Door Roland de Bonth
Op 8 november 2018 verzocht een docent op de Facebookpagina Leraar Nederlands een enquête in te vullen. Die vragenlijst was opgesteld door twee leerlingen uit 6 vwo die een profielwerkstuk maken over de status van dialect. Op voorhand waarschuwt de docent haar collega’s ervoor dat de leerlingen beslist niet talig zijn (‘’klik op de link en huiver…”). Maar omdat het sympathieke jongens zijn en het invullen van de enquête slechts vijf minuten kost, hoopt zij dat veel leden van de Facebookgroep dat zullen doen.
Tot hun verbazing en blijdschap zien de twee leerlingen dat maar liefst 356 mensen de moeite nemen de vragen te beantwoorden. In een reactie aan hun begeleidster op Facebook vragen enkele respondenten zich wel af of de leerlingen met de resultaten uit de voeten kunnen, omdat de vragenlijst eerder betrekking heeft op accenten dan op dialecten. Peter-Arno Coppen vraagt zich terecht af wat de hoofdvraag is die de leerlingen in hun profielwerkstuk wensen te beantwoorden.
Nog geen maand later – op 4 december – richt de begeleidend docent zich op de Facebookpagina Leraar Nederlands nogmaals tot haar collega’s. De leerlingen hebben op basis van het gegeven commentaar hun hoofdvraag bijgesteld en ingeperkt, waarna zij een nieuwe enquête hebben opgesteld. Zou iedereen – zo vraagt zij enigszins beschroomd – zo vriendelijk willen zijn deze tweede vragenlijst eveneens in te vullen? Gelukkig voor de twee leerlingen is ook dit keer de bereidwilligheid groot.
Het profielwerkstuk en de wet
Het bovenstaande voorbeeld laat zien dat het schrijven van een profielwerkstuk lang niet voor iedereen van een leien dakje gaat. Toch valt er niet aan te ontkomen: het is wettelijk vastgelegd dat alle leerlingen die eindexamen havo of eindexamen vwo doen een profielwerkstuk schrijven. Dit profielwerkstuk heeft dan betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Een aanvullende eis is dat ten minste één van deze vakken een omvang heeft van 320 uur of meer (havo) en van 400 uur of meer (vwo).
Het leeuwendeel van de profielwerkstukken zal bestaan uit een geschreven tekst, maar het staat de kandidaten ook vrij om een presentatie te verzorgen. Het voornaamste criterium is dat zij in hun profielwerkstuk ‘’op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel’’, aldus artikel 4 van het Eindexamenbesluit VO, dat rustig na te lezen is op Examenblad.nl. (Ook leerlingen vmbo-tl en vmbo-gl moeten volgens datzelfde besluit een profielwerkstuk schrijven dat handelt over een thema uit het profiel waarin zij les volgen. Hieraan wordt in dit stuk geen aandacht geschonken.)
Op havo en vwo wordt aan het profielwerkstuk een cijfer toegekend. Als onderdeel van het schoolexamen moet het voor het eerste tijdvak van het centraal schriftelijk eindexamen zijn afgerond. Omdat het profielwerkstuk geen vak is, wordt het hiervoor behaalde cijfer niet afzonderlijk betrokken bij de slaag/zakregeling: het maakt deel uit van het zogeheten combinatiecijfer dat bestaat uit rekenkundig gemiddelde van de zogenaamde ‘kleine vakken/onderdelen’ die met een cijfer op de cijferlijst staan. Op de havo bestaat dat cijfer met ingang van 2019 in elk geval uit het profielwerkstuk en de vakken maatschappijleer en culturele en kunstzinnige vorming. Op het vwo vormen dit schooljaar alleen het profielwerkstuk en maatschappijleer verplichte onderdelen, maar ook daar wordt in 2020 culturele en kunstzinnige vorming aan toegevoegd. Het staat scholen vrij de vakken literatuur en/of levensbeschouwing als keuzeonderdelen toe te voegen aan het combinatiecijfer. Voor gedetailleerde informatie verwijs ik opnieuw naar Examenblad.nl.
Zoals we hierboven hebben gezien, is het profielwerkstuk te beschouwen als een meesterproef. Met een belasting van 80 studielasturen – twee volle werkweken – kunnen leerlingen aantonen dat zij over de kennis, het inzicht en de vaardigheden beschikken die horen bij het gevolgde profiel. Wie met het judicium cum laude wil slagen, moet er dan ook voor zorgen dat het profielwerkstuk ten minste met het cijfer 6 wordt beoordeeld.
Nederlands behoort met een studielast van 400 uur op havo en van 480 uur op vwo tot de vakken waarover een profielwerkstuk mag worden geschreven. Tot genoegen van hun docent zijn er elk jaar enthousiaste leerlingen die bewust kiezen voor het vak Nederlands en vervolgens vol overgave onderzoek verrichten naar een talig of literair onderwerp.
Profielwerkstukprijs Nederlands
Om de inhoudelijke kant van het vak Nederlands onder de aandacht te brengen, het schrijven van profielwerkstukken bij het vak Nederlands te stimuleren en waardering uit te spreken voor kwalitatief goede profielwerkstukken heeft het SectieBestuur Nederlands (SBN) van de Vereniging voor Leraren in Levende Talen (VLLT) in samenwerking met de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) een profielwerkstukwedstrijd in het leven geroepen. Hierover verscheen in LevendeTalenMagazine van oktober 2015 een artikel van Margot van Houwelingen en Toine van Gaal. Het stuk is hier na te lezen.
