Door Felix van de Laar
Hoe weet Stichting Lezen & Schrijven (Trouw, 4 september) dat er 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland zijn – nog even buiten de analfabeten gerekend en de mensen met dyslexie? In ieder geval niet uit het onderzoek dat de stichting vandaag presenteert, want dat onderzoek gaat zelf al, zonder bronverwijzing, uit van dat enorme getal, dat ruwweg neerkomt op 20%, of één op de vijf Nederlanders van boven de 15 jaar. Hallo!? Val ik onder de definitie van laaggeletterdheid omdat ik moeite heb met het invullen van een formulier? Wil mijn buurman dan een bijdrage betalen om te zorgen dat ik op cursus kan om formulieren te leren invullen? Al jaren wordt met deze ongelofelijke aantallen laaggeletterden geschermd, een aantal jaren geleden waren het er nog maar 1,6 miljoen; maar kennelijk moet de lobby nóg meer cursussen geven en wil ze nóg meer geld voor haar werk hebben.
Wie het onderzoeksrapport leest waar de stichting haar publiciteit op baseert, valt van zijn stoel van verbazing over de knulligheid van het onderzoek (op een multiple choice-vraag wat laaggeletterdheid is kun je kiezen: “dat mensen in de lage landen geletterd zijn” – wie verzint dit??) en het verbijsterende tekort aan taalvaardigheid van de rapporteurs. Al op blz 3 lezen we: “Zij willen laaggeletterden helpen met het vinden, wijzen of deelnemen aan een cursus.” Op blz 19 heeft men laten staan: “Degenen die laaggeletterdheid een (zeer) belangrijk probleem vinden, geven met name aan dat de samenleving veel geld kost, iedereen mee moet kunnen doen in de samenleving, iedereen dezelfde kansen moet krijgen, iedereen zichzelf moet kunnen redden en het probleem moet worden aangepakt omdat het kan resulteren in een isolement of werkloosheid.” En vele kreupele zinnen daartussen en dat in opdracht van een stichting die beweert het lezen en schrijven op een hoger plan te willen brengen.
Onderzoekstechnisch is opmerkelijk dat de steekproef onder ruim 1000 respondenten, representatief is voor de Nederlandse bevolking, terwijl die on-line is afgenomen, dus onder mensen die digitaal redelijk vaardig zijn. 2% van hen denkt zelf laaggeletterd te zijn; waar zijn die andere 18% gebleven? Kun je echt laaggeletterd zijn zonder het zelf te weten (en achter de computer een hele vragenlijst in te zitten vullen)??? En kan een onderzoeker überhaupt vragen naar mijn houding en gedrag tegenover laaggeletterden als ik er zelf (20% kans!) één ben? Hoe kan ik bereid zijn om mijzelf te helpen met het vinden van een cursus? Het rapport goochelt met percentages van getallen onder de twintig: het wekt misschien indruk op gemiddelde krantenlezers, maar bij mij vooral argwaan.
Maar er is één lichtpunt. Volgens de stichting en het rapport lijken er in Nederland geen analfabeten meer te wonen. Ze zijn opgelost, buiten de definitie gevallen, geen doelgroep meer. Hiep hoi. Als de geletterdheidsdijken doorbreken staan veel mensen tot hun knieën in het water maar niemand verdrinkt meer.
Suzannah Vree zegt
In april 2016 heeft de Algemene Rekenkamer een rapport uitgebracht over laaggeletterdheid, waarin ze aangeven dat er in Nederland 2,5 miljoen laaggeletterden zijn. Zij lichten daarin toe dat het niet gaat om 1,3 miljoen mensen, maar om 2,5 miljoen mensen. Belangrijkste reden voor de stijging is dat ook de mensen van 65 jaar en ouder meegeteld worden. Het aantal is gebaseerd op onderzoek dat de OESO gemiddeld iedere zeven jaar doet in meer dan 40 landen. Gekeken wordt naar basisvaardigheden van volwassenen waaronder lezen, schrijven en rekenen. In alle deelnemende landen worden onder andere 5000 mensen thuis geïnterviewd.
Daarnaast is er een ander onderzoek. Een marktonderzoek, gedaan volgens de standaarden van marktonderzoeksbureaus zoals Ipsos, TNS Nipo, en Markteffect. Dit onderzoek peilt kennis, houding en gedrag van Nederlanders met betrekking tot het thema laaggeletterdheid. Dit gaat dus niet over het aantal laaggeletterden. Het is geen wetenschappelijk onderzoek, vandaar dat er geen gebruik is gemaakt van bronvermelding en/of voetnoten.
Redacties van landelijke media zoals Trouw en NOS (die bericht hebben over dit onderzoek) kijken naar de betrouwbaarheid van marktonderzoek. Een N=1000 geldt bij marktonderzoek als betrouwbaar en representatief. De verzamelde gegevens worden gewogen naar de zogenaamde “gouden standaard”, op basis van geslacht, leeftijd en regio. Deze gouden standaard is gebaseerd op cijfers van het CBS. Op basis hiervan is het mogelijk om nationaal representatieve uitspraken te doen ook op basis van bijvoorbeeld opleidingsniveau, arbeidssituatie en woonsituatie. Het doel van dit onderzoek is te peilen wat Nederlanders weten en vinden van laaggeletterdheid. Het onderzoek had niet tot doel om specifiek de mening van laaggeletterden mee te nemen, dan kan inderdaad beter met een andere methode gewerkt worden, bijvoorbeeld langs de deuren gaan met een vragenlijst.
Wij zijn altijd graag bereid om verdere toelichting te geven. Mocht u dit willen, dan horen we het graag.
Met vriendelijke groet,
Namens Stichting Lezen & Schrijven
Suzannah Vree