Door Bas Jongenelen
Rijmt ‘vrouwen’ op ‘paarden’? Nee. En onder elkaar?
Vrouwen
Paarden
Nee, nog steeds niet. Maar beide woorden eindigen op dezelfde klank: ‘en’. En als woorden hetzelfde klinken, dan rijmen ze toch? Nee. Rijm is klankovereenkomst van beklemtoonde lettergrepen. Dat geldt voor eindrijm het geldt ook voor alliteratie. Zo is de tricolon ‘Verslokt, verslindt, verteert’ uit P.C. Hoofts Gezwinde-grijsaard-sonnet geen volledige alliteratie. Alle drie de woorden beginnen met ‘ver’ en toch zijn er slechts twee allitererend: ‘verslokt’ en ‘verslindt’. Het gaat immers niet om de ver, maar om de sl. Op ver ligt geen klemtoon en dus telt die lettergreep niet mee met het rijm.
Albums van Suske & Wiske allitereren ook heel vaak. Stel nou dat Studio Vandersteen twijfelt over de titel van een nieuw album tussen
Suske & Wiske en de beklemtoonde bezem
en
Suske & Wiske en de beklemtoonde claxon
dan zou de twijfel niet lang duren. Er wordt gekozen voor de tweede optie. Die tweede titel allitereert, ook al zijn de beginletters van het woord niet identiek. Bij alliteratie begint de beklemtoonde lettergrepen met dezelfde klanken. Let op! Het gaat om klanken, niet om letters, de k en de c zijn niet dezelfde letters. Ze klinken wel hetzelfde in dit geval – het gaat om klank. Rijm gaat om klank.
Soms gaat het dus verkeerd. Op vliegveld Zaventem bijvoorbeeld. Daar probeert men je er vriendelijk van te overtuigen je afval te sorteren. Dat doet men met de slogan
We all sort
At Brussels Airport
Dat doet pijn aan mijn oren. De klemtoon van ‘airport’ ligt op de eerste lettergreep en dat woord kan daardoor, daarmee en daarom nooit rijmen op ‘sort’. We zien echter wel dezelfde letters aan het eind van de woorden, zowel ‘sort’ als ‘airport’ eindigen op ‘ort’, maar ja, zonder klemtoon valt het hele rijm in het water. ‘sort / airport’ is een serieus geval van oogrijm.
Rijm gaat om klank, behalve bij oogrijm. Bij oogrijm lijkt het te rijmen, omdat er overeenkomstige letters zijn, maar dat rijm is schijn. Zodra je de woorden uitspreekt, hoor je dat er geen sprake is van rijm. Je kunt met dat oogrijm leuke dingen doen, zoals een wisselspoor maken. Ik adviseer je echter om oogrijm nooit als serieus middel in te zetten.
Wouter van der Land zegt
@Bas,
Waar is je definitie van alliteratie op gebaseerd?
Ik zou zeggen dat het een opvallende herhaling van beginklanken is.
Bij ‘verslindt – verteert’ zal de herhaling van de v’s de lezer/hoorder zeker opvallen.
Net als bij vondsten als ‘een krantje en een croissantje’.
En ook binnen woorden als ‘popocatepetl’ valt de beginklankherhaling op.
Is er een goede reden (behalve conventie) om dit niet als één fenomeen te zien, met verschillende gradaties?
Bas Jongenelen zegt
Alliteratie is een rijmvorm en rijm is klankovereenkomst van beklemtoonde lettergrepen. De herhaling van ver- is zeker leuk gevonden en opvallend, maar alliteratie is het niet. Als je heel veel woorden die eindigen op -en achter elkaar zet, krijg je ook een leuk en opvallend effect. Maar rijmen? Nee, dat doen die woorden niet.
Wouter van der Land zegt
@Bas,
Dan heb je het toch over een toevallige conventie? Rijm is volgens jouwdefinitie op klemtoon en omdat alliteratie rijm is, moet dat ook op klemtoon.
Het lijkt mij meer zinvol om klankherhalingen als een algemeen stijlkenmerk te zien en klemtoon, beginpositie (woord, regel of lettergreep), gelijke weergave in letters en afstand tussen de herhalingen als nadere eigenschap.
Alle beginklankherhaling zou wat mij betreft ‘alliterratie’ mogen heten.
Bas Jongenelen zegt
Er zijn rekkelijken en preciezen. De preciezen noemen klankherhalingen slechts rijm als deze klankherhalingen beklemtoond zijn. Rekkelijken zijn daar wat rekkelijker in.
Erik de Smedt zegt
Niemand zegt dat woorden die eindigen op -en rijmen. Dat is juist. Maar waarom zou alliteratie (het gaat over beginletters en -klanken) een rijm moeten worden genoemd (toegegeven, er werd vroeger van stafrijm gesproken)? Herhaling is toch ook een stijlfiguur?
Ik denk overigens dat Studio Vandersteen nooit de tweede titel zou hebben gekozen. Het oog wil ook wat, zelfs véél, hebben.
