Afgelopen weekend gaf ik een lezing in kleine kring bij de zuidelijke afdeling Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Daar besprak ik een fenomeen dat in de Amerikaanse politiek en journalistiek niet onopgemerkt is gebleven: de manier waarop president Trump soms als hij zich verspreekt met een simpel talig truukje doet alsof hij helemaal geen fout maakte. Op momenten dat Trump een woord verhaspelt en daardoor het verkeerde woord produceert zegt hij and ‘en’ en geeft dan het juiste woord. Op die manier creëert hij de illusie dat beide woorden goed zijn en hij zich dus helemaal niet versprak. Het is een fascinerend truukje, omdat het zo eenvoudig is en het niet duidelijk is wanneer Trump ermee is begonnen of waarom, maar het is bijzonder effectief.
Nevenschikken
Laat ik een beginnen met een simpel voorbeeld. Tijdens zijn speech waarin hij aankondigde dat de Verenigde Staten voortaan Jeruzalem zouden erkennen als de hoofdstad van Israël zei Trump het volgende:
“But we are confident that ultimately, as we work through these disagreements, we will arrive at a peace and a place far greater in understanding and cooperation.”
De verspreking zit aan het eind: place in plaats van peace. Maar het moge duidelijk zijn dat peace hier niet het juiste woord is; zowel arrive at a peace en a peace far greater in understanding and cooperation zijn vrij gekke constructies. Het is geen gekke verspreking. In de direct voorgaande zin stelt Trump dat hij zich committeert aan een toekomst van peace and security. Bovendien verschillen de woorden maar één letter van elkaar: de l waar Trump een e leest.
Maar Trump gaat er volledig aan voorbij. Hij is eventjes stil en gaat dan verder alsof er niks aan de hand was. Door and te gebruiken, en daarmee peace en place neven te schikken, creëert hij de illusie dat beide hier correct zijn.
Corrigeren
Trump had zich ook kunnen corrigeren. Gebruikelijke manieren om dat te doen zijn bijvoorbeeld I mean place, of gewoon de and weglaten, en alleen de correctie uitspreken. Hij had ook nog iets verder kunnen teruggaan. In een andere speech zegt Trump het volgende: “We have a Cabinet that—there are those that are saying it’s one of the finest group of people ever assembled as a candidate—as a Cabinet”. Trump zegt hier candidate waar hij cabinet had moeten zeggen, maar door te herhalen maakt hij ons ook duidelijk dat hij zich versproken heeft. We hebben allerlei manieren om te laten zien dat we ons hebben versproken, en dat onze hoorder ons anders moet begrijpen. Maar in het eerste voorbeeld negeert Trump die en claimt dat wat hij zegt volledig juist is.
Nou is dat in dit eerste voorbeeld niet heel boeiend. Maar in sommige gevallen is het werkelijk volslagen absurd. Tijdens een speech in 2017 zei Trump het volgende:
“And we see it in the mothers and the fathers who get up at the crack of dawn; they work two jobs and sometimes three jobs. They sacrifice every day for the furniture and future of their children.”
De verspreking is hier vrij hilarisch. Ouders werken natuurlijk niet drie baantjes en maken geen offers voor de meubels van hun kinderen, ze doen dat alleen voor de toekomst van hun kinderen. Maar door die twee woordjes te nevenschikken met het voegwoord and en de tweede keer het lidwoord weg te laten – the furniture or the future zou wel een correctie zijn – doet Trump alsof beide woorden hier goed zijn en ouders dus inderdaad offers maken voor de meubels en toekomst van hun kinderen.
Ook hier is de verspreking niet zo vreemd. Iets eerder in zijn speech had Trump het over de eigenaar van een meubelwinkel (‘furniture store’) die na orkaan Harvey zijn meubeltruck gebruikte om mensen te redden en mensen opving in zijn winkel, ook al ging dat ten koste van zijn producten. Het woord furniture zat dus al vrij prominent in zijn speech, en scheelt ook maar een paar letters van future. Maar ondanks dat die verspreking dus gerust te rechtvaardigen is, doet Trump alsof het helemaal geen verspreking is.
