Door Wilbert Spooren
Toen ik bij het vorige jublieum van neerlandistiek.nl over de toestand van de neerlandistiek blogde, had ik het over de professionalisering van het vak. Die ontwikkeling heeft zich ongetwijfeld voortgezet: de methodologische grenzen tussen de deelgebieden letterkunde en taalkunde/taalbeheersing zijn scherper geworden, het gebruik van big data en geavanceerde experimentele technieken zijn vaste onderdelen van de gereedschapskist van de empirisch georiënteerde taalonderzoeker en letterkundige onderzoekers dingen succesvol mee naar prestigieuze onderzoeksbeurzen in competitie met bèta- en gammawetenschappers.
Maar er is ook slecht nieuws. De belangstelling voor de studie Nederlands neemt zorgwekkend snel af. De oorzaken zijn divers en voor het merendeel bekend. Zo heeft het profiel ‘Cultuur & Maatschappij’, vanouds de natuurlijke instroom voor de talenstudies, een vreselijk slecht imago, met als gevolg dat het het afvoerputje van de middelbare school dreigt te worden. Nog steeds hoor je over schooldecanen die scholieren verwijzen naar een ‘echt vak’ in plaats van zo’n studie over een taal die je toch al kent. Het schoolvak Nederlands is ook nog eens een verplicht vak, dat door veel leerlingen als een corvee wordt beschouwd. Ze hebben het gevoel vooral getraind te worden in het maken van het centraal eindexamen, dat bovenmatig veel aandacht besteedt aan leesvaardigheid (analyseren, interpreteren, beoordelen, samenvatten) en argumenteren (betogen analyseren en beoordelen).
Anders dan bijvoorbeeld bij Scheikunde gaat dat examenprogramma helemaal niet over de actuele vragen van het vakgebied. Vragen als: Hoe kan het dat een baby in zo korte tijd een taal leert, terwijl een twaalfjarige Duitse scholier die Nederlands leert er zo’n moeite mee heeft? Is de grammaticale structuur van de ene taal complexer dan de andere? Hoe hebben we onze nationale identiteit uitgedrukt door de eeuwen heen in teksten, in beelden en in muziek? Hoe doen we dat op Youtube? Wat is dat eigenlijk, nationale identiteit? Hoe stemmen schrijvers hun taalgebruik af op wisselende situaties, doelen, media; hoe praat een arts anders in de spreekkamer, tijdens het Twitterspreekuur, in een brochure of thuis?
Het lijkt erop dat de scholieren tijdens de lessen Nederlands in het VWO helemaal niet voorbereid worden op het wetenschappelijk onderwijs. Alle reden dus om je zorgen te maken over het vak. Ik ben dan ook erg blij met het initiatief van de gezamenlijke opleidingen Nederlandse Taal en Cultuur om studenten de klas in te sturen en hen aan de scholieren uit te laten leggen waarom die studie zo geweldig leuk is, wat je er allemaal niet mee kunt worden, en dat de opleiding ook heel erg aantrekkelijk is voor studenten E&M, N&G en N&T. Meer informatie vind je op www.nederlandsindeklas.nl.
Wordt het niet eens tijd voor het profiel Cultuur & Gezondheid?
Lucas Seuren zegt
Misschien staat Beekvliet open voor een experiment