Door Martin Bootsma
Alan Turingschool, Amsterdam
Wellicht heeft u het advies van de Onderwijsraad aan de minister van onderwijs over de curriculumherziening gelezen. Ik schreef over dat advies een blog, dat u hier kunt vinden. In het advies van de Onderwijsraad staat onder meer te lezen dat de samenhang voor de leerlijn Nederlands ontbreekt. Wie het vierde tussenproduct van het ontwikkelteam Nederlands leest, zal dit beeld herkennen. De visie op het taalonderwijs op de basisonderwijs sluit niet aan bij die van de onderbouw van het vo en dat geldt ook voor de aansluiting tussen onder- en bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Feitelijk formuleert de ontwikkelgroep Nederlands drie aparte curricula.
In het tussenproduct staat een afbeelding, waarin schematisch staat weergeven hoe het curriculum inzake onze landstaal is opgebouwd:
Het zijn met name de twee buitenste cirkels waar ik het in de blog over wil hebben. Als je naar de buitenste cirkel kijkt, dan herken je wat ik voor het gemak even de drieslag van Biesta noem: socialisatie, kwalificatie en persoonsvorming. Die zijn, zo begreep ik van een betrokkene bij curriculum.nu, bij elk ontwikkelteam het uitgangspunt.
Dat is op z’n minst problematisch te noemen. Er ligt door deze keuze onder de gehele curriculumherziening een opvatting over waartoe ons onderwijs dient. Wie het onderwijs kent, weet dat scholen, teams en leraren heel verschillende opvattingen hebben over de vraag waartoe ons onderwijs dient. Zoals ik het zie, zit er onder dit hele proces een normatieve opvatting over onderwijs die niet algemeen aanvaard en gedragen wordt. En dat vind ik dus problematisch.
De ontwikkelteams hebben op hun eigen verzoek een middag met Biesta overlegd over zijn opvattingen. Ze zullen ongetwijfeld met meer mensen hebben gesproken, maar de opvattingen van deze personen klinken niet zo sterk door in het basisidee achter curriculum.nu als de drieslag van Biesta. Je zou kunnen zeggen dat het achterliggende idee zijn stempel draagt.
Het is overigens interessant om te weten dat Gert Biesta lid is van de Onderwijsraad. Inderdaad, de raad van het advies richting minister om een permanente commissie in het leven te roepen inzake curriculumherzieningen. Hebben zij gesproken over de onderliggende uitgangspunten, of delen de leden de visie op onderwijs van Biesta?
Naast het gebrek aan samenhang tussen de verschillende fases van het funderend onderwijs en de drieslag van Biesta, is er nog een aspect van dit tussenproduct dat ik bezwaarlijk vind en dat is de nadruk op vaardigheden. Hoewel ik denk dat de uitwerking van dit product in een methode of aanpak vast kennis en het overdragen van die kennis zal bevatten, bevat het ontwerp te veel het idee dat je met een set aan houdingen en attitudes (vaardigheden) in staat bent om je taalontwikkeling voor een groot deel zelf ter hand te nemen. Die opvatting is discutabel, in de zin dat over vaardigheden en het aanleren van vaardigheden geen algemeen gedeelde opvatting bestaat. Ook hier geldt weer dat er scholen, teams en leraren zijn die verschillende opvattingen hebben over het aanleren en inzetten van vaardigheden.
Op basis van deze drie aspecten zou ik dit tussenproduct afwijzen. Het gebrek aan coherentie in de doorgaande lijn is nog wel te repareren, maar de twee andere punten – die in mijn ogen een ideologische opvatting over onderwijs reflecteren – maken dit tussenproduct onacceptabel. En juist omdat de drieslag van Biesta én de focus op vaardigheden in alle tussenproducten zit, is het hele project een gevaarlijk traject omdat het botst op enkele fundamenteel verschillende opvattingen over waartoe onderwijs dient.
Dit stuk verscheen eerder op het blog meesterlezer.
Laat een reactie achter