Datum: Maandag 15 mei om 12.30 stipt
Locatie: Academiezaal Aula – Radboud Universiteit Nijmegen
De taakverdeling tussen de literaire criticus en de literatuurwetenschapper lijkt helder: de criticus beoordeelt het literaire werk op basis van persoonlijke en subjectieve maatstaven, de wetenschapper streeft juist een algemeen geldende analyse na en plaatst het werk in de cultuurhistorische context. Kijken we echter naar de praktijk van criticus en wetenschapper dan blijkt het onderscheid moeilijk houdbaar. Veel wetenschappers opereren als criticus, en hoe zit het met critici die een objectief oordeel nastreven?
In haar proefschrift traceert Marieke Winkler de wortels van het onderscheid tussen literatuurkritiek en literatuurwetenschap in Nederland. Zij stelt de literatuurbeschouwelijke praktijk centraal en brengt de conjunctuur van de begrippen ‘kritiek’ en ‘wetenschap’ als afwisselend ‘subjectief’ en ‘objectief’ in kaart vanaf het moment dat de literatuurstudie een zelfstandige academische discipline werd in 1876. Het onderzoek biedt inzicht in de ontwikkeling van de academische literatuurstudie in Nederland, het toont de verschuivende opvattingen rond de verhouding kritiek en wetenschap en hoe de didactische dimensie steeds meespeelt in het debat tussen critici en wetenschappers. Tot slot laat Marieke Winkler zien hoe er binnen én buiten de muren van de universiteit werd gedacht over de rol en de plaats van de academische literatuurstudie in de maatschappij en stelt zij de vraag hoe wij zouden willen dat een kritische literatuurwetenschap er in de toekomst uit moet zien.
Laat een reactie achter