Door Alison Edwards
Overal in Nederland zie en hoor je Engels. Maar beginnen mensen dit soms beu te worden?
Schaatsen, oranje schmink normaal maken, lang en gelukkig zijn. Nederlanders zijn in heel veel dingen goed – zo ook in de Engelse taal. Zo’n 90% van de Nederlanders vindt dat ze een gesprek kunnen voeren in het Engels, en Nederland staat bovenaan de English Proficiency Index, een ranglijst van 72 landen waar Engels niet de eerste taal is.
Nederlanders zijn niet alleen goed in Engels; ze lijken er ook echt van te houden. Met een bijna ongekend enthousiasme zijn ze de afgelopen decennia begonnen hun eigen taal in te wisselen voor het Engels. Van traminformatie en belastingaangiftes tot Schiphol, waar het Nederlands ogenschijnlijk is afgeschaft, lijkt iedereen in de ban geraakt te zijn van het Engels. Eén op de vier vwo-scholen is nu tweetalig en, als we de paniekberichten moeten geloven, is ook op universiteiten bijna geen Nederlands meer te bekennen.
Nu lijkt er echter enige spijt te ontstaan. Nieuw onderzoek suggereert dat veel mensen vinden dat de ‘verengelsing’ van Nederland te ver is gegaan.
Noem je dat een gevaar
Robert Fuchs, Rutger-Jan Lange en ik hebben de houding ten opzichte van het Engels geanalyseerd. Aan dit onderzoek deden 4000 respondenten mee, die stellingen hebben beoordeeld aan de hand van een vierpuntsschaal, waarbij 1=sterk mee oneens en 4=sterk mee eens. De ene helft van de respondenten was afkomstig uit Nederland, de andere helft uit Duitsland, nog een land dat mee doet met het Engelse feest, zij het minder enthousiast dan Nederland. Een armzalige 56% van de Duitsers vindt dat ze in het Engels een gesprek kunnen voeren, en Duitsland haalde maar net de top 10 van de English Proficiency Index.
We zagen dat alle respondenten Engels beschouwen als een nuttige toevoeging aan hun taalkundige gereedschapskist, en niet bang zijn dat hun nationale taal aan status zou verliezen. Ze vonden respectievelijk Nederlands en Duits belangrijker dan Engels en verwierpen dan ook het idee dat Engels een existentieel gevaar vormt voor hun moedertaal.
Overdrijven is ook een kunst
Dit is geruststellend – maar er waren een aantal opvallende verschillen tussen de twee nationaliteiten. Om te beginnen hadden de Nederlanders in vergelijking met de Duitsers aanzienlijk minder vertrouwen in de status van hun eigen taal. Ze zeiden nog net niet dat het Engels een hogere status heeft dan hun moedertaal, maar waren wel eerder geneigd om het met deze stelling eens te zijn dan hun buren.
Duitsers waren het vaker dan Nederlanders eens met de stelling dat het moeilijker zou zijn om een baan te vinden als je de landstaal maar gebrekkig beheerst. Het gebrek aan Nederlandssprekende serveerders en verkoopassistenten in de grotere Nederlandse steden bleek een pijnlijk punt. “Dat we niet welkom geheten worden in het Nederlands vind ik zelfs onbeschoft”, aldus een journalist van middelbare leeftijd uit Den Haag. “Engels lijkt hier zelfs belangrijker dan Nederlands in ons eigen land. Dat gaat me te ver!”
Moe van al dat Engels
Duitsers vinden het lastiger om in het Engels te communiceren dan hun buren; ze vonden zichzelf minder spraakzaam en minder vaardig in het Engels dan de Nederlanders. Dat gezegd hebbende, hebben Duitsers misschien meer de neiging om zichzelf te onderschatten dan de Nederlanders. Maar liefst 9 op de 10 Nederlanders vond dat hun Engels beter is dan dat van hun landgenoten – iets wat wiskundig gezien onmogelijk is, maar hun enthousiasme is bewonderenswaardig.
