Door Yves T’Sjoen
Van 30 juli tot 12 augustus organiseren de Taalunie en het Universitair Centrum voor Talenonderwijs de 62e zomercursus Nederlands – taal, cultuur en beroep. In totaal honderdtwintig niet-moedertaalsprekers Nederlands volgen gedurende twee weken aan de Universiteit Gent een reeks workshops van het vaste docententeam en lezingen door gastsprekers. Ze lopen daarnaast twee dagen stage in bedrijven, culturele instellingen en op krantenredacties. Aan het einde van de stageweek, tijdens het slotevenement, presenteren de studenten hun posters waarin verworven competenties en stageopdrachten voor een breed belangstellend publiek aanschouwelijk worden gemaakt. Tijdens de immer feestelijke slotmanifestatie reiken de docenten en het publiek prijzen uit voor de meest aantrekkelijke posterpresentaties.
Nederlandse taalvaardigheid
Na een intensief voorbereidingstraject met videocolleges, taalcursussen en specifieke werkopdrachten door eigen docenten zijn de buitenlandse studenten de voorbije weken en maanden klaargestoomd voor een taalbad Nederlands en – voor de meesten – eerste contacten met de maatschappelijke en culturele omgeving van de Lage Landen.De zomercursisten studeren allen Nederlands als vreemde taal (NVT) en beheersen conform het ERK (Europees Referentiekader voor het leren van vreemde talen) het taalvaardigheidsniveau B1+. Volgens cijfers van de Taalunie, gepubliceerd op het Taalunieversum, volgen naar schatting 15.000 studenten aan zowat 170 universiteiten wereldwijd Nederlands als hoofd- of als bijvak. Voor de Gentse zomercursus zijn jongeren gerekruteerd verspreid over dertig universiteiten buiten het taalgebied. Vorig academiejaar waren zesentwintig nationaliteiten vertegenwoordigd in Gent met één duidelijk raakvlak: liefde voor het Nederlands en belangstelling voor het culturele leven in de Lage Landen. Zij zijn de ambassadeurs van het Nederlands in de wereld.
Zomercursus aan de Universiteit Gent
Sinds vorig jaar biedt de Universiteit Gent als enige academische instelling in de Lage Landen de zomercursus Nederlands aan. De cursus onderging bij die gelegenheid een opmerkelijke transitie. Niet alleen is de periode ingeperkt, van drie naar twee weken, ook de werkformule is ingrijpend gewijzigd. De cursus berust voortaan op de professionele pijlers “media, politiek en diplomatie”, “kunst, literatuur en cultuur”, “vertalen, bedrijfswereld en uitgeverijen” en “taalkunde, literatuurwetenschap en didactiek”. Een evaluatie door studenten en docenten na afloop van de vorige bijeenkomst heeft ertoe geleid dat in overleg met de Taalunie “diplomatie” inmiddels onder de noemer “politiek” is gerangschikt. In tegenstelling tot 2016 biedt de organisatie nu trouwens wel stageplekken aan voor diplomatie en de Vlaams Afgevaardigde in Nederland presenteert een lezing. Diplomatie blijft een van de sectoren waar buitenlandse studenten Nederlands aan de bak komen. Dit jaar zijn dit de trajecten die studenten volgen: “media en politiek”, “literatuur en cultuur”, “zakelijk en literair vertalen” en “taalkunde en didactiek”. Dankzij het UCT en de bemoeienis van de Taalunie zijn vele nieuwe stageplaatsen vacant. Het is een indrukwekkende lijst met boeiende stagemogelijkheden voor de diverse trajecten. Ook de onderwijsbelasting in de eerste week, dat wil zeggen het aantal workshops en lezingen, werd bijgestuurd. Er is méér gelegenheid gecreëerd voor gesprekken met medestudenten en docenten, culturele uitstappen (zoals vorig jaar en ook deze keer naar Den Haag) en sociaal contact. Alleen jammer dat de Gentse studenten en docenten in de periode van de cursus zomerreces hebben en er weinig gelegenheid is om elkaar te ontmoeten. Niettegenstaande dat gebrek staat jaarlijks een bezoek bij gastgezinnen gepland. In een informele setting worden telkens drie of vier studenten op een avond ontvangen door gezinnen die zich bij het UCT aanmelden.
