Door Peter van Zonneveld
Gisterenavond vond de presentatie plaats van ‘Het litteken van de dood’, de biografie die Onno Blom over Jan Wolkers schreef. Eergisteren was het precies tien jaar geleden, dat de schrijver en beeldend kunstenaar overleed, een week voor zijn 82e verjaardag. Dat was ook de dag waarop Onno Blom op zijn boek promoveerde aan de Leidse universiteit. De promotie-agenda voor die dag was al gevuld. Dankzij het ongebruikelijke tijdstip (17.30 uur) kon de plechtigheid alsnog plaatsvinden.
Vele vrienden en bekenden waren naar Leiden gekomen om Onno Blom in het geheel gevulde Groot Auditorium zijn dissertatie te horen verdedigen. Dat deed hij met verve, want Onno snoer je niet zo gauw de mond.
Mijn waardering voor Wolkers gaat terug tot het begin van de jaren zestig, toen zijn boeken nog zeer omstreden waren. Ik werd gefascineerd door Kort Amerikaans, dat gesitueerd was in een wereld die ik maar al te goed kende. Als veertienjarige fietste ik door de stad om de plekken te bezoeken die in het boek van belang waren. Het speelde zich af in de Tweede Wereldoorlog, die voor Wolkers van cruciale betekenis is geweest.
Onno Blom gaat daar ook uitgebreid op in. Ik heb het met grote aandacht gelezen. Als lid van de promotiecommissie vroeg ik hem, wat die oorlog nu precies voor Wolkers had betekend, wat de essentie was. Ik had het daar met Wolkers zelf ook wel eens over gehad. Uit Onno’s antwoord maakte ik op, dat het laatste woord hierover nog niet gesproken is, ook al omdat onze discussie door de rector wegens tijdgebrek voortijdig werd afgekapt.
Na het plechtig overhandigen van de bul en een gloedvolle laudatio van promotor Willem Otterspeer volgde een geanimeerde receptie, waarbij veel schrijvers aanwezig waren. Daarna vertrok een kleiner gezelschap voor het promotie-diner naar Oud-Poelgeest, het kasteel dat in het werk van Wolkers zo’n cruciale rol speelt. We hieven het glas in de Drakenzaal, onder het toeziend oog van twee tillenbeesten. Wie het werk van Wolkers kent, beseft hoe bijzonder dat is.
De laatste stelling van het proefschrift luidde: ‘Promoveren doe je voor je vader.’ Bij het diner presenteerde vader Hans Blom een boekje over Onno’s overgrootvader, die net als verschillende andere voorouders ook in Leiden was gepromoveerd. Het was vormgegeven door Onno’s oudste dochter Donna. Mooie toespraken, ook van de paranimfen Jochem Myjer en Casper Faassen. Na middernacht ging ieder blijmoedig zijns weegs.
Gisterenavond vond in Amsterdam dus de officiële presentatie plaats. De Oude Lutherse Kerk was geheel gevuld en de aanwezigen konden genieten van een gevarieerd programma. Uitgever Francien Schuursma van De Bezige Bij meldde verheugd dat er nu al een tweede druk ter perse was gegaan. Paul Witteman ging in gesprek met Onno Blom en deed dat zeer vakkundig. Geoffrey Madge speelde prachtig Bach op de piano. Nico Dijkshoorn las op zijn bekende toon een hilarische column voor.
Geheel onbekend en nooit gepubliceerd was een gedicht van Gerrit Komrij over de 75e verjaardag van Wolkers. Het werd voorgedragen door Ilja Leonard Pfeiffer, die voor deze gelegenheid zelf ook een indringend gedicht vervaardigd had.
Opeens hoorden we de stem van Wolkers zelf, die een paar van zijn eigen verzen voorlas. De schrijver van de biografie bedankte Karina Wolkers voor alle steun en hartelijkheid die hij in de tien jaar dat hij aan zijn boek werkte, ervaren had. Zij kreeg het eerste exemplaar en sprak een warm en geestig dankwoord uit. Het was mooi allemaal, en het was fijn dat ik nadien nog even met haar van gedachten kon wisselen.
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Jan Wolkers was een ‘natuurmens’ met belangstelling voor alles wat in zijn tuin op Texel gebeurde. Ik weet dat hij eens een klein gezelschap Dutch Birders in zijn huis ontvangen heeft. Ik was er niet bij, zodat ik ook niet kan inschatten of Jan even hard kickte op Raddes Boszangers, Mongoolse Plevieren en noem maar op als de gemiddelde Dutch Birder. Al met al een positief aspect aan de mens Jan Wolkers.
De bekende vijver in zijn tuin, daar wäs wat mee, zou Jan eens tegen een journalist gezegd hebben. Het was een geologische formatie uit de tijd toen het land van Texel gevormd werd. Zijn buurvrouw, die alles wat Texel betreft hobbymatig volgt, wilde hier haring of kuit van hebben en toog naar Jans huis. Maar ze werd mooi aan de deur gehouden en veel wijzer werd ze niet. Kennelijk was Jans vriendelijkheid toen even zoek.
Klaas Jac. Eigenhuis