Lyric Address in Dutch Literature (1250-1800) is een boek waarin 10 lyrische gedichten uit de periode van Hadewijch tot en met Bellamy worden besproken met speciale aandacht voor vormen van aanspreking in deze gedichten. Het boek onderzoekt hoe het lyrische karakter van de gedichten tot uiting komt door de nadrukkelijke aanwezigheid van een lyrisch ik (of een lyrisch wij) dat zich door te spreken profileert ten opzichte van een object (een abstractie, een persoon, de lezer), een spreken dat mogelijk verband houdt met een maatschappelijke werkelijkheid buiten of binnen het gedicht. De spanning tussen nabijheid en afstand (tot dat maatschappelijke domein) is een van de belangrijkste aandachtspunten van het boek, evenals de wijze waarop poëzie als een individuele uitingsvorm spanningen in de samenleving blootlegt. De auteurs vestigen hun aandacht op de literaire (stijl)middelen en registers (zoals de apostrof) die in de bestudeerde gedichten worden toegepast om bijvoorbeeld een publiek aan te spreken en hoe die middelen het (lyrische) ik helpen te positioneren ten opzichte van het maatschappelijk domein.
De bijdragen aan de boekpublicatie bestaan steeds uit een close reading van een afzonderlijke tekst – een kort gedicht, of fragment uit een langer gedicht – waarna de tweede helft van de bijdragen gewijd is aan het bredere perspectief (poëticaal, historisch, maatschappelijk) waarin de tekst te plaatsen is. De auteurs hebben zich hierbij inspireren door The Art of the Sonnet (2010) van Burt/Mikics. Ook de recente studie Theory of the Lyric (2015) van Jonathan Culler, dat een afzonderlijk hoofdstuk bevat over ‘Lyric Address’, heeft de auteurs geïnspireerd wat betreft de gekozen invalshoek en aanpak. Culler karakteriseert het boek van AUP als volgt: A very interesting and revealing project. It not only takes up the question of lyric address as a central and often neglected topic in the study of lyric, but it also looks at a range of Dutch poems from some five centuries. For a foreigner it offers very impressive, very readable English translations of fascinating Dutch lyrics from the 13th-18th centuries.
De redactie van de bundel was in handen van Kornee van der Haven en Jürgen Pieters. De volgende auteurs werkten mee: Anikó Daróczi, Clara Strijbosch, Dieuwke van der Poel, Britt Grootes, Marrigje Paijmans, Marijn van Dijk, Jürgen Pieters, Christophe Madelein, Maaike Meijer, Kornee van der Haven en Frans-Willem Korsten. Myra Scholz verzogde de meeste vertalingen van de gedichten.
Kornee van der Haven & Jürgen Pieters (red.), Lyric Address in Dutch Literature (1250-1800). Amsterdam, 2018: AUP. Meer informatie bij de uitgever
Laat een reactie achter