• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Twee proefschriften over Roermond: Tooncontrast in woorden, en erbij horen.

18 februari 2018 door Leonie Cornips 1 Reactie

Door Leonie Cornips

Twee heel verschillende proefschriften zijn verschenen waarin Roermond de hoofdrol speelt.

Tooncontrast in woorden

Stefanie Ramachers verrichtte fonologisch onderzoek met experimentele taken. Haar studie is belangrijk in een wereld waarin sprekers van het dialect zich meer en meer aanpassen aan het Nederlands. Haar onderzoeksvraag is hoe baby’s, opgroeiend in Roermond met dialectsprekende ouder(s), zich ontwikkelen in het waarnemen van een tooncontrast in woorden en of zij hierin verschillen van baby’s met uitsluitend Nederlandssprekende ouders? In het Roermonds kan een woord als knien enkelvoud of meervoud uitdrukken: met dalend-stijgende toon (sleeptoon of accent 2) uitgesproken betekent knien ‘n konijn (enkelvoud), met een dalende toon (val- of stoottoon of accent 1) meerdere konijnen (meervoud). Dit tooncontrast werkt ook betekenis onderscheidend in een woord als haas: met een dalende toon bedoelt de spreker het snelle dier, met dalend-stijgende toon een handschoen. In een woord met twee lettergrepen wordt het nog complexer omdat het woordtooncontrast dan interfereert met zinsintonatie: zeeve met een dalende toon op de eerste lettergreep refereert aan het werkwoord zeven maar met een volledig vlakke toon op de eerste lettergreep aan het cijfer zeven. De complexiteit van dit tooncontrast stelt hoge eisen aan baby’s als toekomstige sprekers van het dialect.

Ramachers heeft voor haar onderzoek een kinderlab in Roermond moeten fabriceren. In totaal heeft ze 54 dialectbaby’s in Roermond met 126 eentalige baby’s in Nijmegen tussen ongeveer een half en een jaar oud, 41 dialect- en 40 Nederlandstalige peuters getest en bovendien nog 44 dialectvolwassenen tussen 23 en 72 jaar en 43 Nederlandssprekende volwassenen tussen 18 en 66 jaar met elkaar vergeleken.

Haar bevindingen zijn dat er tussen de dialect en uitsluitend Nederlandstalig opgroeiende baby’s geen verschil te constateren is in hoe zij het tooncontrast waarnemen. Ook de peuters verschillen niet van elkaar in waarneming van dit tooncontrast hoewel de volwassenen dialectsprekers dit wel beter doen dan de uitsluitend Nederlandstalige volwassenen. Volgens Ramachers zijn deze resultaten vooral te verklaren uit de complexiteit van het tooncontrast in samenhang met zinsintonatie en het variabele taalaanbod waar baby’s en peuters in Limburg mee te maken krijgen.

‘Erbij horen’

Lotte Thissen voerde linguïstisch-antropologisch onderzoek uit om te achterhalen hoe mensen taal gebruiken om, in interactie met anderen, betekenis te geven aan de wereld om hen heen. Haar onderzoeksvraag is cruciaal in de wereld van vandaag waarin mensen houvast zoeken in een wereld die snel, ook talig verandert. Die houvast zoeken mensen in processen van insluiting en dus ook uitsluiting – het een kan niet zonder het ander – door taalgebruik. Mensen bepalen op basis van nuances in uitspraak of keuzes tussen bijvoorbeeld Roermonds of Maasniels of Nederlands of Turks of je erbij hoort of niet. Lotte verrichtte intensief veldwerk om zicht te krijgen op talige identificaties binnen de carnavalsvereniging De Katers en een supermarkt. Zij volgde De Katers vier maanden lang waarin zij gesprekken (44 uur) en videofilms (30 in totaal) opnam, 346 foto’s maakte en 55 pagina’s aan veldwerknotities volschreef. In de supermarkt heeft ze negen maanden lang bij de kassa gewerkt en producten in schappen gespiegeld en gesprekken tussen medewerkers en klanten opgenomen (74 uur).

Het Roermond dat in Thissens proefschrift naar voren komt, is anders dan in de studie van Ramachers, namelijk een zeer divers en onvoorspelbaar talig Roermond. De van origine Turkse slager spreekt Marokkaans-Arabisch om zijn vlees aan te prijzen en de Turkse eigenaar van de supermarkt spreekt dialect. Ook observeert Thissen een man in de trein naar Roermond die Arabisch, Engels, dialect en Nederlands met een zachte-g mengt: ‘Wallah, vet grappig, ik steeds snooze, ineens is het tien voor zeven! (…) jalla… safi, Insha’Allah. Ich bin er zoe.’ Hoewel mensen denken dat een bepaalde taal aan een specifieke plek verankerd is, handelen zij daar niet naar in hun dagelijkse taalpraktijken.

