Door Lucas Seuren
Tijdens de recente Champions League-wedstrijd tussen Paris Saint-Germain en Bayern München merkte de commentator op dat Bayern het zwaar had, maar dat dat niet zo gek was, want Paris was nu eenmaal geen bitterballenelftal. Hij ging er duidelijk vanuit dat de kijkers wel zouden weten of begrijpen wat een bitterballenelftal is, maar mij was de term volslagen onbekend. Dat zegt natuurlijk weinig: ik ben dan wel geen voetballeek, maar ik zit ook niet wekelijks de live verslaggeving van de Eredivisie op FOX Sports te kijken. Maar toen ik Google erbij pakte bleek dat het zeker niet alleen aan mij lag: Google kwam niet verder dan twee resultaten! Niet bepaald behulpzaam.
Omdat een elftal natuurlijk een sportteam is besloot ik de zoekactie wat uit te breiden naar bitterballenteam en dat leverde iets meer resultaten op. Deze bevestigden wat ik al vermoedde: een bitterballenteam is een team dat niet op komt dagen voor de wedstrijd, maar voor de bitterballen (voor en) na de wedstrijd. Een andere term voor hetzelfde concept die ik nog zag terugkomen is bier-en-bitterballenteam, om maar echt duidelijk te maken dat het gaat om de gezelligheid, niet het sportieve niveau.
Definitie
Die definitie, voor zover je het een definitie kunt noemen, staat natuurlijk niet op internet. Althans, ik ben hem nergens tegengekomen. Maar uit de manier waarop bitterballenteam keer op keer gebruikt wordt, kun je afleiden wat het betekent. Dat het gaat om een zwak team blijkt wel uit het volgende citaat:
“Al snel bleek dat Forward niet hun topteam, maar een bier-en-bitterballenteam opgesteld had. En dus loopt de wedstrijd uit op een blamage voor de Groningers: 9–0.”
Uit deze quote zou je nog kunnen afleiden dat een bitterballenteam gewoon een slecht team is. Maar uit een berichtje van een lokale omroep blijkt wel dat het geen beledigende term is voor een slecht team, maar dat het gebruikt wordt voor teams waar de sportieve ambities wat later liggen.
“Voetballen doet hij nog steeds. Maar nu lekker relaxed. In een bitterballenelftal.”
Transparant
Nu zal je wellicht denken dat die betekenis volstrekt transparant is. En natuurlijk was me direct duidelijk dat bitterballenelftal niet bepaald flatteus is en de associatie met de snack na de wedstrijd was me ook niet ontgaan. Maar vanuit een meer theoretisch perspectief is het opvallend dat de term zo transparant is.
In 2008–2009 was Marco van Basten coach van Ajax, maar hij was niet bepaald succesvol. Het ging zelfs zo slecht dat hij werd uitgemaakt door een fan voor pannenkoek, en hij zou nooit meer van dat label afkomen. Het is een scheldwoord dat blijkbaar stamt uit het wielrennen en dat duidelijk gebruikt wordt om iemand die slecht presteert belachelijk te maken. Wat precies de metafoor is, is me niet duidelijk—wellicht kan iemand het me uitleggen?—maar mogelijk heeft het ermee te maken dat een pannenkoek een plat en slap product is.
Waarom zeg ik dit? Omdat iemand uitmaken voor een voedselproduct geen vaste functie heeft. Of je nu een pannenkoekenelftal of bitterballenelftal opstelt zal weinig uitmaken voor de uitslag, maar waar mensen er gerust voor uitkomen dat ze deel uitmaken van een bitterballenelftal zijn, moeten ze zich ervoor schamen als ze onderdeel zijn van een pannenkoekenelftal.
Je had je ook gerust kunnen voorstellen dat bitterballenelftal beledigend is en gebruikt wordt voor teams die gezien hun fysiek wel eens wat minder zouden mogen snacken. Mogelijk wordt het soms zo ook gebruikt, maar dan heb ik het nog niet gezien.
Context
Dat het snappen van metonymie niet simpelweg een kwestie is van cultuurkennis blijkt ook wel uit het feit dat bitterballenteam iets volstrekt anders kan betekenen. Speurend op Google kwam ik een filmpje tegen over het spel FIFA15. Een van de presentatoren gaf de ander de opdracht een bitterballenteam samen te stellen: een team van (relatief goedkope) Nederlandse spelers. Bitterbal werd hier dus gebruikt als metafoor voor typisch Nederlands en had weinig te maken met de sportieve ambities van de spelers. Ik zag ook foto’s waaruit ik vermoedde dat bitterballenteam simpelweg werd gebruikt om aan te geven dat de mensen op de foto graag bitterballen aten.
We begrijpen samengestelde neologismen zoals bitterballenelftal dus door de manier waarop we ze gebruiken, niet doordat we een definitie van het woord hebben moeten leren. Uiteindelijk wordt begrip van elk woord natuurlijk gekenmerkt door correct gebruik, niet de kennis van de definitie die in de Van Dale staat. Maar het is best knap dat ook als we een woord nooit eerder hebben gehoord, we uit de context en op basis van onze achtergrondkennis vrij eenvoudig kunnen opmaken wat het betekent. Google bevestigde simpelweg wat ik al vermoedde, en de Veronica-commentator ging er dus waarschijnlijk terecht van uit dat bitterballenelftal transparant genoeg is voor de gemiddelde Champions League-kijker.
Gerard van der Leeuw zegt
Leve de bitterbal, inderdaad een typisch Nederlandse lekkernij. Overigens moest enige jaren geleden in Amsterdam een meisje dat na een overigens volstrekt onbenullige overtreding de agent die haar bekeurde een ‘rare pannekoek’ -ik doe niet mee aan die rare, overbodige tussen- ‘n’- had genoemd, mee naar het bureau. Beledigd gezag, terwijl een pannekoek toch heel smakelijk kan wezen…… Ik kijk nooit naar voetballen, maar mag op zijn tijd graag een bitterbal verschalken. En had inderdaad ondermeer de betekenis van de ook voor mij onbekende uitdrukking begrepen. De bitterbal moet internationaal worden!
HC zegt
Dat zien we zo ook wel, dat je niet meedoet, maar het is geen statement. Niemand verplicht je immers om hier ‘pannenkoek’ te schrijven. En ‘bitterballe’ mogen ook.
DirkJan zegt
Ik kom de populaire aanduiding ‘pannenkoek’ de laatste tijd wat minder tegen op Twitter (of op de radio), maar het is een vriendelijk eufemisme voor krachttermen als ‘lul’ en ‘klootzak’, woorden die niet iedereen graag in de mond neemt, maar die eigenlijk wel bedoelen. ‘Pannenkoek’ is dan vriendelijk en neutraal, net als ‘oliebol’. ik denk dat het nergens een metafoor van is.
DirkJan zegt
Naast een mogelijke verwantschap met ‘oliebol’, kan er misschien bij het ontstaan van het scheldwoord ‘pannenkoek’ ook een relatie zijn met de benaming ‘koekenbakker’ voor een knoeier.
Peter-Arno Coppen zegt
Ik gok op deze verklaring (zie onder andere het woord ‘pannekoeker’ in het tweede lid, met als betekenis iets van een nietsnut.