Door Ine Kiekens
Dat sociale media een prominente plaats innemen in onze dagelijkse leefwereld hoeft al lang niet meer tot verwondering te leiden. ’s Morgens nog snel een selfie nemen van je nieuwe kapsel (#JustGotOutOfBed) om op Instagram te plaatsen, tijdens het ontbijten juist nog even doorheen Facebook scrollen en terwijl je je tanden poetst toch nog maar vlug eens kijken hoeveel retweets je laatste boodschap op Twitter had. Het is allemaal herkenbaar. Maar het gaat duidelijk steeds verder en verder. Kort geleden berichtte Marc van Oostendorp nog over de verfacebooking van de wetenschap. En inderdaad, zo kon ik vaststellen, vrijwel iedere zichzelf respecterende wetenschapper in mijn omgeving heeft onlangs wel eens zijn Facebook- of Twitteraccount gebruikt om over zijn wetenschappelijke activiteiten te getuigen.
Gisteren werd ik evenwel met iets bijzonders geconfronteerd.
Een van mijn vroegere collega’s stuurde volgende berichten de wereld in: ‘Hij is nu van jullie, ik ben er klaar mee’ en ‘Schreef een roman en die staat nu volledig op Twitter’, met een linkje naar Het Jaar Dat Was.
Een van mijn vroegere collega’s stuurde volgende berichten de wereld in: ‘Hij is nu van jullie, ik ben er klaar mee’ en ‘Schreef een roman en die staat nu volledig op Twitter’, met een linkje naar Het Jaar Dat Was.
In een niet zo ver verleden heb ik, samen met enkele andere collega’s in onze toenmalige leesclub De Getijgerde Lijmspuiters, de manuscriptversie van dit boek gelezen. De auteur kondigde toen aan dat hij wel nog een en ander wou herschrijven en aanpassen, om het nadien naar een uitgeverij te sturen. Dat herwerken had nu plaatsgevonden, maar van een uitgeverij was kennelijk geen sprake. Toen ik de auteur vroeg of hij poëticale bedoelingen had met zijn huzarenstukje – want reken maar, eerst een boek schrijven, dat dan opdelen in stukjes van 140 tekens elk, om dan nog 3486 tweets de wereld in te sturen; dat kan al eens tellen – luidde het antwoord negatief. Hij was er gewoon klaar mee. Uitgevers gaan smeken om zijn boek toch maar te lezen en zo in de mallemolen van verhulde bewoordingen – boeiend, fascinerend, interessant, maar… – te treden, daar had hij geen behoefte aan. Zijn roman écht publiceren, ja, dat bleef wel een droom, maar via Twitter hoopte hij zijn werk op een toegankelijkere wijze aan een breed publiek kenbaar te maken en om op die manier ook sneller respons te krijgen.
Zijn idee is niet geheel vernieuwend. In de Engelstalige wereld zijn nog enkele andere voorbeelden te vinden. Het meest bekende voorbeeld is naar ik vermoed het volledige getweete Reservoir Dogs van Quentin Tarantino, hier te bekijken. In het Nederlandse taalgebied lijkt zijn onderneming mij wel uniek te zijn. Mocht ik een auteur per abuis over het hoofd zien, dan hoor ik dat graag.
Een roman publiceren via Twitter dus. Maar – zo vroeg ik me af – kun je dan wel nog van dezelfde leeservaring spreken? Hebben sociale media niet het kenmerk van vluchtig te zijn – ‘nog snel’, ‘juist nog even’, ‘vlug eens kijken’? Zijn we wel aandachtig genoeg om een hele roman via Twitter te lezen? En gaat er dan niet veel van het verhaal gewoon verloren? Ik meen dat anderen zich diezelfde bedenking maakten, toen ze de auteur in een reactie op zijn berichten om een pdf-bestand van zijn boek vroegen. ‘Dat leest misschien wel gemakkelijker’, zo klonk het. Ik besloot de proef op de som te nemen en mij te wagen aan de Twitterversie.
En ik was verbaasd. Het ging inderdaad om een andere ervaring, maar dan wel een die mij op een bijzondere wijze kon boeien. In tegenstelling tot mijn verwachtingen leidde het lezen van een roman op Twitter bij mij niet tot vluchtig leesgedrag. Wel integendeel. Doordat zinnen en frasen van elkaar gescheiden zijn, worden ze elk op een aparte wijze belicht. Ik had het gevoel meer aandacht te kunnen besteden aan de tekst, net doordat die niet in een doorlopende vorm wordt gepresenteerd. De lezer wordt niet gedwongen om meteen over te gaan naar een nieuwe aaneenschakeling van woorden; de scheiding tussen de zinnen zorgt immers voor ruimte waarin over het geschrevene kan worden gereflecteerd. Interessant bovendien is de conceptualisatie van de roman op Twitter. Het verhaal beperkt zich namelijk niet tot één account. Zo heeft de auteur – naast de algemene account Het Jaar Dat Was, waarin de vertelstem optreedt – voor elk van zijn personages een aparte account aangemaakt, zodat de verschillende stemmen echt met elkaar lijken te dialogeren. Het leidt ook tot nieuwe mogelijkheden waar auteurs van laat ons maar zeggen traditionele leesvormen tot nog toe enkel van konden dromen, bijvoorbeeld, het oplijsten van alle uitspraken van een personage. Veel meer dan in die traditionele vormen kun je je als lezer verdiepen in een personage, graven in zijn of haar persoonlijkheid.
Hangt een en ander samen met een ander kenmerk van sociale media, namelijk de mogelijkheid tot voyeurisme? Is het lezen van een boek op Twitter fijn omdat het inhoudt dat we andere mensen – lees: personages – kunnen bespioneren? Omdat we kunnen nagaan hoe ze zich voelen, hoe ze met elkaar discussiëren, zonder daarbij zelf aanwezig te zijn en daaraan te hoeven bijdragen? Omdat het net ‘zoals in het echt’ is? En moeten we daarom voortaan ‘Twitterromans’ promoten of moet een boek zijn meer traditionele leesvorm behouden? Zijn we klaar voor het ‘Twitterlezen’ of houden we het toch maar beter op een doorlopende tekst?
Oordeelt u zelf maar.
Laat een reactie achter