Op 11 juni 2015 heeft het Bestuur van de IVN, in de persoon van de voorzitter, samen met de Algemeen Secretaris van de Taalunie, een onderhoud gehad op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in Den Haag. Deze brief doet verslag van deze bijeenkomst. De toon van de brief is wat zakelijker dan u van ons gewend bent. Dit komt omdat voor de inhoud ervan overleg is gevoerd met de Taalunie en de Nederlandse en de Vlaamse overheid.
Aan het begin van het onderhoud is het Witboek-IVN overhandigd. Dit Witboek is inmiddels digitaal beschikbaar op de IVN-site (www.ivnnl.com). Het Witboek, met als ondertitel Het cultureel kapitaal van de Lage Landen in mondiaal perspectief, ging vergezeld met de uitnodiging aan de Taalunie om intensiever samen te werken met het volgende perspectief:
Het Witboek wordt aangeboden aan de leden van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren die op 19 juni vergadert. Het Witboek wordt ook aangeboden aan het Comité van Ministers van de Taalunie en de Interparlementaire Commissie die op 29 juni in Brussel vergaderen. Het Witboek is niet afgesloten; u kunt uw reacties blijven sturen.
Onderwerpen van Overleg
Het onderhoud spitste zich in eerste instantie toe op de voorgenomen bezuinigingen. Maar ook de samenwerking van de IVN met de Taalunie en het inhoudelijk en financieel beleid op langere termijn zijn ruim aan bod gekomen. De IVN heeft hierbij met klem aangedrongen op een beleid van de Nederlandse overheid dat meer dan tot nu toe recht doet aan de uitstraling van de Nederlandse taal en cultuur.
In het gesprek over het beleid op langere termijn werd vastgesteld dat het vertrouwen tussen de Taalunie en het ‘veld’ helaas tot ver beneden het minimum is gedaald. En ook: dat het vertrouwen alleen maar hersteld kan worden in een open debat op basis van – helaas nu nog niet – transparante begrotingen. Ook werd geconstateerd dat inspanningen inzake het buitenlandse taal- en cultuurbeleid door de Nederlandse overheid al jarenlang steeds verder achterlopen bij die van omringende of vergelijkbare landen.
De voorgestelde de bezuinigingen: uitkomst van onderhandelingen
Het ETC krijgt een doorstart
Het ETC is er de laatste jaren al in geslaagd veel meer eigen inkomsten te verwerven, en minder afhankelijk te zijn van subsidie. Door het ministerie van OCW, het ETC zelf, de Taalunie en het ministerie van Buitenlandse Zaken is gewerkt aan een plan voor een doorstart. De Nederlandse ambassade in Jakarta speelt hierin een belangrijk rol. Er ligt nu een plan voor een doorstart, en de financiële perspectieven zijn veelbelovend. Deze zomer gaat het ETC verder als een nieuwe stichting, met een deel van het huidige personeel. OCW steunt deze doorstart. OCW zal samen met het ministerie van Buitenlandse Zaken en de ambassade in Jakarta bezien hoe zo spoedig mogelijk meer gedetailleerde informatie over de doorstart kan worden geleverd.
De Zomercursussen blijven bestaan in aangepaste, goedkopere vorm
Vanaf 2016 zullen de Zomercursussen in aangepaste vorm worden gefinancierd door de Taalunie, in eerste instantie voor jaarlijks circa 150-200 studenten. Er wordt een model uitgewerkt waarbij zo veel mogelijk studenten kunnen deelnemen en waarbij een regeling wordt getroffen voor studenten die onvoldoende financiële middelen hebben. Hiervoor is geld gereserveerd op de begroting van de Taalunie. Er zal zo spoedig mogelijk een openbare aanbesteding worden gestart. In de nieuwe opzet zal, net als in het verleden, de IVN betrokken worden, met vergoeding voor de daarvoor vereiste personele inzet.
De Suppletieregeling wordt opnieuw opgezet met duidelijker criteria.
Steun aan vakgroepen in de vorm van een suppletie op het inkomen van een moedertaalspreker blijft structureel gehandhaafd, in eerste instantie voor driekwart van het huidige bedrag. Onder meer op basis van gegevens die nu al binnenstromen bij het IVN-bureau zal een transparanter toewijzingsbeleid worden opgezet, met meer maatwerk dat recht doet aan lokale omstandigheden. De Taalunie draagt de kosten voor informatieverzameling. De IVN en de Taalunie zullen in het najaar gezamenlijk de resultaten bekendmaken.