Maar de Duitsers lijken nog meer dan hun Nederlandse buren elke kans te grijpen om de Engelse taal te gebruiken. We zouden kunnen speculeren dat Nederlanders minder geneigd zijn om steeds naar het Engels te grijpen, omdat ze toch al praktisch overspoeld worden met Engels. “Uiteraard is beheersing van het Engels van levensbelang. Maar sommigen draven door”, aldus een 63-jarige docent. “Absurde situaties doen zich voor wanneer Nederlanders met Nederlanders Engels spreken. Er zijn zelfs instituten die hun studenten verbieden in de kantine Nederlands te spreken.”
Zelfs Nederlanders met een rooskleurig beeld van de wereldtaal vonden het eerder dan hun Duitse buren overdreven om Engels te gebruiken en hadden er soms zelfs een hekel aan dat het moest. Maar het zijn uiteraard de Nederlanders die minder positief tegenover het Engels staan die de meeste moeite hebben met de alomtegenwoordigheid van de taal. In tegenstelling tot hun Duitse buren met een vergelijkbare afkeer voor de taal, gaven ze aan dat het hen persoonlijk raakt. Dit suggereert dat de Engelse taal een aanzienlijke impact heeft op het leven van mensen in Nederland, of ze de taal nu leuk vinden of niet. Ze gaven ook vaker aan dat ze zich in het Engels een buitenstaander voelen. Wellicht hebben Duitsers die niet van Engels houden simpelweg de luxe om het in hun dagelijks leven te vermijden, terwijl hun Nederlandse buren genoodzaakt zijn om het ten minste af en toe te gebruiken, waardoor zij zich vaker een vreemdeling voelen in hun eigen land.
Maak Nederlands weer cool
Dergelijke bevindingen kunnen worden geïnterpreteerd als een reactie op de waarneembare verengelsing van de Nederlandse samenleving. Nu het Engels niet meer weg te denken is uit het onderwijs, de zakenwereld en de media, lijkt het alsof Nederlanders het Engels moe aan het worden zijn en vinden dat het te ver is gegaan. Paradoxaal genoeg zou juist dit gevoel ervoor kunnen zorgen dat de Nederlandse taal weer cool wordt.
Wie dit artikel toch liever in het Engels leest, kan terecht op Alison Edwards’ eigen weblog The Rogue Linguist.
Jan Michielsen zegt
Als ik het goed lees vinden 1800 Nederlandse respondenten dat ze beter Engels spreken dan andere Nederlanders. Volgens mij kan dat wiskundig heel goed, aangezien er 17 miljoen Nederlanders zijn. En stel dat de respondenten grotendeels hoogopgeleid zijn, dan lijkt het me niet eens onwaarschijnlijk.
Alison Edwards zegt
Ha Jan dat is een goeie punt, en ja de respondenten zijn idd over het algemeen wat hoger opgeleid dan de populatie als geheel, dus je hebt het helemaal gelijk! Alison 🙂
Art zegt
Goeie punt > Goed punt 😉
Henk Franken zegt
Inderdaad Art, met dat punt heb je het goeie!
Esther Bouma zegt
Misschien laat dit filmpje -op exemplarische (en hilarische) wijze- het getal van 90% in twijfel trekken?
https://www.canvas.be/video/de-ideale-wereld/najaar-2016/woensdag-16-november-2016/nederlanders-en-hun-engels
Alison Edwards zegt
Oef, haha! Dat had ik nog niet gezien!
DirkJan zegt
‘Overal in Nederland zie en hoor je Engels’, ‘overspoeld worden met Engels’, ‘de Engelse taal een aanzienlijke impact heeft.’ Drie subjectieve kwalificaties van de onderzoeker die je overal hoort, maar die door ander onderzoek (Nicoline van der Sijs) wordt tegengesproken: die alomtegenwoordigheid van het Engels is maar heel klein, het is de perceptie dat mensen denken dat het Nederlands steeds meer en zwaarder verengelst. Het is me niet duidelijk waarom Nederlanders het Engels nu meer beu zijn geworden en is het onderzoek ook evenredig uitgevoerd onder jongeren tot een jaar of dertig? Verschil met Duitsland is nog dat daar alle Engelstalige tv-programma’s en films worden nagesynchroniseerd en in Nederland niet. Dat vinden de meeste Nederlanders heel prettig.
