Door Jan Noordegraaf
Een oudere generatie neerlandici heeft tijdens de studie ongetwijfeld de naam van de Amsterdammer Lambert ten Kate (1674-1731) leren kennen. Deze veelzijdige geleerde was onder meer de auteur van de Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake (1723), een taalkundig werk dat veel invloed heeft gehad, niet alleen in de achttiende eeuw, maar ook later. ‘Ik weet niet beter of ’t is byna alles nieuw en onverhandelt, en, zo ’t mij toegeleek, van ’t gewigtigste in onze Taelkunde en in die van alle onze Taelverwanten, zo Hoogduitschers als Engelschen, Zweden en Deenen’, schrijft Ten Kate in een brief uit 1729. De laatste decennia zijn in de vakliteratuur allerlei aspecten van leven en werk van Ten Kate aan de orde geweest, zoals de BNTL wel laat zien. Toch blijft Ten Kate telkens weer verrassen. Dat blijkt wel uit een recent artikel van VU-taalwetenschapper Lourens de Vries over George Henrik Werndly’s Maleische Spraakkunst uit de eige schriften der Maleiers opgemaakt (1736), een boek dat binnen de neerlandistiek niet helemaal ongezien is gebleven. De studie van De Vries, ‘Newton goes East: natural philosophy in the first Malay grammar (1736) and the first Malay Bible (1733)’, is verschenen in een tijdschrift dat niet iedere neerlandicus frequent onder ogen komt. Ik signaleer daarom kort enkele punten uit het artikel van De Vries over de relatie Ten Kate – Werndly.
Werndly als bijbelvertaler
In haar Calendarium van de Nederlandse taal. De geschiedenis van het Nederlands in jaartallen (2006) noteerde Nicoline van der Sijs: ‘1736: Verschijning van de eerste Nederlandstalige Maleise grammatica, Maleische Spraakkunst, van de predikant-taalkundige G.H. Werndly’. Deze George Henrik Werndly (1693-1744) was een Zwitser van geboorte, die in Lingen theologie had gestudeerd. In het jaar 1718 arriveerde hij in Batavia, zoals hij in een korte biografische aantekening in de Spraakkunst (p. 256-257) vertelt. Na enige tijd had dominee Werndly het Maleis zo goed onder de knie dat hij elke zondagmiddag in die taal kon preken – ‘s morgens preekte hij in het ‘Nederduitsch’ – en ‘door een gemeenzamen ommegang met de inlanders’ (p. 257) kon hij zich in het Maleis steeds beter uitdrukken. Als predikant in dienst van de VOC kreeg hij in 1723 de opdracht om de Maleisische bijbelvertaling van de in 1701 overleden Melchior Leijdekker te voltooien. In 1730 keerde hij uit Batavia terug naar Nederland, met het handschrift van de vertaling op zak (p. 264). Zijn taak was het om het manuscript voor de druk te bezorgen. Een tweede exemplaar werd uit veiligheidsoverwegingen op een afzonderlijk schip naar Nederland vervoerd.
De Leijdekker-Werndly bijbel werd gedrukt tussen 1732 en 1733 en verscheen in Amsterdam bij de gebroeders Rudolph en Gerard Wetstein, dezelfde uitgevers die de Aenleiding van Lambert ten Kate hadden gepubliceerd. En in 1736 verscheen Wendly’s Maleische Spraakkunst. Met eene voorreden, behelzende eene inleiding tot dit werk, en een dubbeld aanhangsel van twee boekzalen van boeken, in deze tale zo van Europeërs, als van Maleiers geschreven. Aan het slot van de ‘Opdragt’ lezen we: ‘Gegeven binnen Amsterdam uit myn boekvertrek den 12 Maart 1736’. Het jaar daarop, in 1737, werd Werndly benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de Oosterse talen in het Pruisische Lingen. Z’n inaugurele rede van 17 december dat jaar ging over de ‘linguarum orientalium et indicarum cognitione necessaria theologo ad Indos profecturo’, dus over de noodzakelijkheid van de kennis van Indische en Oosterse talen talen voor de theoloog die naar Indië wil gaan. Deze rede werd eveneens bij Wetstein uitgegeven. Enkele jaren later keerde hij terug naar Indië, waar hij in 1744 aan malaria overleed.
