‘Een avond van officieuze herdenking en boertige jolijt’
Door Roland de Bonth
Omdat Bredero 350 jaar eerder het levenslicht zag, werd in 1935 – vooral in Amsterdam – uitgebreid aandacht geschonken aan deze dichter uit de Gouden Eeuw. Vijftig jaar eerder was dat nog geen vanzelfsprekendheid. Men zocht toen nog als het ware een verontschuldiging ‘’waarom men dien boertige Breero durfde naar voren te brengen” [De Tijd 25 maart 1935]. Een halve eeuw later was het echter ook in hooggeleerde kringen volkomen vanzelfsprekend om Bredero’s geboortedag te vieren.
Speciaal voor de herdenkingsactiviteiten was het comité Bredero-herdenking 1585-1935 gevormd, waarin een keur aan letterkundigen, geschiedkundigen, bibliothecarissen, journalisten, toneelliefhebbers en andere belangstellenden zitting had genomen. Grote instigator was dr. J.B. Schepers, die optrad als voorzitter van het dagelijks bestuur en die daarbij onder anderen terzijde werd gestaan door Ben Albach, secretaris, en G.M. Bendien, administrateur van de Amsterdamse Stadsschouwburg.
Een avond in de Amsterdamse Stadsschouwburg op dinsdag 2 april vormde het hoogtepunt van de Bredero-herdenking in 1935. Het organiserend comité hoopte in brede kring belangstelling te wekken voor het programma dat zij hadden samengesteld. De landelijke pers had hier zeker interesse voor. Op basis van krantenartikelen die te vinden zijn via het onvolprezen Delpher, is eenvoudig te achterhalen hoe het er aan toe ging op die herdenkingsavond.
Herdenkingsavond
Aan het begin van de avond maakte het voltallige Amsterdamse studentendispuut Breêro zijn entree. De vijftig heren van het genootschap waren gehuld in zeventiende-eeuwse kledij en zwierige mantels. Ook de hen vergezellende dames droegen oud-Hollandse kostuums. Zij bezetten de eerste vijf rijen in de zaal. Achter hen volgden nog enkele andere personen die gehoor hadden gegeven aan de oproep om als een zeventiende-eeuwer te verschijnen, door boven hun rokkostuum een Spaanse kraag te dragen.
Op de avond waren verschillende hoogwaardigheidsbekleders aanwezig, onder wie Henri Marchant, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Charles Maskens, de Belgische gezant, en Walrave Boissevain, de Amsterdamse wethouder voor ‘Kunstzaken’. Ook de voorzitter en de secretaris van de subsidie verstrekkende Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, de rector – prof. Stomps – en de secretaris van de senaat van de universiteit van Amsterdam – prof. De Groot – waren tegenwoordig, net als een groot aantal hoogleraren uit verschillende universiteitssteden.
Bijzonder was dat er ook twee actrices op leeftijd aanwezig waren: Anna Sablairolles en Wilhelmina Schwab-Wellman. Beiden hadden vijftig jaar eerder hun medewerking verleend aan de Bredero-herdenking in 1885 en kregen dan ook een daverende ovatie.
Al deze gasten werden welkom geheten door dr. J.B. Schepers, die deze avond optrad als feestredenaar. Hij wees erop dat Bredero gedurende de gehele zeventiende eeuw als blijspeldichter werd gespeeld en dat het volk de verzen uit zijn Liedboek zong. Gedurende de achttiende eeuw en een groot gedeelte van de negentiende eeuw was er aanzienlijk minder belangstelling voor het werk van Bredero. De kentering kwam – aldus Schepers – met de opkomst van De Nieuwe Gids. Aan het eind van zijn rede stelde hij voor om te komen tot een nieuwe uitgave van het Liedboek.
Daarop volgde een optreden van het Friesche Collegium Musicorum, dat gekleed in zeventiende-eeuwse kostuums en met oude instrumenten het Wilhelmus ten gehore bracht. De eerste maal hoorden de aanwezigen deze uitvoering staand aan, maar nadat het volkslied voor de tweede maal was ingezet, zongen de aanwezigen ‘’op waardige en fraaie wijze’’ mee. Voor dit muziekgezelschap was ook later op de avond nog een rol weggelegd: zij speelden ook enige muziekstukken van Sweelinck, Coretti, Gijsbrecht van Steenwick en de Sonate in G. van Willem de Fesch.
Twee liederen van Bredero werden voorafgaand aan de eigenlijke toneelvoorstelling – volgens de correspondent van het Soerabaijasch handelsblad prachtig – voorgedragen door Johan Fiolet: ‘’Mijn Zielte schreit!’’ en ‘’Vaarwel mijn lief, mijn leven’’. Minder gecharmeerd was hij van Marie Hamels uitvoering van ‘’Wien boven al zijn God bemint’’, maar dat werd gecompenseerd door het komische en succesvolle ‘’Diewertjes Vrijer’’.