Maggy R zegt
Gut gut, stel je voor dat we al deze leenwoorden terugkrijgen…
https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_English_words_of_Dutch_origin
Dan zijn we toch wel furlorn 😉
Emiel Bootsma zegt
Het onnodig gebruik van Engels bestrijd ik met kracht. Geregeld wil ik bijeenkomsten bezoeken, waar dan ineens blijkt dat alles in het Engels moet, ‘omdat er anders enkelen in de zaal zijn die het niet kunnen volgen’. Het tegenargument dat diepgaande politieke/filosofische/gevoelige discussies door de meeste aanwezigen (inclusief ondergetekende) niet in voldoende mate genuanceerd in het Engels kunnen worden gevoerd, wordt weggelachen. Een ander tegenargument – ‘zo leren die “enkelen in de zaal” nooit Nederlands’ – vindt men niet relevant. Men vindt het belangrijker om het anderstaligen naar de zin te maken dan om de Nederlanders van dienst te zijn.
Mijn stelregel is dat het leren en waar nodig gebruiken van vreemde talen uitstekend is, maar verder zeg ik: ‘In Nederland spreken we Nederlands.’ Anderstaligen die hier wonen, doen er maar wat moeite voor. Dat hoort er gewoon bij.
Esther Bouma zegt
“Het tegenargument…..weggelachen”: helemaal mee eens, zeker als deze discussies in Nederland plaatsvinden, maar ook daarbuiten. Onlangs bezocht ik de “Holland Tag” in Düsseldorf, georganiseerd door de Duits-Nederlandse handelskamer met tot doel Duitse bedrijven voor de Nederlandse markt te enthousiasmeren en… u raadt het al: Veel presentaties vonden (met een vanzelfsprekendheid!) in het Engels plaats omdat de sprekers uit Nederland het Duits niet beheersten. Gedetailleerde vragen (die dan ook in het Engels gesteld moesten worden) uit het publiek bleven meestal uit, hoewel bij onderwerpen als belasting- en arbeidsrecht er toch best veel vragen open bleven. Ook de Rotterdamse Erasmus universiteit presenteerde zich daar met prachtige-Engelstalige- brochures. Met het thema taal (Nederlands of Duits) werd die dag niets gedaan- onbegrijpelijk.
jaakjpeeters zegt
Vervang “Engels” door Frans, en je komt in de archaïsche toestanden van de negentiende eeuw. Geeft dat niet te denken?
J. W. Haazen zegt
In de oudheid was het Grieks de handelstaal van de toen bekende wereld rond de Middellandse zee. Daarna werd de rol van het Grieks overgenomen als gevolg van de overheersing van het Romeinse Rijk en de Roomse Kerk die het Latijn als “lingua franca” invoerden. Hierdoor werd de taal Seneca het idioom van de intellectueel en de wetenschap. Vanaf de 18e eeuw groeide de macht van Frankrijk waardoor de taal van Voltaire tot in de 20ste eeuw de belangrijkste taal werd van de wetenschap, de handel en de diplomatie. Door de vereniging van een aantal Germaanse koninkrijken en de daarop volgende opkomst van de Duitse natie groeide het aanzien van de taal van Goethe en werd het Duits gedurende meerdere decennia de belangrijkste taal van vorsers en wetenschappers over heel de wereld, hoezeer wij dat door historische trauma’s ook trachten te ontkennen. Ofschoon het Frans als literaire en diplomatieke taal nog even stand hield werden beide talen – het Frans en het Duits – na WO II door het Engels verdrongen als gevolg van geopolitieke machtsverhoudingen, gepaard met militaire en economische druk. Deze laatste verschijnselen zijn blijkbaar de belangrijkste middelen om zich aan de hele wereld op te dringen. Hoe lang deze imperialistische taaltoestanden duren zullen mogelijke toekomstige machtsverschuivingen in de wereld uitwijzen. Welke taal de rol van het Engels dan zal overnemen is vooralsnog nog onbekend, maar het zal wellicht opnieuw een taal zijn die ons opgedrongen wordt door het economisch en militair overwicht van een natie die niet afziet van geweld om zijn