Complementaire waarde voor de neerlandistiek in Nederland en Vlaanderen
Het belang van de zomercursus en van de deelname van zo veel enthousiaste studenten Nederlands met een opleiding in het buitenland kan geenszins worden overschat. Wellicht is de plaatselijke neerlandistiek zich daar nog te weinig van bewust. De deelnemers zijn in Taalunie-termen niet alleen ambassadeurs van het Nederlands in de wereld. Tegelijk voegen zij met hun aanwezigheid een dimensie toe aan de intramurale visie op en de lokale omgang met bijvoorbeeld Nederlandse taal en literatuur. In Ongeziene blikken (Amsterdam 2017) merken Anne Marie Musschoot en Arie Gelderblom, hoofdredacteurs van de monumentale Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, het volgende op: “De genoemde buitenlandse publicaties [anderstalige literatuurgeschiedenissen van het Nederlands] passen bij de bloei van de neerlandistische studies aan universiteiten buiten het Nederlandse taalgebied. Uiteraard komt daar de nadruk te liggen op verbanden met de ontvangende cultuur, waar receptie, waardering en canonisering van Nederlandse en Vlaamse auteurs nu eenmaal anders verlopen dan in de Lage Landen zelf”.
De studie van Nederlandstalige literatuur in andere taal- en cultuurgebieden verloopt langs divergente wegen in vergelijking met het moedertaalgebied. In Nederland en in Vlaanderen nemen het concept “Nederlandse literatuur” en meer specifiek het literaire en culturele bedrijf uiteenlopende gedaanten aan. In noord en zuid zijn, zoals in de nieuwe literatuurgeschiedenis blijkt, verschillende dynamische processen werkzaam. Indien we de kijk van buitenaf toevoegen, het buitengaatse perspectief, en dus het functioneren en de receptie van Nederlandse literatuur in andere cultuurgebieden verdisconteren in onze studie, dan is die kijk verrijkend en complementair ten opzichte van bestaande visies in intramurale neerlandistiek. Studenten betekenen vanuit de opleiding Nederlands in het buitenland, in andere (academische) culturen, met hun kritische kijk en particuliere belezenheid in minstens twee literaturen, een toegevoegde waarde voor de voorstellingswijze door neerlandici van cultuur en literatuur (“de literaire cultuur”) in het eigen taalgebied.
Genode gasten
Het is van wezenlijk belang voor het Nederlands in de wereld dat de neerlandistiek in Gent elke keer opnieuw alle belangstellende studenten met open armen en dus de gepaste generositeit ontvangt. De Universiteit Gent gaat er prat op de zomercursus te kunnen aanbieden. Niet alleen omdat het voor de internationale uitstraling van de taal- en letterkundige neerlandistiek van de Universiteit Gent zoveel belang heeft. De neerlandistiek die per definitie internationaal is, krijgt door de jaarlijkse aanwezigheid van het jonge geweld en het onbaatzuchtige engagement van buitenlandse docenten en lectoren nieuwe impulsen aangeleverd en een groeiende reikwijdte.
Ieder jaar schrijven voor de zomercursus buitenlandse studenten Nederlands in ondanks soms financieel moeilijker studie- en leefomstandigheden. Daarom is het van het grootste belang dat sponsors worden gevonden om werkbeurzen (€200) te voorzien voor minder gegoede cursisten. De nobele ondersteuning is er, ook vanuit de Universiteit. De vakgroep Taalkunde sponsort zoals vorig jaar drie studenten die bijgevolg kunnen participeren in het feest van het Nederlands. De neerlandistiek, lokaal én in het taalgebied, kan nog een tandje bijsteken. De internationale individuele stemmen zijn voor het vakgebied niet minder dan een wissel op de toekomst.
Laat een reactie achter