Door Lucas Seuren
De gesprekken die we elke dag voeren zijn – ook al voelt dat misschien niet zo – goed georganiseerd. We hebben duidelijke normen op basis waarvan we structuur tot stand brengen. Ik luister als jij praat; ik geef antwoord als je mij een vraag stelt; de manieren waarop we problemen oplossen zijn afgesteld op het soort probleem; enzovoorts. Dat die structuur normatief is merk je goed als je van normen afwijkt. Denk maar eens wat er gebeurt als je een collega niet groet in de wandelgangen ’s ochtends: die collega zal gelijk gaan zoeken naar een reden, in plaats van het gewoon te accepteren alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Digitale communicatie maakt dit alles door de technologische beperkingen lastiger. Het idee dat we om de beurt praten is in chat op een volstrekt andere manier van toepassing, omdat je tegelijk aan een berichtje kunt werken. En we moeten weliswaar reageren, maar wie een mailtje leest hoeft niet a la minute een reactie te sturen. WhatsApp maakt dat wat lastiger nu we weten wanneer iemand onze berichtjes leest, maar zonder die kennis heb je veel vrijheid om te bepalen wanneer je reageert.
In al deze nieuwe media neemt Tinder een bijzondere plek in. Wie het wel eens gebruikt heeft, zal ervaren hebben dat veel van wat hij denkt of weet uit de dagelijkse praktijk niet geldt op Tinder. Ik laat hierbij even buiten beschouwing hoe vrouwen soms bejegend worden, aangezien dat soms ook in het dagelijks leven alles behalve sociaal is, en richt me op de gespreksorganisatorische problemen bij man-vrouwinteractie.
Tinderconventies
De conventies op Tinder zijn anders en veelal minder normatief dan die van alledaagse interactie. Dat merk je al bij de opening van een gesprek. Als je in het dagelijks leven met iemand een gesprek wilt aanknopen moet je eerst iets van contact leggen, bijvoorbeeld door die persoon aan te kijken, te zwaaien, op hem of haar af te lopen, of door op te bellen. De persoon die het initiatief neemt heeft daarbij een bepaalde verantwoordelijkheid; je hebt het gesprek geïnitieerd, daar zal je wel een reden voor hebben. Dus veelal groet je het eerst en zorg je ervoor dat er een eerste onderwerp op tafel komt. Je vraagt de ander om een specifieke update of je vertelt zelf wat.
Op Tinder werkt dit volstrekt anders. Voor wie nog volledig met het concept bekend is: Je krijgt foto’s en profielen te zien van andere gebruikers. Die kun je liken of disliken. Als twee gebruikers elkaar geliket hebben, dan hebben ze een match. Die match wordt direct vastgesteld bij de reciproke like. Dus als je als tweede liket, dan krijg je direct te zien dat het een match is. Wie neemt nu het initiatief tot een gesprek? Je zou kunnen zeggen de tweede liker, want die heeft het gesprek definitief tot stand gebracht. Je zou ook kunnen zeggen dat het de ander is, die likete als eerste en heeft dus meer initiatief getoond. Aan de andere kant worden likes pas geordend als ze worden uitgevoerd: je weet als gebruiker niet op het moment dat je liket of je nummer 1 of 2 bent. Dus in die zin heeft niemand meer initiatief getoond en dus heeft ieder evenveel verantwoordelijkheid.
De oplossing? In de regel dient de man het gesprek te openen. Serieus? Ja. Goed: hier is geen grootschalig onderzoek naar gedaan, maar keer op keer wordt het door anekdotisch bewijs bevestigd: vrouwen nemen zelden initiatief. Een simpele verklaring is snel gevonden, want vrouwen worden gewoon veel meer geliket dan mannen, en kunnen dus wat selectiever zijn. In economische termen: ze hebben een wat groter aanbod en zijn zelf schaarser, en kunnen dus meer vragen. Waar in alle dag de verantwoordelijkheid voor het begin dus geregeld wordt op basis van gespreksorganisatorische factoren, is op Tinder gender van primair belang.
Reageren of niet
De tweede conventie die op Tinder anders werkt is dat je überhaupt reageert. Niemand kijkt er vreemd van op als je niet reageert op het eerste bericht van een ander, of dat je plots stopt met reageren na een korte uitwisseling. Een factor die meespeelt is natuurlijk wat je zegt: iemand die een gesprek probeert te openen met alleen hey kan er van uitgaan dat er verder niks gaat gebeuren. Je moet wel enigszins je met je veren pronken, de veren van de ander loven, of op een andere leuke manier van start gaan. Hier speelt gender overigens volgens mij geen rol: iedereen kan op elk moment stoppen met reageren. Waar in dagelijkse interactie je behoort te reageren en gezamenlijk een gesprek tot einde moet brengen – oké, oké, doei, doei – kun je op Tinder doen wat je wilt. In extreme gevallen kun je de ander zelfs unmatchen, maar dat gebeurt voor zover ik kan inschatten niet zo snel.