egocentrische prerogatieven te verwezenlijken. Ik zie maar een oplossing om de onstabiele taalsituatie-door-de-eeuwen-heen te keren nl. het internationaal invoeren van een rationeel en humaan idioom dat niet gedreven wordt door louter economische, politieke en militaire machten, d.w.z. een neutraal idioom dat bezield is met “alternatieve waarden” zoals gelijkheid en eerbied voor alle volkeren, talen en culturen, een grammaticaal en fonetische eenvoudig communicatiemiddel dat vanuit meer zuivere democratische beginselen de hele mensheid kan dienen. Is het toevallig dat Esperanto de “taal van de hoop” heet, de enige blijkbaar geslaagde en geniaal ontworpen neutrale voertaal die reeds in vele landen en media zijn weg gevonden heeft… ondanks de inertie en het scepticisme van Jan Modaal die gedreven wordt door vooroordelen, onwil en onwetendheid. Om het ideaal van een neutrale, internationale taal te verwezenlijken dient elk land evenwel een deel van zijn soevereiniteit af te staan in dienst van de gemeenschap… ook die landen die menen dat zij de beste stuurlui zijn en zich zonder schroom boven de Verenigde Naties stellen.
Margriet Schoot zegt
U vraagt of ik het overdreven gebruik van het Engels beu ben? En óf ik dat beu ben, al jaren! Sterker, het komt mijn neus uit. Terwijl ik een liefhebber van het Engels ben. Er zijn best wel leuke , rake, vlotte en precieze Engelse woorden en uitdrukkingen die moeilijk vervangbaar zijn. Die moeten we houden, want ze leveren een meerwaarde. Maar het overgrote deel van het (vernederlandste) Engels dat ik tegenkom levert geen meerwaarde op maar alleen problemen : het is onduidelijker, minder direct, behoeft altijd meer uitleg, en klinkt lelijk. Bovendien is de vernederlandste spelling van veel Engelse woorden een ramp. Kijk maar naar het idiote woordbeeld van verkleinwoorden , of naar de vervoeging van Engelse werkwoorden: het ziet er niet uit , en wie kan dat nog zonder hulp correct spellen?
Ik weet niet of de blinde adoratie voor het Engels al plaats gemaakt heeft voor een realistischer beeld. Het zou hoog tijd zijn. Maar helaas zegt de uitspraak van die docent dat beheersing van het Engels van levensbelang is genoeg. Het Nederlands is als middelgrote taal altijd zwakker dan de grote talen, zeker ten opzichte van het Engels dat sowieso al heel dominant is in onze dagelijkse cultuur. Op alle onderwijsniveau’s verdient het Nederlands dus veel meer aandacht, zorg , koestering, (her)waardering en versterking, voor een volwaardige plek naast maar niet in plaats van andere talen.
Tinka Chabot zegt
Ik kom niet graag in winkels of kroegen die alles in het Engels aanprijzen. Dat roept bij mij zo veel weerstand op dat ik er niet binnenga, behalve als het echt niet anders kan. Het Nederlands heeft zoveel mooie woorden, dat het Engels echt niet nodig is om interessanter te lijken. Bij mij lopen ze in ieder geval omzet mis. Dat zouden meer mensen moeten doen.
Patrick Verhaeghe zegt
Ik kan me volledig vinden in het feit dat Nederlanders best wat fierder mogen zijn op hun eigen taal.
Als Vlaming ben ik daar wellicht ook gevoeliger voor (we hebben iets te veel moeite moeten doen om onze eigen taal te kunnen/mogen gebruiken. Opmerkingen hierover (ja ik maak die wel eens 🙂 )worden inderdaad meestal weggelachen. Men wil zo graag “internationaal” zijn en klinken, iedereen moet kunnen volgen enz… Triestig soms. En dan heb ik het hier niet over leenwoorden en dergelijke, da’s nog een heel andere discussie.
Als er andertaligen zijn, mag men natuurlijk moeite doen om die van dienst te zijn maar dan naast de eigen taal, niet door de eigen taal achteruit te stellen of zelfs volledig te vervangen. Daar kan ik me echt over opwinden.
