Door Lucas Seuren
Wie wel eens bij de vleesvervangers in de supermarkt kijkt zal daar een aardig aantal producten zien liggen met vleesachtige namen die niet van vlees gemaakt zijn: speckjes, kipstuckjes, gehackt, enz. Maar daar gaat een einde aan komen, want de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is van mening dat die namen verwarrend kunnen zijn. Een argeloze koper zou per ongeluk gekruide lupine kunnen kopen, terwijl hij of zij eigenlijk een stukje vlees wilde hebben.
Het is een beslissing die in lijn is met hoe een aantal politici in binnen- en buitenland aankijkt tegen dit soort vleesvervangers: het is consumentenbedrog. Spek, niet te verwarren trouwens met de Canadese hiphopartiest, zit op de rug en de buik van een varken; het moet dus van een dier komen. Een consument die een product koopt met de naam spek moet er dus van op aan kunnen dat dat product bestaat uit varkensvlees. Simpelweg een c toevoegen is niet helder genoeg.
Talige spek
Maar de klacht is vanuit taalkundig perspectief erg vreemd. Het woord spek heeft geen enkele natuurlijke relatie met varkensvlees; we gebruiken spek voor een specifiek vleesproduct op basis van conventie. En wie zegt dat conventies niet kunnen veranderen door de tijd heen? Talen zitten bol van woorden die door allerlei associaties extra betekenissen erbij krijgen of zelfs een geheel nieuwe betekenis krijgen. Niemand zal naar de spermabank lopen met als plan zijn donatie van een jaar geleden op te nemen. Evenzo is er geen natuurwet die zegt dat spekjes van vlees gemaakt moeten zijn.
Sterker nog, in het moderne Nederlands is die conventie ook niet altijd van toepassing. Spekjes kunnen ook van een mix van suiker, eiwit, gelatine, en Arabische gom gemaakt worden; als kind heb ik er hele zakken van leeggegeten. En er zullen weinig mensen zijn die door de supermarkt lopen en snoep kopen terwijl ze eigenlijk van plan waren vlees in huis te halen, maar in de war raakten door de naam van het product.
Context
Nu zal je misschien denken, maar Lucas, snoepspek lijkt totaal niet op vleesspek. En dat klopt natuurlijk. Daaruit blijkt dan ook dat het niet zozeer de naam is die mensen in verwarring zou kunnen brengen, maar de gebruikscontext. Speckjes worden gemaakt om spekjes te imiteren; zowel qua naam als qua uiterlijk (en qua smaak wellicht) lijken ze dus op elkaar. Het probleem dat de NVWA met speckjes of kipstuckjes heeft is dus niet de naam an sich, maar de naam gekoppeld aan het product. Om het Engels even in te zetten: “If it looks like a duck, swims like a duck, and quacks like a duck, then you’re not allowed to call it a duck.”
Maar ook dat is vanuit taalkundig perspectief geen doorslaggevend argument. Je kunt je gerust een gesprek voorstellen waarin je geen spekjes bij de hand hebt en plots over spekjes begint; ga maar naar de supermarkt en vraag aan een medewerker waar de spekjes liggen. Hoe moet de medewerker weten of het jou om vlees of snoep gaat? Hij kan natuurlijk gissen op basis van waar je staat of hoe je eruit ziet, maar doet hij dit niet dan zal je het toch echt moeten uitleggen. Bij de slager zal je dat probleem niet hebben, en bij de Jamin evenmin. De context is dus van enorm belang en de context lijkt het probleem van de NVWA al te hebben opgelost, bij veel supermarkten dan.
Als ik naar mijn lokale Albert Heijn, Jumbo, of Ekoplaza loop dan is daar een apart vak vleesvervangers. Dit vak is ook zo genoemd en alle producten in dit vak zijn dan ook vleesvrij. Er liggen grote brokken tofu, vegetarische rondo’s, en dus ook de imitatieproducten. Daarnaast staat dan het vak met vlees, maar de imitatieproducten liggen niet tussen het vlees, maar tussen de vervangers. Bovendien, en dit merkt de producent zelf ook op, op de verpakking staat dat het komt van De Vegetarische Slager, en op verscheidene plekken staan termen als vegetarisch of zelfs veganistisch en de ingrediënten vermelden duidelijk wat er in zit. Alles in de context wijst er dus op dat in speckjes geen vlees zit.
Specifieker
De NVWA slaat de taalkundige plank dus grotendeels mis. Sterker nog, met het oog op de ontwikkelingen in de voedselindustrie van de laatste jaren waar steeds meer imitaties van dierlijke producten worden gemaakt is het juist veel handiger om die producten op een gelijksoortige manier te benoemen. Dan weet je als consument waarvan je een imitatieproduct koopt. Natuurlijk, meestal is dat toch wel helder, maar juist vanuit dat oogpunt moet je je ook afvragen waarom zou je dan nog een nieuw woord zou willen en moeten bedenken?
Een simpelere oplossing is eisen dat er altijd vegetarisch of veganistisch aan de naam wordt toegevoegd—mogelijk in de toekomst vleselijk voor “echt” spek, als de ontwikkelingen zo doorgaan, maar ik moet zeggen dat vleselijk spek me heel vies in de oren klinkt. Net zo goed kunnen we het dan weer hebben over sojamelk of rijstmelk; de naam geeft immers al aan dat het niet van een koe komt. Op deze manier sluit de regelgeving rond ons taalgebruik tenminste aan bij de manier waarop we die taal ook echt gebruiken—de term sojamelk is veel gangbaarder dan sojadrink. Taal is tot op zekere hoogte arbitrair, maar laten we het onszelf niet moeilijk maken op die weinige momenten dat het makkelijk kan.
