Op 10 mei vindt de tweede Louis Peter Grijp-lezing plaats. Hij wordt uitgesproken door Geert Buelens, hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan Universiteit Utrecht, dichter en essayist, onder de titel:
De schaduw van 1585 en 1967. Laaglandse geschiedenis en hippiecultuur in het werk van de Vlaamse zanger Wannes Van de Velde
Toen Wannes Van de Velde (1937-2008) overleed, noemde The Independent hem even belangrijk voor het Vlaamse lied als zijn landgenoot Jacques Brel was voor het Franse. Dat was geen overdreven lof voor de zelfverklaarde Antwerpse “liekeszanger”, al was het maar de halve waarheid. Van de Velde schreef inderdaad een aantal liedjes die klassiek zijn geworden, maar voorts geldt hij als de belangrijkste schakel tussen de orale liedtraditie die soms eeuwen teruggaat en de moderne wereld van de folkrevival en de singer-songwriters uit de jaren zestig.
Als een Antwerpse Alan Lomax, Pete Seeger & Bob Dylan verzamelde en bewerkte hij traditionals en voegde er zijn eigen strofes, teksten en liedjes aan toe. Anders dan Dylan ging hij echter niet “elektrisch”. De wereld die hij bezong was die van voor de moderniteit: ambachten die op het punt stonden te verdwijnen, de stad – met haar gebouwen en tradities – die door de moderne, door profijt en vernieuwing geobsedeerde maatschappij werd bedreigd. Van de Velde incarneerde – lijfelijk, in zijn stem, gedrag en repertoire – het historisch besef dat door de Vooruitgang en het na de Wereldtentoonstelling van 1958 razendsnel moderniserende België niet meer van tel leek.
Dat maakte hem echter allerminst tot een reactionair. In de tweede helft van de jaren zestig werd deze geestesgenoot van Hugo Claus en Louis Paul Boon zowaar hip en populair. In de Summer of Love van 1967 begeleidde hij met zijn doedelzak de duizenden jongeren die tijdens de “Liever Lief”-happening op weg waren naar het festivalterrein van Bilzen. In zijn geliefde Antwerpen streed hij met kunstenaar Panamarenko voor het verkeersvrij maken van de binnenstad. Terwijl zijn landgenoten steeds rijker werden hield hij, als geweten en geheugen, de herinnering levend aan waar dat volk vandaan kwam: de Val van Antwerpen in 1585, de inquisitie, “de gesel van Rome”, de sociale strijd en de immer complexe relatie tot de Hollanders in het Noorden. Hippie en historicus leek hij te zijn, de ultieme meester van het verlies.
De Louis Peter Grijp-lezing is een jaarlijks evenement dat wordt georganiseerd ter nagedachtenis van de in 2016 overleden onderzoeker Louis Grijp, die internationale bekendheid verwierf als onderzoeker naar Nederlandse lied- en muziekcultuur en als musicus in het gezelschap Camerata Trajectina. De lezing wordt jaarlijks op, of omtrent de dag van het Nederlandse Lied – 10 mei, de dag waarop in 1932 het Wilhelmus het Nederlandse volkslied werd – uitgesproken door een excellent onderzoeker op liedgebied.
De lezing vindt plaats op 10 mei 2017 om 13:00 uur in de Aula van het Academiegebouw, Domplein 29 te Utrecht. Toegang is gratis; gelieve u aan te melden door een mailtje te sturen naar communicatie@meertens.knaw.nl.
Laat een reactie achter