Helaas, waar is der Oudren fierhied nu gevaren! (zou Albrecht Rodenbach gezegd hebben)
Herman Gevaert Brugge zegt
Ik ben ook de aanbidding van al wat Engels is kotsbeu. Als Vlaming mochten we vorige eeuw in veel scholen geen Nederlands praten en zelfs geen dialect tussen de lessen. Toen was het Frans zaligmakend. Hoe vlugger we verfranst waren hoe beter.
Maar Frans is geen Germaanse taal en vormde tegen een sterk Vlaanderen geen bedreiging.
Het Engels is dit wel.
Vorige eeuw konden we weerstaan aan een Franse storm. Nu worden we overspoeld door een Engelse tsunami. Enerzijds komt via radio en tv een vloed Engelse liedjes tot ons zodat onze eigen zangers overgeschakeld zijn op het Engels. Anderzijds werken de “lage en hoge” scholen om ons zo snel mogelijk over te schakelen naar het Engels.
Als het zo verder gaat verschijnt de dagelijkse krant in het Engels en wordt in de media het nieuws in het Engels gebracht, in het begin misschien met Nederlandse ondertiteling voor de onnozelaars die alleen Nederlands spreken.
Waarom neemt Vlaanderen met Engelstalige liedjes deel aan Europese wedstrijden?
Waarom moet elk beroep een Engelstalige naam krijgen? Waar is de echte “schoenmaker”? Waar is de “kruidenier”? Het loopt vol met councellors, healthcare consultants, customers, developers, account managers, sales advisors enz. Waarom moet in de Vlaamse Radio 1 praktisch alle muziek Engelstalig zijn. In ben altijd benieuwd naar het laatste nieuws maar sluit mijn radio zodra de nieuwsberichten voorbij zin.
Inderdaad, waar is der ouderen fierheid heen?
gbernsdorff zegt
De blinde adoratie voor het Engels is bespottelijk, alleen al hierom, omdat wij onze kennis ervan schromelijk overschatten. De gemiddelde Nederlander heeft een dik Hollands accent en strooit met neerlandismen en on-Engelse zinsconstructies. Bovendien imiteren we het Amerikaanse dialect met zijn platte accent, terwijl nou juist Received Pronunciation en een Educated Edinburgh Accent zo mooi kunnen zijn.
Ons taalonderwijs moet beter worden, van het Engels én van het Nederlands, maar onverkort blijft gelden dat in Nederland het Nederlands (en het Fries!) op de eerste plaats moet komen. Ik mijd de winkels van de heer Hein sinds het Engels op zijn verpakkingen de voorrang krijgt en soms zelfs alleen heerst. Ik erger me dood op Schiphol. Als ik, uit het buitenland komend, in mijn eigen taal begroet wil worden moet ik landen in Paramaribo of in Brussel. Zelfs de bewegwijzering naar de Nederlandse luchthavens is tegenwoordig eentalig Engels. Zoiets is in elk ander land dat zich respecteert volstrekt ondenkbaar. Overigens schaam ik me ook voor landgenoten die in Brussel bij voorkeur Frans spreken. Ik mag dan een Franse grootmoeder hebben en in het Frans gestudeerd hebben, in Brussel spreek ik principieel Nederlands. Krijg ik geen respons dan stap ik de winkel of de taxi uit (behalve als het regent ☺.)
En nog iets: veel landgenoten schakelen onmiddellijk over op Engels zodra iemand Nederlands met een accent praat. Het is waarschijnlijk goed bedoeld, maar de buitenlander vindt dat vaak niet prettig. Hij doet zijn best en verwacht een blijk van waardering. Direct Engels gaan praten komt neer op zeggen: “Uw Nederlands is mij niet goed genoeg” en dus ronduit onbeschoft. Het is alleen correct als hij of zij er duidelijk niet in slaagt zich verstaanbaar te maken.
