Sinds Emmanuel Macron aan de macht is, is het aantal studenten Frans wereldwijd verdubbeld. Kunnen Mark Rutte en Geert Bourgeois hetzelfde bereiken voor Nederland en Vlaanderen?
Uit het net uitgekomen rapport De staat van het Nederlands in de wereld van de IVN blijkt dat er de afgelopen jaren steeds minder geïnvesteerd is in de neerlandistiek over de grens. En dat is te merken. Wereldwijd, en vooral in Europa, hebben studenten en hun docenten te lijden onder de afnemende diplomatieke en financiële steun van de politiek. Er zijn elk jaar 13.000 studenten die voor een studie Nederlands kiezen buiten de grenzen van Nederland en Vlaanderen, zo’n 600 universitair docent-onderzoekers verzorgen hun opleiding. Dit potentieel wordt door Nederland en Vlaanderen niet optimaal benut.
Europese landen om ons heen zien wel in hoe er banden worden gesmeed via taal, cultuur en onderwijs. Niet voor niets heeft Duitsland zijn Goethe-instituten, heeft Frankrijk zijn Alliance Française en spreekt de British Council openlijk over ‘strategische culturele banden’ die de buitenlandse en economische politiek van het Verenigd Koninkrijk ondersteunen. Zelfs een klein land als Oostenrijk investeert jaarlijks 60 miljoen euro in een wereldwijd netwerk van taaldocenten. Alleen de politiek ziet niet dat de Nederlandse taal een belangrijk cultureel export product is.
Versterk het Nederlands in een veranderende wereld
De IVN wil met dit rapport in de hand de Vlaamse en Nederlandse politiek oproepen om het roer om te gooien, om samen te investeren in het Nederlands in de wereld. In een veranderend Europa kunnen Vlaanderen en Nederland niet achterblijven. Investeer in de internationale neerlandistiek , ontwikkel het profiel van Nederlands als wereldtaal en benut de internationale deskundigen op diplomatiek, politiek, cultureel en bedrijfsmatig vlak.
Hiervoor is maar weinig nodig, laat dit rapport zien: met een extra investering van 3,5 miljoen in een netwerk dat er al ligt en in plannen die klaarliggen, kan de IVN samen met de Taalunie en internationale partners zichtbaar resultaat boeken.
Jos Van Hecke zegt
Zo lang de ongebreidelde ‘verengelsing’ van vooral Nederlandse maar ook van Vlaamse universiteiten en hogescholen en meer en meer ook van de hele cultuursector ongestoord verder gaat, vind ik een pleidooi om meer te investeren in (het onderwijs van) het Nederlands buiten onze landsgrenzen ten gronde vals of dan toch schandelijk misplaatst. De grootste tegenspraak zit ‘m in het feit dat niet Nederlandstalige buitenlandse studenten hier te lande – maar vooral in Nederland – op hun wenken en zelfs op hun niet wenken unisono in het Engels bediend worden, ja zelfs moeten bediend worden, terwijl er hier een hartverscheurend maar vals klinkend pleidooi gehouden wordt voor meer (vooral financiële) steun voor het onderwijs van en eventueel ook in het Nederlands aan niet Nederlandstalige studenten buiten onze landsgrenzen.
Zouden we dan niet beter eerst voor de eigen deur en in het eigen huis vegen én terug meer, veel meer investeren in de maatschappelijke functies, de status en de toekomst van de Nederlandse taal in ons eigen (hoger) onderwijs, in het wetenschappelijk onderzoek en in de cultuursector in het algemeen?
Zullen we dan nog verder de ogen sluiten voor het schromelijk gebrek aan respect en zelfrespect van Nederlandse en Vlaamse academische bestuurders tegenover Nederlandstalige studenten en docenten die aan onze eigen universiteiten en hogescholen verplicht worden om hun moedertaal – het Nederlands – opzij te schuiven ten voordele van een en één andere taal, het Engels?
Kortom, is investeren in Nederlands BINNEN onze landsgrenzen niet eerder, eerst en méér aan de orde dan buiten de landsgrenzen?