Veel neerlandici kennen het monumentale naslagwerk van W.A.P. Smit, Kalliope in de Nederlanden (1975-1983). In twee dikke delen beschreef hij de opkomst en bloei van het Nederlandstalige epos tussen 1550-1780. Een gepland derde deel verscheen nooit, maar zou de ontwikkelingen tussen 1780 en 1850 beschrijven. Zijn studie is nog altijd een inspiratiebron voor iedereen die onderzoek doet naar het epos. Intussen heeft de neerlandistiek zich vernieuwd en verrijkt met nieuwe methodologische benaderingen en invalshoeken. In dit themanummer van Spiegel der letteren (2018) 1-2, onder gastredactie van Lotte Jensen, passen we deze toe op het Nederlandstalige epos.
Inhoudsopgave:
Nieuwe perspectieven op het Nederlandstalige epos (Lotte Jensen, Kornee van der Haven en Christophe Madelein)
De Bijbel voor gelovigen. Het Bijbels epos in de achttiende eeuw (Ton van Strien)
Held en gevoelsgemeenschap in Lucretia van Merkens Bijbelse epos David (1767) (Kornee van der Haven)
Tweemaal springtij. Het Nederlandse epos tussen 1780 en 1850 (Lotte Jensen)
Dromen van een toekomstige geschiedenis. Representatie van het verleden in Maurits van Nassau (1789) van Johannes (Christophe Madelein)
Liberale en katholieke toe-eigening van een Middeleeuws epos. Dantes Divinia Commedia in het negentiende-eeuwse Nederland (Jan Oosterholt)
Laat een reactie achter