Silvia Mendes zegt
“En nog iets: veel landgenoten schakelen onmiddellijk over op Engels zodra iemand Nederlands met een accent praat. Het is waarschijnlijk goed bedoeld, maar de buitenlander vindt dat vaak niet prettig. Hij doet zijn best en verwacht een blijk van waardering. Direct Engels gaan praten komt neer op zeggen: “Uw Nederlands is mij niet goed genoeg” en dus ronduit onbeschoft. Het is alleen correct als hij of zij er duidelijk niet in slaagt zich verstaanbaar te maken.”. Ik ben Portugees en heb Nederlands geleerd (in Vlaanderen). Dit is helemaal WAAR! Lieve Vlamingen en Nederlanders, schakel nooit over naar het Engels telkens je een accent hoort! Die anderstaling moet haar/zijn NL oefenen!
gbernsdorff zegt
“Die anderstaling”: creatief taalgebruik, ik mag dat wel.
Portugezen zijn trots op hun taal, en terecht. Een van de mooiste talen die ik ken. Mijn vrienden in Lissabon en Vila Franca spreken vloeiend Engels en Frans, maar met mij alleen Portugees. Altijd enthousiast en heel behulpzaam om te helpen.
Taalgaardenier zegt
Creatief en enthousiast zijn eigenlijk Frans. De Engelsen werden deze ook in hun taal gesplitst.
In onze taal is dat scheppend of makend en geestdriftig.
Onnodig leentjebuur te spelen dus.
Zélf wat bedenken is er dus weinig bij. Wél, mee de eigen taal verdringen!
Taalgaardenier zegt
Het wordt stilaan tijd dat jullie woorden als respondenten, presentaties, tijdschriften- en andere attenderingen, adoratie en meer dergelijke onzin, laten vallen en vervangen door eigen taal.
Dat het woord mainteneren een plaats kreeg in de TaalVanDalen is een duidelijk bewijs dat op zijn minst de taal der Nederlanders een zware slag van de molen kreeg.
Na eerst eigen taal te verknoeien door Fransdweperij, blijkt dus dat Engels ook niet meer te voldoen.
Nochtans is het zélf een van oorsprong Germaanse taal die verbasterd werd door het Frans.
Maria Thomas-Franssens zegt
Natuurlijk, als je alle woorden van buitenlandse afkomst uit het Nederlands haalt kom je in de problemen. ‘Iedereen’ is hier geweest en heeft hier, behalve meer tastbare dingen, ook woorden achtergelaten. Hier in de streek spreken er echt niet zoveel mensen Engels, of een andere taal. E als ze het wel doen is het om mee te huilen. Er was een tijd dat de ‘marketing’ om het maar eens in goed Nederlands te zeggen beter was en dat iedereen dacht dat alle Nederlanders goed waren in talen. Helaas heb ik op het werk en in mijn persoonlijk leven altijd het tegenovergestelde meegemaakt; iedere keer weer werd je verzocht om brieven en/of documenten te vertalen omdat ze het niet begrepen. Mooier nog, op een keer kregen we een brief die door onze hoogopgeleide Nederlandse baas was geschreven aan de Nederlandse tak van het bedrijf met het verzoek of we hem aub konden vertalen want ze verstonden er geen woord van (of iota als u dat liever heeft). De vervoeging van Engelse woorden op zijn Nederlands is eerlijk gezegd ronduit belachelijk en bovendien zeer verwarrend. Het is al erg genoeg dat er met het Nederlands zelf zo gerommeld word, vooral ook omdat een aantal veranderingen helemaal niet logisch zijn. Wat betreft het feit – het is echt een feit, zij het een persoonlijk feit omdat ik het zelf meerdere malen vastgesteld heb – dat wanneer mensen met een accent spreken, dat iedereen dan op Engels – of wat daarvoor door moet gaan – overgaat, dat is heel erg vervelend. Maar niet alleen dat; als ze weten of vermoeden dat je buitenlands bent doen sommige mensen dat ook en als je dan iets in het Nederlands zegt, hoe duidelijk ook, dan horen ze dat blijkbaar niet. Ineens zijn ze niet met stomheid maar met doofheid geslagen, heel raar. Nu weet ik ook wel dat de meeste mensen alleen maar behulpzaam willen zijn maar een beetje beter ‘horen’ zou ook helpen. Dat is eigenlijk een groter probleem, dat mensen niet luisteren naar wat je zegt, dat ze zelfs je naam (die echt niet zo moeilijk is) verkeerd schrijven als ze een visitekaartje voor zich hebben liggen. Ook wil ik even vermelden dat ik een paar jaar een zogenaamde lerares Nederlands heb gehad die geen opstellen kon maken of beoordelen (wij waren er nog niet aan toe, toen niet en nooit niet) en woorden met dubbele betekenissen of twee mogelijke klemtonen niet begreep, heel raar. Gelukkig heb ik er daarna wel een hele goede gehad, wat een verademing!
