De neerlandistiek is een bloeiende wetenschappelijke discipline met veel en divers onderzoek, dat zowel wetenschappelijke kwaliteit als maatschappelijke impact heeft. Maar juist door die diversiteit ontbreekt het de neerlandistiek aan een landelijke vertegenwoordiging en een zichtbare eenheid.
Toch heeft die neerlandistische eenheid wel degelijk een legitimering, niet alleen in de inhoudelijke constatering dat het object van onderzoek de Nederlandse taal en literatuur betreft, maar ook en vooral in het schoolvak Nederlands en de universitaire studies. Beide hebben echter behoefte aan een duidelijke inhoudelijke en landelijke vertegenwoordiging van die eenheid, evenals aan een overlegorgaan.
Vanuit deze behoefte is de Raad voor Neerlandistiek opgericht. De raad vertegenwoordigt in eerste instantie de universitaire neerlandistiek, maar meer in zijn algemeenheid de hele neerlandistiek. De raad biedt de mogelijkheid voor neerlandici om in een landelijk samenwerkingsverband om met elkaar te kunnen spreken over de toekomst van ons onderzoek en onderwijs. Hoe ziet de neerlandistiek van de 21ste eeuw eruit? Hoe kun je in een brede bachelor voldoende neerlandistische inhoud krijgen? Wat is de canon van de neerlandistiek? Hoe vergroten we de diversiteit en de hoeveelheid studenten in de universitaire opleidingen neerlandistiek? Wat is het nut en de noodzaak van het publiceren in het Nederlands of het Engels over de neerlandistiek? Zie dit document voor een eerste analyse van de meest dringende agendapunten.
Om de doelstellingen vorm te geven zal de Raad allerlei activiteiten ontplooien, allereerst een jaarlijkse landelijke neerlandistiekvergadering over onderwijs en onderzoek. De eerste bijeenkomst vindt plaats op vrijdag 1 februari 2019, in Utrecht.
De raad bestaat momenteel uit:
- prof.dr. Hans Bennis (Nederlandse Taalunie)
- prof.dr. Peter-Arno Coppen (Meesterschapsteams Nederlands)
- prof.dr. Yra van Dijk (Universiteit Leiden)
- prof.dr. Paula Fikkert (Radboud Universiteit)
- prof.dr. Kees de Glopper (Rijksuniversiteit Groningen)
- prof.dr. Johan Koppenol (VU)
- prof.dr. Marc van Oostendorp (Neerlandistiek)
- prof.dr. Judith Rispens (Universiteit van Amsterdam)
- prof.dr. Ted Sanders (Universiteit Utrecht)
- prof.dr. Els Stronks (Internationale Vereniging voor Neerlandistiek)
Meer informatie is te vinden op: RaadvoordeNeerlandistiek.nl
Mient Adema zegt
Datum eerste bijeenkomst zal in ’19 zijn (sorry voor de open deur).
hvdevoor zegt
Tiens, wordt de neerlandistiek alleen in Nederland beoefend en kampt ze alleen daar met problemen om zich te legitimeren? Moet deze raad niet ‘Raad van de Nederlandse neerlandistiek’ heten?
En waar zijn de mensen uit het werkveld: leraren(opleiders), alumni, studenten?
Marc van Oostendorp zegt
Uw reactie is nogal humeurig, maar dat lijkt me onterecht. In Vlaanderen bestaat sinds jaar en dag de KANTL die zich met deze problemen bezig houdt, maar in dat geval alleen in Vlaanderen; toch heet die raad niet de Koninklijke Academie voor Belgisch Nederlandse Taal en Letteren, en dat is volkomen terecht.
Zoiets geldt ook voor die andere mensen ‘uit het werkveld’. Leraren e.d. zijn op allerlei manieren georganiseerd (bijvoorbeeld in Levende Talen). Bovendien zijn er inmiddels allerlei groepen bezig de brug tussen academie en school te slaan, zoals de Meesterschapsteams of de Maatschappij der Nederlandse Letteren.
Wat ontbrak was een organisatievorm voor de Nederlandse academische neerlandici, die zich over de heel specifieke problemen van de Nederlandse academische neerlandistiek kunnen buigen, zoals de neergang in studentenaantallen. Dat gat is hiermee gevuld. Natuurlijk is het de bedoeling om daarbij met allerlei groepen samen te werken, zoals de door u genoemde.
Rik Vosters zegt
Met permissie, Marc, maar die vergelijking loop toch al snel spaak. De KANTL telt 25 buitenlandse ereleden, waaronder heel wat Nederlanders. Bovendien werd de KANTL in 1886 opgericht, toen nog als ‘Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde’.
Bovendien zie ik ook helemaal niet hoe de neergang in studentenaantallen een ‘heel specifiek probleem van de Nederlandse academische neerlandistiek’ zou zijn. Uiteraard zijn er verschillen, maar de problematiek van de teruglopende studentenaantallen geldt natuurlijk ook voor Vlaanderen. Alle vragen die op de website van de raad als relevant gesteld worden, zijn dat zonder enige twijfel ook voor (o.a.) Vlaanderen.
Baeto zegt
Baeto wenst de Raad voor de Neerlandistiek geluk met zijn oprichting en verzoekt de Raad om zich, naast de in de constitutieve verklaring genoemde doelstellingen, eveneens in te zetten voor de positie van het Nederlands in de EU27 & de globa- en digitaliserende wereld.