. In de achttiende eeuw begon de visie op kunst te verschuiven om in de loop van de negentiende eeuw behoorlijk autonoom te worden. Kunst had geen ander doel dan alleen kunst te zijn, l’art pour l’art, je weet wel. Kunst bleef nog wel mooi (het schone), maar dat laatste beetje waar kunst aan gerelateerd kon worden werd in de twintigste eeuw over boord gekieperd.
Sinds Marcel Duchamp hoefde kunst niet eens meer mooi te zijn. Daarmee was kunst geheel autonoom te worden. Literatuur deelde volop mee in deze gedachte. De keerzijde was dat ‘we’ als maatschappij niet meer hoefde te luisteren naar wat schrijvers van literaire fictie ons te vertellen hadden. Niet vanwege de postmoderne visie dat je sowieso naar niemand hoeft te luisteren, niet vanwege de opkomst van andere media (filmsterren en popmuzikanten zijn de nieuwe intellectuelen), maar vanwege het feit dat literatuur autonoom is en dus buiten de maatschappij staat.
Aan het einde van het jaar staan de kranten bol van beschouwingen over en blikken terug op 2012. Ook NRC Handelsblad en de Volkskrant doen daar aan mee. In deze kranten worden mensen geïnterviewd die iets interessants te melden hebben over het afgelopen jaar. Bij elkaar zijn het vijftig persoonlijke verhalen. Hoeveel schrijvers maken er deel uit van die vijftig? Twee. Twee, ja, A.F.Th. van der Heijden en Esther Gerritsen. Het afscheid van 2012 is ook een afscheid van de literatuur.
Wim Kok zegt
Voor mijn gevoel begint hijzij een heel eigen toon te ontwikkelen… Een nieuwe lente, een nieuw geluid, dat dus, als dat niet zo cliché zou klinken… Volgen!