Taalgaardenier zegt
Hallo Maartje,
Je hebt dat mooi beschreven, maar toch:
Aanhaling: “Natuurlijk, als je alle woorden van buitenlandse afkomst uit het Nederlands haalt kom je in de problemen.”
Heb je veel voorbeelden waar geen Nederlands voor bestaat? Onze taal is ouder en veel uitgebreider dan de ons omringende. De meeste hebben veel meer van ons geleend dan omgekeerd. Om politieke redenen is er in de Nederlanden een dweepzucht naar leenwoorden ontstaan, vooral Franse. Maar daar wil niemand meer over spreken, want het staat goed. Ook het Engels is overwoekerd geweest door het Frans. Vanwege dezelfde overheersende klasse trouwens.
Ook marketing komt van het Nederlands, en hertaald is dat gewoon vermarkten, vermarkting. Naar- of op de markt brengen dus.
Vergelijkbaar met installeren dat van installen komt. Het vee dus thuis of onder dak brengen tegen de wintermaanden. Dat leenden zowel de Fransen als de Engelsen van ons, en wij zijn dan zo dom om er slaafs -eren aan te breien. In het Duits, vanwege de Dietse oorsprong, nog altijd “einstallen”. Iets of iemand installen zou dus eigenlijk veel beter zijn. Denk ook maar aan “je wagen even stallen” in een autostalplaats i.p.v. een “parking”.
Een visitekaartje is gewoon een naamkaartje. Visite is Frans, al kan je het, in dit geval toch, ook NederFrAnglais noemen.
Maria Thomas-Franssens zegt
Ik bedoel woorden als afijn, sabotage, hens enz. In oude boeken kom je ook vaak Frans of Latijn tegen – alleen bedoeld voor de bovenlaag van de bevolking, niet voor het plebs (weer vreemd). Wat ik soms ook vervelend vind is dat men uberhaupt zegt i.p.v. eigenlijk of feitelijk of zo. Je leest wel eens artikelen van mensen die woorden willen ‘vernederlandsen’ maar dan wordt het onbegrijpelijk, moeilijker dan Afrikaans b.v. Vroeger toen ik aan de grens werkte merkten wij ook dat de klemtoon verschillend gelegd werd door Nederlanders en Belgen, bijna alsof de Nederlanders het meer op z’n Engels uitspraken en de Belgen meer op z’n Frans. Omdat u op het woord visite reageert, en terecht, wil ik wel even zeggen dat het woordgebruik in Nederland toch nogal verschilt van dat in Belgie, en als Belgen naar iemand toegaan dan gaan ze op bezoek terwijl ze in Nederland op visite gaan. Het hangt er ook nog vanaf of je in het zuiden of noorden woont; er schijnt een ander deel van de woordenschat gebruikt te worden. Wat het Engels betreft; ja daar heeft ook iedereen zijn sporen achtergelaten en sommige woorden worden echt nog in het Duits uitgesproken, of in het Latijn zoals bij namen van lichaamsdelen. Het is natuurlijk niet alleen omdat we doorheen de eeiuwen zoveel ‘bezoekers’ hebben gehad maar ook omdat je als je een zeevarend land bent van overal wat meebrengt. Er zitten trouwens ook veel jiddische en Maleisische woorden in het Nederlands. Ik geloof niet dat er veel talen zijn die helemaal ‘puur’ zijn tenzij de mensen die het spreken weinig of niet met andere bevolkingsgroepen in aanraking zijn geweest.