Vervolgens waren op het toneel De Klucht van de Koe – voor de pauze – en Sijmen sonder Soeticheydt – na de pauze – te aanschouwen. Beide kluchten werden uitgevoerd door het genootschap De Jonge Spelers, onder leiding van Ben Groeneveld. Onverdeeld positief was de journalist die verslag deed van deze avond niet over beide uitvoeringen. Ze hebben ‘’hun kwaliteiten, doch met dit gezelschap ook stellig hun zwakke punten’’. Lof was er wel voor Richard Flink die in De Klucht van de Koe een ‘’voortreffelijke simpele boer’’ neerzette.
In het daaropvolgende Sijmen sonder Soeticheydt werden vooral de ruzies en ‘’kijfpartijen’’ tussen Ben Groeneveld en Nelly Ernst geprezen. Aan deze klucht was een grote bruiloft toegevoegd. Dit bood de gelegenheid enkele oud-Hollandse dansen te vertonen; deze waren ingestudeerd door Lien Tiggers die zich beijvert voor de Hollandse volksdans. De al eerder genoemde Richard Flink en Marie Hamel droegen bij de dans ‘’Om de Bruidt te Bedde te dansen’’ enkele vrolijke bruiloftsliederen van Bredero’s tijdgenoot en vriend J.J. Starter voor.
Bredero-tentoonstelling
In de benedenhal van de schouwburg was een bruiloftsversiering aangebracht met tentjes en boekenkramen, waarbij personen rondliepen in oud-Hollandse kleding. Tijdens de langdurige pauze was er ruimschoots gelegenheid om de door Bertha Wolterson en Ben Albach ingerichte Bredero-tentoonstelling te bezichtigen die in de foyer van de Stadsschouwburg ingericht was. Deze expositie was gedurende veertien dagen te bezoeken tijdens de pauzes van de toneelvoorstellingen.
Langs de wanden waren portretten van Bredero en zijn tijdgenoten te bekijken. Ook waren er schuttersstukken opgehangen uit het Rijksmuseum en uit het Museum Willet-Holthuysen. Verder kon de bezoeker in een zestal vitrines een blik werpen op zeldzame Bredero-uitgaven en belangwekkende prenten. Zo lag in de eerste vitrine, die aan Bredero’s dramatisch werk was gewijd, de titelplaat voor Alle de Spelen, getekend door Willem Pietersz. Buitenwegh en welwillend afgestaan door het Leidse Prentenkabinet. Het Amsterdamse Prentenkabinet stond het door David Bailly vervaardigde portret af, waarvan toentertijd werd aangenomen dat het Bredero voorstelde. Belangwekkend werd een tekening uit het Gemeentearchief genoemd, naar een verloren gegaan schuttersstuk waarop Bredero’s vader is afgebeeld. De tweede vitrine was gewijd aan de lyrische dichter Bredero. Hierin lag onder andere een portret van Magdalena Stockmans – Bredero’s laatste liefde – naast het conterfeitsel van Isaac van der Voort, met wie zij later in het huwelijk zou treden.
De overige vitrines bevatten enkele zeldzame zeventiende-eeuwse uitgaven en gravures uit die tijd die betrekking hadden op plaatsen in Amsterdam waar het werk van Bredero zich afspeelde, zoals het huis Kostverloren en de Amstel. De vitrines herbergden tevens herinneringen aan oude en recente vertoningen van Bredero’s toneelwerk. Zo waren er oude prenten te zien van vroegere decors voor de Spaansche Brabander. Met een aardig herinneringsbordje werd in de zesde vitrine herinnerd aan de herdenking van 1885.
Na de officiële herdenking in de Stadsschouwburg werd het feest voortgezet in het Carltonhotel dat speciaal voor de gelegenheid enige zalen ‘’Oud-Hollandsch’’ had ingericht.
Brederojaar 2018
Op de website van de Stichting Bredero 2018 valt te lezen welke activiteiten er deze zomer worden georganiseerd om hulde te brengen aan deze beroemde Amsterdamse dichter. Er is een publiekslezing over Bredero en een poëtische en muzikale wandeling door het stadscentrum van Amsterdam. Daarnaast zijn er muzikale optredens waarbij zijn gedichten centraal staan. Uiteraard zullen ook toneelstukken van Bredero opgevoerd worden. Een oud-Hollandse feestavond met wafels en tabak staat vooralsnog niet op het programma…
Geraadpleegde bronnen
[anoniem], ‘Bredero-herdenking’. In: Algemeen Handelsblad 16 maart 1935.
[anoniem], ‘Bredero-herdenking in den Stadsschouwburg op 2 April’. In: Algemeen Handelsblad 24 maart 1935.
[anoniem], ‘Bredero-herdenking. Een avond van officieuze herdenking en boertige jolijt wordt voorbereid’. In: De Tijd 25 maart 1935.
[anoniem], ‘De Bredero-herdenking’. In: Algemeen Handelsblad 29 maart 1935.
[anoniem], ‘De Brederode-herdenking.’ In: De Gooi- en Eemlander 29 maart 1935.
[anoniem], ‘Bredero-tentoonstelling’. In: De Tijd 3 april 1935.
R. van O., ‘De Brederoherdenking’. In: Het Vaderland 3 april 1935.
[anoniem], ‘Herdenking van Bredero’. In: Soerabaijasch handelsblad, 20 april 1935.
Laat een reactie achter