De reactie van het Comité van Ministers op het nieuwe visitatierapport staat online op de website van de Taalunie. Spoiler alert: “In goed overleg met de huidige algemeen secretaris is tot de conclusie gekomen dat de nieuwe fase ook een nieuwe algemeen secretaris vraagt.”
DirkJan zegt
Een begrijpelijke stap dat de huidige secretaris van de Nederlandse Taalunie zijn functie neerlegt, maar het zal voor zijn opvolger niet veel makkelijker worden. Er moet nog steeds worden bezuinigd, terwijl ik vind dat de Taalunie juist meer zou moeten doen dan alleen op een sobere wijze dienstbaar zijn aan bestaande instellingen voor met name taalonderwijs in het buitenland. De Taalunie zou zich juist ook zelf actief moeten opstellen om het Nederlands verder te populariseren, met name onder jongeren, maar ook onder ouderen: education permanente. De Taalunie zou meer moeten doen en niet minder.
[ En de Taalunie is altijd de kop-van-jut als het gaat om het bewaken en verspreiden van de normen rondom de grammatica en spelling. Ik neem het dan juist op voor de Taalunie, want hoe moet het dan anders? De criticasters verwoorden hun tirades zelf wel altijd in vlekkeloos Nederlands en lees of hoor ik bij hen nooit enige taalvariatie waar ze zo hoog over opgeven als het om anderen gaat. En vandaag las ik dat een groep verontruste docenten Nederlands (wie dat zijn is onbekend) aandringen om taal- en spelfouten op het examen leesvaardigheid niet mee te laten tellen. Wat dat aangaat kan de Taalunie dan natuurlijk gewoon per direct opgeheven worden. ]
Gijs Ornée zegt
Hoewel ik niet tot de groep ‘verontruste leraren Nederlands’ behoor, ben ik het wel met deze groep eens dat taal- en spelfouten niet mee moeten tellen bij het examen leesvaardigheid. Zoals het woord al zegt, is het een examen leesvaardigheid en niet een examen schrijfvaardigheid. Enige schrijfvaardigheid is nodig om de corrector de antwoorden te laten begrijpen, maar zeer precies en foutloos formuleren is daarvoor niet nodig. Foutloos schrijven is, niet alleen voor leerlingen, een lastige en tijdrovende bezigheid en het is onterecht die vaardigheid te koppelen aan een andere.
Waarom de Taalunie opgeheven zou moeten worden indien taal- en spelfouten in dit examen niet meer geteld mogen worden, is mij een raadsel.
Miet Weijtmans zegt
Nu we zo veel horen over het vierde rijtje van de consonant W (naast P, T en K), ontdekt door Goropius Becanus en onderzocht door Ans Schapendonk die van een universele klankhelix spreekt, lijkt taalverloedering een overbodig fenomeen. Het ‘Gedenk te sterven’ helixt volgens haar in ‘Ge denkt te sterven’. Het beleid van Geert Joris en Jan Renkema sluit hierbij aan. Maar het commentaar van Marc van Oostendorp is niet minder oudbakken! Waarom horen we – behalve van Dick van Niekerk – niets over de theorie van Ans Schapendonk?