Vossiuszaal, UB Leiden
In 2016 bestaat de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (MNL) 250 jaar, aanleiding voor een tentoonstelling waarin u de geschiedenis, de organisatie en de activiteiten van de MNL leert kennen.
Op 18 juli 1766 kwamen in de Schuttersdoelen te Leiden elf heren bij elkaar voor de oprichting van de “Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde”. Het waren geen middelbare heren met bepoederde pruiken maar jeugdige academici, twintigers met een passie voor de Nederlandse taal en cultuur. Dat was iets nieuws in een tijd dat het leven in de Republiek nog volledig regionaal georiënteerd was. Belangstelling voor ‘nationale’ cultuur ontbrak totaal, ja kon zelfs gelden als een politiek statement, en was daardoor brandstof voor hoog oplaaiende ruzies tussen patriotten en Oranjeklanten.
Hoe dit clubje nieuwlichters het tweehonderdvijftig jaar volhield en zich ontwikkelde tot een – niet zelden als bedaagd bestempelde – vereniging van thans ruim 1700 leden is het onderwerp van de jubileumtentoonstelling MNL250. Volgens haar statuten stelt de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde zich nog steeds ten doel om “de beoefening van de schone letteren en de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde, geschied- en oudheidkunde in hun onderlinge samenhang te bevorderen”. Zij doet dat door het houden van letterkundige en wetenschappelijke bijeenkomsten, door het uitgeven van werken en geschriften, door het toekennen van prijzen en door het instant houden en uitbreiden van haar bibliotheek. De tentoonstelling belicht deze activiteiten met voorbeelden uit verleden en heden.
Er is voor u een mooi programma samengesteld:
- Ton van Kalmthout, onderzoeker bij het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, redacteur en co-auteur van het jubileumboek Al die onbekende beroemdheden (LUP 2016), zal de geschiedschrijving over de Maatschappij bespreken.
- Marc van Oostendorp, onderzoeker bij het Meertens Instituut, introduceert een aantal speciaal voor de gelegenheid gemaakte filmpjes; hierin bevraagt hij enkele leden over de actuele betekenis van de MNL.
- De samenstellers van de tentoonstelling, Rick Honings (UL) en André Bouwman (UBL), spreken over respectievelijk een aantal actuele schenkingen aan de bibliotheek van de Maatschappij en over de inhoud van de tentoonstelling.
- U kunt zich aanmelden via: aanmelding@library.leidenuniv.nl (graag o.v.v. MNL250) of telefonisch via ons secretariaat: 071 527 2832.Wij hopen u te mogen begroeten bij de opening of tijdens de tentoonstellingsperiode van 9 juni t/m 20 september 2016.
- Na afloop van het programma is er gelegenheid om de tentoonstelling te bezichtigen onder het genot van een drankje.
Roeland zegt
“instant houden”? Interessant woordgebruik…
Zij doet dat door het houden van letterkundige en wetenschappelijke bijeenkomsten, door het uitgeven van werken en geschriften, door het toekennen van prijzen en door het instant houden en uitbreiden van haar bibliotheek.
Moet ik me hierbij een boek in poedervorm voorstellen?
Marc van Oostendorp zegt
Eigenaardig hoe de geringste spellingsvariatie sommige niet al te beste lezers volkomen van hun stuk kan brengen. Instant houden (sommige mensen schrijven: in stand houden) is een doodnormale uitdrukking.
Roeland zegt
Ik ben niet van mijn stuk gebracht. Ik vind het oprecht een interessante schrijfwijze en hoopte dan ook op een uitleg. Ik heb het op internet opgezocht en kwam het woord tegen in oude literatuur. Vervolgens zocht ik op in het etymologisch woordenboek maar vond het niet.
Boeken in poedervorm…flauwe grap.
Drabkikker zegt
Hmm, kun je nog van spellingsvariatie spreken als er een hele klemtoon verschuift (er even van uitgaande dat we het erover eens zijn dat instant de klemtoon op de eerste lettergreep heeft)? Ik zou dit eerder een eggcorn noemen: een soort malapropisme, maar dan eentje die qua betekenis toch blijft ‘kloppen’; zie bijvoorbeeld ook pubertijd en lijndraad. Ik verzamel Nederlandse eggcorns, en deze had ik nog niet!
Marc van Oostendorp zegt
Wanneer je uit ‘in stand’ de spatie weglaat en verscherping in de spelling weergeeft, verandert dat natuurlijk niets aan de klemtoon. Ook het feit dat er een ANDER woord is dat volgens het Groene Boekje als ‘instant’ geschreven wordt en wel een andere klemtoon heeft, is niet van belang. Er zijn nu eenmaal woorden die je hetzelfde schrijft, maar verschillende klemtoon hebben.
Drabkikker zegt
Goed, ik kan natuurlijk niet in andermans hoofd kijken, maar m.i. is de invloed van dat andere woord nu juist wel van belang, het klemtoonverschil nog daargelaten. Zou u even gemakkelijk Ik woon opstant hebben geschreven? Dat zou me toch een tikje sterk lijken, en volgens mij heeft dat er alles mee te maken dat dat woord in die spelling niet “bestaat”. Het komt me eerder voor dat er een soort herinterpretatie in het spel is, waarbij de taalgebruiker een andere analyse van de constructie maakt dan de “bedoelde” en op die grond meent daadwerkelijk met een ander woord van doen te hebben, niet simpelweg met een alternatieve spelling van hetzelfde woord.
Marc van Oostendorp zegt
Ah, ja, zo had ik het niet gezien. Sterker nog, hier had ik nooit over nagedacht: dat spellingvariatie misschien beïnvloed zou kunnen zijn door verschillen in klemtoon. Het zou wel nader onderzocht moeten worden; het probleem met ‘ik woon opstant’ is natuurlijk ook dat ‘opstant’ helemaal geen vertrouwd woordbeeld is, en dat is ook belangrijk.
Kees Plaisier zegt
wanneer is de opening, dat staat hier niet vermeld.