Door 林霄霄 (Xiaoxiao Ling)
Vakgroep Nederlands, Beijing Foreign Studies University
Onze vakgroep is een redelijk jonge vakgroep. In 2005 zijn we pas begonnen, met slechts 2 lokale docenten en een moedertaalsprekende docent. Tussen 2011 en 2014 was ik zelfs 3 jaar lang de enige lokale docent hier. Mijn Nederlands is niet goed omdat ik niet afgestudeerd ben bij een opleiding in Nederland of Vlaanderen en omdat ik slechts 2 jaar Nederlands heb gestudeerd in Leuven.
Tijdens het lesgeven moet ik steeds studeren. De moedertaalsprekende collega’s zijn mijn grootste pilaar. Voor een voltijds aanstelling krijgt een moedertaalsprekende docent met een masterdiploma slechts 4000-5000 rmb per maand, ongeveer 576-720 euro. Maar in Beijing zijn de prijzen helemaal niet laag. Met zo’n salaris kun je slechts een primair leven handhaven. Alleen dankzij de suppletie kunnen we tot nu toe nog een moedertaalsprekende docent hebben.
Mijn universiteit is een van de beste universiteiten in China, vooral in talenonderwijs. Momenteel worden hier 61 talen gegeven. De meeste daarvan zijn hoofdvakken. Veel Chinese diplomaten zijn alumni van mijn universiteit. Nu werken ook een paar oud-studenten van onze vakgroep bij het Ministerie van Buitenlandse zaken. Behalve de regering hebben ook veel andere branches belangstelling voor Nederlands, bij voorbeeld banken en media.
Mijn studenten zijn echt enthousiast en werken heel hard. Maar China ligt zo ver van de Nederlandstalige gebieden. Ik kan me niet voorstellen hoe de les zonder moedertaalsprekende docent gegeven moet worden, vooral als alle andere vakgroepen van mijn universiteit zeker een vaste moedertaalsprekende docent hebben. De steun van de Taalunie voor lokale cursussen of gastlezingen is veel minder bruikbaar dan de suppletie voor een vaste native docent die de studenten elke dag kunnen ontmoeten en spreken.
Laat een reactie achter