Nultaal (14)
Door Jan Renkema
Zonder nul is er geen wiskunde. Zonder niets is er geen communicatie. Want niets in taal is niet niets, maar iets. In deze serie een verkenning van onder meer: de stilte, de spatie, de betekenis van de punt, wat er gebeurt tussen ‘navel’ en ‘truitje’, het inhoudsloze gesprek, ‘Dat hebt u mij niet horen zeggen,‘E 621’ op een verpakking en verbale reddingsvlotten. Niets?zeggend, nee: Iets!zeggend.
Rekenen en taal. Nul en niets. Als we rekenen weten we wat de nul doet. De positie voor of na de nul geeft de waarde van de nul. Daarom is er verschil tussen 102 en 201, om precies te zijn 99. Ook in taal is er een positie voor en na niets. Tussen twee woorden, neem zakgeld, zit niets. Als je de woorden rond dat niets van positie wisselt, krijg je geldzak. En dat betekent heel wat anders. We kennen wel de invloed van de omgeving van een teken, bijvoorbeeld
12-13-14 en A-13-C, waarin het teken tussen de getallen als 13 gelezen wordt, en tussen de letters als B kan worden gezien. Maar in ons geval is er veel meer aan de hand: de betekenis verandert omdat de delen rond het niets van plaats wisselen.
De sceptische lezer zal nu opmerken: Ja logisch, in een samenstelling is het tweede deel de kern, vandaar het betekenisverschil. Een AB is een soort B en een BA is een soort A. Natuurlijk, dat is zo. Maar dan sluiten we de ogen voor een interessant verschijnsel. Bij sommige paren is het verschil heel groot. Neem draadstaal en staaldraad. In staaldraad gaat het om draad van staal, maar draadstaal is geen staal van draad, nee het was de naam van een satirisch tv-programma. Hier is het verschil bijzonder groot. Laten we dit weergeven als het verschil tussen 109 en 901. Maar er zijn ook gevallen waarin het verschil heel klein is. Probeer maar eens het verschil uit te leggen tussen recordtemperatuur en temperatuurrecord. Dit is hooguit het verschil tussen 102 en 201.
Zijn er veel paren die bestaan uit positiewissel? Het is even opletten, maar dan kun je er in een paar weken best zeven tegenkomen.
armcomputer | computerarm |
chocolademelk | melkchocolade |
donororgaan | orgaandonor |
leliepalm | palmlelie |
prijsvraag | vraagprijs |
maaltijdsalade | salademaaltijd |
soepvlees | vleessoep |
En dan laten ik maar buiten beschouwing de paren met ook nog een spatieverschil, krat pils en pilskrat enz. O ja, armcomputer? Schijnt te bestaan, een computertje bevestigd op een soort telefoonarm boven een bureau.
Ik zie wel gradatie in verschil. Het paar maaltijdsalade-salademaaltijd lijkt me een geval van 102-201, net als trouwens ijsroom-roomijs, dat ik ook nog tegenkwam. Maar misschien zijn er eerst meer voorbeelden nodig om de verschillen in kaart te brengen die ontstaan door positiewisseling rond het niets.
Wouter van der Land zegt
De afgelopen dagen kwam ik alleen inkomstenbelasting-belastinginkomsten, groentesoep-soepgroente en kaaskop-kopkaas tegen, alle drie met flink betekenisverschil. Koortslip-slipkoord telt niet mee, neem ik aan. Een interessante omkering is ook de ‘lege fles wijn’ uit het lied ‘Het is een nacht’ van Guus Meeuwis (‘Op de vloer ligt een lege fles wijn’), dat in de Top 2000 voorbijkomt. Is dat nu wel of niet hetzelfde als een ‘lege wijnfles’?
Mient Adema zegt
Een lege fles wijn is natuurlijk een contradictio in terminis, omdat een fles wijn niet anders dan gevuld kan zijn. In het lied is het een metrum- en rijmkwestie geworden, hoewel de “fout” niet een ieder echt zal opvallen. Alhoewel, die fles was aan de vooravond nog vol en zorgde ervoor dat die nacht een gezellig karakter kreeg na zijn leegheid. Je moet door dat lied met het legen van de fles de gezelligheid zien toenemen. Denk vooral niet dat de lege fles wijn er al een aantal dagen zo bij lag, want dan was het pas echt een lege wijnfles.
Maar even terzake: je hebt fles wijn, fleswijn en wijnfles. Maar je kunt het ook los kopen, wel zo lekker en nooit kurk.
James Sjaalman zegt
Draadstaalis trouwens een van de “aflevervormen” van staal : draad-, buis- en plaatstaal. Daarom heten spijkers ook eigenlijk draadnagels. Voorheen werden nagels gesmeed, nog steeds bij hoefnagels.
DirkJan zegt
Sommige van deze woordwisselingen zijn een soort spoonerisme waarbij niet de letters verwisselen (neukenbootje), maar hele woorddelen. Een grappige hoorde ik al toen ik kind was: zuurkool en koolzuur.
Wouter van der Land zegt
Hier nog een paar (hier bestaan toch ook wel lijstjes van?), ongeveer op volgorde van verwantschap tussen de duo’s gesorteerd: kaarsvet-vetkaars, kaasmarkt-marktkaas, oliepalm-palmolie, waterkraan-kraanwater, huizenrijtjes-rijtjeshuizen, bordreclame-reclamebord, rundvlees-vleesrund, koemelk-melkkoe, bladspinazie-spinazieblad, bloemkool-koolbloem,voetbalwedstrijd-wedstrijdvoetbal, kennisschool-schoolkennis, aardappelbak-bakaardappel, vlekkenzeep-zeepvlekken, boomgrens-grensboom, mestvarkens-varkensmest, machineschuur-schuurmachine, schermwedstrijd-wedstrijdscherm, voetbalwereld-wereldvoetbal, aartsbisschop-bisschop Aerts,
Jan Renkema zegt
Fantastisch! Nog een mooi studieprojectje voor het komende jaar.
Lucas zegt
Ik wil hier slechts een kanttekening bij plaatsen waarvan ik hoop dat ik die er bij meerdere jaargangen eerstejaarsstudenten CIW adequaat heb ingehamerd: “Ja logisch, in een samenstelling is het tweede deel de kern, vandaar het betekenisverschil.” Dat hoeft natuurlijk niet, we hebben ook samenstellingen die A en B zijn of noch A, noch B.
Als we dan gaan draaien komen we op onzin uit: een kattenbelletje of een belletjekat? een zevenslaper of een slaperzeven. (Al zit daar ook weer derivatie in, wat het niet gemakkelijker maakt).