Lezen
De vraag is natuurlijk waarom Trump dit doet. De versprekingen zijn zoals gezegd goed te begrijpen in hun context. Hoe groot Trumps ego ook is, het is niet alsof hij nooit erkent dat hij zich verspreekt. Hij corrigeert zichzelf ook van tijd tot tijd, dus het is niet dat hij uit principe zijn versprekingen altijd maskeert. Maar misschien is het vooral in situaties waarin hij van een teleprompter moet lezen en niet wil overkomen alsof hij dat niet kan. Tijdens de verkiezingscampagne was er veel discussie over Trumps manier van spreken, en hij zou beter overkomen als hij zich meer zou houden aan de vooraf geschreven stukken. Hij mag zich dan wel corrigeren als hij zich spontaan verspreekt, maar hij mag niet de suggestie wekken dat hij niet kan lezen. Het blijft speculeren.
Gerard Kempen zegt
Dat een spreker die zich heeft versproken een nevenschikkend voegwoord gebruikt als “editing term” is niet zó ongewoon. Een Nederlands voegwoord dat ik niet zelden in deze functie heb gehoord is ‘of’. Achter dit verschijnsel zou heel goed een diepere relatie tussen zelfcorrectie en nevenschikking schuil kunnen gaan. Dertig jaar geleden beschrijft Pim Levelt (1989: 485-489) een opmerkelijke grammaticale gelijkenis tussen opeenvolgingen van enerzijds
(A) verspreking , (B) editing term, en (C) zelfcorrectie,
en anderzijds
(A’) eerste lid van een nevenschikking, (B’) voegwoord, en (C’) tweede lid van de nevenschikking.
Uitgaande van deze observatie heb ik tien jaar geleden in het tijdschrift Linguistics een psycholinguïstisch mechanisme voorgesteld dat ten grondslag zou kunnen liggen aan beide typen van opeenvolgingen.
Levelt, Willem J.M. (1989). Speaking: From intention to articulation. Cambridge MA: MIT Press.
Kempen, Gerard (2009). Clausal coordination and coordinate ellipsis in a model of the speaker. Linguistics, 47, 653–696. In verkorte vorm: Kempen, Gerard (2007). De kunst van het weglaten: Elliptische nevenschikking in een model van de spreker. In Moerdijk, Fons; van Santen, Ariane & Tempelaars, Rob (Eds.), Leven met woorden. Afscheidsbundel voor Piet van Sterkenburg. Leiden: Brill. [pp. 397-407].
Lucas zegt
Die nevenschikking is niet ongewoon, dat zeg ik ook nergens. Het gaat me erom dat het nevenschikking met ‘en’ is (zoals ook in het artikel een voorbeeld met ‘of’ staat als vorm van correctie). Door ‘en’ te gebruiken claimt Trump juist dat er geen verspreking heeft plaatsgevonden, dat is dus volstrekt anders dan ‘of’ waarmee de spreker zich juist wel corrigeert, en laat zien dat het niet gaat om nevenschikking op zich.
Wat Trump doet zie ik werkelijk nooit gebeuren in de inmiddels toch wel 100+ uur aan gespreksdata die ik onder ogen heb gehad.
Gerard Kempen zegt
Sorry dat ik even vergeten was dat u zelf ‘of’ al noemt als editing term.
Ik beschouw uw opmerkelijke observatie overigens als indirecte ondersteuning van de hypothese dat er een verband bestaat tussen de productie van nevenschikkingen en van zelfcorrecties. En als deze hypothese klopt, is het minder waarschijnlijk dat het bij de presidentiële verspreking ging om een ’truukje’ dat de spreker gebruikte ter verdoezeling van de fout. Maar inderdaad: Het blijft speculeren.