Een belangrijke analyse van Thissen is dat mensen die zich uitgesloten voelen door anderen, zich juist in dat buitengesloten worden met elkaar verbinden. De slager van de supermarkt vraagt Lotte of zij ook buitenlander is? Lotte antwoordt met: ‘half’ waarop de slager antwoordt: ‘Half bestaat niet meer, dan ben je buitenlander’. Juist in dat gedeelde buitenlanderschap kunnen mensen elkaar vinden en zich thuis voelen, ook in Roermond en iedereen kan dit gedeelde gevoel ondervinden.

Droom

Zowel de studie van Ramachers als van Thissen maken gebruik van zeer tijdrovende methodes. Het is ongelooflijk knap dat zij hun studies succesvol hebben afgerond, ook in aanmerking genomen dat beiden zeer intensief college hebben gegeven aan de Radboud Universiteit en Universiteit Maastricht.

Soms droom ik van langdurig onderzoek dat gefinancierd kan worden: onderzoek dat zo’n acht tot tien jaar mag duren waarin de verschillende specialismen zoals die van Stefanie en Lotte aan elkaar te koppelen zijn. De methodologie en expertise van Lotte maakt het mogelijk om voor het onderzoek van Stefanie te achterhalen hoe ouders in Roermond het tooncontrast in woorden aanbieden aan hun baby’s en hoe peuters zelf het woordcontrast gaan gebruiken. Hoe vaak en in welke gebruikscontext moeten baby’s het tooncontrast horen om het te verwerven en actief te gebruiken? Hoe groeien baby’s en peuters in dialectsprekende gezinnen in Roermond talig op en wanneer en hoe vaak en in welke gebruikscontext met welke sociale betekenis spreekt de ouder dialect, Nederlands of anders met het kind, met broertjes of zusjes en met de andere ouder(s), grootouders, buren en vrienden?

De taalkundige theoretische kennis van Stefanie maakt het mogelijk om intrigerende vragen in de data van Lotte te beantwoorden: gebruikt de van origine Turkse eigenaar ook het zo complexe tooncontrast in woorden in zijn Limburgs en zinsintonatie in zijn Nederlands; gebruikt de vorst van de Katers in zijn Nederlands naast zinsintonatie ook een woordtooncontrast? Een langere onderzoekstijd met complementaire methoden en specialismen kan nog meer verdieping mogelijk maken maar  financiering ervan zal wel een droom blijven.

  • Stefanie Ramachers. 2018. Setting the tone. Acquisition and processing of lexical tone
    in East-Limburgian dialects of Dutch. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit Letteren.
  • Lotte Thissen. 2018. Talking in and out of Place. Ethnographic reflections on language, place and belonging. Proefschrift Universiteit Maastricht, Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel

Lees Interacties

Reacties

  1. Gerard van der Leeuw zegt

    19 februari 2018 om 10:10

    Twee spellingen naast elkaar lijkt me funest, ook al omdat lang niet iedereen de woorden op dezelfde manier uitspreekt. ‘Kado’ is natuurlijk voor een Nederlander duidelijk, maar voor een Brusselaar? Of een verdwaalde Franse toerist, of een inwoner van Québec? Natuurlijk er zijn spellingsregels die ik ook mallotig vind en dus overtreed: Hamsterééén…, waar ze Hàmsteren bedoelen…. bv. Maar wij leerden op de lagere school nog dat het ‘ik loop’ en ‘hij loopT’ is en dus ook ‘ik betaal’ en ‘hij betaalT’ is en natuurlijk ook ‘ik betaalde’ en dus ‘ik heb betaald’. Zo moeilijk is dat toch echt niet, althans niet voor geboortige nederlanders. Maar ja, je leert ‘begrijpend’ lezen…..

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Kees Jiskoot • Zwaarmoed en potsier

Maar aan Brusselse loketten
bezig ik hun zoet patois:
Jefke, Ickxske, Sjefke, Krieckxske,
Olland, Olland, Toetatwâ.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SNOETJE

Een snoetje van ontroering, een snoetje van ontrouw.

Bron: Barbarber, september 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d