Door Lucas Seuren
Tijdens een bijeenkomst van de American Sociologal Association merkte de huidige voorzitter op dat mensen die zich bezighouden met ethnomethodologie en conversatieanalyse maar gek bezig zijn; wat boeien die kleine details als openingen van gesprekken nu werkelijk? Het is een opmerking die uiteraard niet in goede aarde viel onder mijn collega’s, en met goede reden. De opening van een gesprek is een van de belangrijkste momenten; we zouden er juist meer aandacht aan moeten geven! En niet alleen binne de sociologie en taalkunde, maar ook in de antropologie. Wie mensen en culturen wil begrijpen, moet onderzoek doen naar hoe ze met elkaar in gesprek raken.
Waar ga je heen?
Ik zal dit illustreren aan de hand van een aantal voorbeelden. Eind jaren 90 publiceerde Alessandro Duranti een artikel over begroetingen die hij had bestudeerd in Samoa. Hij liet daarin zien dat mensen verschillende manieren hebben om te groeten, en dat sommige in onze Westerse ogen bijzonder vreemd zijn. Want niet alleen is er een onderscheid tussen informele en meer formele, rituele begroetingen, maar verschillende situaties vragen om verschillende oplossingen.
De meest bijzondere is wat hij de “where are you going”-begroeting noemt. Deze bestaat uit een korte uitwisseling die plaatsvindt als twee mensen elkaar tegenkomen, waarbij de ene duidelijk ergens naar onderweg is. Een persoon vraagt dan letterlijk aan de ander waar die heen gaat. Dit lijkt volstrekt niet op een begroeting zoals wij die kennen, maar het is een uiting die voldoet aan alle criteria die gelden om van een begroeting te kunnen spreken. De uiting biedt inzicht in de cultuur en de statusdynamieken, die we niet zouden begrijpen als we niet naar het begin van gesprekken zouden kijken.
Hoe gaat het?
In een recente uitgave van het tijdschrift Research on Language and Social Interaction werd uitgebreid aandacht besteed aan openingen, waarbij ik vooral het artikel over hoe gaat het? erg waardevol vond als het aankomt op ons begrip van openingen. In het Engels is de vraag how are you? een ritueel onderdeel van openingen; het is geen oprechte vraag en kan dus beter begrepen worden als een onderdeel van de begroeting. Maar sprekers kunnen met subtiele variaties aangeven of het al dan niet een oprechte vraag is. Door bijvoorbeeld te zeggen How have you been? wordt het plots een echte vraag, een verteluitnodiging. Maar niet elke variatie werkt, want You alright?, een veel voorkomende variant in Brits-Engels, is juist niet bedoelt als oprechte vraag. Sterker nog, sprekers gebruiken het soms in plaats van hello/hi of wat voor begroeting dan ook.
Al die variatie laat zien dat we op heel subtiele manieren in ons taalgebruik uitdrukken wat onze sociale relatie is en wat we van onze gesprekspartner verwachten. Of we wel of niet how are you? zeggen en hoe we het zeggen biedt dus inzicht in wat we van onze gesprekspartners verwachten. Dit is fascinerend in alledaagse gesprekken, maar cruciaal in medische consulten. Ik zie in mijn huidige onderzoek dat als een oncoloog een slechtnieuwsgesprek begint met how have you been? dit verwarrend werkt; de patiënt wil de uitslag, maar de vraag karakteriseert het consult als een in een langere serie consulten waarin de gezondheid van de patiënt gemonitord wordt.
Hallo
Tot slot een voorbeeld uit mijn huidige onderzoek. We kunnen begroetingen op twee manieren doen: tegelijkertijd of de een na de ander. In alledaagse gesprekken tussen bekenden geven we vaak de voorkeur aan de eerste optie; we rekken onze hois en hallos om te zorgen dat onze gesprekspartners hun hoi en hallo kunnen laten overlappen. Maar in institutionele gesprekken begroeten we elkaar om de beurt; een spreker neemt het initiatief en als die klaar is groet de ander.
In consulten die gevoerd worden over Skype of FaceTime is timing van een begroeting van belang. Mensen groeten elkaar op het moment dat ze de ander zien. Dus ondanks dat we niet weten of we elkaar kunnen zien, hebben we een techniek om aan te geven dat we de ander zien. Maar wat nu als een van de gespreksdeelnemers wacht met zijn/haar begroeting tot de ander gegroet heeft? Zo’n tweede begroeting is een reactie op de eerste, en geeft dus geen inzicht of die tweede spreker de eerste daadwerkelijk kan zien. En dat gebeurt regelmatig in consulten waar patiënten wachten tot de arts gegroet heeft.
Dit brengt de arts in de problemen die dan nog altijd niet zeker weet of hij/zij zichtbaar is, en er dus nog expliciet naar moet vragen. Als de patiënt daarentegen te vroeg groet, wat ook voorkomt, kan de arts onterecht aannemen dat hij/zij zichtbaar is voor de patiënt. Het zijn geen grote problemen natuurlijk, maar ze verstoren het begin van een consult wel, en bij lastige gesprekken zoals bijvoorbeeld slechtnieuwsgesprekken zit je niet op dat soort kleine problemen te wachten.
Belangrijk
Begroetingen lijken op het eerste gezicht dus niet bijzonder, wat wellicht de reden is dat men zich nogal laatdunkend over onderzoek uitlaat. Het helpt ook niet dat taalfilosofen zoals John Searle dachten dat alles gezegd was toen ze begroetingen als expressieve taalhandelingen omschreven, die verder geen betekenis hadden. De werkelijkheid is dat begroetingen complex zijn en een coördinatie vereisen van gespreksdeelnemers. Er zijn legio variaties die allemaal inzicht bieden in onze sociale relaties en wat we van een gesprek verwachten; variaties die alleen maar rijker worden als we naar andere culturen kijken. Als we willen begrijpen hoe mensen praten, is het dus niet meer dan logisch om te beginnen bij het begin.
msvandermeulen zegt
Goed stuk. Ik word ontzettend moe van mensen die dat soort uitspraken doen. Als bestudeerder van taaladvies hoor ik die helaas ook vaak. Zó onwetenschappelijk. Ik denk dan: weet je wat, ga gewoon éérst kijken, en concludeer dan dat iets oninteressant blijkt. Eerst data, dan conclusie.