Esther Op de Beekpromoveert op 15 januari aan de Radboud Universiteit op een onderzoek naar de literaire dagbladkritiek in Nederland 1955-2005 (Aula, 14:30 uur)
Op de Beek bestudeerde alle recensies van romans in vijf grote kranten (Algemeen dagblad, NRC, Parool, Trouw, Volkskrant) in zes peiljaren: 1955, 1965, 1975, 1985, 1995 en 2005. Ze onderzocht welke aspecten beoordeeld werden (zoals stijl, structuur, thema); en welke eigenschappen van die aspecten (zoals originaliteit, complexiteit, diepgang). Meer informatie.
Ivo Nieuwenhuisverdedigt op woensdag 22 januari aan de Universiteit van Amsterdam (Aula, 13:00) zijn proefschrift getiteld Onder het mom van satire. Laster, spot en ironie in Nederland, 1780-1800.
Het onderzoek van Nieuwenhuis maakt deel uit van het NWO-project The power of satire, cultural boundaries contested. Met als uitgangspunt de hypothese dat satire in staat is om bestaande (culturele en mediale) grenzen zowel te testen en bevragen als te stellen en consolideren, werden in dit project een aantal specifieke satirische casussen onderzocht vanuit het perspectief van hun werking. Nieuwenhuis bestudeerde De Lantaarn, een almanak-pastiche van Pieter van Woensel uit de jaren 1792-1801, en toverlantaars en rarekieks. Dat zijn satirische pamfletten en tijdschriften die zijn geïnspireerd op het in de achttiende eeuw bekende fenomeen van rondreizende vertoningen van lichtbeelden, te vinden op kermissen en jaarmarkten. Meer informatie.
Laat een reactie achter