Nu zal je wellicht denken, wacht eens even! Dit alles is misschien anders dan in een alledaags gesprek met vrienden of collega’s, maar Tinder is er niet voor alledaagse gesprekken. Bingo! Tinder is een datingapp, en de normen die gelden, zijn niet de alledaagse gespreksnormen, maar die van de datingwereld. Het is weliswaar wat vreemd dat je een gesprek kunt beëindigen door simpelweg niet meer te reageren, maar dat je het snel kunt afkappen of dat je besluit na of zelfs voor de eerste hoi dat het niks wordt, dat is niks nieuws. Tinder maakt het gewoon acceptabel om dan helemaal niet meer te reageren.
The Who
Hoe bijzonder Tinder dus op het eerste gezicht misschien ook lijkt, het laat zien dat in de digitale wereld we ons nog steeds oriënteren op de alledaagse gespreksnormen. Wie zich daarvan bewust is, zal met Tinder – en WhatsApp, Skype, Facebook, SnapChat, Instagram, etc – prima uit de voeten kunnen. Om The Who te parafraseren: meet the new media, same as the old media.
Rob Duijf zegt
U stelt dat het voeren van gesprekken aan normen is gebonden. Ik neem aan dat u dan zoiets bedoelt als elkaar de gelegenheid geven zorgvuldig te formuleren, zonder elkaar in de reden te vallen en dat we naar elkaar luisteren. Zo zou het wellicht kunnen en moeten zijn, maar wat ik dagelijks ervaar is toch iets anders. Praatprogramma’s op radio en tv kunnen soms chaotisch verlopen, mede afhankelijk van de gespreksleider. Politiek Den Haag stuitert dagelijks voorbij en wellevendheid is in het debat vaak ver te zoeken.
Dan heb ik het niet over de dagelijkse chit chat, maar over gesprekken met diepgang, zeker wanneer deze persoonlijk worden. Dan zie ik hele andere mechanismen in werking treden, zoals aanval en verdediging. Van luisteren naar elkaar is geen enkele sprake, meer van het willen overtuigen van het eigen gelijk en dat niet alleen willen hebben, maar willen krijgen. Nog altijd is rethorica aan debaters wel besteed, maar daar gaat het dus helemaal niet om…
Communicatie begint met luisteren, met afstemmen op de ander, mits je oprecht in de ander en zijn ideëen bent geïnteresseerd. Zodra eigen opvattingen en overtuigingen daar tussen zitten, komt de ander al niet meer binnen. Het voeren van een zuiver gesprek is zoveel meer dan het toepassen van interview- of gesprekstechnieken. Vanuit goed luisteren ontstaan goede vragen. In een echt goed gesprek heb je daar samen deel aan, samen op onderzoek uitgaan en zoeken naar het naadje van de kous, daar pleit ik voor en daar kunnen we niet vroeg genoeg in onze opvoeding mee beginnen.
Overigens merk ik wel dat ik oud begin te worden, nu ik The Who weer voorbij hoor en zie komen…
Lucas zegt
Ik bedoel niet normen in termen van beleefdheid als u dat bedoelt, maar een gesprek heeft twee partners nodig. Zelfs als ze feitelijk niet naar elkaar luisteren en slechts bezig zijn hun eigen gelijk te krijgen, kunnen twee mensen geen debat voeren zonder samen te werken. Op zijn minst moeten ze namelijk voorkomen dat ze door elkaar heen praten, en dat betekent toch enigszins luisteren om uit te vogelen wanneer je weer mag praten.
Zodra zelfs dat niet meer gebeurt, dan is het afgelopen. Dan wordt het niet veel meer dan ruzie. En dat gebeurt inderdaad regelmatig op tv; menig politicus is niet geïnteresseerd in wat de ander te zeggen heeft en daar normaal inhoudelijk op reageren. Als zelfs een debatleider dan niet ingrijpt is het treurig gesteld. Wat zou het een mooie wereld zijn als ze echt samen proberen problemen op te lossen, en hun verschillen kunnen accepteren zonder gelijk ruzie te maken.