Door Guusje Jol
Heeft u wel eens gehoord van ‘regeldagen’? Een half jaar geleden gebruikte ik deze term aan werkdagen die je besteedt aan mails, blogs, vergaderingen, e.d. Samengevat: aan dingen die erbij horen maar die niet altijd inhoudelijk werk zijn (afhankelijk van het werk dat je doet, uiteraard).
Inmiddels weet ik beter. Baby’s hebben onder andere regeldagen als ze een groeispurt hebben. Ze drinken dan extra veel en bij borstvoeding past de melkproductie zich daarop aan. En zo krijgen baby’s de voeding die ze nodig hebben en kunnen ze blijven groeien. De term is overigens misleidend, want een regeldag kan ook best twee dagen duren.
Mijn punt is dat baby’s en borstvoeding gepaard gaan met een eigen terminologie.
Golven
Mijn eerste kennismaking met die terminologie stamt van lang geleden. Ik werkte net en een pas bevallen collega had het over ‘golven’. Het duurde een tijdje voor ik snapte wat dat met baby’s te maken had Inmiddels ben ik ook bekend met zowel borstvoedingsconsulten als kolfconsulten (het bleek ‘kolven’ met een ‘k’ te zijn). Bij de eerste variant observeert een lactatiekundige (nog zo’n woord) een voeding en geeft adviezen; bij de tweede krijg je informatie over hoe vaak je het best kunt kolven en eventueel kun je ook diverse kolfapparaten uitproberen.
Baby’s zijn business.
Kindje en komen
Er zijn ook baby-gerelateerde termen waar ik jeuk van krijg. ‘Kindje’ bijvoorbeeld. Wat is er mis met het woord ‘kind’? Ik geloof dat mijn jeuk vooral komt door de schattige zoetheid die ‘kindje’ moet impliceren. Het roze-wolk-gehalte, zogezegd. En ik ben nou eenmaal niet zo’n roze-wolk-type. (Al ben ik er natuurlijk heilig van overtuigd dat onze zoon de liefste, leukste en knapste baby is.) Ik vertik het dus om die term te gebruiken.
Een andere term die ik weiger in de mond te nemen: ‘hij komt’. Ik heb geen problemen met ‘hij/zij komt’ in zin van ‘geboren worden’. Ook niet met ‘hij/zij komt’ in de zin dat een baby zich in mijn richting verplaatst door kruipen, tijgeren, lopen, of desnoods gedragen worden. Waar mijn nekharen recht overeind van gaan staan is ‘hij/zij komt’ in de zin dat de baby honger heeft.
Ik ben er nog niet uit waarom ik dat zo’n allergie heb voor deze term. Misschien heeft het ermee te maken dat ‘hij/zij komt’ lijkt te suggereren dat het duidelijk is wat de baby wil, namelijk eten. En laat het nou toch vaak giswerk zijn wat een baby wil…
Klieven
Nog een term: ‘tongriemassessment’. Iemand een idee?
Bij borstvoeding is het de bedoeling dat baby’s hun lippen naar buiten omkrullen. Kennelijk masseren ze zo de borst zodat de melktoevoer beter gaat. Als de tongriem (onder de tong) of het lipbandje (dat stukje weefsel tussen bovenlip en tandvlees) te kort is, lukt dat omkrullen niet goed. En het kan zijn dat de baby dan te weinig eten krijgt. Bij een tongriemassessment kijkt men hoe beweeglijk de tong is en of de baby mogelijk gehinderd wordt bij het drinken. Hetzelfde geldt voor het lipbandje.
Mocht de conclusie zijn dat die tongriem of lipbandje te strak zijn, dan kunnen die ‘gekliefd’ worden. Bij ‘klieven’ dacht ik aan boomstammen en hakbijlen, maar in het geval van een lipbandje kan het ook met een mini-schaartje. Gelukkig maar.
Toeschietreflex
Een ander woord dat ik geleerd heb is ‘toeschietreflex’. Als u mij een jaar geleden gevraagd had wat dat betekende, had ik waarschijnlijk iets gezegd als ‘behulpzaam toeschieten’. Bijvoorbeeld als iemand met volle handen probeert een deur te openen. Of als een ouder met kinderwagen en kind probeert de trein in te komen. Dat soort dingen.
Maar het heeft er dus mee te maken dat de moedermelk vanzelf gaat stromen als de moeder aan haar baby denkt…
Sociale groep
En zo zijn er nog wel meer termen. Om er nog een paar te noemen in volstrekt onlogische volgorde: Epiduraal, KDV en BSO, amnionhaak, strippen (nee, niet in de zin van kleding uittrekken), snelle en langzame buikpomp, waterblokinjectie, geboortetens, borstschild, lactatieset en baarkruk. Mijn punt is dat het met ouderschap net is als met ingewijd worden in andere sociale groepen. Je moet de lingo leren spreken.
Een eerdere versie van deze post verscheen op het blog van de Persuasive Communication onderzoeksgroep van het Centre for Language Studies aan de Radboud Universiteit.
Sarah zegt
‘wij zijn zwanger’: daar krijg ik jeuk van – ’tetradoeken’ (‘oh, dat kan je voor alles gebruiken, die wil je nooit meer kwijt’! maar geen mens die kan zeggen voor wat dan precies) – ‘BV en FV’ – ‘spuitluier’ – … Mysterieuze wereld, inderdaad.