Door Lucas Seuren
Gesprekken zien er op het oog vaak erg chaotisch uit: mensen praten vaak niet in volzinnen, breken continu hun beurt af, en praten vaak op hetzelfde moment. Regelmaat vinden in dergelijke chaos lijkt dan ook geen beginnen aan. Toch ontdekten in de jaren 60 een aantal Amerikaanse sociologen dat er onder die chaos veel structuur te vinden is; met andere woorden de chaos is slechts een illusie. In zijn colleges liet Harvey Sacks zien dat gesprekken veelal bestaan uit gepaarde handelingen: een actie en een passende respons. Dit werd uitgewerkt door Emanuel Schegloff in een artikel in 1968 waarin hij laat zien dat gesprekken georganiseerd worden op basis van sequenties van dergelijke paren. Hij laat bovendien zien dat deze organisatie normatief is: als een passende respons ontbreekt, moet daar een reden voor gegeven worden.
Hoe ziet dat er dan uit? Een simpel voorbeeld is de opening van het telefoongesprek. Mensen moeten laten zien dat ze beschikbaar zijn voor het gesprek en elkaar groeten. In het Engels kan zo’n opening er dan als volgt uitzien:
(telefoon gaat over, A neemt op)
A: Hello?
B: Hi.
A: Hi.
Het valt misschien op dat A twee keer een groet gebruikt. Dat is niet simpelweg omdat ik dit voorbeeld zelf verzonnen heb, dit is daadwerkelijk wat er vaak gebeurt aan het begin van een telefoongesprek. Maar waarom? De gebelde heeft immers al gegroet. Volgens Schegloff is de eerste hello helemaal geen groet: het is een conventionele manier voor de gebelde om de telefoon op te nemen, om te laten zien dat hij/zij beschikbaar is voor een gesprek. De hello is het passende antwoord op de oproep van de beller; de actie is het bellen, en de hello is de passende reactie. Deze bevinding maakt een sequentie van drie groetjes een stuk logischer: de eerste hello is nog geen groet, alleen de opvolgende.
Schegloffs analyse lijkt misschien wat kunstmatig, maar het onderliggende principe dat gesprekken georganiseerd worden op basis van sequenties van acties en passende responsen bracht een revolutie teweeg in het onderzoek naar taal in interactie. Hoewel niet alles wat iedereen zegt een actie of passende respons is, kunnen we dankzij Schegloffs analyse zien hoe gestructureerd die op het oog zo chaotische interactie werkelijk is.
Toch blijft er bij mij als Nederlander iets knagen. Amerikanen (en Engelsen) nemen de telefoon dan wel op met hello, maar dat is een norm die is ontstaan uit een voorschrift: toen mensen een kleine 100 jaar terug een telefoon kregen werden ze geïnstrueerd door de telefoonmaatschappij om zo de telefoon op te nemen. Zoals ik in een eerder stukje al beschreef werkt het in het Nederlands vaak anders. En dat maakt een opening als de volgende ook een stuk opmerkelijker:
(Telefoon gaat over, Alisa neemt op)
Alisa: Met Alisa.
Marjan: Met Marjan.
Alisa: Hey.
Marjan: Hallo.
Alisa: Hallo.
Ook in dit dialoogje zie je drie groetjes, maar hier heeft Alisa zich al beschikbaar gesteld door haar naam te noemen. Dat is niet vreemd: ook Schegloff vond dat mensen vaak de telefoon opnemen door zich voor te stellen. Maar waarom vinden we daarna drie beurten die op het oog niet meer doen dan groeten? En waarom lijken juist de tweede en de derde op elkaar afgestemd? De hey van Alisa lijkt wat in het luchtledige te zweven. Tegelijkertijd is juist die hey heel logisch gepositioneerd: hij volgt direct na de introductie en het is dus een passend moment om te groeten. Net zo goed kan dus gezegd worden dat de hallo van Alisa overbodig is, aangezien beide elkaar al gegroet hebben. Hoe je het ook wendt of keert, deze opening lijkt problematisch vanuit het oogpunt dat gesprekken opgebouwd zijn uit sequenties van gepaarde handelingen: acties en reacties.
Maar wat we hier zien is in feite een oplossing die de sprekers vinden voor een interactioneel probleem. Marjan is degene die belt, en de persoon die belt doet dat meestal met een reden: hij/zij heeft bijvoorbeeld een vraag of een verzoek. Maar omdat de opgebelde als eerste praat, is de opgebelde ook de eerste die groet. Marjan maakt met haar hallo dus een groetsequentie compleet. De beurt is daarna aan Alisa om een nieuwe sequentie te beginnen, wat onhandig is als zij niet weet waarom Marjan belt. Door op haar beurt nogmaals te groeten geeft Alisa de beurt weer terug aan Marjan. En wat blijkt, ze neemt inderdaad gelijk het initiatief in het gesprek (dit stukje komt na de opening van het gesprek):
Marjan: Alisa, sorry van gisteren.
Alisa: geeft niks hoor.
Alisa’s tweede groet is prachtig in zijn eenvoud. Ze lost in één zet een interactioneel probleem op. Niet alleen dat, ze maskeert dat ze de conventie van gepaarde handelingen schendt. Ze doet weliswaar een derde groet, maar kiest exact dezelfde vorm als de groet van Marjan: ze stemt haar derde groet af op de respons van Marjan, en geeft dus een passende wedergroet. Het lijkt daardoor alsof zij degene is die de respons geeft. We zien dus dat Marjan zich in één uiting richt op het idee dat sprekers om de beurt horen te praten, dat de beller het initiatief moet nemen, en dat gesprekken gestructureerd moeten worden via gepaarde handelingen. Ongetwijfeld is ze zich van dit alles volstrekt niet bewust, maar dat maakt de prestatie des te indrukwekkender.
Hoewel dit soort kleine observaties niet meer het alledaagse onderzoeksgebied zijn van de conversatieanalyse, laten ze wel mooi zien dat de klassieke theorieën die in de jaren 60 ontwikkeld zijn nog altijd kloppen. Zelfs als sprekers gedwongen worden om een norm te schenden doen ze hun best om dat te maskeren. Natuurlijk, Alisa had simpelweg kunnen vragen waarom Marjan belt, maar dit is vreemd genoeg iets wat we zelden zien gebeuren. Blijkbaar moet het eerste onderwerp op een natuurlijke manier volgen uit het gesprek, en als dat problemen geeft, worden die ogenschijnlijk zonder enig probleem opgelost.
Huub de Bel zegt
De PTT-telefoongidsen bevatten nog tot in de jaren ’60 instructies hoe een telefonische oproep te beantwoorden. Ik herinner mij zoiets als: Neem de hoorn van de haak, zeg niet Hallo maar noem uw naam. De beller weet dan dat hij correct verbonden is en het beperkt uw gesprekskosten.
Lucas Seuren zegt
Dat is leuk om te weten. Ik ben ook geïnstrueerd door mijn ouders, maar doe het inmiddels geheel anders. Ik ben benieuwd in hoeverre instructies beïnvloed worden door gezamenlijke interactionele oplossingen.