Taalgaardenier zegt
Sabotage is uitgevonden in Wallonië in de zware industrie rond 1860-1870. In die tijd bestonden er nog geen veiligheidsschoenen en de arbeiders droegen klompen. De eerste generaties machines waren zeer gevaarlijk en een noodstop zoals nu bestond niet. Als iemand gegrepen werd of geklemd geraakte gooide men een klomp tussen de raderen. Op die manier stopte de machine onmiddellijk. Klomp in het Frans is sabot, vandaar dus. In die tijd werkten er echter veel meer Vlamingen in de hoogovens in Wallonië, dan Walen. Vlamingen gebruiken het woord klompen niet maar noemen die “blokken”. Vandaar dus het werkwoord (iets of iemand)”afblokken”. Dat is meteen ook de letterlijke én figuurlijke vertaling van saboteren. Het laatste werd door de media internationaal verspreid.
Daar stopt het niet mee, want de Franstaligen namen dat afblokken weer over en het werd bloquer. De slaafse Vlaming maakte daar dan weer het zoveelste -eren NederFranglais van: blokkeren. En zo leenden we onze eigen woordenschat terug na verfranst te zijn geweest!
Hens komt ook van het Nederlands/Vlaams, door het bevel dat iedereen aan dek moest meehelpen tegen een storm of entering, enz. Alle handen aan dek dus! Het werd dan “all hands on deck” en hands werd daarna bij het terug lenen, hens.
Maria Thomas-Franssens zegt
Ik vind het zeer interessant, de oorsprong van woorden. Bent u bv de taaltuinman of de taalvergaarder (verzamelaar)? In mijn eigen dialect zitten nog veel meer Franse woorden dan in het ‘nette’ Nederlands. Trouwens, als je vroeger in dienst moest in Belgie dan was het heel gewoon dat de officieren Frans waren ook al waren de rekruten Vlaams. Omdat mijn man Engels is raak ik ook wel eens in de war. Het allerergste was dat ik een keer Frans sprak met een Engels accent, echt bizar. Soms kan het wel handig zijn dat woorden in verschillende talen op elkaar lijken of overgenomen zijn omdat je het dan makkelijker kan begrijpen – wel oppassen met o.a. Portugees want je kan je vergissen natuurlijk. Vanwaar uw interesse in taal?
Taalgaardenier zegt
Aangeboren gevoel voor taal, jarenlang dagelijks diepgaand gebruik van vreemde talen en vooral verwondering voor het verdringen van het Nederlands maken het een uitdaging om bij te dragen aan het behoud ervan.
We hebben een veel oudere en uitgebreidere woordenschat dan de talen rondom ons. In zeer weinig gevallen is het nodig om te lenen.
Om even terug te keren op inhoud:
– Afijn komt van het Franse enfin, en hertaald, gewoon tenslotte.
– Streektaal is beter Nederlands dan het Franse dialect
– Een aangeworvene, beginneling, aanvanger kunnen in veel gevallen een rekruut vervangen
– Een accent is eerder een tongval en heeft meestal te maken met streektaal. In andere zinsverbanden is een accent een nadruk of klemtoon.
– Buitengewoon, buitenissig, eigenaardig, enz. zijn echt Nederlands voor het Franse bizar.
– Aandacht, belangstelling, enz. zijn ook oorspronkelijker dan interesse (interessant?>belangwekkend, opmerkelijk, enz.)
Hierbij moet opgemerkt worden dat een grondige kennis van het Frans wel helpt bij het herkennen van deze woorden in onze dagelijkse taal. Ik meen dat daar het schoentje knijpt in Nederland en tegenwoordig ook wel in Vlaanderen. Het door de strot gejaagde Frans wordt gewoon niet meer herkend en eigen woordenschat wordt verdrongen en verdwijnt.
Het dwepen met Frans wordt vooral aangemoedigd door instellingen als het taalonzingenootschap, maar ook de taalunie (unie is eenheid) met hun “tijdschriftenattenderingen” en dergelijke meer, zijn medeschuldigen. Door hun invloed merken veel Nederlanders niet dat hun taal verknoeid wordt.
naschriftje:
Dat het werkwoord “mainteneren” in de taalvandaal voorkomt zegt genoeg!