Erik de Smedt zegt
… en in Vlaanderen valt de klemtoon in ‘claxon’ op de tweede lettergreep.
Bas Jongenelen zegt
Dat heb ik nog nooit gehoord. Rijmt claxon op balkon?
Bas Jongenelen zegt
Waarom alliteratie een rijm zou zijn? Omdat het een rijm is, klankovereenkomsten vallen onder rijm. Een herhaling van klanken noemen we rijm (en echt rijm is dus klankovereenkomst van beklemtoonde lettergrepen).
Het voorbeeld van die Suske & Wiske-titels is uiteraard puur hypothetisch. Er zal ook geen album komen over beklemtoonde bezems.
Erik de Smedt zegt
Voor Paul van Ostaijens (‘Boere-charleston’) blijkbaar wel: vgl. ‘en wie Gaston met zijnen basson’; Tweemaal ligt de klemtoon achteraan, waarschijnlijk onder invloed van de Romaanse klemtoon op de laatste lettergreep, tegenover de Germaanse klemtoon (vaak) op de eerste. Dat valt in meer woorden op: Nederlanders spreken bv. van ‘féstival’, Vlamingen van ‘festivál’.
Wouter van der Land zegt
Maar hoe noem je dan bijvoorbeeld de gelijkenis tussen de twee o’s in ‘Omo’ als je het geen herhaling van klanken mag noemen?
Bas Jongenelen zegt
De twee o’s in ‘Omo’ is klankherhaling. Maar als je gebruik zou willen maken van rijm, dan rijmt ‘Omo’ op ‘homo’ en niet op ‘pseudo’. De klemtoon ligt op de eerste o (in Nederlands Nederlands, hoe het in Vlaams Nederlands is, weet ik niet).
Marcel Plaatsman zegt
Ik herinner me dat Philip Freriks in het journaal ooit, na een omstreden uitzending van De Laatste Show (VRT) waarbij iedereen beschonken was, de volgende kop voorlas:
“Beroering in Bourgondisch België na Brussels beeldbuisbacchanaal.”
De eerste b’s in die rij zouden volgens de gestelde regel eigenlijk geen alliteratie vormen, maar ik denk dat dat door de toehoorders toch wel als zodanig is opgevat. Het beginletterrijm is iets minder klemtoongevoelig dan het eindrijm.
Het Zaventemse eindrijm is inderdaad erg ongelukkig. Ik verdenk er een Franstalige van, die zou de klemtoon wel achteraan leggen. Dat “sort” knipoogt dan ook naar “sortir”. Overigens zou volgens de klemtoonregel “Bruxelles” wel allitereren met “sort”.
Bas Jongenelen zegt
Als je een Franse zin maakt met daarin ‘sort’ en ‘Bruxelles’ en nog wat andere woorden waarin de s-klank een grote rol speelt, dan maak je zeker een opvallende zin. Mijn Frans is niet goed genoeg om zo’n zin te maken, maar iets met ‘sortir’, ‘de Bruxelles’ en het voorzetsel ‘sans’ zou toch wel mogelijk moeten zijn.
jaap van den Born zegt
Ik heb de Taaladviesdienst van Onze Taal maar om raad gevraagd en die gaf het volgende antwoord:
“In het Lexicon van literaire termen van Van Gorp wordt alliteratie als volgt beschreven: “de gelijkheid van de beginmedeklinker(s) van twee of meer beklemtoonde lettergrepen of woorden binnen een uitdrukking, een prozazin of een vers”. Gelijke beginklanken krijgen pas zeggingskracht als ze aan het begin van beklemtoonde lettergrepen staan: ‘Heerlijk, helder Heineken’, ‘totáál fantástische tékst’.
Aan de discussie onder het stuk van Jongenelen is te zien dat het deels ook een kwestie van definitie is. Wie strikt naar de beklemtoning kijkt, vindt ‘Beëdigde beambte beledigt bedaard bassist’ of ‘wentelteefje’ geen vorm van alliteratie bevatten, maar een vorm van ‘oogrijm’, oftewel: het lijkt alliteratie maar het is het niet. Wie alliteratie breder opvat, gaat ervan uit dat de hoorder ook in deze zin de herhaalde b-klank zal opvallen en de herhaalde t in wentelteefje.”
Wouter van der Land zegt
Waarom is het volgens de hooggeprezen Taaladviesdienst slechts ‘deels’ een kwestie van definitie? Het is puur een kwestie van definitie. Dat medeklinkerherhaling ook buiten beklemtoonde posities hoorbaar (dus geen oogrijm) opvalt blijkt uit de populariteit van vondsten als ‘hottentottententententoonstelling’ en talloze merknamen.
Alliteratie-met-klemtoon is een apart stijlmiddel (want te vinden in de poëzietraditie), maar een subvorm van opvallende medeklinkerherhaling.Waarom wordt er niet (à la Groupe µ) op een meer systematische manier over gedacht?