Het beleid op langere termijn
Ter voorbereiding van het beleid op langere termijn is overeenkomst bereikt over twee initiatieven.
Instelling Adviesgroep Financiële Openheid
Het debat tot nu toe wordt bemoeilijkt door het niet voldoende transparant zijn van de begrotingen van de Taalunie. Dat steekt met name waar het gaat om de bezuiniging op het buitenlands beleid van de afgelopen vijf jaar en de werkingskosten van het apparaat. Daarom zal op voorstel van de IVN, met instemming van de Taalunie, een onafhankelijke Adviesgroep Financiële Openheid worden ingesteld, bestaande uit een drietal gezaghebbende personen uit het werkveld die ook expertise hebben op het gebied van financiële verslaglegging. De samenstelling van deze Adviesgroep zal uiterlijk tijdens het Colloquium in augustus worden bekendgemaakt. De Adviesgroep zal in het najaar rapporteren aan de IVN en de Taalunie, en aanbevelingen doen.
Een ‘meerwaarde’-onderzoek
Zowel voor de Zomercursussen als voor de Suppletieregeling – maar ook voor nieuwe activiteiten – bestaat in principe de mogelijkheid dat de overheid op termijn opnieuw extra investeert, maar dan wel op basis van een onderzoek naar de ‘meerwaarde’ van ‘het cultureel kapitaal van de Lage Landen’. OCW zal dit jaar, samen met de Vlaamse overheid, opdracht geven voor zo’n onderzoek, in afstemming met de Taalunie en de IVN. De IVN heeft hierbij een voorkeur uitgesproken voor het Centraal Planbureau. In de opdracht zullen in elk geval de gegevens van de IVN (zie het Witboek en de nog binnenkomende overzichten) mede als uitgangspunt worden genomen. Tijdens het Colloquium krijgen IVN-leden nog de gelegenheid om nadere suggesties in te dienen voor dit onderzoek. Over de precieze planning van dit onderzoek (opdracht en eerste resultaten) zullen daarna zo snel mogelijk nadere afspraken worden gemaakt. Doel van dit onderzoek is dat de Nederlandse en de Vlaamse overheid een openbaar beleidsinstrument krijgen aangereikt voor het evalueren en ontwikkelen van activiteiten ter bevordering van de positie van de Nederlandse taal en de daarmee verbonden cultuur.
De IVN behoudt uitdrukkelijk het recht om over de resultaten van het nu bereikte compromis opnieuw te onderhandelen wanneer, en dit naar het oordeel van de IVN, het adviesrapport over financiële transparantie of de uitkomsten van het ‘meerwaarde-onderzoek’ over het cultureel kapitaal van de Lage Landen daartoe aanleiding geven.
Herstel van vertrouwen
Naar het oordeel van het IVN-Bestuur kan deze brief het startpunt zijn voor het herstel van vertrouwen tussen de Taalunie en het ‘veld’. Alle betrokkenen hebben aangegeven constructief verder te willen gaan. Tijdens het Colloquium moet hier uiteraard verder van gedachten over worden gewisseld.
Tijdens de Openingszitting van het Colloquium zal de minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, Geert Bourgeois, een toespraak houden. Tijdens het Colloquium zal de voorzitter van het Comité van Ministers van de Taalunie, de Nederlandse minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, eventueel via een videoboodschap, haar visie voorleggen. De Taalunie zal worden vertegenwoordigd door het hoofd van de afdeling Taalgebruik.
Tot slot
Het Bestuur kan zich goed voorstellen dat deze brief nog tal van vragen onbeantwoord laat. In de betrekkelijk korte tijd die ter beschikking stond, konden alleen de hoofdlijnen worden geschetst. Mocht u nog opmerkingen hebben of aanvullende informatie willen geven, doet u dit dan per e-mail (bureau@ivnnl.com) met als onderwerpaanduiding ‘IVN-Taalunie’. Alle reacties zullen worden meegenomen in de voorbereiding op de vrijdagsessies op het Colloquium die gereserveerd staan voor ‘IVN-Taalunie’.
Kees van Eunen zegt
Het verbaast me – negatief – dat e.e.a. kennelijk geregeld gaat worden in een onderonsje tussen Taalunie, universiteiten en hogescholen en dat het schoolonderwijs Nederlands in het buitenland nauwelijks aan de orde komt. Met name in Duitsland is dat toch heel erg belangrijk!
Overigens goed dat er een heroverweging gaat komen.