Voor het beste profielwerkstuk Nederlands op havo-niveau én voor dat op vwo-niveau is een geldbedrag van 100 euro beschikbaar gesteld. Daarvoor moet dan wel worden voldaan aan de volgende criteria die de jury hanteert bij de beoordeling van de ingestuurde profielwerkstukken:
- de helderheid en oorspronkelijkheid van de vraagstelling;
- diepgang, maar tegelijkertijd ook bondigheid van de uitwerking;
- een hoge mate van eigen werk (ten hoogste de helft van het werkstuk bestaat uit een wetenschappelijke stand van zaken);
- durf, enthousiasme en creativiteit van de leerling;
- een uitstekende taalverzorging en samenhang van het werkstuk;
- een wetenschappelijke manier van bronvermelding.
Deze zes punten laten zien dat de lat hoog ligt. Het is duidelijk dat de winnaar van de profielwerkstukwedstrijd moet beschikken over zowel goede onderzoeksvaardigheden als goede presentatievaardigheden. Voor een vervolgopleiding in het hoger onderwijs is dat beslist een pre.
Het schrijven van een goed profielwerkstuk is geen sinecure. Hoewel het vak onderzoek op steeds meer middelbare scholen een plaats krijgt binnen het curriculum, worstelen veel leerlingen met het vinden van een onderwerp, het bedenken van een hoofdvraag, het opzetten van een onderzoek dat daarop antwoord geeft of met het schriftelijk/mondeling weergeven van de resultaten. Ook van docenten wordt het nodige gevraagd. Het goed begeleiden van een profielwerkstuk is over het algemeen tijdrovend en het kost de nodige moeite om leerlingen zich te laten houden aan deadlines.
Handige websites
Gelukkig staat de docent Nederlands er niet alleen voor. Op internet zijn verschillende websites te vinden waar leerlingen handreikingen kunnen vinden voor het vervaardigen van een profielwerkstuk. De zoektermen ‘profielwerkstuk’ en ‘Nederlands’ leveren direct een aantal bruikbare treffers op, zoals www.profielwerkstukonderwerpen.com, dat anders dan de naam doet vermoeden ook een stappenplan aan de hand doet om dit werkstuk te schrijven. Iets vergelijkbaars geldt voor de rubriek Educatie en school van de website InfoNu.nl. Na een opsomming van mogelijke onderwerpen per vak volgen suggesties voor webpagina’s die een leerling verder op weg helpen.
Om leerlingen ter wille te zijn – en om aanstaande studenten te lokken – laten ook universiteiten zich niet onbetuigd. Zie bijvoorbeeld de website van de Rijksuniversiteit Groningen, de Radbouduniversiteit en de Universiteit Twente. Voor profielwerkstukken over straattaal en over dialecten kan men terecht bij het Meertens Instituut. Taalkundig geïnteresseerde leerlingen kunnen hun hart ophalen op de door Kristel Doreleijers ontwikkelde website www.profielwerkstuktaalkunde.nl. Op deze website, waarop een half jaar geleden op neerlandistiek.nl al de aandacht werd gevestigd, vinden middelbare scholieren acht downloadbare toolkits over de onderwerpen meertaligheid, dialect, sociale taalvariatie, eerstetaalverwerving, tweedetaalverwerving, taalstoornissen, taal in contact en naamkunde. Lopen leerlingen eerder warm voor literatuur en alles wat daarmee samenhangt, dan biedt het tabblad Profielwerkstuk van de mooie website LitLab van de Universiteit Utrecht goede handvatten.
Oproep (vwo) én dringende oproep (havo)
In het artikel uit Levende Talen Magazine waaraan ik hierboven al refereerde, constateren de auteurs dat het aantal havo-inzendingen voor de profielwerkstukkenwedstrijd Nederlands sterk achter blijft bij dat voor het vwo. In het schooljaar 2017-2018 kon de prijs voor het beste profielwerkstuk havo zelfs niet eens worden toegekend omdat er – helaas – geen enkele inzending was.
Wat zou daar toch de reden van kunnen zijn? Ik kan me niet voorstellen dat er op de havo geen goede profielwerkstukken bij het vak Nederlands worden geschreven. Komt het omdat de organisatie die wedstrijd onvoldoende onder de aandacht weet te brengen? Of zou het te maken hebben met het feit dat veel docenten zowel kandidaten op havo- als op vwo-niveau begeleiden bij het schrijven van een profielwerkstuk en daarbij – zonder dat ze zich daarvan bewust zijn – het werk van de havist langs dezelfde meetlat leggen als dat van een vwo’er?
Het zou mooi zijn als er in 2019 weer een prijs op havo-niveau én op vwo-niveau kan worden uitgereikt. Daarom worden juist docenten die profielwerkstukken Nederlands havo begeleiden van harte uitgenodigd mee te dingen naar deze eervolle prijs. Op de website van Levende Talen is het winnende vwo-werkstuk van 2018 en het bijbehorende juryrapport te lezen. Inzendingen voor dit schooljaar moeten vóór 1 mei 2019 in digitale vorm naar r.de.bonth@hotmail.com worden gestuurd. Het sectiebestuur Nederlands en de IVN zien de grote stroom havo- én vwo-werkstukken met veel plezier tegemoet.
Laat een reactie achter