Werndly en de Aenleiding
George Werndly heeft zijn Amsterdamse jaren ook benut om zich te verdiepen in het werk van diverse Nederlandse taalkundigen. Bij het opstellen van zijn veel geprezen Maleische spraakkunst, ‘de beste Maleise grammatica uit die periode’ (A. Teeuw), heeft hij zich aantoonbaar ook laten inspireren door Ten Kate’s magnum opus uit 1723. Ik noem hier één voorbeeld uit de Aenleiding, de bekende stilistische driedeling. Werndly verwijst expliciet naar Ten Kate’s indeling in ‘stijlen’, te weten de ‘Hoogdravende stijl’, de ‘Deftige’ stijl, en de ‘Gemeenzame stijl’, en hij past dit onderscheid toe op het Maleis (p. XLV). Ook de zogeheten ‘straattaal’ passeert de revue (p. XLVIII). Zo zijn er in Wendly’s spraakkunst (er is een index) nog enkele expliciete verwijzingen en aanhalingen van Ten Kate te vinden.
Een andere interessante kwestie is Ten Kate’s methodologische aanpak. Zoals bekend, is zijn benadering wel gekenschetst als ‘Newtonian Linguistics’ (Reinier Salverda), d.w.z. in het voetspoor van Isaac Newton is zijn aanpak empirisch en inductief-rationalistisch. En het is in die geest dat ook Werndly zijn Maleische Spraakkunst opzet en uitwerkt: ‘Newton goes East’, aldus De Vries. We hebben dus te maken met een betrekkelijk vroege en wat exotische receptie van het werk van Lambert ten Kate.
Over leven en werken van Werndly valt uiteraard wel meer te zeggen. Begin jaren dertig woonde en werkte de predikant-vertaler in zijn Amsterdamse ‘boekvertrek’, waarschijnlijk aan een van de grachten (men zie het Stadsarchief Amsterdam). Lambert ten Kate overleed op 14 december 1731 aan de Keizersgracht. Hoe vaak de twee taalkundigen elkaar aan de Amsterdamse grachtengordel ontmoet hebben, verdient wellicht nader onderzoek.
Literatuur
J. Gonda. 1937. ‘De inaugurele rede van Werndly (17 December 1737)’. De Indische Gids 59 (2), 1067-1076.
Jan Noordegraaf & Marijke van der Wal. 2001. ‘Lambert ten Kate en de taalwetenschap (1674-1731) / Lambert ten Kate (1674-1731) and linguistics’. In: Lambert ten Kate Hermansz., Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake (1723). Eerste deel. Ed. by Jan Noordegraaf & Marijke van der Wal. Alphen aan den Rijn: Canaletto / Repro-Holland BV, 1-32.
Reinier Salverda. 2001. ‘Newtonian Linguistics: The Contribution of Lambert ten Kate (1674-1731) to the Study of Language’. In: M.C. Davies et al. (eds.), Proper Words in Proper Places. Studies in Lexicology and Lexicography in Honour of William Jervis Jones. Stuttgart: Heinz-Verlag, 115-132.
Lourens de Vries. 2018. ‘Newton goes East: natural philosophy in the first Malay grammar (1736) and the first Malay Bible (1733)’. The Bible Translator 69 (2), 214-232.
Marijke J. van der Wal. 2002. ‘Lambert ten Kate and Eighteenth-Century Dutch Linguistics’. Beiträge zur Geschichte der Sprachwissenschaft 12, 49-63.
Marijke J. van der Wal. 2009. ‘Lambert ten Kate presenteert zijn taalwetenschappelijke aanpak’. In: Boekenwijsheid. Drie eeuwen kennis en cultuur in 30 bijzondere boeken. Opstellen bij de voltooiing van de Short- Title Catalogue, Netherlands onder redactie van Jan Bos en Erik Geleijns. Zutphen: Walburg Pers, 204-212.
Laat een reactie achter