Gerard van der Leeuw zegt
bimmel bammel beier,
ûs köster mag kên eier.
wat mag hê denn, de leckre mann?
speck in de pann, speck in de pann.
Gerard van der Leeuw zegt
En: ‘is dus niet de naam an zich’?? Moet dat niet an sich wezen? Of: ‘op zichzelf’? Ik ken trouwens sloten mensen die, zeker als ze uit andere culturen afkomstig zijn moeite genoeg hebben met het feit dat ons woord ‘bank’ van alles kan betekenen. Je hebt diverse banken (ABN, Post-), en je hebt schoolbanken, maar in huis heb je twee bankstellen, geen twee banken. Je koopt spekjes’ of spekblokjes of – reepjes En hoe denkt u over de diverse soorten nep-kaas, die niets meer met melk te maken heeft? Moet dat ‘caas’ gaan heten? Duidelijkheid voor alles, zeker als het de overheid betreft……..
Lucas Seuren zegt
Zie mijn laatste alinea. Het moet zeker duidelijk zijn, dus melkvrije kaas is een prima naam. Net zoals vegetarische spek.
DirkJan zegt
“Een simpelere oplossing is eisen dat er altijd vegetarisch of veganistisch aan de naam wordt toegevoegd” Dat staat al op de producten van de Vegetarische Slager: vegetarisch gehackt, vegetarisch saucijzenbroodje, enzovoorts.
https://www.devegetarischeslager.nl/producten/assortiment
Lucas Seuren zegt
Klopt, maar ik begrijp uit de berichtgeving dat de NVWA juist eerder bezwaar had gemaakt tegen vegetarisch gehakt. Want mensen zijn dom volgens de NVWA en weten niet dat vegetarisch betekent zonder vlees.
DirkJan zegt
Inderdaad, ook tegen die combinatie met ‘vegetarisch’ wordt bezwaar gemaakt, dus dan valt jouw oplossing af zoals je voorstelde. Het blijft een ridicule beslissing en ik zou als Vegetarische Slager doorprocederen tot het Europese hof.
Lucas Seuren zegt
Ja, waaruit voor mij ook blijkt dat de NVWA bezig is met een non-issue; de VS kan het niet goed doen. Uit alles wordt duidelijk dat er geen vlees in zit, dan moet je niet doen alsof mensen terecht in verwarring kunnen raken en er sprake is van bedrog.
Maggy R zegt
Met de logica van de NVWA zou Nederland overspoeld moeten worden door kannibalen die eisen dat in boerenjongens ook echte boerenjongens zitten, in boerenmeiden boerenmeiden etc…
Wouter van der Land zegt
De Europees geldende regel is meen ik dat wat in de productbenaming van een levensmiddel vermeld wordt, ook daadwerkelijk in de verpakking moet zitten, afgezien van ‘ingeburgerde’ benamingen zoals pindakaas, boterham, varkenshaas, winegums, hoofdkaas, e.d. De mock turtle soup van Lewis Carroll mag echter niet meer, net zo min als imitatiekaviaar.
Het goede van zo’n regel is dat hij vrij feitelijk te checken is, zowel door de controleur als door de producent. En je hebt niet voor elke productgroep en elke benaming een aparte regel nodig. Daar moeten we een beetje lompheid bij op de koop toenemen.
Wat misschien wel zou mogen is ‘visloos pannetje’, ‘vleesvrije bal’,’rundloos lapje à la minute’, etc.
Ook toevoegingen als ‘zonder graat, want zonder vis’ mogen neeem ik aan gewoon (want geen productaanduideng). En de productafbeelding mag er natuurlijk net zo lekker uitzien als bereid vlees. Er zijn dus genoeg mogelijkheden voor De Vegetarische Slager om te knipogen naar vlees.
Maar skeuomorf ontwerp is uit. Waarom verzinnen we geen mooie nieuwe woorden voor vegetarische hapjes? .
DirkJan zegt
Ja, verder procederen bij het Europese hof heeft weinig zin, ik denk ook aan de recente Europese uitspraak op het verbod op de benaming ‘sojamelk’. Onduidelijk is nog of de huidige uitspraak alleen geldt voor de Vegetairsche Slager, of op alle producten. Ik denk toch het laatste. En dan zal je zeker wat creatiever moeten worden, niet alleen in naamgeving, maar ik denk ook in de soort van vegetarische producten. Waarom zou vegetarisch voedsel nu juist op een dierlijk product moeten lijken? Nergens voor nodig en Ik ben voor meer abstractie zoals de veganorondo. 🙂
Lucas zegt
Het doel van de VS is om te laten zien dat voor de smaak je geen vlees hoeft te eten, en op die manier mensen ervan te overtuigen voor vegetarische of veganistische producten te kiezen.
Creativiteit is ook geen gebrek aan; het internet staat propvol fantastische vegetarische/veganistische gerechten zonder vleesvervangers en ik heb zelf ook een paar leuke kookboeken. Maar als ex-omnivoor wil je gewoon soms nog iets eten dat op vlees lijkt vanwege de smaak en textuur. Net zoals een pizza zonder kaas een beetje leeg aanvoelt en dan is een vervangend product een goede oplossing.
Enfin, discussie voor elders.